Beter had ik het niet kunnen zeggen:
'Kent u dat, die latente vrees dat het detectiepoortje bij
het verlaten van het warenhuis begint te loeien en te knipperen? Misschien is
het mijn neurotische aanleg, maar ik ervaar altijd iets van opluchting wanneer
ik een winkelpand weet te verlaten zonder dat zo'n apparaat aanslaat. Die
dingen hebben namelijk nogal eens de neiging vals alarm te slaan. Het
vooruitzicht dat een klerenkast mij met onderkoelde beleefdheid terug naar
binnen gebaart (waarbij de dievenpoort een tweede loeisessie inzet), mij verzoekt
opzij te stappen om vervolgens met zijn kolenschoppen de inhoud van mijn
draagtas om te ploegen; reden genoeg om dergelijke versterkte koopvestingen te
mijden als de pest. Datzelfde geldt overigens voor vliegvelden. Het opdrijven
van de mensenkudde bij de "security check", het vooruitzicht gedetecteerd en
gefouilleerd te worden; voor mij voldoende aanleiding de reisplannen te
heroverwegen.
In zulke situaties verandert men op slag van toerist in
potentiële terrorist, van koning klant in potentiële paria. Met deze overgang
betreedt de reis- of kooplustige een onbestemde zone waarin zijn status ter
discussie staat. Zodra beveiligers u vragen een stapje opzij te doen, stapt u
feitelijk een niemandsland binnen, een non-plaats waar vastgesteld wordt of u
gewenst dan wel ongewenst bent. Uw identiteit wordt er als het ware even
kaltgestellt. De meesten van ons verblijven er niet lang, hooguit een minuut.
Anderen daarentegen zitten soms jarenlang in een dergelijke tussenwereld
gevangen.
We noemen ze asielzoeker, vreemdeling, illegaal of illegal
combatant. We verbergen ze bij voorkeur in de buurt van vliegvelden of op een
uithoek van een eiland. We geven deze obscure non-plaatsen namen als
Detentiecentrum Rotterdam of Guantánamo Bay. "Laat varen alle hoop, gij die
hier binnentreedt", staat er in onzichtbare letters boven de toegangspoorten
geschreven.
Voor mensen die hier verblijven, geldt de
uitzonderingstoestand. Ze belanden in een vacuüm waar de gewone regels niet
meer gelden of slechts papieren waarde hebben. Dat krijg je ervan wanneer je in
plaats van een welbepaalde handeling, een mens "een illegaal" noemt. Van een
aldus als onwettig weggezette persoon blijft weinig meer over dan een hoopje
afval dat opgeruimd moet worden.
Maar niemand wil die rotzooi hebben, en zo zitten onze
bezemkasten vol met onzichtbaren die nergens meer naartoe kunnen. Ongewenst en
onuitzetbaar verslijten de onaanraakbaren van het Westen hun dagen in anonieme
verveling. Deze ontmenselijking heeft voorspelbare gevolgen: men gaat dergelijke
figuren inhumaan behandelen - intimidatie, vernedering en mishandeling worden
dagelijkse kost. Soms komen de paria's hiertegen in opstand en gaan, of het nu
op Cuba is of in Rotterdam, in honger- en dorststaking. Alsof ze zeggen: jullie
willen dat wij verdwijnen? Goed, dan doen we het zelf wel.
De "War on Terror" creëert zijn eigen terrorisme en de
oorlog tegen de illegaal zijn eigen illegaliteit. Nederland wordt bovendien al
een decennium gegeseld en gegijzeld door de Wilderiaanse anti-vreemdelingenretoriek.
Zijn woordenbombast heeft de angst voor de Ander opgestuwd en het verlangen
naar veiligheid verhysteriseerd. Het geïnstitutionaliseerde resultaat hiervan
is het ministerie van Veiligheid en Justitie. Een rechtsstatelijke miskraam uit
de kraamkamer van Rutte I die veiligheid boven recht stelt. PVV-zetbazen
Opstelten en Teeven mochten onder Rutte II op hun law-and-order-winkeltje
blijven passen.
Het opsluiten van vreemdelingen is op zichzelf al een
perverse en contraproductieve praktijk, maar uiteindelijk bepaalt het discours
tot hoever de dehumanisering reikt. Dat discours is in Nederland vergaand
vergiftigd en biedt een gunstig klimaat voor Guantánamo-perikelen in de polder.
Resultaat: een door het systeem opgeruimde activist als Aleksander Dolmatov,
een mishandelde vreemdeling als Cheikh Bah en onlangs een doodzieke, naar
Italië uitgezette hongerstaker als Bast Salhi. (Italië? Hadden verschillende
rechtbanken in Europa niet verboden om asielzoekers daarnaartoe te sturen
wegens systematisch schending van hun rechten?)
Misschien moeten we eens beginnen met een verandering van
taalspel: de illegaal wordt een gast, het detentiecentrum een tijdelijk
gastenverblijf en de bewaarder voor mijn part een hostess.
Maar voor het zover is: mocht u binnenkort op Schiphol
gevraagd worden een stap opzij te zetten, stelt u zich dan eens voor dat die
stap een eeuwigheid duurt. Het begint immers allemaal met empathie, zo'n
typisch menselijke maat die bij de onuitzetbare Teeven niet in veilige handen
is.'
Waarvan akte.
Wat me aantrok is natuurlijk ook het taalspel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten