Zoeken in deze blog

zondag 30 oktober 2022

BN'ers

Soms voel ik me een beetje oud. Als ik jarig ben, ja, maar ook als er een persbericht langskomt waarin verwezen wordt naar 'BN'ers' die mij totaal onbekend voorkomen.
 
Ik citeer:
 
Drie BN’ers: Shirma Rouse, Phi Nguyen en Dorentina trappen De Weddenschap feestelijk af in de week van 1 november. Samen met (v)mbo-klassen en praktijkonderwijs zullen zij in Woerden, Lisse en Maastricht hun handtekening zetten onder het contract van De Weddenschap, de leesbevorderingscampagne voor (v)mbo en pro leerlingen. Daarmee leggen zij officieel vast dat zij zich gaan inzetten om gedurende de campagne drie boeken in zes maanden te lezen. Behalve de rol van uitdager nemen de BN’ers ook de rol van leescoach op zich. Zij coachen de deelnemers naar de eindstreep van drie boeken. De Weddenschap eindigt eind april 2023.
 
De spelling is ook al aangepast: (v)mbo en pro leerlingen. Het kostte me twee tellen voordat ik begreep dat een pro leerling een leerling praktijkonderwijs is en geen professionele leerling.
Shirma Rouse, Phi Nguyen en Dorentina? Nooit van gehoord. Ik moest ze op internet vinden en dat ligt echt aan mij.
De Weddenschap is inmiddels toe aan de 12e editie en heeft dus kennelijk enig positief effect.
Waar gaat dat contract over? 

Tijdens de aftrap tekenen ze het bekende contract van De Weddenschap. Ze gaan met de leerlingen en docenten de uitdaging aan en lezen 3 boeken in 6 maanden. 
 
Drie (3) boeken in zes (6) maanden, één boek per twee maanden... Moet te doen zijn. Welke boeken, dat doet er kennelijk niet toe, ze mogen best heel dun zijn.
Op de website is wel een Top Tien Meestgekozen boeken te vinden en daarin zit echt van alles, van De tunnel van Anna Woltz tot Voltreffer van Jef Kinney. Ook zijn er recensies te vinden, maar die zijn wel, eh, heel erg kort.

Verheugend is de mededeling dat

Stichting Lezen ook docenten, mentoren en stagebegeleiders nadrukkelijk oproept om zelf boeken te lezen en zo als leesrolmodel te fungeren.

Heel fijn. Liefst meer dan zes boeken per jaar. Zie ook hier. Docenten doen ertoe.

vrijdag 28 oktober 2022

Hallo dier!

Toen ik enkele jaren geleden een filmpje zag waarin een olifant voor een enorme spiegel haar eigen gebit inspecteerde, was ik onder de indruk. (Soortgelijk filmpje: hier.)
Had ik niet verwacht.

Sommige dieren hebben meer zelfbewustzijn dan we doorgaans denken. En ook meer gevoelens, denkt onderzoeker Angela Stöger.

Is het dan dus tijd om het antropomorfisme, zoals het toekennen van menselijke eigenschappen en behoeften aan dieren wordt genoemd, te heroverwegen en niet meer als iets negatiefs te beschouwen?
Ik denk het wel. Dieren kunnen voelen en ze voelen niet alleen pijn. De wetenschappelijke bewijzen kunnen we niet meer negeren.

Vast niet, maar onze Angela heeft het hier, op p. 170 van Over zingende muizen en piepende olifanten, eigenlijk alleen over mede-zoogdieren en vogels. Niet over strontvliegen, kruisspinnen, slakken, bedwantsen, mijten, bloedzuigers, regenwormen of kakkerlakken. Laat staan de duizenden bacteriën die ons lijf bevolken, maar ja, volgens de nieuwste indeling van levende wezens zijn dat geen dieren maar vormen ze een categorie apart. 
Evenmin heeft ze het over krekels, honingbijen of bosmieren, zeker wel dieren, en met boeiende verschijnselen op het gebied waar dit boek over gaat: dierentaal met gebaren en/of geluiden.

Angela Stöger is heus een serieuze onderzoeker, toch viel me hier en daar de term schattig in, bijvoorbeeld als ze schrijft over haar honden Lili en Lana en als ze zich dankbaar toont dat ze kennis heeft mogen maken met de negen jonge olifanten in opvangcentrum Addo Elephant National Park. Ze lijkt me ook een heel aardige persoon, die bij wijze van spreken geen vlieg kwaad doet.
Wat ze schrijft over dierlijke communicatie en over communicatie tussen soorten dieren onderling (inclusief mens en ander dier) is boeiend en zal vast hout snijden, ze zuigt het niet uit haar duim en vermeldt haar bronnen in een lange literatuurlijst achterin, maar zoals boven al gesuggereerd heeft ze het voortdurend over dieren terwijl ze hoofdzakelijk (niet uitsluitend) zoogdieren en vogels bedoelt en dat geldt met name voor haar pleidooien om er met meer aandacht mee om te gaan en beter naar ze te luisteren.

