Zoeken in deze blog

dinsdag 27 december 2011

In memoriam Jan Smeekens

Vandaag een telefoontje: Jan Smeekens overleden, in de nacht van 24 op 25 december.

Al eerder, op 30 oktober, kreeg ik een hartverscheurend bericht van hem: 'We kregen het slechtste nieuws dat we konden krijgen: de chemo doet te weinig om de bijwerkingen te kunnen verdragen. De therapie is stopgezet.'

Jan Smeekens maakte zeer lang deel uit van de redactie van Leesgoed. Hij trad toe als kinderboekenrecensent en enthousiaste onderwijzer en al nam hij enkele jaren geleden afscheid van het onderwijs, bij onderwijs en kinderboeken bleef hij betrokken. Zo ook bij de redactie van Leesgoed, van wie hij eind 2010 afscheid nam, net als enkele mederedacteurs.
Ik was al die jaren hoofdredacteur en zal me hem herinneren als een bescheiden man met zeer eigen opvattingen en een groot hart, voor mensen en voor jeugdliteratuur. Zo bescheiden dat me nu bleek dat ik geen enkele foto van hem kan vinden.

Hij maakte deel uit van diverse kinderboekjury’s, waaronder die voor de Penselen. In 2008 verscheen van zijn hand de poëzieverzameling Wie knipt de tenen van de reus? (Davidsfonds/Infodok). Hij was ook bestuurslid van NCJ/Villa Kakelbont en lid van de Algemene Vergadering van Stichting Lezen (B).
Velen zullen hem missen. Maar natuurlijk vooral zijn vrouw Ploni en zoon Neels.



NB. Op 28 december ontving ik het overlijdensbericht per post. Zie Vertel eens voor een reactie van Karin Kustermans, een van mijn toenmalige redactiegenoten, nu hoofdredacteur. En zie Laten lezen, met foto! Dezelfde foto (gemaakt door Mechteld Jansen) overigens, als bij het bericht in de Provinciale Zeeuwse Courant, het dagblad waarvoor Jan jarenlang recensies schreef. Zie overigens ook het In memoriam dat Leesgoed 29-12-2011 op zijn website plaatste.
NB2. De uitvaart op 29 december werd zeer druk bezocht, het uitvaartcentrum kwam stoelen tekort. Uit de toespraken licht ik één anecdote. Citaat uit wat Jan eens schreef in een rapport van een van zijn leerlingen: 'Het was een voorrecht om bij jou in de klas te zitten.'
Een bijzonder mens is overleden.



woensdag 21 december 2011

Helden, idolen en iconen

Helden, idolen en iconen



Op 18 januari 2012 vindt het 26e Tilburgse symposium over jeugdliteratuur plaats en deze keer niet in de aula en aanpalende zalen van de universiteit, maar in en rond de Concertzaal van Theaters Tilburg. De universiteit wordt verbouwd, vandaar.
Het complete programma is te vinden bij de aankondiging op de website van de universiteit.
De symposiumcommissie bestaat uit Herman Beck (Universiteit van Tilburg), Annette de Bruijn (Universiteit Maastricht), Karen Ghonem-Woets (Universiteit van Tilburg), Jeanne Kurvers (Universiteit van tilburg), Maaike Meijer (Universiteit Maastricht), Piet Mooren (Universiteit van Tilburg), Inge Verouden (Universiteit Maastricht), Lies Wesseling (Universiteit Maastricht), Roos Wolters (Stichting Lezen) en Carine Zebedee (Universiteit van Tilburg).

Deze commissie verklaart de titel als volgt:
Helden zijn er in soorten en maten, variërend van ontroerende antihelden tot superhelden die uitgroeien tot idolen of iconen. We denken bij dit thema dus niet uitsluitend aan helden uit helden- of avonturenverhalen. Zoals Arnon Grunberg al eens zei, heeft élk verhaal een held nodig: 'Geen verhaal kan zonder held. Het is de held die je door de saaie passages heen sleept, het is omwille van de held dat je blijft lezen' (in De troost van slapstick. Essays, 1998).


Het thema Helden, idolen en iconen roept de nodige vragen op. Wie zijn die helden uit de jeugdliteratuur? Welke helden zijn iconen geworden? Met welk soort helden identificeert een jeugdig publiek zich het liefste: met dappere helden, of ook met helden op sokken, antihelden en zelfs schurkachtige helden? Zijn de favoriete helden nog steeds de boekenhelden, of veeleer de helden van de beeldcultuur? Verschillen helden van 'nu' significant van helden van 'toen', of transnationale helden van vaderlandse? Wie waren de helden in de jeugdjaren van de volwassenen van nu? Vertonen helden in jeugdboeken en -media bepaalde onderscheidende kenmerken? Kunnen helden voor kinderen in bepaalde 'typen' onderverdeeld worden? Wat leert onderzoek ons over de relaties tussen bepaalde typen helden en identificatie¬processen bij kinderen en adolescenten?  '

De openingslezing wordt gehouden door Wim Hofman (zie ook Wim's Blog): 'Ze voeren ter zee in een zeef'. Ja, dat is wel heldhaftig.
Afsluitend treedt Erik van Os op. Tussendoor een optreden van Herman Coenen, Marieke Coenen en Sandra Coelers.

