Zoeken in deze blog

maandag 19 november 2012

Kuifje in Zweden

Van tijd tot tijd wordt ergens ontdekt dat Kuifje met name in de eerste albums rondstruint in een wereld die keurig overeenkomt met de wat oud-koloniale blik van zijn maker Hergé ofwel Georges Remi. Kuifje in Afrika is het meest bekritiseerde werk. Nog in 2010 diende te Brussel een Congolese student, Mbutu Mondondo, een aanklacht in wegens racisme. (Abonnees van Leesgoed, zie ook hier.) (De zaak is middels een hoger beroep nog steeds aanhangig, begreep ik.)


En dit jaar is het raak in Zweden.
Als ik mijn eerste bron mag geloven heeft het Cultuurhuis in Stockholm alle albums over Kuifje (Zweeds: Tintin) verwijderd wegens, alweer, racisme. Aldus besloot Behrang Miri, 'Konstnärlig ledare barn och unga'. Hij wilde daarmee een discussie op gang brengen. En enig ophef wist hij wel te veroorzaken. Hij kreeg er zelfs een beetje spijt van.

Eric Sjostrom ('Kulturhuschef', hv) a d'ailleurs appuyé sa décision, affirmant que « les questions de discrimination et d'égalité continuent d'être débattues et discutées ». « Behrang Miri est employé comme directeur artistique pour les enfants et les jeunes de la Maison de la Culture avec un mandat explicite pour élaborer le contenu artistique. Sa mission est de travailler sur des questions de discrimination. Je le soutiens », ajoute-t-il.
Ofwel: zijn baas Sjöstrom steunde hem. Zijn opdracht is zich bezig te houden met discriminatie, en dat heeft-ie gedaan.

Cette décision, rapidement ébruitée par Behrang Miri lui-même et médiatisée, a enflammé les médias. Des sondages ont alors été réalisés, afin de savoir si cette opinion reflétait une impression nationale. Tintin, encore pour cette fois, a de la chance : 85% des 20 000 votants se sont prononcés contre cette interdiction, rapporte le Dagens Nyheter.
Ofwel: dit nieuwtje, met ijver gebracht door Behrang zelf, riep veel reactie op, compleet met peilingen. Die peilingen hadden een duidelijke uitslag: 85 % was tegen zijn besluit.

Pour Fredrik Strömberg, président de l'Association BD suédoise (Seriefrämjandet , hv), cette censure provocante pour  « débattre des discriminations » n'est tout simplement pas la « bonne méthode ». « Les enfants sont plus intelligents que cela », déclare-t-il. Ofwel: kinderen zijn te intelligent voor dit soort maatregelen, volgens de voorzitter van de Zweedse Vereniging voor Beeldverhalen.
Et Behrang Miri de s'expliquer publiquement : « Je voulais soulever un débat sur les questions de discrimination, mais je me rends compte maintenant que c'est une erreur de s'en prendre à la littérature.»
Ach, en dan Behrang: 'Ik wilde vooral een discussie en ik realiseer me nu dat je de literatuur niet kan kwalijk nemen dat er wordt gediscrimineerd.'

Aucun doute, le monde a encore du stéréotype en stock pour Tintin, et on n'a pas fini de s'en prendre à Hergé. ' Vrij vertaald: dit zal niet de laatste keer zijn dat men iets op Hergé heeft aan te merken.

Of de albums inmiddels weer zijn teruggeplaatst, dat kwam ik niet te weten, o.a. doordat mijn Zweeds niet goed genoeg is.

dinsdag 13 november 2012

Jeugdliteratuur het bestuderen meer dan waard

Onder deze wat uitdagende maar tegelijk ook wat wanhopig klinkende titel vond op 9 november 2012 in Gent de jaarlijkse studiedag plaats van de Nederlands-Vlaamse werkgroep voor onderzoekers van jeugdliteratuur, 'in samenwerking met IBBY Nederland / Vlaanderen'. We waren te gast bij de Universiteit van Gent.
Charmant van deze miniconferenties is dat rijp en groen presentaties houdt: zowel ervaren rotten als net afgestudeerde onderzoekers. Presentaties met referent: iemand die vragen paraat heeft over de presentatie en de discussie aanwakkert.
En soms komt er iemand van buiten ons taalgebied langs, zoals deze keer Mieke Desmet uit Taiwan (Universiteit Tunghai), die ons een vermakelijk kijkje gunde op de inzet van Nijntje als verkoopbevorderend icoontje. De Nijntje-boeken zelf zijn volgens haar niet te krijgen in Taiwan. Echt diepgaande conclusies trok Mieke Desmet overigens niet uit haar bevindingen.