Haar specialiteit is bioakoestiek. Wellicht verklaart dat iets. Zij trekt er met haar medewerkers op uit om geluiden van dieren te registreren. Afgezien van de eveneens soms luidruchtige insecten kom je dan al snel uit bij de gewervelde dieren en dan vooral bij vogels en zoogdieren, naast kikkers en padden (waarover ze het nu en dan wel heeft) toch de meest luidruchtige gewervelden.

Het leverde een onderhoudend boek op, zeker ook toegankelijk voor een beetje leesvaardige twaalfplussers. Prettig is bovendien dat er voorbeelden van geluiden zijn opgenomen middels een tiental QR-codes die leiden naar een website van Christian Brandstätter Verlag, de uitgeverij van het Duitse origineel. Kunnen we tenminste hóren waarover ze het heeft! (Zie ook hier.)
 
 

Stöger, Angela. Over zingende muizen en piepende olifanten; hoe dieren communiceren en wat wij kunnen leren als we echt naar ze luisteren. Vert. Klaske Kamstra. Noordboek, 2022. Oorspr.: Von Singenden Mäusen und quietschenden Elefanten, 2021.

woensdag 26 oktober 2022

Knutselpedagogiek

Waarom zou je je verdiepen in een mooi, moeilijk, verdrietig of confronterend verhaal als niemand je vervolgens leert na te denken over de betekenis ervan? Verwaarlozing vermomd als bescherming typeert het literatuuronderwijs in Nederland.
 
Zo begint een vlammend betoog van Yra van Dijk en Marie-José Klaver in De Groene Amsterdammer 20 oktober 2022.
Over opleuking, verkleutering, rare vragen in lesmethodes, slecht opgeleide docenten en meer verdrietigs in het Nederlandse literatuuronderwijs. 'De verleuking biedt helemaal geen antwoord op ontlezing, maar is er mede de oorzaak van.'
Docenten, en vooral ook uitgevers en beleidsmedewerkers, léés dit artikel! 

Wat dat antwoord dan wel is?

Een leraar die zelf veel leest, is de beste leesbevorderaar. Daar schort het nu aan bij veel aankomende leraren. Een docent moet breed belezen zijn om enthousiasmerende adviezen te geven die zijn toegesneden op haar leerlingen. 
 
Zo is dat. Ik kan het er alleen maar hartgrondig mee eens zijn.
Dus ga ik even door met citeren.
 
Titels die aansluiten bij actuele thema’s als het klimaat, gender of racisme zijn onder leerlingen geliefd, maar niet iedere leraar weet ze te vinden. De vanzelfsprekende belezenheid van de leraar Nederlands lijkt te verdwijnen, blijkt uit ander onderzoek van de neerlandicus Jeroen Dera uit 2018. Veel leraren laten zich leiden door ‘wat goed scoort op de literaire markt’ en wat dus veel aandacht krijgt in de media, en ze hebben daarnaast weinig zicht op alternatieve recente titels.

Ook de ‘methodenverslaving’, de afhankelijkheid van educatieve uitgevers en hun elektronische abonnementendiensten, zou wel eens deel van het probleem kunnen zijn. Het gebruik van digitale leermiddelen was in 2006 al tot vijf keer zo hoog in Nederland ten opzichte van andere landen waar het leesbegrip beter is. Te beginnen op de basisschool is het de leraar die de belangrijkste rol speelt bij goed leesonderwijs dat de kansenongelijkheid bestrijdt, aldus de eerder genoemde Leidse leesonderzoekers in hun rapport Sturen op begrip.

Meer argumenten in het artikel, dat start met de denkbeeldige leerling Kimberley, die samengesteld blijkt 'uit leerlingen die we hebben gesproken en data uit onderzoeksrapporten'. 
Ik eindig met nog een citaat, en een tekening van Kamagurka uit het artikel.

Een neerwaartse spiraal van de onderschatte leerling, de schrale schoolbibliotheek, de knutseldidactiek, de gebrekkige richtlijnen, het afstompende eindexamen en de te weinig belezen leraar die zich baseert op een digitale en niet diverse methode, maken dat we op een dieptepunt zijn beland. Het punt waarop de Nederlandse leerling de slechtste lezer is – het punt ook waarop Kimberley afhaakte.