Zoeken in deze blog

vrijdag 8 juli 2011

IRA in Orlando



Nee, dit gaat niet over een actie van de Irish Republican Army maar over de International Reading Association, die vereniging die zich zeer inspant voor de verbetering van het lees- en literatuuronderwijs en die 8-11 mei 2011 congresseerde in Orlando, Florida, VS. Hier het programma, het kost wat tijd voor het op het scherm staat. Ik heb op 4 januari 2011 over de IRA geschreven, zie hier.


Photo: An elderly man sits with children in a classroom.

Het nieuwsbulletin van de IRA, Reading Today, aflevering 28/7 ofwel juni-juli 2011, is vrijwel geheel gevuld met verslagen. Die bevestigen wat ik schreef: 'De International Reading Association is [...] op en top Amerikaans,' maar ontplooit niettemin veel internationale initiatieven.
Het opmerkelijkste initiatief, genoemd in dit nummer, is dat zij zich samen met diverse partners, waaronder Rotary International en National Geographic (zie de trailer van hun film The First Grader, regisseur Justin Chadwick), met het leesonderwijs in de kersverse staat Zuid-Soedan gaan bemoeien. Eerste actie: drie docenten van Central Washington University hielpen 14 Zuid-Soedanese leraren hun vaardigheden te verbeteren, in een oefenprogramma van elf dagen. Meer info hierover bij de drie docenten, Judy en Phil Backlund en Janet Finke.
Het zou me niet verwonderen als hier enige zendingsdrang bij speelde.




woensdag 6 juli 2011

Parseltongue


Bij de diverse berichten (zie o.a. Leesplein en nog eens) rond de laatste Potterfilm, Harry Potter and the Deathly Hallows: Part 2, en rond J.K. Rowling, zie o.a. Papieren Man, miste ik het opmerkelijke nieuws dat er een vertaalsite is gemaakt waar je Engels kan vertalen in de slangentaal (Engels: parseltongue). Nederlands werkt (soms) ook, en zelfs het Franse Fous le camp (vrij vertaald: rot op) gaf een resultaat. '  Uiteraard is deze online tool ter ondersteuning voor de release van Deathly Hallows: Part 2 ', meldt Film Totaal opgewekt.

De vertaalmachine is wel kieskeurig. Werkt zoals gezegd Fous le camp wel, het Nederlandse Ga weg! levert undefined op. Wil je de vuilnisbak buitenzetten? levert daarentegen wél weer iets op. Enfin, een leuk speeltje.

dinsdag 5 juli 2011

Veel goede wil maar te weinig beleid

In opdracht van Boek.be onderzocht Jolien Hoekx, studente cultuurmanagement aan de de Universiteit Antwerpen, het boekenaanbod in het derde leerjaar van 33 Vlaamse basisscholen. De samenvatting en de volledige studie zijn te vinden op de website van Boekenvak.be. Ze kwam in haar masterscriptie tot onder meer deze bevinding: een goed draaiende klasbibliotheek is niet zozeer een budgettaire als wel een beleidskwestie.
Conclusie: er is veel goede wil maar te weinig beleid.


Andere bevindingen:
- De gemiddelde klasbibliotheek bestaat uit 205 boeken.
- Slechts 8% van het aanbod is gepubliceerd na 2005. 13% van de boeken zijn van voor 1991.
- De gemiddelde klasbibliotheek  heeft een behoorlijk gediversifieerd aanbod.
- De scholen die geen klasse- of schoolbibliotheek hebben, geven als reden op dat ze nauw samenwerken met de plaatselijke Openbare Bibliotheek.
- Slechts 20% van de scholen heeft een jaarlijks budget voor de klasbibliotheek, en dat varieert tussen de 20 en de 100 euro per jaar. Desondanks zegt 45% wel in staat ten zijn om de klasbibliotheek jaarlijks aan te vullen.

Het onderzoek heet representatief te zijn. Ik heb er zo mijn twijfels bij, want ik vind 33 scholen niet veel, 1,5 % van de 2165 'gewone' lagere scholen in Vlaanderen, maar het resultaat is niet heel verrassend en stemt wel droevig. Merkwaardig vind ik wel dat vrijwel uitsluitend over boeken in de klas wordt gesproken, niet over een schoolbibliotheek.