Rijp en groen: deze keer was het vooral groen, het nieuwe talent, dat een kans kreeg.


Sara van Meerbergen (Universiteit Stockholm) hield een 'verkenning van het postmoderne landschap in de lusboeken van Tom Schamp'. Lusboeken: boeken die je kan omdraaien en dan opnieuw lezen. Ze nam de 'Wimmelboeken' erbij. Wimmelboeken? Ik heb op de term gezocht en kreeg 1 relevante vermelding, zie hier. Enfin, Sara doelde op boeken met platen waarop heel veel te zien is, waarop het wemelt van de details.
Tom Schamp speelt graag met verwijzingen in zijn werk, dat bleek duidelijk. Of je dat meteen als 'postmodern' moet betitelen, ach.


Kim Blondeel (Universiteit Gent, vakgroep Duits) ging in hoog tempo door het werk van Walter Moers, om te tonen dat dit werk 'meervoudig geadresseerd' is, wat zoveel wil zeggen als dat jong en oud en meer of minder geletterde lezers ervan zouden kunnen genieten. Dat betoogde ze overigens niet op grond van proefondervindelijk onderzoek, maar door een vergelijking met (nogal grofstoffelijk bij elkaar geharkte) onderscheidende kenmerken van jeugd- en volwassenenliteratuur en door het wijzen op verborgen citaten.

Margot van Dingenen (student Zweeds en Engels Universiteit Gent, bezig aan een thesis over Zweedse jeugdliteratuur - en daarnaast ook dichter) betoogde verfrissend dat de perifere positie van jeugdliteratuur in het 'literaire systeem' leidt tot experimenten en vernieuwing. Maar met haar stelling dat hoe meer 'literair kapitaal' de auteur heeft, hoe minder die auteur vernieuwend schrijft, ging ze volgens de zaal een stapje te ver, want die stelling is immers makkelijk om te draaien: hoe minder experimenteel, hoe meer te pruimen voor een breed publiek. Bovendien bleek het (diverse mensen uit de zaal deden het) makkelijk om voorbeelden te vinden van auteurs die vernieuwend gevonden worden en toch een groot publiek hebben.


Erna van Koeven kun je met enige goede wil tot de oude rotten rekenen, hoewel ze nog niet zo oud is en nog maar pas geleden (16-11-2011) gepromoveerd. Ze doceert evenwel al sinds 1990 aan de Hogeschool Windesheim. Wat ze vertelde over hoe er op protestants-christelijke basisscholen boeken worden geselecteerd verbaasde vooral de Vlaamse toehoorders. Voor ons kaaskoppen is het niet verrassend te horen dat boeken waarin magie een rol zou spelen er op enkele honderden scholen niet in komen en evenmin dat er op sommige scholen gescreend wordt op 'grof taalgebruik'. Ze bracht het met verve, met als pronkstuk dat ene boek waarin overijverige leerlingen alle 'lelijke woorden' hadden weggestreept. Zelfs de directeur van die school was onthutst. En dan nog die smakelijke binnenkomer, over de klacht van Sanne Terlouw inzake merkwaardige ingrepen in leerboeken, zie ook hier. Had kunnen leiden tot een discussie over het verschil tussen selectie en censuur, maar die kwam niet van de grond.


Een echte oude rot was Piet Mooren, hoofdredacteur van Verborgen talenten, jeugdliteratuur op school, die zicht bood op de vele vormen en mogelijkheden van het tekstloze prentenboek. Hij eindigde zo:
' Dat het woord dat beeld is geworden niet zonder het woord kan, bleek uit het samenspel tussen schoolplaten, fotomontages, prentenboeken en het woord in diverse vormen. Of uit het gebruik van intermedialiteit en intertextualiteit in beeldverhalen als die van Anno of Dematons. De paradoxale kracht van tekstloze beeldverhalen, tekstloze schoolplaten, fotomontages of woordloze beeldletters bestaat er uit dat ze houvast geven om er een verhaal bij te vertellen en steun bieden bij het navertellen. Zonder die steun van het woord zouden beeldverhalen nooit zo lang zijn meegegaan. Een gebrandschilderd raam als dat van de barmhartige Samaritaan heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat die parabel zo canoniek is geworden. Maar zover was het nooit gekomen, wanneer deze parabel niet eeuwenlang op een vaste zondag in het jaar was voorgelezen met een stevige preek als toegift. 
Intussen mag de vaderlandse en mondiale jeugd al vroeg laten weten wat als canoniek mag gelden. Tekstvrije prentenboeken hebben dan het streepje voor dat ze over de hele wereld enthousiast onthaald kunnen worden. ' Die opmerking over wat als canoniek mag gelden werd door zijn referent (schrijver dezes) aangegrepen voor discussie, want hoe dat gaat, dat canoniek worden, daarover had de spreker weinig gezegd. Maar de formulering was niet terloops gekozen: Piet Mooren beschreef het proces als iets dat van onderop komt, canonisering die tot stand komt door de keuze van kopers, niet door de keuze van smaakmakers. De discussie over de invloed van commerciële krachten kwam niet echt van de grond.


