Zoeken in deze blog

vrijdag 10 februari 2017

Een waterdicht plan

Het verhaal over Noach die alle dieren redde, is een heel oud verhaal uit het Midden-Oosten, en ook verhalen over grote overstromingen zijn talrijk.
Het zou kunnen zijn dat er enkele duizenden jaren geleden een meteoriet in de Indische Oceaan terecht kwam (zie de Burckle-krater)  die een enorme vloedgolf veroorzaakte. Geleerden die samenwerken in de Holocene Impact Working Group veronderstellen dit op grond van geografisch en geologisch onderzoek. Zij
'hebben de hypothese naar voren gebracht dat alle vloedlegenden als gevolg van deze inslag zijn ontstaan. Door alle oude vloedlegenden met elkaar te vergelijken kan opgemaakt worden dat de grote vloed begon op de morgen van 10 mei 2807 v. Chr.. Dat was in de periode van de inslag.

In deze periode vonden een aantal belangrijke gebeurtenissen plaats:

De Vroeg-Harappa-Ravi-fase van de Indusbeschaving eindigde;
In Sumer eindigde de regeerperiode van antediluviaanse koningen en begon de dynastie van Kish I;
De pre-Xia-dynastie van de Drie Soevereinen en de Vijf Oerkeizers begon rond 2850 v.Chr. (waarvan de eerste twee figuren Fuxi en Nüwa beschreven zijn als de overlevenden van de grote vloed en zo de voorouders van de mensheid);
Tijdens de regering van farao Semerchet (ca. 2900-2800 v.Chr.) vond volgens de geschiedschrijver Manetho een 'vreselijke ramp' plaats (maar zegt niet wat het was);
Volgens de Septuagint versie van Genesis vond de Zondvloed rond het jaar 3.000 v.Chr. plaats.'
(Zie ook: Recent Cosmic Impacts on Earth: Do Global Myths Reflect an Ancient Disaster? door Thomas F. King.)

Er was heel lang geleden al ene Atrahasis (Akkadisch: de wijze) die een rieten boot bouwde om te overleven. Warempel, ook in dit verhaal is er een boze god:

'Op een gegeven ogenblik zijn er zoveel mensen dat ze met hun lawaai de god Enlil uit zijn slaap houden. Deze besluit via de god Namtar de mensen een plaag te sturen. Dankzij de vrome Atrahasis houdt deze op. Na een tijdje maken de mensen echter weer te veel herrie naar de zin van Enlil. Ditmaal straft hij ze met een hongersnood. Deze wordt door de mensheid overleefd. Dan besluit Enlil drastischer maatregelen te nemen. Hij stuurt een zondvloed op de mensen af.'

Dat lijkt sterk op het overstromingsverhaal dat in het Gilgamesj-epos te vinden is. Op dit kleitablet:



Te vinden in het British Museum.
Ook in Afrika en India zijn overstromingsverhalen te vinden. De Masaï schijnen een verhaal te hebben over ene Tumbainot, die met vrouw, zonen en beesten ontsnapte aan een overstroming, veroorzaakt door, alweer, boze goden.

Noach (de naam schijnt rust te betekenen) komt voor in de Tenach, de Bijbel en de Koran. Met hetzelfde motief: een boze god, een overstroming, en een man die een schip bouwt met overlevende mensen en dieren.


Deze afbeelding komt uit de Jami' al-tawarikh (Het album van kronieken) van Rashid al-Din.

Volgens sommige soera's in de Koran en volgens de Thora zou Noachs bootje gestrand zijn op de Ararat, de berg die vroeger in Armenië lag en nu in Turkije ligt, waar hij Ağrı Dağı (spreek uit: Are Daj) wordt genoemd. Sommige diepgelovige christenen hebben dit verhaal overgenomen (zie o.a. hier), en hun wacht ter plekke desgewenst een mooi bouwsel, dat waarachtig door de oogharen bekeken iets van een boot heeft. Gidsen zijn zeer bereid om je tegen een bescheiden vergoeding erheen te loodsen. Zelf geloven ze er geen spat van.

Het is in ieder geval een typisch Middenoostenverhaal omdat mannen er de hoofdrol in spelen. Noach had een vrouw en drie zonen. Samen overleefden ze met al die beesten de zondvloed, en wij stammen dus allemaal van hen af. Hoe die zonen dat klaarspeelden, vermelden veel bewerkingen niet, maar de Bijbel wel: die zonen hadden wel degelijk hun (naamloze) vrouwen mee.

Er zijn onnoemelijk veel bewerkingen  van dit verhaal verschenen.

Onlangs hebben Annemarie van Haeringen en Gideon Samson daaraan een nieuwe toegevoegd: Alle dieren drijven.
Een groot prentenboek, waarvan de tekst aldus begint:

'Op een dag deed ik mijn ogen eens goed open.
Ik keek.
Ik schrok.
En ik begon te roepen.
Rommelmakers! Ruziezoekers! Rotzooitrappers!
Fluitende speren vlogen in het rond.
Kerels als beren rolden over de grond.

Hé! Hallo... HALLO!!!

Maar niemand wilde naar me luisteren.'

Een prachtig begin, want de verteller maakt zich niet bekend en dat blijft zo. Het blijft dus raden naar de aard van deze verteller. Het kan een regenboog zijn: hij of zij begint op de laatste pagina van het verhaal te stralen en we zien een regenboog. Of een van de twee namen op de voorkant...
Enfin, iedere lezer met iets minder argeloosheid vermoedt wie hier aan het woord is: God.

Hoe komt het verhaal op gang? Er is natuurlijk wél iemand die wil luisteren. Die krijgt evenmin een naam.




Aan zijn kleding kun je zien dat-ie niet van hier is, en verder zien we dat hij op een hoog punt staat en omhoog kijkt. Dat laatste zegt iets: die stem waarnaar hij luistert komt kennelijk van boven. Hij heeft zelfs een ladder bij zich, dus hij is naar boven geklommen en wie weet hoe ver hij wou reiken.

'We bouwden een plan.
Samen.
Ik was van het plan.
Hij was van het bouwen.'

We zien de man kijken naar een bos, bijl over de schouder.

'Het is een mooi plan, zei ik.
"Een waterdicht plan," zei de man.'



Fijn woordgrapje. We zien de man bezig de naden te dichten van wat heel waarschijnlijk een groot schip moet worden.
Zijn familie mag mee, en van alle dieren twee. Toen was het vol op 'onze boot' en begon het te regenen en bijna de hele wereld ging kopje-onder.
Op een gegeven moment vraagt de man aan een duif om te kijken of 'de bomen alweer boven water zijn'.

Ook een mooi grapje:

'Ik vond het sim bedacht van hem.
Ik was trots op mijn vriend.
Maar hij had het natuurlijk ook gewoon aan mij kunnen vragen.'

Voer voor theologen. Want ja, in veel bewerkingen, inclusief de Bijbel, slingert een god de ene na de andere opdracht naar de mensen, ook naar Noach, en nou zou hij zelf moeten uitvinden of er al ergens land in zicht was?
Dat theologisch grapje gaat nog door op de volgende pagina. Om de pret niet te bederven ga ik dat niet citeren.
Dit is een hele fijne bewerking van een bekend verhaal, met prachtige platen, en om die ten volle te genieten, zit er niets anders op dan het boek te kopen. Of desnoods lenen.



Annemarie van Haeringen & Gideon Samson. Alle dieren drijven. Leopold, 2017. ISBN 978 90 258 7217 5. 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten