Zoeken in deze blog

dinsdag 9 november 2021

Weetjes over dieren en mummies

Op school moet je nog wel eens een werkstuk maken. Dat was vroeger al zo, en nu nog steeds. Vroeger gaf juf of meester wat aanwijzingen, en als je geluk had beschikte de school over een goed bijgehouden documentatiecentrum.
 
Nu zijn daar diverse internetsites bijgekomen, ook voor ouders en andere begeleiders. Bijvoorbeeld:
- Een werkstuk maken in groep 6, 7, 8 (en hoe je je kind kunt helpen), vooral als je zo'n luxueuze keuken hebt, zie foto; 
- Hoe maak je een werkstuk op de basisschool? (voor ouders), met foto'tje van iets minder luxe keuken.
 
(De luxe keuken van Squla.)
 
En mocht je om onderwerpen verlegen zitten dan is daar de Internetwijzer basisonderwijs.

Vroeger was het knip- en plakwerk, met onvermijdelijk een beetje schrijven ertussen, nu gebeurt het op de al te vanzelfsprekend geachte laptop of tablet.

Kies een onderwerp dat je interesseert.  Ga daarna op zoek naar boeken over je onderwerp en gebruik leerzame sites van het internet.

Zo staat het nog ergens. Vroeger had je naast die boeken in het documentatiecentrum ook nog mappen. En nog steeds zijn er reeksen kleine dunne boekjes met wetenswaardigheden over een baaierd van onderwerpen, zie bijvoorbeeld de reeks Junior Informatie, te bestellen bij de firma die ook maar meteen het webadressen documentatiecentrum.nl en schoolsupport.nl heeft bezet. Commercieel gezien handig.

Verder had en heb je echte boeken voor kinderen over allerhande onderwerpen. In de bibliotheekwereld noemt men die informatieve boeken, een merkwaardige term want die sluit uit dat fictie, drama en poëzie informatief zou kunnen zijn. Maar de intentie is wel duidelijk.
In het Engelstalig gebied heeft men het in de libraries over nonfiction, mede dankzij Melvin Dewey, die het naar hem genoemde indelingssysteem ontwierp dat aan de basis ligt van de manier waarop in Nederland en Vlaanderen de non-fictie wordt ingedeeld volgens het Schema voor de Indeling van de Systematische catalogus in Openbare bibliotheken ofwel SISO. Deze indelingen zijn vooral praktisch bedoeld, als kastplaatsingssystemen.
In het Franstalig gebied hanteert men de term livres documentaires, ook niet onaardig, en de Duitstaligen hebben het over Sachbücher.
 
Een flink deel van mijn loopbaan bij Biblion Uitgeverij bracht ik door met het speuren naar geschikte non-fictie voor kinderen. Zoek maar niet, de uitgeverij was deel van NBD Biblion en is als zelfstandige afdeling met bijbehorend imprint al enige tijd geleden opgeheven.
Dat speuren vond grotendeels plaats op twee beurzen: in het voorjaar die van Bologna, gespecialiseerd in kinderboeken, en in het najaar Frankfurt. Want spontaan aanbod was er weinig en eigen producties waren relatief duur - al deden we die sporadisch wel.

In 2006 maakte ik een lijstje criteria. Voor mijzelf en collega André, maar ook om te kunnen uitleggen hoe we tot beslissingen kwamen.
Zo'n beurs verleidt namelijk makkelijk tot net iets te intuïtieve keuzes en met name in Bologna was er altijd een enorm aanbod. Die goed georganiseerde beurs was en is nog steeds dé internationale kinderboekenbeurs, waar heel veel rechten werden verhandeld. Het was er ook altijd goed toeven, zowel in de beurshallen, met hun goede koffie en spremuta, als in de stad, met zijn mooie gebouwen en goede restaurants en vaak mooi voorjaarsweer.


Misschien interessant om dat lijstje hier weer te geven:
 
Uitgangspunten uitgaven non-fictie voor kinderen

1. Is het non-fictie voor kinderen van het soort dat zou passen in een schoolbibliotheek of openbare bibliotheek? (Ofwel: ‘past het in ons fonds?’)
2. Voldoet de uitgave aan de 10 criteria, hieronder vermeld?
3. Ziet het boek er aantrekkelijk uit?
4. Is er een redelijke kans dat er vraag is naar de geboden informatie?
5. Voegt de uitgave iets toe aan de titels die te vinden zijn in handel en bibliotheek? (Controle middels eigen fonds; gidsen B&J; leesplein.nl; catalogi openbare bibliotheken Leeuwarden en Oss, als voorbeeld en wegens toegankelijkheid catalogus; evt. ook www.arsscribendi.nl.)
6. Is er geen concurrentie van internetsites die de geboden informatie net zo goed bieden?
7. Komt de precalculatie op een goede prijs?