Deelname kost € 150,-. (Studenten (HBO en universiteit, onder vermelding van studentkaartnummer) € 30,-.)
Voor die wat forse prijs krijg je naast het prachtige programma ook de aansluitende aflevering van Literatuur zonder leeftijd en de symposiumbundel.
Verslag van dit symposium volgt (o.a.) op dit blog. IJs en weder dienende, uiteraard.



dinsdag 20 december 2011

Angoulême

De Franse stad Angoulême, ten noorden van Bordeaux, biedt elk jaar in januari onderdak aan het grootste stripfestival van Frankrijk, Festival International de la Bande Dessinée. Zo ook in 2012, voor de 39e keer, 26-29 januari.



Nou zijn er wel meer festivals en conferenties en die kondig ik niet allemaal aan op dit blog. Maar voor sommige evenementen maak ik een uitzondering, zo ook voor dit festival. Op de site (en op Youtube) is namelijk een presentatie als video te vinden en dat vond ik opmerkelijk genoeg om te vermelden. Zie je niet vaak, als het om lezen, schrijven en tekenen gaat. Het helpt als je Frans kan volgen...
Opmerkelijk vind ik ook dat men in Angoulême een Quartier Jeunesse heeft geprogrammeerd. Dat suggereert dat de rest van het programma niet of niet specifiek voor kinderen is bedoeld. Komt natuurlijk min of meer overeen met wat je in de gemiddelde stripwinkel aantreft: van alles wat maar relatief veel jongens van 8 tot 80.
Intussen lijkt mij dat er voor kinderen nog wel meer te vinden is dan alleen hun 'quartier'.
Al was het maar Beer Barnabé van Philippe Coudray:


Blijft de aloude vraag of strips jeugdliteratuur zijn.
Als je jeugdliteratuur definieert als literatuur die speciaal voor kinderen is gemaakt, dan geldt dat voor een deel van de strips. Hoe groot dat deel is, weet ik niet.
Als je jeugdliteratuur definieert als alle literatuur die meer of minder door kinderen begrepen en genoten kan worden, dan vallen heel veel strips eronder.
Als je de oude tegenstelling literatuur (waardevol) versus lectuur (waardeloos) weer tot leven brengt en jeugdliteratuur dus alle 'goede' literatuur die meer of minder door kinderen begrepen en genoten kan worden, dan nog zijn er strips die voldoende waardering geoogst hebben om eronder te vallen.
Ergo...
... is het o.a. te prijzen dat in de databanken van Leesplein en Boek en Jeugd titels van strips te vinden zijn.
Maar niet de titels van Art Spiegelman, wiens Maus-boeken ook niet specifiek voor kinderen zijn uitgegeven (in Nederland door De Harmonie). Zouden kinderen die niet aan kunnen?
In Angoulême 2012 is hij voorzitter van de jury (van de Compétition Officielle) en is er een tentoonstelling van zijn werk.




zondag 18 december 2011

‘Children's Literature and the Inner World’

Je kan je afvragen wat men bij het (Britse) National Centre for Research in Children's Literature bedoelt met de 'inner world', maar hoe dan ook, er komt een conferentie over getiteld Children's Literature and the Inner World’, op zaterdag 12 mei 2012, University of RoehamptonLondon, en die aankondiging bevatte dit stukje tekst ter verduidelijking: 
' If, according to David Lodge, literature is a record of human consciousness, then children’s literature can potentially offer fascinating perspectives on the interior lives of children and young people. This conference will explore relationships between imaginative writing and the workings of the mind. It is a chance to examine how authors and readers approach the troubling question of how we can know what goes on within other people’s heads, especially when those other people are children. ' (Link heb ik aangebracht.)
Fascinerend, want verreweg de meeste jeugdliteratuur is geschreven door volwassenen. Gewaagd dus om te beweren dat 'children’s literature can potentially offer fascinating perspectives on the interior lives of children and young people', lijkt me. 


Als plenaire sprekers hebben toegezegd Philip Gross (University of Glamorgan); Farah Mendlesohn (Middlesex University); David Rudd (University of Bolton); en Alison Waller (University of Roehampton).

' We invite proposals for workshop papers on literature for children or young adults and the following themes:

- imagination
- the emotions
- consciousness and the unconscious
- perception
- memory
- the mind and body
- the reading process.
300 word abstracts for proposed papers, along with a short biography, should be sent to Alison Waller (a.waller[at]roehampton.ac.uk) by Wednesday 1 February 2012. '

De voorgaande NCRCL-conferentie vond plaats op 8 mei 2010. Onder de sprekers: Bart Moeyaert en Vanessa Joosen.

dinsdag 13 december 2011

Aap noot mies: onderwijserfgoed

Een zeer merkwaardige website is in het leven geroepen: Onderwijserfgoed.
Op deze website worden bronnen uit verschillende onderwijscollecties bijeengebracht: de verslagen van de Inspectie van het Onderwijs, de adviezen van de Onderwijsraad en een selectie uit de collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum.   '
Die laatste selectie lijkt te zijn ingebracht om de genoemde verslagen en rapporten een beetje te verlevendigen.
De inhoud is verdeeld in thema's. Elk thema bevat een selectie verslagen en rapporten, na een inleidinkje met afbeeldingen uit het archief van het Nationaal Schoolmuseum.
Zie bijvoorbeeld het thema Onderwijsmethoden. Beetje rommelige inleiding, die van schooltassen via Comenius en leesplankjes springt naar het digitaal schoolbord. Daaronder hangen dan onder het kopje Uitgelicht zeven documenten: uit 1922, 1929, 1999, 1806, 1801, 1884 en 1948, in deze volgorde.



De onderwerpen:

- De betekenis van de bioscoop als leermiddel
Advies van de Onderwijsraad van 6 maart 1922 in de vorm van een rapport inzake de betekenis van de bioscoop als leermiddel.
- Het gebruik van de radio in de school
Advies van de Onderwijsraad van 11 mei 1929 m.b.t. het gebruik van radio in de school.
- Leren met ICT: nieuwe accenten
Advies van de Onderwijsraad van 12 maart 1999: Leren met ICT: nieuwe accenten.
- Groot A/B/C/boek
Boek uit 1806, collectie Nationaal Onderwijsmuseum: Groot A/B/C/boek: zeer bekwaam voor de jonge kinderen te leeren: men moet in 't A/B/C/ eerst wel geoefend wezen, zal men zich eenigzints begeeven tot het lezen.
- Trap der jeugd
Leesboekje uit 1801, collectie Nationaal Onderwijsmuseum: Trap der jeugd. Uitgegeven door de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen.
- Verslag van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen in het Koningrijk der Nederlanden over 1883-1884
Inspectie van het Onderwijs: Over leermiddelen, schoollokalen en schoolmeubelen
- Het onderwijs in Nederland; Verslag over het jaar 1948
Inspectie van het Onderwijs: Over nieuwe lesmethoden voor taal en rekenen maar ook over nieuwe leermiddellen als de film.
Geen verband, geen logische volgorde. Het lijkt er maar zo'n beetje onder gesmeten.

Deze website is rommelig en onaf. Geen voorbeeld voor ons onderwijs, lijkt me.
Een noodgreep?

De websites van de drie betrokken organisaties zitten beter in elkaar. Maar op die van het Schoolmuseum staat een onheilspellende boodschap:
Begin oktober 2010 werd bij het Nationaal Onderwijsmuseum bekend dat de subsidie die zij van de gemeente Rotterdam ontvangt in vier jaar afgebouwd zal worden tot nul in 2015. Sindsdien is de onzekerheid over het voortbestaan van het museum in een stroomversnelling geraakt. Nog nooit in de geschiedenis van het museum zag de toekomst er zo slecht uit.


De gemeente Rotterdam trok niet alleen de subsidie in, eind maart werd ook de huur van het pand aan de Nieuwemarkt opgezegd. Inmiddels is bekend geworden dat hier in 2013 het Erasmus University College gevestigd gaat worden. Twee weken na de huuropzegging  bleek ten slotte dat de minister van Onderwijs, Marja van Bijsterveldt, het voornemen heeft om ook de Rijksbijdrage aan het museum per 2012 te halveren.


Wel heeft de gemeente Rotterdam toegezegd het museum voor de stad te willen behouden. Op dit moment zijn gemeente en museum samen op zoek naar nieuwe huisvesting. Net als in de rest van de culturele sector, zal het museum nog meer dan nu eigen inkomsten moeten genereren en  gelden moeten werven via projectmatige subsidies en sponsoring. 


Vanzelfsprekend streeft het museum er naar om op een nieuwe locatie toegankelijk te blijven voor het publiek en wil het museum bijzondere tentoonstellingen en projecten blijven maken. Via deze website en de e-nieuwsbrief zullen wij u regelmatig op de hoogte houden van de ontwikkelingen en de toekomst van het Nationaal Onderwijsmuseum.  '

Droevig voor het museum. Je kan een petitie tegen sluiting tekenen. Of het zal helpen...
Dit zal de Onderwijsraad en de Onderwijsinspectie uiteraard niet overkomen. Denk ik.

