Zoeken in deze blog

dinsdag 28 maart 2017

Jij met mij

Robbert-Jan Henkes was me eerst en vooral bekend wegens de vertaling van James Joyce' Ulysses, samen met Eric Bindervoet, want die vertaling werd zeer gewaardeerd, zoals dat ook gold voor hun huzarenstukje bij uitstek, de vertaling van Finnigans Wake in 2002.
Ze staan op mijn lijstje... Ulysses las ik lang geleden, maar in een andere vertaling, ik denk die van John Vandenbergh. Nou nog het origineel...

Opeens was daar Bij ons op de maan, een bundel gedichten voor kinderen, door Robbert-Jan Henkes vertaald uit het Russisch. Weer eens iets anders dan Iers-Engels. Die zou hij hebben samengesteld 'op basis van 25 jaar lezen en luisteren'. (Bron.)

Bij mij op de maan
Heb je elke dag wafels
Prinsesje, schuif aan
Aan mijn wafeltafels!

Wellicht inspireerden deze gedichten hem. Want onlangs verscheen een bundel gedichten van eigen hand, Jij bij mij, met illustraties van Marga van den Heuvel. Dit werk kwam min of meer in het openbaar tot stand, zie de website Stormenderland.
Ik citeer daarvan:

'Jij met mij is een poëzieprentenboek voor iedereen vanaf 4 jaar. In 2015 begon Marga van den Heuvel samen met schrijver/vertaler Robbert-Jan Henkes te publiceren op hun website Stormenderland.nl. Robbert-Jan poste elke dag een gedicht of songtekstvertaling, Marga reageerde daarop met een illustratie. Soms werkten ze ook andersom.

Ze besloten in 2016 een selectie kindergedichten en -illustraties naar Uitgeverij Querido te sturen. Die reageerden enthousiast en er volgde een jaar van bijschaven en uitwerken. Nu is het boek af en het ligt vanaf 8 maart 2017 in de winkels.'

Er zit geen muziek bij en dat is jammer, want veel zo niet alle gedichten uit deze bundel zouden het goed doen als liedteksten. Ik citeer er één (het eerste in de bundel) om dat te tonen:

Vis is vies
En wou zich wassen
Wou zich wissen
Wou zich wassen
Wou zich plissen plessen plassen

Al haar schubben
Wou ze schrobben
Schubben schrobben
In de tobbe
Om zich schoon te wissen wassen

Visje, visje
Visje mijn
Wist je, wist je
Dat een vis nooit vies kan zijn?
Visjes vies
Zijn heel gewoon
Altijd goed gewassen
Schoon




Klankrijm, spelen met nonsenswoorden en spelen met associaties zoals hier komen in alle teksten terug. Trochee en jambe staan aan de basis van het ritme en dat komt ook vaak terug, maar niet overal. Zie bijvoorbeeld het begin van 'In het land Ocharme':

In het land Ocharme, op een berg stenen,
In een oude toren woont een oude reus.

Hij heeft twee linkerarmen,
Hij heeft twee linkerbenen,
Hij heeft twee linkeroren,
En een linkerneus.

Ritme genoeg, maar net anders dan in 'Vis is vies'.

Ze zijn speels, deze gedichten. Er is een mooie variant op 'Jantje had een hobbelpaard', ofwel een liedje dat almaar doorgaat doordat de eindregel ook de beginregel is, of zou kunnen zijn: 'Beer in thee'. Met overigens een heerlijke tante Betje:

Daar is hij toen op geklommen
En ging slapen bij een boom.

En een gedicht als 'De broertjes salamander' geeft ook nog stof tot nadenken, want

... wie was nou de ander
En wie precies de een?
Wie van de broertjes salamander
Was nou, zeg maar, salameen?

en het laatste couplet:

Ik zag er kort geleden een,
En ik vroeg: Waar is de ander?
En toen zei die salamander:
Hoezo? Dat zie je toch meteen,
Ik ben de ander, niet de een.

Een echt slaapliedje zit er ook in: 'Geeuw- en slaapliedje', heel uitnodigend om er inderdaad een liedje van te maken, maar ook voordragen met veel geeuwen zal succes hebben. De derde strofe (van de vier):

Wat doen de schapen?
Ze gapen, ze gapen.
Wat doen de apen?
Ze gapen, ze gapen.
Weet je zeker dat ze niet slapen?
Nee, ze gapen, ze gapen.

Het titelgedicht is prachtig en begint zo:

Op de spiegelgladde baren
Op de spiegelgladde zee
Varen jij en ik en ik en jij
Tweezaam met z'n twee









Een klein feestje, deze gedichten dan wel toekomstige liedteksten.

De illustraties benadrukken het nonsensikale en het dromerige van de teksten en strekken zich uit over twee pagina's, met steeds rechts de tekst. Helaas kon ik dat niet zo scannen en ik houd het ook op de twee afbeeldingen hierboven om de pret niet te bederven.
Ofwel, wil je meer lezen, koop het boek.

                                                   

Robbert-Jan Henkes & Marga van den Heuvel. Jij met mij. Querido, 2017, 48 p. ISBN 978 90 451 2016 4. € 15,99.



maandag 6 maart 2017

Zeg Roodkapje...

