Zoeken in deze blog

dinsdag 19 januari 2016

Bosatlas voor kinderen

Laat ik nu jaren gedacht hebben dat de Bosatlas altijd al ook voor kinderen was. Het was immers de atlas bij uitstek voor het onderwijs.
Maar bij nader geheugenonderzoek bleek me dat ik me niets kon herinneren over een Bosatlas op mijn lagere school. (Ja, jongens en meisjes, dat heette toen zo. Het was de 4e Philips Lagere School te Eindhoven, waar in de 4e, 5e en 6e klas de kaarsrechte, stramme oude meester Kerstens, oud-Indiëganger, ons eindeloos voorlas uit De Katjangs.)

Er was er ook een thuis, en een tiental jaren geleden kreeg ik er een van mijn moeder, een nieuwe uitgave. Die prijkt nog in de kast, naast een oude Phillips' World Atlas die, vind ik, mooiere kaarten heeft maar nu bijna een soort historische atlas wordt, met de Sovjet-Unie erin en zo.




Er bestond al een tijdje een Bosatlas Junior, een atlas van de hele wereld voor kinderen. Sinds dit jaar is er ook De Bosatlas van Nederland Junior.

Ik vrees dat zo'n atlas nog steeds goed aansluit op ons basisonderwijs. Ik vrees het, want de neiging om niet verder dan onze grens te kijken is al zo sterk in Nederland. Het zal commercieel niet verantwoord zijn, maar liever had ik een atlas van de Benelux of van Europa gezien.
De redactie is gelukkig niet zo ver gegaan om onze buurlanden als wit vlak af te beelden. Emden, Nordhorn, Bocholt, Emmerich, Aken, Hasselt, Turnhout, Antwerpen, Brussel, ze staan erop.

De Bosatlas van Nederland Junior heeft drie afdelingen: Overzicht, Provincies en Thema's. Hoe dat werkt wordt goed uitgelegd op p. 8-9.
Overzicht toont foto's vanuit de ruimte, met onvermijdelijk André Kuipers in beeld, en drie overzichtskaarten in de vertrouwde Bosatlas-opmaak, namelijk Noord-, Midden- en Zuid-Nederland. Het leukste onderdeel van Overzicht is 'Topografie', met 2 kaarten: één 'Topotoppers', met de (kennelijk) honderd namen 'die je op school leert'. Daarnaast 'Rare namen', dezelfde kaart van Nederland maar nu met plaatsen als Kijkuit, Keizerrijk, Papekop, Koedood, Moddergat e.d.

Daarna volgen de Provincies. Dat heeft iets treurigs, vind ik.
De provinciale grenzen zijn tamelijk kunstmatige grenzen, ingesteld begin 19e eeuw, en er is onlangs ternauwernood een voorstel gesneuveld om ze af te schaffen en te vervangen door enkele grotere provincies. Juist doordat het soms wringt tussen gemeentebesturen en provinciebesturen enerzijds en provinciebesturen en landsregering anderzijds is er altijd de kans dat zulke voorstellen terugkeren en op een dag wél aangenomen worden.
De provincies zijn niet helemaal zomaar ontstaan, er liggen ontwikkelingen in voorgaande eeuwen aan ten grondslag, maar het zijn geen makkelijk te onderscheiden eenheden. Noord-Holland gaat soepel over in Zuid-Holland, Zuid-Holland in Utrecht, Noord-Brabant in Limburg, de Achterhoek in Twente, enzovoort. Wat je over de ene provincie opmerkt, gaat vaak ook op voor een andere provincie.
Dat blijkt dan ook uit dit deel. Naast de kaarten verschijnt vooral min of meer folkloristische info. Neem een provincie die wél met enig gemak te onderscheiden valt, Friesland (Fryslân). Een tweepaginafoto van iets waterbouwkundigs die (als je de omgeving niet kent) ook uit Zeeland zou kunnen komen (en vice versa), een overzicht van de gemeenten (alsof dát nou zo interessant is), de kaart, iets over het Fries en Friese plaatsnamen, fierljeppen, wadden, het grote aantal melkkoeien, de Elfstedentocht en watersport. Over naar Groningen.
Dat men in Friesland veel Fries spreekt en dat Fries officieel als een aparte taal en niet als een dialect van het Nederlands wordt beschouwd is eigenlijk het enige echt Friese aan Friesland (Fryslân). Plus nog wat bijzondere zaken als de Elfstedentocht (de laatste vond plaats in 1997) en slootjespringen (fierljeppen).
Neem Utrecht. Het is leuk dat de Domtoren toevallig de hoogste kerktoren van Nederland is en dat Utrecht het drukste treinstation heeft, maar lange smalle weilanden komen ook elders voor, evenals bijzondere plaatsnamen (zie 'Rare namen').

