Zoeken in deze blog

dinsdag 10 juni 2025

Wat heet nieuws?

Een aankondiging in de e-post: een Kidsweek in week 23 over 'Hoe ga jij om met nieuws?'. Meteen een bespreeknummer aangevraagd, maar hoofdredacteur Henrike van Gelder liet me weten 'Dag Herman, je kunt alle content ook online lezen', met link.
Dat is waar en online vind je dan naast een interview met haar een 'dossier nieuwswerking'. Maar het is toch anders dan een papieren krantje. Dat dan weer wel bij het oud papier zou zijn beland, want er is toch iets online te vinden. Tja.
Er gaat veel over reacties op nieuws en slechts één item over de vraag of het waar is: 'Zo herken je  betrouwbaar nieuws'. Dat is heel trouwhartig.
 
Kom je er zelf niet uit? Dan kun je altijd een volwassene zoals je juf, meester of ouder(s) vragen om met je mee te kijken. 
 
Natuurlijk, die kennen de weg. Dat merk je bij verkiezingen.
En:
 
Bekijk door wie het nieuws wordt gebracht. Is dat een anoniem account op social media of wordt het geschreven door een betrouwbare nieuwsbron? Betrouwbare bronnen zijn bijvoorbeeld kranten, nieuwssites, universiteiten of overheidsinstanties. Let daarbij ook op de datum, is het bericht kort geleden geschreven of is de informatie al een paar jaar oud?
 
Gezegend het land waar 'overheidsinstanties' betrouwbare inlichtingen geven, en de ene nieuwssite is de andere niet...
Misschien wou de redactie haar jonge lezers niet al te veel achterdocht meegeven. 
 
Een variant op dit item is 'Hoe weet je of nieuws waar is?'. Die vraag wordt niet helemaal beantwoord, behalve onder het kopje 'Kop'.
 
Een van de makkelijkste manieren om nepnieuws te ontmaskeren: check de kop of de titel van een artikel of filmpje. Als de titel je expres en overdreven nieuwsgierig probeert te maken, dan mogen er al alarmbellen afgaan. Je kunt ook checken: wie heeft het stuk geschreven? Is het een bekende journalist die werkt voor een bekend medium? Staat het nieuws ook op andere betrouwbare sites? En vaak helpt je gezond verstand gebruiken ook. Als iets te mooi of bizar lijkt om waar te zijn, dan is dat waarschijnlijk ook zo. 
 
Is dat afdoende? Wat is bizar?
Ook een aardige is 'Zó wordt Kidsweek gemaakt', een video'tje. Ook heel trouwhartig: 'tijdens de redactievergadering bespreken we het nieuws van de week' en daaruit wordt een selectie gemaakt. Geen woord over controle.
 
Nu ging het de redactie ook vooral om reacties op het nieuws, dat blijkt ook uit de woorden van de hoofdredacteur:
 
'Een krant met alleen maar goed nieuws kan natuurlijk niet. Er gebeuren nu eenmaal nare dingen in de wereld. Toch proberen wij altijd te zoeken naar een lichtpuntje in een verhaal - wat gaat er wél goed? En door ook vooral te kijken naar wat oplossingen voor een probleem zijn. Wordt er gepraat over vrede in een oorlogssituatie? Is er een slimme uitvinding om klimaatverandering tegen te gaan? Maar we laten lezers ook zien wat ze zelf kunnen doen. Een inzamelingsactie beginnen bijvoorbeeld of meedoen aan een demonstratie. Ook niet onbelangrijk: we combineren zware verhalen met lichtere onderwerpen, zoals opvallend dierennieuws of een onvoorstelbaar record. Zo laten we zien dat er niet alleen maar narigheid in de wereld is én kun je ook even je zinnen verzetten.'
'Je kunt het nieuws mijden als je het eng vindt of er verdrietig van wordt. Dat is je eigen keuze. Maar wij denken dat het beter is je te informeren en te proberen te begrijpen wat er gebeurt en waarom. Wij geloven dat als je goed geïnformeerd bent, je sterker in je schoenen staat, de wereld beter begrijpt en makkelijker mee kunt doen. En met Kidsweek kan dat op een veilige en betrouwbare manier.' 
 
Waarvan akte. 
 
 
Kidsweek. 'Weekkrant voor kinderen van 7 t/m 12 jaar'.
 

maandag 2 juni 2025

Die eindeloze dagen aan het luie, lome strand

21 gedichten vullen De zee is bijna alles van Marco Kunst. En raad eens, ze rijmen!
Waar vind je dat nog...
 
Nou, in veel liedteksten, onder andere. En doordat de dichter ook nog een duidelijk, degelijk ritme aanbrengt in zijn teksten, maakt dat ze zingbaar.
Het heet (flaptekst) een 'zinderende dichtbundel vol zee, zand en zingende woorden' en dat betekent dat ook de anonieme auteur van de flaptekst die zingbaarheid heeft opgemerkt. Marko Kunst schreef eigenlijk een bundel liederen, maar helaas zit er geen muziek bij. 