Beoordelen non-fictie voor kinderen, 10 criteria:

1. Beschrijft de titel waar het boek over gaat?
2. Staat er op de achterkant een adequate beschrijving, begrijpelijk ook voor de veronderstelde lezer? Wekt die beschrijving op tot lezen?
3. Is de indeling helder? D.w.z., kan de veronderstelde lezer uit de hoofdstuktitels een structuur afleiden, een pad om te gaan?
4. Is er een index? Een woordenlijst? Zo ja, zijn die echt nodig en adequaat? (Dat betekent dat je in de tekst geen moeilijke woorden tegenkomt die niet in de woordenlijst verklaard worden.) Zo nee, worden de moeilijke woorden die er eventueel toch zijn in de tekst verklaard?
5. Is de tekst afgestemd op de veronderstelde lezer? (Dus: niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk of kinderlijk.) Wekt de tekst op tot doorlezen? Is de lay-out helder? De letter groot genoeg?
6. Worden er voldoende afbeeldingen geboden van in de tekst genoemde concrete (d.w.z. niet abstracte) zaken, zoals gebouwen, dieren, planten, kostuums, gerechten e.d.?
7. Omgekeerd, hebben de afbeeldingen zin? D.w.z., sluiten ze aan bij de tekst, wordt ernaar verwezen? Zo niet, verklaart een bijschrift de aanwezigheid van de afbeelding? Zijn de bijschriften leesbaar (letter groot genoeg) en begrijpelijk?
8. Zijn de afbeeldingen goed afgedrukt en helder, beelden ze inderdaad dat af waarnaar verwezen wordt?
9. Worden passages met getallen verhelderd door tabelletjes (ook: tijdlijnen)?
10. Last but not least en het lastigst te beoordelen: is de tekst juist? Is de geboden informatie evenwicht en met de juiste afstand c.q. onpartijdigheid beschreven?


'Gidsen B&J; leesplein.nl' is inmiddels irrelevant en Ars Scribendi leidt nu naar Schoolsupport en is niet meer helemaal wat het was, een uitgeverij met een omvangrijk fonds degelijke non-fictie. De genoemde bibliotheekcatalogi zijn ook veranderd.
De tien criteria zijn wat mij betreft ook na vijftien jaar nog steeds bruikbaar. Het waren in praktijk wel tamelijk strenge criteria en ik zou niet durven beweren dat we ze allemaal netjes afvinkten.

Ik dacht hieraan terug omdat ik kort na elkaar twee documentaire boeken (om de Franse term even te lenen) voor kinderen kreeg toegestuurd: Eric Carle's grote dierenboek en Mummies ontrafeld.
En ik had ook nog wat op de virtuele plank liggen.

Beide boeken leunen vooral op beeld. 
Dat is niet vanzelfsprekend, er is heel goede non-fictie voor kinderen met vooral tekst. Het werk van Bibi Dumon Tak is een excellent voorbeeld, zie bijvoorbeeld Het koeienparadijs. Het werk voor kinderen van Stine Jensen met haar Lieve Stine is een ander voorbeeld. Hoe het niet moet toont bijvoorbeeld Knolletje en Dirk, het knotsgelle broodboek van Pieter Feller en Natascha Stenvert. (Zo, dat is van die plank af.)


Wat betreft Eric Carle's grote dierenboek is het duidelijk dat het beeld domineert maar bepaald niet documenteert. Zijn prenten zijn mooi en stijlvast, maar zijn geen goede weergaven van de dieren en de afmetingen zijn evenmin in proportie, al is hier en daar een poging gedaan dieren van ongeveer vergelijkbare grootte op één pagina te zetten. De uitklappagina middenin, vier pagina's breed, toont de blauwe vinvis, inderdaad een heel groot beest, de afbeelding van een zeilbootje ter grootte van één staartvin benadrukt dat nog eens.
 