Het deel Provincies leest als een verzameling toeristische folders, uitgegeven door provinciebesturen.
Wat we daardoor missen is een uitleg over waardoor Nederland er uitziet zoals het er uitziet, met wat kaarten van vroeger en een verhaal over delta's, gletsjers, terpen, stuwwallen, ontginning, inpoldering, veenafgraving (komt alleen te hooi en te gras aan bod, en onvoldoende), rivieren die hun loop verleggen en later ingedamd worden, de bouw van dijken, en zo meer.
Waarom zou een atlas als deze niet een historisch deel mogen bevatten? Als die provincies zo belangrijk zijn, zouden we minstens mogen weten hoe ze zijn ontstaan. Dan begrijpen we bijvoorbeeld misschien waarom het Gooi bij Noord-Holland hoort, of waarom een deel van Noord-Holland West-Friesland heet en waarom Goeree-Overflakkee bij Zuid-Holland hoort en niet bij Zeeland. Dan wordt ook duidelijker wat de verschillen zijn tussen dat deel van ons land dat grotendeels zou overstromen bij dijkdoorbraak, en het deel dat dan nog bewoond zou kunnen worden. (Amersfoort aan zee, zou mooie subtitel zijn geweest.) En waarin Zuid-Limburg verschilt van de Veluwe.
Dit kan allemaal uitgelegd en getoond worden op een manier die kinderen in groep 6-8 (waarvoor deze atlas bedoeld lijkt, maar zie onder) begrijpen en misschien zelfs interessant vinden.

Enfin, op dit op bestuurlijke eenheden gebaseerde deel volgt een deel Thema's: Zeventien miljoen Nederlanders, Nederland van boven, Schatten onder de grond, Dreigend water, Goed geregeld!, Aan het werk!, Op weg, Eropuit! en Nederland en de wereld.
Een deel van bovenstaande wensen wordt hierin vervuld, maar wel wat hapsnap, als een reeks weetjes met plaatjes. Die Zeventien miljoen Nederlanders bijvoorbeeld, dat zijn twee pagina's over koning en koninkrijk, twee pagina's over 'Wie bestuurt Nederland?' en twee pagina's 'Allemaal Nederlanders'. De eerste pagina over koning en koninkrijk start met de mededeling dat de koning 'hoofd van de regering' is, wat de voorgaande intro-mededeling dat de koning 'niet de baas van Nederland' is tamelijk onbegrijpelijk maakt. We 'kiezen mensen die het land, de provincies en de gemeenten besturen', maar intussen is de koning wel hoofd van die landsregering. Dit raadsel wordt niet uitgelegd. En of al die titels van de koning ertoe doen?
Op de twee pagina's over het bestuur wordt de Eerste Kamer overgeslagen en wat de Tweede Kamer doet blijft onbekend, maar wel staat er dat er 150 mensen zitten die 'politieke partijen vertegenwoordigen' en dat is nu net onjuist, want weliswaar komen die mensen in de Tweede Kamer doordat ze op kieslijsten van de partijen staan, maar ze zitten er strikt formeel op persoonlijke titel en vertegenwoordigen de kiezers, niet de partijen.
Op de twee pagina's 'Allemaal Nederlanders' staat iets over bevolkingsgroei en de verspreiding over Nederland, inclusief die van kinderen. Verder staat er iets over wat 'allochtonen' zijn, met een tabelletje waaruit blijkt dat 'Westerse allochtonen (inclusief Indonesiërs)' de grootste groep allochtonen vormen. Westerse allochtonen, inclusief Indonesiërs? Leg dat eens uit... Helaas, het gebeurt niet.

Dan heb ik hiermee nog maar zes pagina's uitgelicht. Over de andere pagina's vallen soortgelijke opmerkingen te maken. De informatie is doorgaans hapsnap, op een enkele keer na (die over het 'koloniaal verleden' op p. 206-207 is geslaagd) en als directeur van Blijdorp of Ouwehand zou ik in woede ontsteken als ik p. 196-197 zag (over Artis). (Zou Artis hiervoor betaald hebben?)
Een prachtig understatement vond ik op p. 187, tweede pagina van 'Met de trein'. In een tekstje bij een foto van een Thalys staat 'Op het Nederlandse spoor rijdt deze trein iets minder snel.' Ha ha, zo is het.