Het zal je liefhebberij maar zijn... maanden in de Koninklijke Bibliotheek doorbrengen om daar honderden versies van Roodkapje over te tikken.
Folkert Karsdorp deed het, aldus een artikel door Maarten Dessing: 'maandenlang eenzame opsluiting in de KB: boek op een kussen, handschoenen aan, met een hand het blaadje openhouden, met de andere overschrijven. Er zaten oude kijkdozen of pop-upboeken bij, daar moet je zó voorzichtig mee zijn'.
Folkert Karsdorp is een etnoloog, 'voorheen verbonden aan het Meertens Instituut en nu aan de Radboud Universiteit in Nijmegen' - maar het Meertens Instituut en zijn eigen site vermelden hem nog gewoon als medewerker. Hij deed het niet in zijn eentje: Antal van den Bosch, 'taaltechnoloog' en vanaf januari dit jaar directeur van het Meertens Instituut, hielp hem. Het onderzoek mondde in december 2016 uit in een proefschrift: Retelling Stories: A Computational-Evolutionary Perspective (2016).



Het doel was om deze versies te vergelijken met hulp van digitale techniek. De uitkomst van dit onderzoek beschreef Marten Dessing in een artikel in Taaluniebericht, Taaltechnologie brengt Roodkapje tot leven. Het persbericht dat ik vond in Nu.nl dateert al uit juni 2016 en ebschrijft de onderzoekmethode aldus:

'De onderzoekers gebruikten een bijzondere bron: alle ingescande of handmatig getranscribeerde versies van meer dan vierhonderd Nederlandse hervertellingen van Roodkapje, verzameld door de Koninklijke Bibliotheek en gedigitaliseerd door Karsdorp in samenwerking met het Meertens Instituut in Amsterdam. Van den Bosch: "De computer maakt het mogelijk om zo’n groot corpus met zoveel data te onderzoeken. Iets wat je handmatig nooit had kunnen doen. Dit is gewoon een veel efficiëntere manier om onderzoek te doen naar de verwantschap van teksten."'




Wat hij onder meer ontdekte is dat de meeste bewerkers teruggrijpen op een andere bewerking en niet op een oude tekst. Nou ja, de meeste...: 'Iedereen die Roodkapje herschrijft, grijpt terug op een variant van maximaal twintig jaar oud.'.




Een boude bewering en het persbericht heeft het over 'vrijwel alle bewerkingen', maar onwaarschijnlijk is het niet.
Natuurlijk wijst Karsdorp er ook op dat alle versies uiteindelijk te herleiden zijn tot de versies van Charles Perrault (die Roodkapje gewoon opgegeten laat) en de gebroeders Grimm (die de jager laten opdraven om haar te bevrijden).
Vooral die laatste versie heeft navolging gevonden. Net als de broers vonden de meeste bewerkers het kennelijk wat bont om de jonge dame zo aan haar eind te laten komen - of ze waren geheel niet op de hoogte van de oudere versie van Perrault.

Die versie van Perrault berustte weer op nóg oudere versies, het verhaal was niet onbekend in Frankrijk en de oudste geschreven versie dateert uit de 10e eeuw, als gerijmd verhaal 'De puella a lupellis servata' in een werk getiteld Fecunda ratis, door ene Ecbertus Leodiensis ofwel Egbert van Luik. Die vroege versies zijn bestudeerd door Jamie Tehrani, zie zijn artikel 'The Phylogeny of Little Red Riding Hood' (2013).




Roodkapje is een van de sprookjes die erg tot de verbeelding hebben gesproken van uitleggers, wegens de seksuele connotaties die het verhaal kan oproepen. Ga niet met vreemde mannen mee is nog de simpelste boodschap die aan Perraults versie zou kunnen worden toegeschreven. Iets minder simpel wordt het vanzelf als aan Roodkapje een zekere gewilligheid wordt toegeschreven.
Dat gaat van serieus naar minder serieus. Zie voor het serieuze werk o.a. de bekende studie van Jack Zipes over Roodkapje, The Trials and Tribulations of Little Red Riding Hood (1983), of Little Red Riding Hood Uncloaked: Sex, Morality, And The Evolution Of A Fairy Tale van Catherine Orenstein (2003), of de verhalenbundel The Bloody Chamber and Other Stories (1979) en daarin het verhaal 'The Company of Wolves' van Angela Carter. Of de film Red Riding Hood van regisseur Catherine Hardwicke.
Minder serieus? Tik in Google of een andere zoekmachine 'Red Hiding Hood Sex' onder afbeeldingen en je krijgt een overvloed aan plaatjes...




Ik heb het proefschrift van Folkert Karsdorp niet gelezen, maar het lijkt me aannemelijk dat hij aan dit aspect geen enkele aandacht besteedt. Sowieso doet het beeld bij hem niet terzake.
Dessing citeert: 'Kinderboeken kun je niet met ocr (optical character recognition) digitaliseren, omdat er vaak plaatjes in zitten. Dan staat er opeens een boom door de tekst afgedrukt.' Aldus Karsdorp.
Jammer, want plaatjes (al dan niet bewegend) zeggen evenveel over navolging als woorden. Neem alleen al de invloed van Disney...