Rijp of groen, de Nederlandse en Vlaamse onderzoekers van jeugdliteratuur doen er volgens mij goed aan om de traditie van hun jaarlijkse bijeenkomsten voort te zetten. Het is een mooie kans voor onderzoekers om elkaar te ontmoeten en hun bevindingen te bespreken.
Diverse, zo niet alle lezingen zullen zeer waarschijnlijk over niet al te lange tijd te vinden zijn in een aflevering van het 'tijdschrift-in-boekvorm' Literatuur zonder leeftijd.


NB. Eerdere studiedag in dit blog: zie hier, 2010. Die van 2011 ging door allerlei omstandigheden niet door. In Gent vond wel begin 2011 het internationale symposium 'Never Ending Stories' plaats, zie hier.

NB2. Dezelfde Vlaamse toehoorders die zo verbaasd reageerden op de lezing van Erna van Koeven, waren iets minder verbaasd te horen van die anekdote die ik ze in de wandelgangen voorschotelde. Zo'n 25 jaar geleden vertelde Jos Baeckens, toen nog uitgever van Infodok, hoe hij met succes aan diverse Vlaamse scholen zijn kindertijdschriften wist te verkopen. Het succes was evenwel vaak van korte duur. Als de paters waren langsgeweest, bleken de abonnementen opgezegd en vervangen door die van (de abdij van) Averbode. Zo ging dat. Alleen werd daarover nauwelijks gediscussieerd.



dinsdag 6 november 2012

Boeken beleven

Ik kende al boekenlezers, -kijkers, -bladeraars, -snuffelaars, -ruikers, en wellicht bestonden boekenbelevers ook al, toch vond ik de term opvallen in een persbericht van Playlane. Dit bedrijf, o.a. maker van Fundels, kondigde vandaag een nieuw platform voor digitale prentenboeken aan en het persbericht begon aldus:

Door de komst van diverse generaties tablets en smartphones (iOS, Android, Windows8) komen kinderen van jongs af aan in contact met digitale media. Muziek, Video, strips, games en boeken worden steeds vaker digitaal geconsumeerd. Zo tonen Google Analytics cijfers aan dat dagelijks meer dan 10.000 Vlaamse kinderen tussen 3-7 jaar digitale boeken beleven via tablets en/of smartphones. Alleen de digitale Kabouter Plop-boeken (Studio100) kenden afgelopen weekend nog een absoluut record met meer dan 5750 digitale belevers op één dag. Hoewel e-lezen in Vlaanderen nog maar beperkt doorbreekt bij volwassenen lijkt dit bij de jonge generatie reeds de meest normale zaak. De verkopen van onder meer interactieve digitale prentenboeken kennen dan ook een continue groei (+45% op jaarbasis). ' (Cursieven van mij.)

Je hebt dus ook digitale belevers, kennelijk, althans volgens Playlane.

Het platform werd aangekondigd als Fundels AVI-boeken en zou op 8 november op de Antwerpse Boekenbeurs worden gepresenteerd. Waarschijnlijk is dat de reden dat er vandaag op de website van Fundels nog niets over te vinden (of te beleven) was.
Dus nog maar een citaat uit het persbericht:
Dit platform dat Fundels AVI-boeken zal heten wordt een uitbreiding op het Fundels prentenboeken platform dat reeds drie jaar bestaat en op dit moment in meer dan 750 Vlaamse scholen en 300 bibliotheken gebruikt wordt.