Nog iets over de illustraties. De foto's en kaarten zijn in orde. Maar welke enorme reuzen zijn er te vinden op de Nederlandse wegen op p. 182-183? En op p. 170-171? Op de ongetwijfeld speels bedoelde dubbelpagina-afbeeldingen bij sommige subthema's (en op de band) zijn de verhoudingen een beetje zoek en is het informatiegehalte nul en dat is jammer. Dat het beter kan, toont de dubbelpagina-afbeelding op (bijvoorbeeld) p. 130-131, bij 'Nederland van boven'.

Al met al een atlas met goede kaarten en veel fraaie foto's, en soms adequate informatie, naast nogal wat hapsnap-info. De eerste atlas over Nederland voor kinderen, en daardoor waardevol, maar hij had beter gekund. Hij is bedoeld voor kinderen van 8-12 jaar. Ik kan mij voorstellen dat sommige twaalfjarigen meer van hun gading vinden in De Bosatlas van Nederland.

De Bosatlas van Nederland Junior. Noordhoff Atlasproducties, 2015. 224 p. ISBN 978 9001 12013 9. Concept en teksten: Arend Pottjegort, Zin vol leren, Den Haag. Redactie: Noordhoff Atlasproducties, Groningen. € 29,95.












donderdag 14 januari 2016

Sélection 2015

Leesgoed mag dan opgeheven zijn, La revue des livres pour enfants gaat onversaagd door, geholpen door de Franse overheid middels de Bibliothèque nationale de France en het daartoe horende Centre national de la littérature pour ja jeunesse la Joie par les livres.
Het bevordert de zichtbaarheid van dat centrum. Het in 1997 in de Koninklijke Bibliotheek (NL) opgenomen Boek en Jeugd zou ik zo'n zichtbaarheid graag gegund hebben. De KB beheert de collectie voortreffelijk, maar een centrum voor de Nederlandstalige jeugdliteratuur ontbreekt sindsdien.




Eens per jaar biedt La revue des livres pour enfants een selectie uit een jaar jeugdliteratuur. Zo ook nummer 285 (november 2015). 885 titels, verdeeld in de hoofdstukken
'Albums',
'Contes',
'Textes illustrés',
'Poésie',
'Théâtre',
'Romans et premières lectures' (onderverdeeld in leeftijdsgroepen 6-8, 9-10, 11-12, 13+ en 15+),
'Québec' (onderverdeeld in genres),
'Afrique, Caraïbe, Océan Indien et monde Arabe' (onderverdeeld in genres),
'Bandes dessinées' (onderverdeeld in 'Enfance', 'Humour', 'Société', 'Sagesse et sentiments',  'Amour', 'Aventure et sport', 'Histoire et western', 'Fantastique et Fantasy', 'Science-fiction', 'Policier et espionage', 'Patrimoine et Classiques'),
'Documentaires' (onderverdeeld in 'Art', 'Sciences humanes', 'Sciences et techniques' en 'Autres documentaires'),
'Livres cd',
'Cinéma',
'Jeux vidéo',
'Applis',
'Magazines pour enfants' en
'Ouvrages de référence',
met daarachter nog drie indexen: op auteur, titel en thema. Een kloeke gids van 222 p.

Opvallend vond ik de onderverdeling bij de strips (BD), die zeer afwijkt van die van de prentenboeken, oude verhalen (sprookjes e.d., contes) en romans, en verder als ieder jaar de vanzelfsprekende opname van die strips, in afwijking van vergelijkbare jeugdliteratuurgidsen in Noord-Europa.
Wat me ook opviel is de opname van wat hier nog vaak de 'nieuwe media' wordt genoemd, al wordt dat nieuwe steeds relatiever. En de Applications van Sélection 2013 heten sinds 2014 Applis.
Een snelle blik op de auteursindex onthulde naast Boudewijn Koole (Little Bird, film), Barbara Stok (Vincent) en Edward van de Vendel (Le chien que Nino n'avait pas) geen andere Nederlandse of Vlaamse naam. Wel vielen de Engelse en Japanse namen op tussen de Franse, de gids beperkt zich niet tot oorspronkelijk Franstalige titels. Iedere titel is voorzien van een annotatie en afbeelding.

Van de ons omringende talen (Duits, Engels en Frans) is Frans het stiefkindje. In het Nederlandse onderwijs kiezen (te) weinig leerlingen Frans als vak. Ik weet niet of er nog bibliotheken zijn die er een collectie Franse jeugdliteratuur op na houden.
Voor die collectiebeheerders is deze gids van grote waarde.

In Frankrijk zullen veel ouders aanhikken tegen de omvang. Daarom publiceert La Joie ieder jaar, nu ook, een selectie uit die selectie als klein boekje, Flash! 2015-2016, nos 100 livres préférés, dat Franse bibliotheken en boekwinkels kunnen uitdelen aan hun klanten.