De indeling van het boek is ietwat willekeurig:
- dieren in het regenwoud
- dieren op de savanne
- dieren in de woestijn
- dieren in de sneeuw en op het ijs
- dieren in de oceaan
- dieren in de bergen
- dieren in het bos
- dieren om ons heen.
Die hoofdstukken zijn weer verdeeld in enkele afdelingen.

Beesten uit alle werelddelen zijn gezellig door elkaar gehusseld, zodat de brulaap gemoedelijk naast de gorilla staat en naast de pagina met de keizerspinguïn zes bewoners van het koude noordelijk halfrond staan zonder dat dit wordt meegedeeld en zodanig dat de argeloze jonge kijker wel moet denken dat de pinguïn veel groter is dan bijvoorbeeld de ijsbeer. 
De meeste dieren krijgen alleen hun naam mee, in hoofdletters, sommige iets meer, en elk hoofdstuk wordt ingeleid door een korte tekst die in het midden laat waar op aarde je dat landschap moet denken, behalve de savanne:



Eh, savanne op de evenaar? Lijkt me niet juist. De savanne vind je hier:
 

 
Op en rond de evenaar vind je juist het regenwoud, waarvan niet staat vermeld waar je het kan vinden. Zo'n kronkel kwam ik verder niet meer tegen, maar de tekst bij 'Dieren om ons heen' is ook opmerkelijk:


'Een huisdier kan je troosten als je verdrietig bent en het is ook nog eens heel gezond om erachteraan te rennen!' 
Goh, daar zal je kat van opkijken en je goudvis al helemaal! 
'Sommige mensen werken elke dag samen met hun dieren en zorgen zo voor melk, eieren, honing of kaas.' Wie zorgen voor melk enz., die mensen of hun dieren?
 
In de afdeling 'Tuingasten'  komen we tussen worm en spuugbeestje een bekende rups tegen.


'Op de boerderij' vinden we een kuiken, een hen en een haan. 'Herken jij alle boerderijdieren die je hier ziet?' staat er boven. Kip!, roept de gemiddelde kleuter natuurlijk.



Het zal duidelijk zijn dat Eric Carle'sgrote dierenboek geen erg informatief boek is. De plaatjes van Carle moeten het doen, zijn stijl is bekend, de inkopende uitgever zal gedacht hebben: dat verkoopt wel.
Het is bedoeld voor kleuters en iets ouder. Het moet voorgelezen worden. Samen bladeren door dit boek zal geen straf zijn, vast heel gezellig. Maar voor werkstukjes is het niet geschikt, echt iets eruit opsteken doe je niet en ik had het als uitgever sowieso lekker bij Penguin Random House laten liggen. Om andere dieren dan je eigen hond of kat te leren kennen, kun je een fotoboek nemen, of beter nog naar de kinderboerderij of naar de dierentuin. Of in je eigen tuin eens rondspeuren! En dan 's avonds Rupsje Nooitgenoeg voorlezen. Veel leuker.



Mummies ontrafeld is duidelijk voor wat oudere kinderen bestemd. 'Vanaf 7 jaar', vindt de uitgever, vanaf 9 jaar zou ik adviseren. Ook deze uitgave leunt zwaar op de prenten, in dit geval van Tom Froese, een Canadese illustrator die hard aan de weg timmert (zie ook hier) maar in het Nederlands taalgebied vooralsnog in slechts één andere uitgave te zien is, namelijk in Aan het werk in het kasteel van Rebecca Colby, bij dezelfde uitgeverij. Mooie prenten, heel stijlvast, quasi-Egyptisch en vaak ook nog redelijk informatief.
Een auteursnaam is er niet: 'tekst © Nosy Crow Ltd'. We weten dus niet uit wier of wiens brein de volgende woorden kwamen, waarmee het vertoog begint:
 
Wat is een mummie?
 
Meer dan 5000 jaar geleden ontstond een beroemde beschaving in het oude Egypte, in het noorden van Afrika. Hun koningen werden farao's genoemd. De oude Egyptenaren geloofden in het leven na de dood en dachten dat de ziel voor eeuwig zou voortbestaan in het hiernamaals als het lichaam goed werd bewaard en verzorgd. Die lichamen noemen wij mummies.

 

Voor 7 jaar en ouder? Hm.
Was die beschaving al meteen beroemd? Wat is 'het oude Egypte'? Bestond die naam toen al?
Hun koningen? Het leven na de dood? Welk lichaam, van wie? Nou, niet flauw zijn, dat bij die ziel natuurlijk.
 