Die twee eerste strofes van het eerste lied, 'Meisje van de zee':
 
Er zat een meisje in mijn klas
dat in zee geboren was.
Ze rook naar wier en strand en zon,
en jongen, zwémmen dat ze kon!
 
Ze heette Mare Lieve van der Zee,
en in mijn dromen zwom ik mee
met haar langs eilanden en stranden,
verre havens, vreemde landen.
 
Een tetrameter heet zo'n ritme, vier versvoeten of accenten per regel. Hoor het refrein, althans, in de bundel het laatste couplet:
 
En ik?
Zeevaartschool heb ik gedaan,
honderd havens deed ik aan,
ik zwerf al jaren over zee.
Mare Lieve nam me mee. 

Niet in alle gedichten is het ritme zo strak, maar zingbaar zijn ze allemaal.
Neem 'Een kei':
 
Als ik slaap ben ik een kei,
een in- en intevreden kiezel,
op de bodem van de oceaan.
 
Geen ik, geen mij,
alleen maar nacht en kei,
een kei alleen
en diep verborgen in die steen,
eenvoudig als de oceaan
waarin mijn droom,
stroomt mijn bloed
als eb en vloed.
 
Langzaam langzaam slijt die kei
door onderstroom,
het water aait me glad en klein
tot ik verdwijn,
of tot de zon opnieuw
de bodem raakt
en ik ontwaak.
 
Het is een van de zwakkere teksten. Kei, kiezel of steen, dat maakt nogal uit, is er nu wel of geen ik en waar zit die droom nou precies? Die kei is een regeltje verder ineens me en hoezo raakt de zon opnieuw de bodem?
 
Zo valt er meer te muggenziften, en voor de liefhebbers ook te vergelijken, want achterin staat een 'Verantwoording' waaruit blijkt dat vier gedichten bewerkingen zijn van werk door andere dichters, te weten Philip Larkin, James Joyce, Roger Dévigne en Fernando Pessoa en die laatste dan nog via een vertaling door Jonathan Griffin.
 
Liever eindig ik met een simpel, mooi liedje, drie van de zeven coupletten uit 'Veerle en de zee'.

Kleine Veerle op het strand,
wiebeltenen in het zand.
Zachte handdoek, zonnestralen,
zonneklep en ijsje halen.
 
Lekker spelen in het zand,
maar Veer wil naar de waterkant.
Schepnet, emmer, zwempak aan,
klaar om naar de zee te gaan. 
 
(... ...)
 
Schuim op golven, papa lacht.
Zee veel groter dan Veer dacht.
Golven likken aan haar tenen.
Koud en nat! Ze neemt de benen.

 
 


Kunst, Marco. De zee is bijna alles. Met illustraties van Jeska Verstegen. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1746 1, 46 p.  

zondag 1 juni 2025

Letters in opstand

Altijd maar die schrijvers die bepalen waar we staan, voortaan doen we het zelf, besluiten de letters. Dat is het idee voor het verhaal LetterRijk, Rebellie der letteren, dat verscheen bij Nobel boeken, een imprint van 'de Stichting Nederlandse Onafhankelijke Behartiging van Literatuur, kortweg stichting NOBEL' Een stichting zonder bestuur, zo te zien, en een heel breed doel, 'het behartigen van literatuur in de breedste zin van het woord, zowel fictie als non-fictie'. Goh...
 
Volgens het boek betreft het een gevonden tekst, maar de website van de uitgeverij verraadt wat we vermoedden: Rob Bakker is de Auteur (met hoofdletter).
 
Volgens de website is het een
 
satirische novelle voor volwassen lezers én schrijvers: de letters schaffen schrijvers af en grijpen de macht. Een nieuw LetterRijk begeeft zich à la “1984” in de nieuwe heilsleer van de AI.
 
En:
 
Letter Rijk ontaardt in een satire op de menselijke maatschappij met dezelfde problemen als hiërarchie, inspraak, democratische meerderheden etc. Hoofdletters (Kapitalen) versus de Onderkast(e). Letters die zich man of vrouw of non-binair voelen. Ruzie om de inhoud en de doelstellingen; wie is de schrijver, wie is de lezer? Op het einde geeft de AI het antwoord op alle vragen. 

Zo is het maar net.
 
Er zitten best grappige vondsten in. Zoals de ruzie tussen onderkast j en dito n.
 
De twee letters stonden tegenover elkaar, want ieder claimde voor de bouw van dezelfde gang een eigen gelijk en dat stuitte steeds op een 'Ja' en 'Nee'.
De Neo A werd erbij geroepen. Hij genoot van dit soort interventies, die bevestigden immers zijn rol als leider.
'De waarheid ligt in het midden,' verzoende hij de twee kemphanen. 'Daarom zet ik de letter W tussen jullie in en noemen we deze gang de Gang an de Waarheid. Dan kunnen jullie altijd hier discussiëren en proberen de waarheid mee te krijgen.'
Dat klonk als een redelijk alternatief.
'Ik zal er een doodlopend gangetje van maken,' stelde de Neo X voor aan de Neo A. 'Dan staan ze niemand in de weg.'
'Doodlopend... Een goede plek voor de Waarheid,' beaamde de Neo A tevreden.
 