NB. Op 30 januari 2012 werd bekend dat het museum (voorlopig?) zal doorgaan - in Dordrecht.

zondag 11 december 2011

Leesgoed 2011-5



Medio december verscheen Leesgoed 2011-5, gelukkig zónder mededeling over stoppen, weggaan bij uitgever o.i.d. (Zie ook hier en hier.) Maar wel zo laat dat ik me afvraag of er dit jaar nog een nummer 6 komt. Zou eigenlijk wel in de verwachting liggen, want in het colofon staat pront: 'verschijnt zes keer per jaar'.

Het nummer staat van voor tot achter (dus inclusief de praktische rubriek Boekidee) in het kader van het thema.
Voor wie er niet zo vertrouwd mee is, schreef redactielid Sandra van Bruinisse 'Digi voor dummies'.
Alleen de twee pagina's met een grote illustratie ontsnappen aan het thema: getoond is een beeld van Rébecca Dautremer uit Alice in Wonderland (Davidsfonds, 2011). Ha, een nieuwe bewerking van het meesterwerk van Lewis Carroll! Bewerker is Ed Franck. Dat maakt nieuwsgierig. Hieronder een detail uit de tekening:


Wat biedt dit nummer? Hoofdredactrice Karin Kustermans start met een opstel over 'Lezen in digitale tijden'. Er zit veel Carr in, niettemin vindt ze 'het internet fantastisch'. Ze hoopt dat er 'in een tijdperk waarin we overal kunnen zijn' plaats blijft voor rust, concentratie en 'diep lezen' en ze citeert Seneca: 'Wie overal is, is nergens'.
Volgt Elizabeth Bird met een uit School Library Journal overgenomen lijstje criteria voor het beoordelen van apps gebaseerd op kinderboeken en Inger Bos gaat 'Op zoek naar een kinderboekenapp', van Bobbi naar de dierentuin tot Fiet wil rennen en (enige Engelstalige voorbeeld, terecht 'heel geslaagd' genoemd) The Fantastic Flying Books of Mr. Morris Lessmore. (Bij inspectie van iTunes blijkt hiervan toch een Nederlandstalige versie te zijn, als ik me niet vergis.)
'Rijk word je niet van e-books', zegt auteur Rian Visser in een interview met redacteur Wendy de Graaff. Daarover denken ze bij Apple wellicht anders. Geen wonder want, aldus Visser, 'een goede app maken is qua techniek behoorlijk duur en 30 % van de opbrengst is voor Apple'. 'Je moet er minstens 1000 verkopen voor je uit de kosten bent.'
Ilona Plichart interviewde Adriana Bus, die o.a. de mooie uitspraak doet: 'Geen enkel "medium" kan ouders vervangen.' Zo is het maar net. En 'inhoud is wat telt', ook zo'n goeie, zegt bibliothecaresse Gonneke Wegner (DOK Delft) in een interviewtje van Joke Guns (zie ook haar blog).
Aidan Chambers, geïnterviewd door Karin Kustermans, is voorzichtig over digitalia, en bekent: 'Ik ben een verstokt liefhebber van het papieren boek en zal dat altijd blijven!'

En wat nog meer? De recensies natuurlijk, en Boekidee, al genoemd en voorafgegaan door een handig digilijstje door Boekidee-redacteur Gretha Straatsma. (Jammer dat de digitale versie van Boekidee voorlopig gestopt is in 2010.)
Dit nummer maakt nieuwsgierig naar het volgende.

Zie op dit blog ook de besprekingen van nummer 2011-4, 2011-3, 2011-1 en 2011-2, en 2010-6.



zaterdag 10 december 2011

Jeugdliteratuur is literatuur

In De Balie in Amsterdam gaat op dinsdag 13 december Bart Moeyaert in gesprek met recensente Joukje Akveld. Bart Moeyaert zal volgens Leesplein ' de stelling verdedigen dat jeugdliteratuur geen afzonderlijke behandeling verdient '.
Op 13 december kunt u luisteren naar het verhaal van zijn schrijverschap, zijn denk- en schrijfwereld, waarbij hij juist geen etiketten plakt maar laat zien dat literatuur als geen ander genre grenzeloos en voor alle leeftijden en voor iedereen is.
Joukje Akveld, journaliste en recensente,zal hierna met hem en het publiek in gesprek gaan.  ' Aldus de SLAA.

Foto: Diego Franssens.

De avond vormt de afsluiting van het vak ´Geschiedenis en theorie van de jeugdliteratuur´ en wordt georganiseerd door de opleiding Nederlandse taal & cultuur van de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA). 