(Bronnen: Villa Kakelbont; Boekenvak.be; masterscriptie.)

zondag 3 juli 2011

Driedelig paard

Op mijn afscheid als werknemer van NBD/Biblion kreeg ik van oud-uitgeefster (Leopold) Liesbeth ten Houten Driedelig paard van Ted van Lieshout cadeau.
Het biedt blokgedichten en beeldsonnetten. Wat dat zijn, legt hij uit achterin het boek. Dit zijn de regels voor het blokgedicht:
'- De tekst moet geschreven worden in de vorm van een blok: je mag alleen op een nieuwe regel schrijven als de vorige vol is. Regels overslaan mag niet.
- Er mag niet boven staan waar en wanneer de tekst geschreven is of voor wie het bericht bestemd is. Er mag ook niet onderstaan van wie de boodschap afkomstig is. Als een paard waarvan het hoofd (de kop) en de staart zijn weggelaten.'

Een beeldsonnet 'rijmt net als een taalsonnet', maar dan met beelden.
Dat legt hij uit met een rijtje appeltjes als voorbeeld, maar mooier vind ik het om toch maar een heel beeldsonnet te citeren (p. 64).

Voor dit beeldsonnet geldt namelijk nog meer dan voor andere dat je bij snel en oppervlakkig kijken alleen maar vier blokjes champignons ziet. Maar even beter kijken leert dat niet alle champignons hetzelfde zijn. En wie nog eens kijkt, ziet dat er een abba, cddc, fgf, hgh rijmschema in zit.
En voordat je het weet, zit je een hele tijd te kijken of je nog meet verschillen en overeenkomsten ziet tussen de champignons en of er zelfs unieke exemplaren te vinden zijn. (Ja.)
Nog zo'n hallicinant beeldsonnet is te vinden op p. 39, van knijpers. En die op p. 50, van wereldbolletjes, mag er ook zijn, net als die van de tomaatjes op p. 63 en de radijsjes op p. 79.
Andere beeldsonnetten hebben iets meer variatie: in kleur, in vorm (open en dichtgevouwen ijsparapluutjes, p. 35, grote en kleine pruimen, p. 10) en in soort (soorten fruit of bloemetjes). Maar ook bij deze kunststukken kon ik het niet laten om de beeldsonnetten te 'lezen' als een soort code en daarbij te letten op verschillen en overeenkomsten. Alsof de dichter in woorden had gedicht en vervolgens ieder woord door een bijbehorend beeld had vervangen.  Maar dat is niet zo.
Mooi vind ik trouwens dat het idee is overgenomen in de vormgeving van het boek, op de schutbladen. Dat was ook een idee van Ted van Lieshout: hij tekende naast de tekst ook voor 'omslag, beeldsonnetten, tekeningen en algehele boekverzorging'. Dat is hem goed gelukt.

Terug naar de blokgedichten. Hoe dat er uitziet, kan ik opnieuw het best tonen door er een te citeren.

Daarbij moet ik onmiddellijk aantekenen dat de scan de weergave geen goed heeft gedaan. De letters in het boek zijn haarscherp, staan fier rechtop en zijn voorzien van een ruime witmarge.
Dit blokgedicht staat naast het beeldsonnet van de champignons.
Dat is geen toeval. Ik leg een verband tussen de paddenstoelen (schimmels) en 'kan wel wat onderhoud gebruiken' (tongue-in-cheek-humor, in dit geval) of/en 'bosrijke omgeving'.
Dat verband geldt voor alle beeldsonnetten, al is het soms maar een los verband. Je moet de blokgedichten goed lezen om het te ontdekken.
Dat is geen bezwaar, want goed lezen is uiteraard de bedoeling.

Die blokgedichten zijn inderdaad als regel 'berichten' of 'boodschappen', zoals Ted van Lieshout in zijn uitleg schrijft. of het nu deze verkooptekst voor een huis is, of de mededeling dat het Hare Majesteit behaagd heeft om Basje Buitenhuis te benoemen tot Ridder in de orde van de Blokkendoos, of delen uit brieven of opgeschreven toespraken. ('Er zijn helaas klachten binnengekomen over de manier waarop jij verslag hebt gedaan van het bezoek van de koningin. Je zou gezegd hebben dat ze in een lelijke soepjurk over de stoep hobbelde. Men vindt dat ongepast.' Enzovoort.)