We zien in dit citaat overbodige uitleg en een cliché (kemphanen), maar 'doodlopend... een goede plek voor de waarheid' is een sterke vondst.
 
En verder nodigde het boek uit tot bladeren, en dat is dodelijk. Er mogen dan sterke vondsten in staan, het is te springerig en te uitgebreid om echt een goede satire te zijn. Gemiste kans.
 
 
Bakker, Rob. LetterRijk, Rebellie der letteren. Met illustraties van Vick Debergh. Nobel boeken, 2025. Geen ISBN, 120 p.  

vrijdag 30 mei 2025

Klein prinsje?

Als uitgever bij een kleine uitgeverij moet je van alle markten thuis zijn. Je moet weten wat je wil uitgeven en waarom en voor wie, je moet kunnen rekenen en onderhandelen, je moet kunnen redigeren en zelfs soms corrigeren. Dat lukt soms niet allemaal, dus is het goed als er hulp is: redacteurs, correctoren en dergelijke.
De corrector in mij reageerde onmiddellijk op het boek Het kind en de Meester, toen dat op de bespreektafel belandde. Want was dat in het persbericht niet aangekondigd als Het Kind en de Meester? Jawel, en op de website van de uitgeverij staat het ook zo, pal onder de afbeelding van het boek met de spelfout... net als het Kind met hoofdletter in de flaptekst achterop. Een kniesoor die daarop let? Nou, zo'n kniesoor ben ik. Iemand heeft op zeker moment in de productie even niet opgelet, vermoed ik... 
 
De illustratie op het boekomslag deed me onmiddellijk denken aan de Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupéry. Hier staat hij op zijn planeetje:


(Geplukt van de meest recente uitgave, bij Uitgeverij Rainbow, met een verse vertaling door Erik van Muijswinkel.)
 
Anders dan de verteller in het onderhavige verhaal van Valentina Rodini richtte de verteller van Antoine de Saint-Exupéry zich tot kinderen. Zie de originele tekst, zo oud dat hij inmiddels in het Gutenberg-project is te vinden

Wat dacht Valentina Rodini? Wat Antoine kan, kan ik ook? Of kende ze het boek niet? Ligt het aan illustrator Angelo Ruta, die met een schuin oog keek naar het bekende figuurtje?
Eerst maar eens over Valentina: ze is of was sportvrouw, toproeier, deed voor Italië mee aan de Olympische Spelen (2016, en in 2021 goud) en de Wereldkampioenschappen roeien (tot en met 2019). Iets dat Parade onvermeld laat, maar niet de Italiaanse uitgeverij: 'Un libro che parla di crescita e principi scritto da Valentina Rodini, campionessa olimpionica di canottaggio.' (Een verhaal over groei en principes geschreven door Valentina Rodini, Olympisch kampioen roeien.)
 
En nu blijkt Valentina dus ineens aan het schrijven geslagen en zag een uitgever daar brood in, iets dat meer beroemdheden overkomt. 
In 2024 verscheen Il Bambino e il Maestro (Bambino met hoofdletter dus), en iemand bij uitgeverij Parade vond het kennelijk mooi genoeg om te (laten?) vertalen (door wie staat niet in het boek) en uit te geven. Grappig. Zou daar iemand werken die Italiaans leest? Iemand die van kalenderspreuken houdt?

Het verhaal verschilt echt wel van dat over De kleine prins.
Het Kind (een naam krijgt het niet) begint aan en 'reis naar de Grote Wereld', geholpen door een oude pijprokende man, die zijn Meester werd. Zijn, want 'het Kind' is consequent een 'hij'.
 
De oude man nam nog een trek van zijn pijp.
Hij zag iets in het Kind: enthousiasme, vastberadenheid, een diep verlangen om te groeien.
<Tijd voor een nieuw avontuur>, dacht hij. Hij stond op, rekte zich uit en knikte lichtjes.
 
En in hoofdstuk 2:
 
Onze kleine avonturier ontdekte al snel hoe lastig het was om zijn weg te vinden in het bos. Net als in het echte leven waren er talloze paden, maar geen enkel had een duidelijk eindpunt. Er waren geen wegwijzers, slechts vage aanduidingen. Het Kind dacht terug aan de woorden van de Meester en haalde de steentjes uit zijn rugzak. Hoe konden deze kleine steentjes hem de weg wijzen?
 
Die steentjes had hij gevonden op aanwijzingen van de Meester en vertegenwoordigen principes. Ze steunen hem, hij vindt vrienden, zoals de Neushoorn en het Stekelvarken, en weet ook een keer met wijze worden de Slang te overwinnen.
Zo gaat het door en aan het eind bereiken het Kind en de Meester een mooie grasvlakte met bloemen. Daar ontdekt hij dat hij nog verder kan reizen, want
 
'Daar, voorbij deze hoogvlakte, aan de rand van de wereld, ligt een eindeloze watermassa,' zei de Meester.
'Ze noemen het de Oceaan.'
'Oceaan...' fluisterde het Kind, alsof het woord zelf een belofte inhield.
'Oceaan,' bevestigde de Meester.
En samen liepen ze verder, de berg af, naar de volgende horizon.
 
Het kan aan de onbekende vertaler liggen maar deze citaten alleen al ontmoedigen.
'De volgende horizon'?
'Ze noemen het...', welke ze, er is nog geen mens langsgekomen.
'Een eindeloze watermassa'?
'Onze kleine avonturier'? 'Net als in het echte leven'? 'Geen wegwijzers, maar vage aanduidingen'? (Van wie dan, hoe dan?)
Zo zou ik door kunnen gaan.
 
Help. Wie weet had een vaardige redacteur Valentina, die blijkens een 'Notitie van de auteur' achterin 'iets met groeiende dingen' heeft, kunnen brengen tot een goed, spannend, samenhangend en wijs verhaal. Nu is het een slordig verhaal vol kalenderwijsheden.
 
 
Rodini, Valentina. Het kind en de Meester. Met illustraties van Angelo Ruta. Vertaling: uitgeverij. Parade, 2025. ISBN 978 94 93408 07 4, 120 p. Oorspr.: Il Bambino e il Maestro. Einaudi Ragazzi / EL Editori, 2024. 

dinsdag 27 mei 2025

Wat is nuka?

'Nuka is de energie die uitgaat van bepaalde gedachten, gevoelens of wensen. Nukasji zijn meesters in het opvangen, maar ook in het gebruiken van die energie.'
 
Zo, daarmee hebben we meteen, op p. 51, de onzichtbare kracht te pakken in Mannus en de onzichtbare kracht. Tijd om te stoppen als je niet van dit soort hocus pocus houdt.
Als je daar niet van houdt, houd je waarschijnlijk ook niet van niet-bestaande landen, waar mensen en andere denkende en pratende wezens wonen die wat betreft vaardigheden niet veel verder dan de Middeleeuwen zijn gekomen. Men beoefent er nog eenvoudige ambachten en vervoert zich te voet, te paard of per paard-en-wagen. En als men elkaar bevecht gaat dat met zwaarden, lansen, bijlen, pijl-en-boog en dergelijke. Of dat scherpe mes, waarmee in Mannus en de onzichtbare kracht Thur de keel wordt doorgesneden. Gevochten wordt er in Mannus en de onzichtbare kracht, jawel. Er vloeit bloed, er vallen meer doden dan die Thur.
Als je daar allemaal niets aan vindt, laat dit boek dan liggen. 


Als je daarentegen houdt van kaarten van fictieve landen en van verhalen waarin liefde en dood, vriendschap en verraad, moed en angst nog essentiële functies zijn, geen bezwaar hebt tegen elflingen met puntige oren, moderne zaken als telefoon, trein en internet niet mist en een beetje magie ook niet uit de weg gaat, dan heb je met Mannus en de onzichtbare kracht een eerste deel in handen van een reeks Elflingboek, die je aan het eind waarschijnlijk doet uitzien naar deel 2 - dat er nog niet is maar wel impliciet wordt aangekondigd.
 
De intrige steekt goed in elkaar en heeft een uitstekende spanningsboog. 
De anonieme verteller valt niet op door stilistische eigenaardigheden of brille: de lezer wordt routineus, maar vlot en vaardig het verhaal in getrokken. Dat draait niet alleen om de intrige: de personages, en dan vooral Mannus, krijgen tot zekere hoogte (of diepte) eigen karakters mee. 
Mannus is anders dan andere kinderen van edellieden. Zwaardvechten lukt niet echt, lezen ook niet, en hij lijdt daaronder, al is hij wel een volhouder en kan hij zich buitengewoon goed verplaatsen in anderen, ook als die even niet in de buurt zijn. Dat leidt moeder Eloën er toe om hem naar Ougus te sturen, de belangrijkste raadgever en ziener (nukasji) van elflingenkoning Aldabro.

Mannus keek verrast op. Hij had zijn moeder gezien, dus zei Ougus nou dat hij talent had?
‘Je moeder en je oma hebben gelijk. Je hebt aanleg voor het nukasjischap. Meer nog dan dat zelfs. Je hebt een uitzonderlijke gave.’
Mannus probeerde de woorden van de kluizenaar tot zich door te laten dringen, maar hij durfde ze niet te geloven. ‘Dus ik hoef nog niet terug naar oma?’
Ougus keek verbaasd. ‘Wat mij betreft niet. Maar als je liever teruggaat, mag dat. Ik zal je niet dwingen te blijven. Het is aan jou of je mijn lessen wilt blijven volgen.’
‘En ik heb het juist wél goed gedaan?’
‘Dat probeer ik je inderdaad duidelijk te maken, ja.’
Eindelijk drong de betekenis van Ougus’ woorden tot hem door. Een geluksgevoel vervulde hem. Hij was ergens goed in. Bijzonder goed zelfs. Hij straalde. ‘Ik wil graag meer leren.’
Een kort moment leek Ougus aangedaan door Mannus’ overweldigende vreugde. Hij had het even heel druk met het verwijderen van een vuiltje uit zijn baard. Daarna kuchte hij en zei streng: ‘Maar met talent alleen ben je er niet. Er is nog veel werk te verzetten. Alleen door hard werken kan talent tot bloei komen.’

 
Er breekt echter oorlog uit, hij moet met zijn leermeester op de vlucht, maar onderbreekt de vlucht om zijn gevangen gehouden moeder te bevrijden en raakt daarbij gewond, net als Ougus. Tijdens het herstel in het Elflingklooster (!) komt hij erachter dat hij de zoon is van de wrede heerser die dood en verderf zaait. Geschokt keert hij terug naar de verlaten woning van zijn leermeester. Einde. Als dát geen cliffhanger is...

Er komen relatief veel personages voor in het verhaal. Daarom is het handig dat er voorin een ‘stamboom van de koninklijke families van het eind Dugh’ staat. Dat schept overzicht. Het zijn er drie en hoofdpersoon Mannus maakt er deel van uit. Die andere belangrijke persoon, meester Ougus, staat er niet bij want niet lid van een koninklijke familie.
Op de schutbladen staat bovendien de boven afgebeelde kaart van het eiland Dugh waarop het verhaal plaats vindt. Boeiend is dat die kaart in de linkerboevenhoek nog een stuk Noorland toont, met de suggestie dat dit land zich verder uitstrekt dan de kaart toont. Voor volgende delen? 
Dit deel leest, zoals dat heet, als een trein. Voor 10 en ouder.
 
 
Wittenberg, Esther. Elflingboek 1. Mannus en de onzichtbare kracht. Luitingh-Sijthoff, 2025. ISBN 978 90 210 4490 3, 272 p. 

zondag 25 mei 2025

Alles wat je weet is fout

Wat klopt er niet aan deze kop?
Dat hij niet te bewijzen is. Dat de bewering extreem onwaarschijnlijk is. En hij is heel erg ontmoedigend. Een goede leraar begint geen enkele les met deze rare uitspraak.
Hoe weet je alles wat je weet? Wie zou er niet uiterst somber worden van het idee dat echt álles wat je denkt te weten niet klopt. En als je denkt te weten dat niets klopt, klopt dat dus ook niet. De zogenoemde Kretenzische paradox, ofwel die van Epimenides. Alle Nederlanders liegen, zegt de Nederlander. Wat is dan waar? Dat je het nooit bij het rechte eind hebt, is ook nog eens heel onwaarschijnlijk.
 
Toch passeerde er een boek met zo'n titel de redactietafel, zij het over een deel van onze kennis: Alles wat je weet over het menselijk lichaam is FOUT. (Oorspronkelijke titel: Everything You Know About The Human  Body is WRONG!) Een boek als een heel groot en vervelend rood potlood. Slechte docent, die Emma Young. Wellicht iets te snel ingegaan op een iets te snel bedacht uitgeversideetje, als we nou eens...
 
Het is jammer, want inderdaad, op zich is het best een leuk idee om eens wat ingesleten mythes te ontzenuwen, zoals dat tanden en haren van een lijk doorgroeien, of dat je vijf zintuigen hebt. 27 van die 'mythes', zoals de auteur ze noemt, worden in dit boek gecorrigeerd, na een keurige inleiding, en ook nog afgesloten door een 'laatste woord', waarin ook dat wordt bijgesteld: wetenschap houdt nooit op.
Allemaal heel verantwoord ogend, met index, register en lijst moeilijke woorden, ook nog eens redelijk toegankelijk en levendig geschreven (en vertaald), maar helaas zonder bronnen, we moeten maar aannemen dat Emma Young de correcte kennis niet uit haar duim zuigt. Laat ik nu eens op goede gronden aannemen dat ze dat inderdaad niet doet.

Stomme titel, aardig boek. De tekeningen van Maribel Lechuga zijn o.k. En Emma Young? Hé, in het colofon staat iets vreemds: © Nick Crumpton. En illustraties Gavin Scott. Ja, die twee hebben redelijk wat Everything You Know About ... Is Wrong gemaakt, zo blijkt. Maar dat over de Human Body is toch echt van Young en Lechuga. Foutje...
 