Interessante stelling. Ik zal er helaas niet bij kunnen zijn en dat vind ik jammer, want ik had graag gehoord hoe  Bart Moeyaert deze mening verdedigt.
Hij sluit aan bij een inmiddels al decennialange traditie waarin auteurs en recensenten betogen dat jeugdliteratuur ook literatuur is en dus op dezelfde manier kan worden beoordeeld als volwassenenliteratuur. Bestaat het verschil tussen jeugd- en volwassenenliteratuur wel, lijken sommigen zich af te vragen.
Achter deze positie schuilt een nog oudere frustratie over gebrek aan waardering voor jeugdliteratuur. Peter van den Hoven was een ijverige vertegenwoordiger van zulke recensenten, zie zijn laatste boek, Jeugdliteratuur bestaat niet. De titel van het academische tijdschrift-in-boekvorm Literatuur zonder leeftijd verwijst naar een soortgelijke stellingname.

Tja, wat is bestaan, wat is zijn. Bestaan goden?

Feit is dat vrijwel alle bibliotheken en boekwinkels een aparte afdeling voor kinderen hebben. Zouden ze die moeten opheffen? Ik vrees dat bezoekende kinderen in zeer korte tijd de weg kwijt raken en niet meer terugkomen.
Men mag de stelling verdedigen dat alle literatuur voor iedereen is, maar de stelling dat alle literatuur voor kinderen begrijpelijk is, lijkt me lastiger te verdedigen. Finnigans Wake aanbieden aan een kleuterklas?
Natuurlijk, volwassenen die denken dat jeugdliteratuur uitsluitend interessant is voor kinderen, missen iets. Veel kinderboeken hebben volwassenen ook iets te bieden en niet alleen classics als Alice in Wonderland. Gebrek aan belangstelling en waardering voor jeugdliteratuur hebben iets te maken met gebrek aan belangstelling voor de manier waarop kinderen naar kunst en naar de wereld kijken, maar ook met gebrek aan openheid voor kunst die niet meteen als Belangrijke Grotemensenkunst is geëtiketteerd.
Maar dat lijkt me geen argument om te ontkennen dat er literatuur is die speciaal voor kinderen wordt gemaakt of dat er literatuur is die vooral kinderen aanspreekt.

Afijn, ga vooral luisteren. Ik hoop dat Bart Moeyaert en Jouke Akveld een volle zaal trekken.



vrijdag 9 december 2011

Jeugdliteratuur in praktijk weg bij NBD Biblion

Begin deze maand verscheen Jeugdliteratuur in praktijk 2011-4.

Thema: dood. Er zijn praktische en direct toepasbare lesideeën bij:
Thirteen reasons why: een testament... van Jay Asher
Nachtverhaal van Paul Biegel
Je moet dansen op mijn graf van Aidan Chambers
Adempauze van Julia Green
Mijn zus woont op de schoorsteenmantel van Annabel Pitcher en
Ik heet Olivia en daar kan ik ook niks aan doen van Jowi Schmitz.
Van de veertien besproken jeugdboeken in de rubriek Aanraders is Prikkeldraad van Derk Visser extra uitgelicht.

Bron: Leesgoed online, nieuws. Wat ook in het bericht stond is dat dit het laatste nummer bij NBD Biblion is, en dat kreeg ik eveneens via e-post van de redactie te lezen:
De redactie van Jeugdliteratuur in praktijk is overvallen door haar uitgever, Biblion, met de mededeling dat het blad met ingang van 1 januari a.s. opgeheven zal worden. De drie redacteuren vinden dat het blad een duidelijke reden van bestaan heeft. Daarom willen wij kijken of we een ‘doorstart’ kunnen maken.   '
Komt me bekend voor, zie voorgaand bericht in dit blog. Ook het tijdstip komt me bekend voor: al eerder werden uitgaven bij NBD Biblion op zulke korte termijn beëindigd. Men neemt in dit geval niet eens de moeite om het op de eigen website aan te kondigen, daar kan men zich nog gewoon op het tijdschrift abonneren. Gelukkig was de webredacteur van Leesgoed dus wel zo attent om het te vermelden:
'  Het thema 'dood' is door een absurde samenloop van omstandigheden symbolisch. Dit is namelijk na zestien jaargangen het laatste nummer van het tijdschrift Jeugdliteratuur in praktijk. NBD Biblion is helaas genoodzaakt om ermee te stoppen. Het is niet gelukt voldoende abonnees te verkrijgen, die uiteindelijk garant moeten staan voor een gezonde exploitatie. De redactie zoekt nog naar mogelijkheden voor een vervolg. Wij houden u op de hoogte.  '
Deze webredacteur, Richard Saris, zal niet blij zijn: zestien jaar lang heeft hij de kopij voor Jeugdliteratuur in praktijk bewerkt, met hart en ziel.