Het Fundels AVI-platform zal eveneens geprofileerd worden naar scholen en bibliotheken maar kent een heel belangrijke link met logopedisten. Zo bevat het platform naast diverse interactieve boeken een uitgebreid volgsysteem om de taalontwikkeling bij jonge lezers te kunnen volgen en bijsturen waar nodig. Kinderen krijgen immers via de pc, tablet of smartphone opdrachten aangeboden die interactief uitgewerkt en opgenomen worden. Deze opdrachten kunnen zowel in een school-, logopedische- of thuiscontext uitgevoerd worden. Logopedisten of leerkrachten kunnen nadien alle resultaten bekijken en de opnames beluisteren. Op die manier wordt door gebruik van digitale media de lees- en spraakbevordering bij het kind optimaal gestimuleerd.  '

Of die laatste claim zal worden waargemaakt, ik ben benieuwd.

maandag 5 november 2012

Regards européens

Wat er in Frankrijk aan literairs plaatsvindt, wordt in Nederland zelden genoemd. Dat geldt nog in grotere mate voor wat er gebeurt op het gebied van jeugdliteratuur en jeugdbibliotheekwerk, wat vermoedelijk mede veroorzaakt wordt door de povere beheersing van Frans door jonge landgenoten.
En daarom vermeld ik hier dan maar dat er op 15 november in Villeurbanne (17–21 boulevard du 11 Novembre 1918) een studiedag plaatsvindt getiteld 'Enfants et jeunes en bibliothèque: regards européens', met een lijst sprekers uit Frankrijk (uiteraard; en nogal veel...), Denemarken, Groot-Brittannië, Italië, Kroatië - en Nederland! Te weten Miranda Corbiere, medewerker van de bibliotheek te Hoorn.
De studiedag wordt georganiseerd door de Bibliothèque Nationale de France (Centre national de la littérature pour la jeunesse - La Joie par les livres) et l’École nationale supérieure des sciences de l’information et des bibliothèques (ENSSIB). Zie hier of hier voor het programma.
Villeurbanne is een voorstad van Lyon.

Abonnees van Leesgoed, zie hier voor een verslag van een eerdere Europese studiedag. Die leverde ook nog een boek op: Rencontres Européennes de la littérature pour la jeunesse, ISBN 978 2 35494 020 1.

zaterdag 3 november 2012

Nederlandse bibliotheken en de jeugd

'

Nieuws: Tweederde van de jeugd is lid van de bibliotheek

donderdag 1 november 2012 door Rieuwert Krol
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) meldt dat 66% van de jongeren het afgelopen jaar lid was van de bibliotheek. Uit cijfers van het CBS blijkt dat het aantal jeugdleners in bibliotheken is gegroeid van 2.113.000 in 2010 naar 2.189.000 in 2011. Het aantal volwassen leden is iets afgenomen. In 2010 waren er nog 1,88 miljoen leden, nu zijn dat er 1,82 miljoen. In totaal zijn 4.009.000 mensen lid van een bibliotheek.' (Tzum)
'Jeugdleners' zijn mensen van 0 t/m 17 jaar. Zie ook Leesplein:
'Er is in de leeftijdsgroep 18 tot 35 jaar een duidelijk dip te zien. ´Leden zeggen op bij ons als ze een jaar of 17, 18 zijn en ze komen weer terug wanneer ze kinderen krijgen´, aldus woordvoerster Francien van Bohemen van de VOB. ´De groei in de groep tot 18 jaar is al jaren vrij constant. Bibliotheken zien het ook als hun voornaamste taak om leesvaardigheid en taalontwikkeling bij de jeugd op peil te brengen en te houden. Jonge ouders nodigen we al per brief uit om naar de bibliotheek te komen als hun kind 3 maanden oud is.´ Zij refereert hier aan het succesvolle programma BoekStart.'

Betekent dit dat meer dan de helft van de Nederlandse openbare bibliotheken is ingericht voor mensen van 0 t/m 17 jaar?
Stap een bibliotheek binnen en kijk om je heen.

Maar aan Truuske Sanders heeft het niet gelegen. Deze oud-collega van mij neemt op 2 november afscheid van haar werk en dat werk hield o.a. het gaande houden van BoekStart in.
En met haar antwoord op de vraag, 'Wat zou je anders willen?' kan ik geheel instemmen:
'‘Ik wil graag weer een wettelijke basis voor het bibliotheekwerk en weer een hele goede bibliotheekopleiding, zowel op MBO- als op HBO-niveau. Wel is er nu gelukkig een Master Jeugdliteratuur aan de Universiteit van Tilburg. En verder laat de salariëring van specialisten te wensen over. Voor managers is dat beter, maar niet iedereen is een manager, en zoals gezegd: specialisten zijn heel erg nodig.´'