Bij menig lezer zal de vraag opkomen of dit poëzie is, gewend als men is aan poëzie in de vorm van verzen. Dat hangt er natuurlijk van af wat men poëzie vindt. Als ik mijn eigen vaak gebruikte definitie toepas dat poëzie gezongen moet kunnen worden, is het antwoord nee. Als ik mijn andere vaak gebruikte definitie toepas dat poëzie een verdichte vorm van proza is, is het antwoord ja. Zoek maar uit, eigenlijk vind ik de vraag van weinig belang. Ik verwijs naar het m.i. niet onaardige lemma Poëzie in Wikipedia.
Robert Frost: 'Poetry is the kind of thing poets write.'

Als regel heeft ieder boek een titel en zo ook dit: Driedelig paard. Raadselachtige titel en die legt Ted van Lieshout nu eens niet uit. De band toont voorop een driekleurig paard en het boek is driedelig, elk deel start met een deel van het paard: kop en hals (p. 8), middeldeel met voorpoten pardon -benen (p. 24) en achterdeel (p. 68). Verse tekeningen, niet die van de band.
In het eerste deel zijn kinderen aan het woord. Dat wordt niet zo aangekondigd, je merkt het door te lezen. In het eerste, lange blokgedicht van deel 2 zijn (wel heel menselijke!) varkens aan het woord, in het tweede lepeltjes, verder kinderen maar ook kabouters (p. 42), circusballen (p. 47), volwassenen en andere non-descripte instanties. Ik vraag nog even aandacht voor het blokgedicht op p. 48, een brief van een zoon aan zijn ouders waarin hij meedeelt homo, nou ja, misschien bi te zijn (let ook op de tekening hierbij!), en dat op p. 55 over en met verdwenen letters.
De vijf blokgedichten van deel 3 lijken alle afkomstig van oudere personen, waaronder vermoedelijk de heks van Hans en Grietje en een verre oudtante van de wolf uit Roodkapje.
De levensloop als driedelig paard?

Slotvragen.
1. Is dit jeugdliteratuur? Nee, zal menigeen zeggen, want het lijkt van geen kant op het doorsnee kinderboek. Er lijkt ook geen concessie gedaan aan vermeende mindere leesvaardigheid. Er staat ook niet op het boek dat het voor kinderen is.
Ja, zal menigeen zeggen, want Ted van Lieshout is immers kinderboekauteur? En de band ziet er toch kinderlijk uit?
Ja, zeg ik, want het boek is toegankelijk genoeg voor heel veel kinderen. Dat lijkt me het enige zinnige criterium. En ik sluit niet uit dat behoorlijk veel kinderen er lol aan zullen beleven. Enige introductie zal soms nodig zijn, want als mensen al conventioneel zijn, zijn hun kinderen het vaak nog meer. Ofwel: veel kinderen zijn niet gewend aan dit soort boeken.
Terzijde: talentvolle en taalgevoelige meesters en juffen kunnen erg leuke dingen met dit boek in de klas doen.

2. Is het een goed boek?
Nou, als mijn antwoord al niet doorschemerde uit het bovenstaande: ik heb dit boek met veel genoegen gelezen en bekeken. Het gaat niet in mijn Top Tien voor het onbewoonde eiland, maar ik vond het amusant, soms ontroerend, soms spitsvondig, soms wat melig (bv. p. 37).

En Ted, als die renovatie je teveel op kosten jaagt: ga die beeldsonnetten als poster verkopen. Ik zie er wel klanten voor komen.
Liesbeth, bedankt.

NB. Op 5 juli liet Ted van Lieshout me weten verrast te zijn door mijn associaties bij het champignon-beeldsonnet. 'Zó had ik er nog niet naar gekeken! Ik had zelf de associatie van paddestoelen als kabouterhuisjes! In dit geval van schijfjes champignons dacht ik aan appartementen voor kabouters.' Wat in ieder geval bevestigt dat-ie inderdaad verbanden legde tussen beeldsonnetten en blokgedichten.