De redactie voegde bij zijn bericht een brief. Die luidt als volgt:
'  Beste liefhebbers van de jeugdliteratuur,
Wij hebben behoefte aan advies. ‘Wij’ zijn de redacteuren van het blad Jeugdliteratuur in praktijk: Rob van Veen, Max Verbeek en Ger van Hoek. Ons blad is door uitgeverij Biblion opgeheven, om bedrijfstechnische redenen. Plotseling, zonder vooroverleg en volgens ons onnodig.
Wij hebben verstand van jeugdboeken, van didactiek en van redigeren, maar niet van produceren en uitgeven. Daarom hebben we advies nodig: we willen het blad namelijk graag voortzetten, maar hoe pakken we zoiets aan?
Wat is Jeugdliteratuur in praktijk voor een blad? De meesten van jullie zullen het blad kennen, maar voor alle duidelijkheid een korte introductie. Als bijlage sturen we u het laatste nummer: jaargang 16, nummer 4 (december 2011). De docenten Nederlands in de onderbouw van het voortgezet onderwijs vormen onze doelgroep. We richten ons op alle niveaus; het vmbo heeft onze speciale aandacht. Het doel is: direct toepasbare lesideeën leveren bij recente jeugdboeken en klassiekers.
Heel concreet willen we weten hoe je de voortgang van zo’n blad aanpakt; tot wie wij ons zouden kunnen wenden; waar we op moeten letten; wat voor gegevens we nodig hebben etc.

Jeugdliteratuur in praktijk is volgens ons een unieke uitgave. Door het wegvallen van het blad ontstaat er een lacune. Als u ook vindt dat zo’n uitgave in een behoefte voorziet, denk dan met ons mee. U kunt ons bereiken via een van de volgende e-mailadressen: r.j.vanveen[at]orange.nl, maxverbeek[at]planet.nl en gervanhoek[at]hetnet.nl.
Met vriendelijke groet,
namens de redactie,
Ger van Hoek '
Waarvan acte. Hopelijk zal ik over succes kunnen berichten.




donderdag 8 december 2011

Leespluim weg bij NBD Biblion

Met veel enthousiasme is in 2006 in nauwe samenwerking met het in 2001 gestarte en eind 2009 gesneuvelde tijdschrift Leeskraam en later in samenwerking met Leesgoed de Leespluim op touw gezet. Een tien keer per jaar uitgedeelde Pluim voor het beste boek voor jonge kinderen, toegekend door een betrokken en terzake kundige jury.
Trouw verscheen iedere maand (behalve 's zomers) het persbericht in mijn e-post. Ook nu: de Pluim van de Maand januari 2012 gaat naar Lieve kleine Rolf van Nadia Shireen (C. de Vries-Brouwers). Met als steeds een zeer uitvoerig juryrapport, zie onder, maar ook een opmerkelijke mededeling:
Vanaf januari stopt de samenwerking tussen NBD/Biblion en Leespluim; helaas is er dan geen geld meer beschikbaar om de kosten voor de uitreiking van de Leespluim te dekken.
Op dit moment zoekt de jury naar andere wegen om de Leespluim te kunnen voortzetten.
Wij houden u op de hoogte.  '
Het verwondert me niet. Alleen wil er bij mij niet in dat er bij NBD Biblion geen geld voor zou zijn. Wie een tamelijk duur project als de Boekensalon op het net houdt en recent nog een totale restyling kon betalen, heeft die paar duizend euro (meer was het niet) voor de Leespluim ook nog wel op zak. Het bedrijf heeft het er zeer vermoedelijk eenvoudigweg niet voor over.
Hopelijk kan de prijs ondergebracht worden bij Stichting Lezen (NL).


