Zoeken in deze blog

woensdag 12 december 2018

Lezers op de Titanic?

Eergisteren zat Lezen 2018-4 bij de post.
Er lagen al wat voorgaande nummers op het stapeltje te bespreken. Ik kwam er niet toe, misschien ook doordat die nummers een beetje op elkaar leken. Wat nieuws (vooral jeugdliteratuur), wat prettig  enthousiasmerende interviews en artikelen, kijkjes in het atelier van illustratoren (zoals dit nummer Leo Timmers)...
Maar nummer 4 is toch bijzonder, want daaruit klinkt weer eens het geluid van een noodklok.

Associaties dienden zich aan met de ondergang van de Titanic (al lezend verglijden in de golven), met een bekende boektitel (De laatste der Mohikanen) en met een bekend stripverhaal, dat altijd begint en eindigt in dat ene dorp in Gallië dat nog niet bezet is.

Hoofdredacteur Gerlien van Dalen, tevens directeur-bestuurder Stichting Lezen, in haar redactioneel:

In veel gesprekken en beleidsstukken neemt de dalende leestijd en de lage leesmotivatie een prominente plaats in. De situatie is zorgelijk en er moet iets gebeuren, is de boodschap. Terecht, er is alle aanleiding voor zorg. En er gebeurt ook al veel: u en ik werken dagelijks aan leesbevordering; er zijn effectieve leesbevorderingsprogramma's opgezet zoals Boekstart en de Bibliotheek op school en er zijn leesbevorderende campagnes. Maar in ons volle, drukke leven is leesbevordering steeds meer leestijdbevordering.


(Ill. Karst-Janneke Rogaar.)

Mirjam Noorduyn vraagt in een artikel onder de kop 'We moeten alles doen om tieners aan het lezen te krijgen' aandacht voor het initiatief van auteurs Hans Hagen en Ted van Lieshout om samen met BruuTAAL de Gouden Lijst overeind te houden, nadat de CPNB besloot die prijs niet langer uit te reiken. Vechten tegen de bierkaai? Of toch de Asterix en Obelix van de leesbevordering, die moedig en succesvol standhouden tegen de oprukkende legers der niet-lezers?
Ze verwijst naar een rapport van het SCP, waaruit blijkt dat het aantal lezers onder dertien- tot negentienjarigen daalde van 65 procent in 2006 naar 40 procent in 2016. Noch hoogleraar Roel van Steensel, noch Ted van Lieshout laten zich in het artikel optimistisch uit.

In een interview door Eva Gerrits met auteur Alex Boogers, die de twee schotschriften De lezer is niet dood en Lang leven de lezer schreef, laat die zich ook al wat zorgelijk uit. 'Ongeïnteresseerde leerlingen bereiken is een gevecht dat Boogers vaak voert.' En hij zegt:

Tijdens schoolbezoeken ontmoet ik steeds dezelfde auteurs: een Jaap Robben, Maartje Wortel, Özcan Akyol en nog een handvol. Wie ik er nooit tref: journalisten en auteurs die kranten vullen met artikelen over jongeren die niet meer lezen. [...]

Preek een keer niet voor eigen parochie, maar ga op een school met jongeren in gesprek, vertel waarom je bent gaan schrijven, waarom je leest;  bedrijf literatuur met ze. Als later een van hen op zoek gaat naar een boek, heb jij daarvoor de kiem helpen planten. Wat plant je nou met cultuurpessimistische geluiden in een krant?

Waarvan akte.
Met natuurlijk de aantekening dat het deze bezorgde lezers en schrijvers gaat om boeken, liefst met een ruime woordenschat, om verhalen die de verbeelding prikkelen. Die ruim drie uur die tieners tegenwoordig volgens het SCP doorbrengen met hun mobieltje, bestaat natuurlijk voor een flink deel uit lezen en schrijven: al die berichtjes die worden uitgewisseld. Heel gezellig, maar hun woordenschat wordt er niet door verrijkt, noch maken ze kennis met andere geesten dan het vriendenkringetje.


dinsdag 11 december 2018

Haa, ik lach

Bianca Castafiore is een van mijn favoriete personages uit de verhalen over Kuifje (Tintin). Daarin ben ik niet uniek, ze bracht de gemeente Amsterdam zelfs tot het tooien van een speeltuin met haar naam, hartje centrum en in Wikipedia heeft ze in diverse talen (waaronder Nederlands, Frans en Engels) een eigen lemma.