 
Young, Emma. Alles wat je weet over het menselijk lichaam is FOUT!. Met illustraties van Maribel Lechuga. Vertaald door Sandra C. Hessels / Creative Difference. Lemniscaat, 2024. ISBN 978 90 477 1699 0, 64 p. Oorspr.: Everything You Know About The Human  Body is WRONG!. Nosy Crowd, 2024. 

vrijdag 23 mei 2025

In de maling

Neem je grootje in de maling, het was ooit een gewone reactie op een al te sterk verhaal. Uiting van enig wantrouwen, of gezond verstand, het is maar hoe je het etiketteert.
Met dat gezonde verstand is het tegenwoordig slecht gesteld, zo lijkt het als je merkt hoeveel mensen in een hele zwik rare complottheorieën gelooft. Zo heftig dat het in het openbare leven tot opstootjes en nare bedreigingen leidt.
Relativering is op zijn plaats. Ook vroeger tierde bijgeloof welig. Wel eens gehoord van de Protocollen van de Wijzen van Sion? Dat was in de 19e eeuw, je weet wel, de eeuw van de ontluikende wetenschap en het vooruitgangsgeloof. Maar ook van wilde complottheorieën, smakelijk beschreven in de roman De begraafplaats van Praag van Umberto Eco. Eeuwen daarvóór werden mensen (vooral vrouwen) verbrand op grond van onzinnige beschuldigingen, gebaseerd op allerlei ideeën die je goed zou kunnen vergelijken met complottheorieën.
 
Maar de zogeheten sociale media, of op zijn Engels, social media of kortweg socials, het is net als glibberige marketing-theorieën per slot een Amerikaanse uitvinding, schijnen de verspreiding van complottheorieën zeer te hebben bevorderd. We zijn terechtgekomen in een draaikolk (oude betekenis van maling) van rare ideeën. In onvaste tijden hebben we behoefte aan houvast. En de kerken, die bronnen van weer andere vreemde ideeën (ooit van het paradijs gehoord? van zondeval?), hebben met hun goden en heiligen aan gezag ingeboet.
 
Dus die Protocollen worden weer tevoorschijn getoverd en de 'elite' heeft het altijd gedaan, en 'we' worden in de maling genomen.
 
Tijd voor tegengas.
 
Bij Uitgeverij Blauw Gras (deel van Singel 262) verscheen Complot, de spannendste samenzweringstheorieën (en zijn ze waar?) van Jan Paul Schutten
Om met een spoiler in huis te vallen: nee.
Maar zo makkelijk maakt de auteur er zich niet van af. 
En zo makkelijk komt de lezer er ook niet van af. 
Om te beginnen is er geen inhoudsopgave. We zijn verplicht om van start naar eind te lezen, óf te bladeren om iets van onze gading te vinden, daarbij geholpen door kopregeltjes als platte-aardedenkers, mensen op de maan?, 11 september 2001, UFO's en UAP's, klimaatverandering, big oil, de wereldheerschappij van de elite en covid-19. We gaan van 'dossier' naar 'dossier'. Telkens eerst een beschrijving van het complot, dan argumenten voor en tegen en een 'slotoordeel'. Daartussen hoofdstukjes als 'Denkfouten die we allemaal maken' en 'Hoe je door leugens heen kunt prikken' en soms een 'kort complot', zoals (p. 132-133) 'Het is wit, het zweeft door de lucht en het bestuurt de wereld' (de chemtrails) en (p. 178-179) 'Pizzagate' (Comet Ping Pong).
 
Lekker onoverzichtelijk dus. Is dat erg?
Eigenlijk niet. Net als in een verhaal is het niet erg om van begin tot eind te lezen, er zit een zekere opbouw in. De auteur verwijst soms naar wat we al eerder tegenkwamen.
En hij brengt de argumenten grondig en overtuigend, zonder dat het saai wordt. Soms laat hij niet-bestaande experts aan het woord, in plaats van argumenten. Achterin staat netjes vermeld dat iemand als 'Marion Oetker' (p. 169) niet bestaat, om een voorbeeld te noemen uit het 'dossier' Covid-19, en het is de vraag of dat voor jonge lezers werkt, want hij had dan net zo goed het vraag-antwoord-model kunnen hanteren dat hij bijvoorbeeld op p. 151 gebruikt:
 
Hoe groot is de kans dat er een complot van de elite is om de macht te grijpen in de hele wereld?
Klein.
 
Hoe klein?
Even klein als de kans dat Taylor Swift, Donald Trump en Greta Thunberg samen een geheim plan hebben om Disneyland aan te vallen en te veroveren.
 
Waarom geloven mensen dan toch in de complottheorie van de elite?
Je raadt hem al: omdat ze de regering wantrouwen. En natuurlijk vooral ook door de valse berichten op social media. Maar waarom nog meer?
 
Veel mensen voelen zich niet gehoord door de politici. Ze hebben het gevoel dat die alleen maar dingen doen die hunzelf goed uitkomen. Daarom hebben veel mensen het idee dat veel beslissingen in het geheim worden genomen.
Ook als je geen complotdenker bent, weet je dat geld en macht oneerlijk verdeeld zijn in de wereld. De rijkste 1 procent van de wereld heeft twee derde van alle rijkdom vergaard die er sinds 2020 bij is gekomen. En geld en macht gaan vaak hand in hand.
Zoals je hiervoor hebt gelezen, zijn er geheime organisaties. En er zijn bijeenkomsten waar mensen in het geheim zakendoen. Hun macht strekt alleen lang niet zo ver als de complotdenkers beweren.
 
Een realistisch antwoord, dat tot mijn genoegen toont dat we een opvatting delen, namelijk dat de verdeling van rijkdom 'oneerlijk' is. Dat is geen feit, maar een mening, een opvatting. De ware plutocraat zal immers vinden dat deze verdeling volstrekt eerlijk is: rijkdom komt toe aan wie het best in staat is rijkdom te vergaren, à la Dagobert Duck (en wie weet Donald Trump c.q. Vladimir Poetin en andere maffiosi). (En lees ook De bovenbazen van Marten Toonder.)
Eerlijk delen is een concept dat daar niet bij past. Van machtsmisbruik heeft de ware plutocraat nog nooit gehoord, of hij vindt het gerechtvaardigd.
 
Een leuke bonusbijdrage is 'Een complottheorie over jou?' (p. 189), wat je daarvoor moet doen:
1. Richt een genootschap met allerlei machthebbers op.
2. Word multimiljardair.
3. Bemoei je met de wereld.
4. Geef veel geld weg.
5. Ga naar bijeenkomsten waar weinig mensen worden toegelaten.
6. Hou je bezig met dingen die niemand snapt.
7. Al het bovenstaande tegelijk.
Wordt uiteraard toegelicht.

 
Een heel geslaagd boek! Hopelijk bereikt het veel lezers, van pakweg 10 tot 100 jaar. Het is zo toegankelijk geschreven dat ook (bijvoorbeeld) mbo-leerlingen met een andere moedertaal ermee overweg kunnen, en de illustraties van Koen Aelterman helpen daarbij. Het omslagontwerp van Jelle Post mag er ook zijn.
 

Schutten, Jan Paul. Complot, de spannendste samenzweringstheorieën (en zijn ze waar?). Blauw Gras, 2025. ISBN 978 94 933 7417 1, 192 p. 

donderdag 22 mei 2025

Er kan meer voorgelezen worden in de kinderopvang

Stichting Lezen heeft onderzoek laten doen naar de voorleespraktijk in de Nederlandse kinderopvang. Er zijn 'dit keer 200 managers en 266 pedagogisch medewerkers bevraagd over zowel het voorleesbeleid als de voorleespraktijk op hun kindcentrum. Zij werken bij instellingen die met het programma BoekStart in de kinderopvang werken en bij instellingen die dat niet doen. ' 


Er wordt vaak voorgelezen in de kinderopvang. Toch kan het beter, volgens het rapport. 

'Ongeveer een derde van de managers geeft aan dat voorlezen op hun instelling niet is opgenomen in het pedagogisch beleidsplan en twee derde heeft geen apart voorleesplan. Op de helft van de instellingen is er ook nog géén voorleescoördinator aanwezig.'
En
'een op de vijf managers vindt dat pedagogisch medewerkers na hun opleiding voldoende kennis en vaardigheden hebben over leesbevordering en voorlezen. Én meer dan de helft zegt dat hun personeel op dit vlak extra scholing nodig heeft.' 

BoekStart helpt, volgens dit rapport.
 
'Zo hebben kindcentra die aan dit programma deelnemen, voorlezen vaker opgenomen in beleid en werken zij vaker met een voorleescoördinator.
Pedagogisch medewerkers voelen zich deskundiger, en managers geven aan dat hun instelling sindsdien anders is gaan werken. Aan de hand van zeven bouwstenen laat BoekStart in de kinderopvang zien wat werkt.' 

Waarvan akte.

woensdag 21 mei 2025

Inzamelactie voor bibliotheken in Gaza

 
De International Boards on  Books for Young people (IBBY) en Story Sunbirds zijn een inzamelactie begonnen voor de twee IBBY-bibliotheken in de Gazastrook. De ene ligt in puin en de andere is zwaar beschadigd door bombardementen, maar volgens IBBY en Al Jazeera gaat men door met bibliotheekactiviteiten voor kinderen.
Heel mooi. Doneren kan met kredietkaart of PayPal.
 
Jammer dat enkel de twee IBBY-biblkiotheken in de actie worden betrokken, althans, die indruk wekt de tekst. Terwijl blijkens een bijdrage uit 14 december 2024 van Al Jazeera er volgens de VN dertien openbare bibliotheken in Gaza verwoest waren: 'According to the United Nations, 13 public libraries have been damaged or destroyed in Gaza. No institution has been able to estimate the destruction of the other libraries – those that are either part of cultural centres or educational institutions or are private entities – that have also been obliterated'.
 
Hieronder een foto uit 2023 van 'Gaza City’s Municipal Public Library' (Anadolu persbureau).