Juryrapport: Leespluim van de maand januari 2012
Als we de berichten in de media mogen geloven, duurt het niet lang meer of de wolf komt ons land binnen.
Terecht of niet, wolven hebben een slechte reputatie. Denk maar aan ‘De wolf en de zeven geitjes’ en ‘Roodkapje’ of, wat dichter bij onze tijd, aan ‘Van Wisjni naar Wosjni’ van Annie M.G. Schmidt. Maar zie, daar is Rolf - inderdaad, rijmt op wolf – en hij is, dat zegt mevrouw Bodde zelf, een lief wolfje. Kijk maar hoe behulpzaam hij de wol ophoudt voor de oude dame. Rolf houdt van taarten bakken, eet altijd zijn bord leeg, is aardig tegen zijn vriendjes. En die boze wolven waarover mevrouw Bodde hem heeft verteld, hij hoopt er nooit een tegen te komen. 
Maar dat gebeurt juist wel en die grote boze wolf, zijn zwart tegenover het grijs van Rolf, twijfelt aan de identiteit van het lieve wolfje. Kan hij tegen de volle maan huilen, kan hij huizen omver blazen, eet hij mensen op? Als Rolf het probeert, mislukt het. Alleen het eten van mensen heeft hij achterwege gelaten. De grote boze wolf daagt hem uit om daarmee te bewijzen dat hij een echte wolf is.
Dan slaan bij Rolf de stoppen door en met de wol van mevrouw Bodde slaagt hij erin zijn boze soortgenoot in te kapselen. Rolf is een echte wolf en dat moet gevierd worden, vindt mevrouw Bodde. Gedrieën zitten ze aan tafel, met koffie en taart, en op de vraag of hij nooit meer mensen zal opeten, antwoordt de grote boze wolf: ‘Ja, goed hoor.’ Eind goed, al goed, denkt de lezer. De voorlaatste plaat maakt een abrupt eind aan deze illusie. De drie stoelen aan de tafel zijn leeg en de grote boze wolf zit met een kopje koffie en een welgedane buik tevreden in een fauteuil. De rest laat zich raden.
Rolf is een figuurtje dat kinderen zal aanspreken. Hij is aardig, maar weet ook kordaat op te treden. In het verhaal staan de zachte kleuren tegenover de zwarte boze wolf. Maar zelfs met in het achterhoofd de gedachte aan de slechtheid van wolven, blijf je tot aan het eind toe geloven dat de zachte krachten zullen overwinnen. Maar ja, een verhaal met een wolf erin, dat moet wel, zoals in sprookjes, slecht aflopen.
Op de eerste pagina zagen we een groepje, waaronder Roodkapje, dat kennelijk luistert naar een verhaal. Maar er is geen voorlezer te zien. Die komt pas op de allerlaatste pagina tevoorschijn: de grote boze wolf, die voorleest uit... Lieve kleine Rolf. En u zult merken, een heerlijk boek om voor te lezen.

Boekgegevens
Titel: Lieve kleine Rolf
Auteur/illustrator: Nadia Shireen
ISBN 978 90 5927 198 2
Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, € 14,90
Prentenboek / vanaf ca. 4 jaar
De Leespluim is een bekroning van kwalitatief goede en veelzijdig bruikbare boeken voor jonge kinderen. De organisatie is in handen van Biblion Uitgeverij, i.s.m. een breed platform. De eerste Leespluim werd uitgereikt in mei 2006. Zie voor alle Leespluimen en juryrapporten http://www.leesgoed.nl.
De Leespluimjury bestaat uit: Kees Broekhof (specialist taal en minderheden, Sardes), Agnes van Hoesel (uitgeverij KIDDO, SWP), Herman Kakebeeke (juryvoorzitter), Irma Land (Leesbevordering & Edutainment), Lia Reedijk (boekhandelaar, Utrechtse Kinderboekwinkel) en Anja de Rek (beleidsmedewerker skon kinderopvang).
Voor meer informatie en beeldmateriaal Leespluim kunt u contact opnemen met: Irma Land, coördinator Leespluim; e-mail irma[at]omni-focus.nl of tel. 0343-442984.

dinsdag 6 december 2011

Leven zonder boeken

Een opmerkelijk bericht op de site van de Britse National Literacy Trust: '3.8 million children in the UK do not own a book'. Herhaald in The Guardian 5 december 2011: ' Almost 4 million children in Britain – one in three – do not own a book, a poll has found. ' Die bijna vier miljoen kinderen lezen dus waarschijnlijk ook heel weinig boeken.

De rest van het bericht in The Guardian: ' The National Literacy Trust charity, which carried out the survey, said the proportion had risen from one in 10 in 2005. The charity said the findings were very worrying because book ownership was linked to children's future success in life. Children who read well can often overcome other hurdles that lock their peers into a cycle of disadvantage, it said.
Jonathan Douglas, director of the charity, said children were reading from books and even computers less, but watching films and images on screens more. He said there were many more forms of entertainment competing for children's attention than there used to be. The charity commissioned researchers to quiz more than 18,000 children aged 11 to 16. Almost a fifth – 19% –said they had never received a book as a present and 12% said they had never been to a bookshop. Girls were slightly more likely than boys to own a book.  '