Hier staat ze te zingen, begeleid door haar trouwe pianist Igor Wagner.

Maar pas zeer onlangs en per toeval (dank aan Moors Magazine) kwam ik er achter dat haar favoriete aria, 'Haa, ik lach



een bestaande aria is, uit de opera Faust van Charles Gounod.
Dat ligt geheel aan mij, want de ware kenners waren natuurlijk allang op de hoogte, daar kwam ik snel achter. Afijn, beter laat dan nooit.
Met plezier beluisterde ik die aria eerst hier, welke opname met de diva in beeld helaas wordt onderbroken door gepraat, en vervolgens hier (Roxana Kostka met pianobegeleiding én spiegeltje), hier (Hei-Kyung Hong met een Koreaans orkest) en zo is er meer te vinden op Youtube.
In de taxi waar Kuifje voor het eerst met haar zangkunst kennismaakt (in De scepter van Ottokar), kijkt Kuifje naar de merknaam op de autoruit, hopend dat de ruit niet zal breken. Later zullen andere ruiten wel bezwijken door de kracht van Castafiore's stem. Het lied en het breken van glaswerk zijn waarschijnlijk een verwijzing door Hergé naar de film The phantom of the opera uit 1925, waarin dit lied voorkomt en een kroonluchter naar beneden komt op het moment dat een operadiva het lied zingt.

De tekst:
Ah! je ris de me voir,
Si belle en ce miroir!
Est-ce toi, Marguerite?
Réponds-moi, réponds vite! -
Non! non! - ce n'est plus toi!
Non! non! - ce n'est plus ton visage!
C'est la fille d'un roi,
Qu'on salue au passage! -

Ah, s'il était ici! ...
S'il me voyait ainsi!
Comme une demoiselle,
Il me trouverait belle.
Elle se pare du collier.
Achevons la métamorphose!
Il me tarde encor d'essayer
Le bracelet et le collier!
Elle se pare du bracelet et se lève.
Dieu! c'est comme une main qui sur mon bras se pose!
Ah! je ris de me voir
Si belle en ce miroir!
Est-ce toi, Marguerite?
Reponds-moi, reponds vite! -

Ah, s'il était ici! ...
S'il me voyait ainsi!
Comme une demoiselle,
Il me trouverait belle.
Marguerite, ce n'est plus toi,
Ce n'est plus ton visage,
Non! c'est la fille d'un roi,
Qu'on salue au passage.




maandag 10 december 2018

Inschrijving Willem Wilminkprijs voor het beste kinderlied geopend

Omdat deze aankondiging de pers nauwelijks haalde, plaats ik hem hier:

'De inschrijvingstermijn voor de zesde editie van de Willem Wilminkprijs voor het beste kinderlied is geopend. Componisten, tekstschrijvers en producenten kunnen tot 15 januari 2019 hun bijdrage insturen. De uitreiking is op zaterdag
14 april 2019 in theater ‘Kleine Willem’ in Enschede. De nominaties worden begin maart bekend gemaakt.

Met deze prijs vraagt het Wilminktheater aandacht voor het Nederlandse kinderlied en met name de plaats die het kinderlied inneemt in het jeugdtheater. Tevens willen zij eer bewijzen aan de Enschedese dichter en tekstschrijver Willem Wilmink, die aan de basis heeft gestaan van een groot aantal bekende Nederlandse kinderliedjes.
Voor de eerdere edities van de Wilminkprijs bestond grote belangstelling. De jury mocht zich verheugen op een groot aantal inzendingen.
Eerdere winnaars zijn:
2010: Ted van Lieshout met ‘Onberispelijk’ uit de musical ‘Ik en de Koningin’
2012: Koos Meinderts met ‘Maite Maria’ van de Cd ‘Het regent zonlicht’
2014: Floortje Schoevaart met ‘Op de markt’, muziek Henny Vrienten
2017: Jan Beuving met ‘Optellen van Breuken’, muziek Akwasi
2018: Katinka Polderman met ‘Kilo, pond en ons’, muziek Kenny B.