 
Volgens de voorspellingen gaat de verwoesting nog even door...
 

zondag 18 mei 2025

Kunnen vogels praten?

Een veld vol rustende grutto's is niet stil. Als je goed luistert, hoor je ze praten.
Praten? Nou ja, communiceren, ze maken in ieder geval geluid en reageren op elkaar. Of ze zich bewust zijn van wat ze doen? We weten het niet. Er is geen bewijs voor.
Maar ja, hoor ik een denkbeeldige grutto al schamperen, alsof mensen zich wél altijd bewust zijn van wat ze zeggen... 

Als iets uit de 32 verzamelde stukjes van Jantien de Boer blijkt, dan wel dat vogels een veel groter repertoire aan communicatiemiddelen hebben en ook veel meer met elkaar communiceren dan de meeste mensen denken. Ze kennen, herkennen elkaar, herkennen ook mensen en dus vermoedelijk ook andere dieren als individuen, hebben zo hun voorkeuren, en ze kunnen leren, bijvoorbeeld over trekroutes. Van Sinagote is bekend dat ze altijd even langs een oude kennis ging vóór ze haar vaste broedgebied opzocht.
 
Sinagote komt ook voor in Wondervogels. Het was alsof ik een oude bekende ontmoette.
 
Of het werkelijk verzamelde stukjes zijn, weet ik niet. Het staat niet vermeld, maar Jantien de Boer schrijft al dertig jaar stukjes voor de Leeuwarder Courant. Eerder verscheen van haar Landschapspijn. Het kunnen ook 32 hoofdstukken zijn en zo heten ze ook, maar dan wel op de maat en in de stijl van een column. De kletsende grutto's komen uit hoofdstuk 3:
 
De lente komt langzaam. Maar als het eenmaal zover is, barst het in het land van Murk van het leven. Hazen rammelen, grutto's roepen en in de melkkelder bivakkeert de Tsjechische masterstudent Ondrej Belfin.
 
Vier maanden lang deed Ondrej onderzoek naar de taal van de grutto's. Hij plaatste microfoons in het vogelland die dag en nacht gruttogeluiden opnamen. Je kunt er niet alleen naar luisteren, maar ook naar kijken. Spectrogrammen geven de gruttotaal in beeldtaal weer. Het zijn puzzelstukjes, woorden bijna, die zinnen vormen.
 
'Ik heb de grutto's onderschat,' zegt Ondrej een jaar nadat hij in Wommels logeerde. In de duizenden en duizenden uren aan geluidsopnamen die hij analyseerde, was er elke drie sonden eentje aan het woord. 'Het is ongelooflijk hoe spraakzaam ze zijn. Ze waren echt vier maanden lang de hele dag aan het conserveren.' 

Een heerlijke stijl en dit citaat geeft een indruk van de aanpak. In vrijwel elk stukje, pardon, hoofdstuk, komt een onderzoeker of andere betrokkene voor, ze haalt haar kennis waar hij is. Onderzoeker Theunis Piersma (die ook bij Sinagote betrokken was) komt herhaaldelijk langs. Beetje grappig dat hij op de achterkant (de 'flaptekst') wordt geciteerd: 'Prachtig, ik las het in één adem uit en had tranen in mijn ogen.' Ja, daaraan heeft-ie zelf bijgedragen...
 
Vogels komen er natuurlijk ook langs. Veel grutto's, maar ook wespendieven (ja ja, onderzoeker Rob Bijlsma), kanoeten en meer, en zelfs springstaarten. Dat zijn overigens geen vogels.
Het onderwerp antropomorfisme komt uiteraard langs: het aan dieren toeschrijven van menselijk gedrag, de valkuilen ervan Maar belangrijk is vooral de slotsom dat het idee dat vogels vrijwel uitsluitend op hun instinct leven achterhaald is. Vogels kunnen leren, ook van elkaar, en ze kunnen behoorlijk van elkaar verschillen.

Wat vogels ons vertellen? Dat we nog veel niet weten. En 'dat er niet alleen veel te verliezen, maar ook veel te winnen valt'. En
 
De onderzoekers ontdekten dat de vogels elkaar intiem kennen. Waarschijnlijk besluiten ze zelfs in onderling overleg wie wanneer voorop gaat vliegen om de lasten zo eerlijk mogelijk te verdelen.
 
Ja hoor, ik keek er alweer van op en daarna schaamde ik me voor mijn eigen verbazing. Waarom zouden dieren die in groepen trekken elkaar niet kennen? Waarom zouden ze geen gewoonten hebben, geen strategieën, geen cultuur, geen taal? Waarom zijn wij mensen eigenlijk zo godvergeten arrogant?
 
Zo, die zit. 

Te lezen voor wie nieuwsgierig is, van pakweg twaalf tot heel oud.
 

Boer, Jantien de. Wondervogels, wat vogels ons vertellen. Noordhoek, 2025. ISBN 978 94 6471 313 8, 168 p.