Dat laatste bevestigt vele voorgaande bevindingen. Meisjes (vrouwen) lezen meer dan jongens (mannen).
Dat de National Literacy Trust de gegevens zorgelijk zou vinden omdat 'book ownership was linked to children's future success in life' leek me vreemd: niet boekbezit maar leeservaring kan, met wat voorbehoud hier en daar, verband houden met loopbaansucces. Om boeken, kranten en tijdschriften te lezen hoef je ze niet per se te bezitten. De Trust zelf is dan ook iets voorzichtiger: 'the number of books in the home is directly linked to children’s reading levels', maar koppelt de aanwezigheid van boeken in huis wel direct aan book ownership. Dat je boeken ook zou kunnen lenen lijkt de Trust even ontgaan. Ook de rol van het onderwijs wordt in het persbericht niet genoemd. Het is alsof de Trust zich hier tot verlengstuk van de boekverkopersbranche heeft gemaakt. 
Inspectie van het rapport levert echter op dat bibliotheekbezoek wel is meegenomen, maar slechts zijdelings. Typerend is dit citaat:
'Numerous studies show that access to books and other reading materials is particularly important in children’s language and literacy development. Receiving books as presents is one way to enrich learning at home and can help to encourage children and young people to enjoy reading for pleasure. Yet, 19% of young people said that they had never received a book as a present, while 12% have never been to a bookshop and 7% have never been to a library. 
There is a clear relationship between receiving books as presents and reading ability.
Children who agreed that they had never been given a book as a present were less likely to be reading above the expected level for their age (see Table 1). Of children that had never been given a book as a present, 37.9% read above the expected level for their age. Of those that disagreed with the statement, 54.3% were above the expected level.'

En wellicht ook dit:
'At a crude brushstroke, young people who have books of their own are more likely to be girls, in KS2 or KS3, socio-economically better off, from White or Mixed ethnic backgrounds and without a special educational need. Having books of your own is associated with clear literacy outcomes. When compared to peers who do not have books of their own, children who own books:
• enjoy reading more
• read more books
• read more frequently
• read for longer lengths of time when they do read
• have more books in the home
• read more of every kind of material not just books
• are more likely to have been bought a book as a present
• are more likely to have ever visited a library or bookshop
• have more positive attitudes to reading
• find it easier to find books that interest them
• have higher attainment
Whether young people say that they have books of their own is also related to their reading attainment (see Table 2). Of the children and young people who have books of their own, the majority (55%) read above the expected level for their age, while over a third read at the expected level. Of those who have books of their own, less than 10% read below the level expected for their age. By contrast, of those who don’t have books of their own, nearly a fifth read below the expected level, while the majority (46%) read at the expected level and a third read above the expected level for their age.'
Het al dan niet bezitten van boeken lijkt uitgangspunt te zijn geweest. Dat levert het gevaar op van valkuilen & open deuren: natuurlijk hebben boekenbezitters een positievere houding ten opzichte van lezen: anders zouden ze die boeken niet op hun verlanglijstje hebben gezet. Wat was er eerder: de kip of het ei? De vraag is natuurlijk hoe ze tot die leeslust zijn gekomen.
De Trust merkt in het rapport dan ook op:
'However, what matters is that for many addressing literacy skills is a key first step in beginning to address and overcome other related factors that lock individuals into a cycle of disadvantage. Ensuring children and young people enjoy reading, and can access books and other reading materials should therefore be a priority for schools, homes and communities across the UK.'

Intussen is de achteruitgang in leesvaardigheid en leeservaring, als je die zou mogen afleiden uit dit onderzoek, natuurlijk wel zorgwekkend. Inderdaad: 'Children who read well can often overcome other hurdles that lock their peers into a cycle of disadvantage', zoals in het bericht van The Guardian staat. Daarnaast krijgen ze ook nog een schat aan verhalen, poëzie en kennis. En in het verlengde daarvan, als het wat meezit, een ruimere blik op de wereld.
Zie ook Laten lezen, dat het bericht op 5 december (zeer alert) iets verkort overnam. En zie het bericht op de site van de Trust, waar het rapport is te downloaden.
Op Leesgoed was op 5 en 6 december nog niets te vinden, maar het viel me wel op dat het nieuws weer goed wordt bijgehouden.
En Leesgoed 2011-5 is uit, met als thema 'Het kinderboek gaat digitaal'. Daarover later.

Recensent: zinvol in 21e eeuw?

Veel fervente lezers spreken of schrijven graag over wat ze gelezen hebben. Sommigen maken er een soort beroep van: de recensenten.
Die wordt op 8 december een hart onder de riem gestoken door de Britse hoogleraar Gary Day. Die geeft die dag in Nijmegen een lezing getiteld ‘Book Reviews: They’re Good for You. So Read Them’, waarmee hij de slotsom van zijn lezing dus meteen weergeeft. Maar voor diegenen die zijn argumenten willen horen: 17:30 tot 19:00, Gymnasion, GN3, Heyendaalseweg 141, Nijmegen. 'Aansluitend is er om 19.00 een receptie. De voertaal is Engels.' 'Hij zal in zijn lezing het wezen van de boekrecensie definiëren, vanuit historisch perspectief bekijken op welke wijze het genre veranderde door de jaren heen en de vraag bespreken of ze er nog altijd toe doen: heeft de recensent in de 21ste eeuw nog een zinvolle taak en welke is dat dan?'
Aldus het bericht van IP Online. Ik zal er helaas niet heen kunnen, dus verwacht geen samenvatting op dit blog.