De prijs bestaat uit een kunstwerk, vervaardigd door de kunstenaar Helga Kock am Brink en een geldbedrag van € 3000,- voor de tekstschrijver en € 1000,- voor de componist. Alle oorspronkelijk in het Nederlands geschreven kinderliedjes die niet ouder zijn dan twee jaar kunnen meedingen naar de onderscheiding. Ze moeten dus in de periode 2017-2018 voor het eerst zijn uitgekomen op Cd of dvd of voor het eerst ten gehore zijn gebracht in het theater of op tv. Ook jonge aankomende tekstschrijvers en componisten worden uitgenodigd hun liedjes in te zenden, al is hun lied mogelijk nog niet officieel verschenen.

Deelnemers kunnen hun inzendingen sturen naar Wilminktheater, t.a.v. Trudie Lucardie,  Wenninkgaarde 40-42, 7511 PH Enschede. Kijk voor de voorwaarden op www.willemwilmink.nu
Een vakjury, bestaande uit Thijs Borsten, Katinka Polderman, Ageeth de Haan, Fay Lovsky en Trudie Lucardie beoordeelt de inzendingen.

De Willem Wilminkprijs is een initiatief van het Wilminktheater Enschede en wordt mede mogelijk gemaakt door Buma Cultuur.'

De relatie tussen woordkunst en muziek kan niet genoeg benadrukt worden, aangezien die in het onderwijs nauwelijks aan bod komt.





zondag 9 december 2018

Woutertje Pieterse Prijs blijft nog even

Op 27 november 2018 ontving ik dit blije persbericht:

De Woutertje Pieterse Prijs voor kinder- en jeugdliteratuur is uit de gevarenzone. De komende twee jaar kan de prijs rekenen op de financiële steun van de Brook Foundation, die zich tot doel stelt organisaties te ondersteunen op het gebied van onder andere kinderen en cultuur. Door deze bijdrage en die van Stichting De Versterking (die de prijs al langer ondersteunt), is de uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs in 2019 en 2020 gegarandeerd. 

Bestuursvoorzitter Hans Smit: ‘Geweldig dat we door kunnen en ook de komende jaren weer een stimulans kunnen vormen voor talentvolle makers en zo de kwaliteit van het Nederlandstalig kinder- en jeugdboek kunnen bevorderen. We zijn deze twee fondsen zeer dankbaar voor hun steun.’

Woutertje Pieterse Prijs
De Woutertje Pieterse Prijs is een prijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige jeugd- of kinderboek. De jury onder leiding van Noraly Beyer bekroont kinderboeken die uitzonderlijk zijn voor wat betreft taal, genre, thema, illustratie, vorm en/of vormgeving. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van 15.000 euro. De prijs bestaat inmiddels ruim dertig jaar. Vorig jaar werd Lampje van Annet Schaap bekroond. 

De jury, naast Noraly Beyer bestaande uit vormgever Peter de Kan, recensent Veerle Vanden Bosch, schrijver Anne-Gine Goemans en bibliothecaris Juan Khalaf, nomineert maximaal zes titels, verschenen in 2018. Welk boek de Woutertje Pieterse Prijs 2019 wint, wordt bekendgemaakt tijdens de uitreiking op donderdagmiddag 11 april in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond te Amsterdam. 

Het is fijn dat de Woutertje Pieterse Prijs weer twee jaar verder kan. Hoe meer prijzen, hoe meer vreugd.
Ook wordt de traditie voortgezet dat de jury grotendeels bestaat uit mensen van wie niet meteen duidelijk is of ze een ruime ervaring hebben in het lezen van jeugdliteratuur. (Er is natuurlijk geen verschil tussen jeugd- en kinderboek. Onze jeugd begint immers bij de geboorte.) En dat de voorzitter iemand is die veel in de publiciteit is geweest.
Je hoeft geen 'jeugdliteratuurexpert' te zijn om te kunnen oordelen over jeugdliteratuur. Leeservaring op dat gebied helpt wel, soms.