Ik citeer nog even door. Volgende pagina:

Het woord 'mummie' stamt af van het Perzische woord mūmiyā. Het betekent 'bitumen' en dat is een zwart, plakkerig spul dat op teer lijkt. Toen honderden jaren geleden de allereerste mummies werden ontdekt, leek het net alsof ze helemaal waren ingesmeerd met bitumen, en daarom noemen we die lichamen nu mummies.
Tegenwoordig noemen we het proces van het maken van een mummie 'mummificeren' of 'balsemen'.

De oude Egyptenaren geloofden dat er in elke persoon drie zielen leefden, die ook na hun dood bleven voortbestaan.


Ik doe een poging dit iets kernachtiger onder woorden te brengen:

Meer dan 5000 jaar geleden leefden er in het noorden van Afrika, waar de Nijl stroomt, mensen die dachten dat ze drie zielen hadden: Ka (levenskracht), Ba (persoonlijkheid) en Akh (bezieling). Die zouden na hun dood voortleven als hun lichaam tegen verrotting werd beschermd.
We weten dit doordat die mensen ons veel tekst en beeld hebben nagelaten en doordat we dicht bij de Nijl veel lichamen hebben gevonden die door een bijzondere behandeling niet zijn vergaan. We noemen ze mummies. Mummie komt van het Oud-Perzische woord mūmiyā, dat pek betekende.
Dit boek gaat over die behandeling: hoe deden ze dat?

Ach, het is maar een poging. Maar minder klunzig, lijkt me, dan één ziel die ineens drie zielen wordt, mensen die Egyptenaren worden genoemd zonder dat ze dat zelf ooit hebben bedacht (dat waren Grieken en dat mag wel even gezegd) en een beschaving (mama, wat is dat?) die meteen beroemd wordt verklaard. Die farao's doen er op die eerste pagina's ook nog niet toe, die komen later, evenals die pek. (Die pek-achtige substantie die om de mummies zat, kwam overigens van uit planten gewonnen oliën die bij het balsemen werden gebruikt. Minerale pek ofwel bitumen kwam er niet aan te pas, dus om misverstanden te voorkomen zou ik het woord bitumen niet gebruiken.)
En dan staat dat allemaal ook nog afgedrukt in een akelig slecht leesbaar lettertype. De bijschriften bij de illustraties zijn, hoewel in kleinere letter gezet, beter leesbaar dan de hoofdtekst.



Nou, de kop is er af. Deugt er verder nog iets aan dit boek? Kan het zich meten met andere kinderboeken over mummies? Daarvan zijn er namelijk nogal wat, zie voor een kleine selectie hier, waar ook films te vinden zijn, bijvoorbeeld van Het Klokhuis (heel informatief), en nog meer hier.
Ik heb de video van Het Klokhuis bekeken, maar verder niet vergeleken, dat meld ik maar meteen.

Laten we ons verplaatsen in een negenjarige die na een bezoek aan het Leidse Rijksmuseum voor Oudheden begeesterd is geraakt door mummies en heeft besloten mummies te kiezen als onderwerp voor zijn verplichte werkstuk. Heeft die iets aan dit boek? Zelfs na het bekijken van die Klokhuis-film?
Ja, mits hij of zij het talent heeft om zich door die hoofdtekst heen te worstelen. Die is beslist de zwakke kant van dit boek, stijfjes, soms omslachtig. En ik mis uitleg over bronnen: hoe weten we dit allemaal...
De typografie is de tweede zwakte.
Het informatieve gehalte van de afbeeldingen legt het in het algemeen af tegen foto's, mits die goed gekozen zouden zijn, zie bijvoorbeeld op p. 27 ...
 

... de 'man van Gebelein', maar anderzijds zijn Froese's afbeeldingen hier en daar juist handig door hun compactheid, zie bijvoorbeeld 'het gereedschap van een balsemer' op p. 9....


... of op p. 18-19 'wat gebeurde er tijdens de begrafenis?', want dit soort informatie krijg je nooit op foto's. (De dubbelpagina is helaas te groot voor mijn scan-apparaat en excuses aan de uitgeverij voor het verdwijnen van het rechterrandje op de volpagina-afbeelding.)

Onze denkbeeldige negenjarige heeft ondanks de gebreken best iets aan dit boek, want er wordt veel in uitgelegd. Met het nodige knip- en plakwerk komt-ie (of ze) er wel.
Illustrator Tom Froese heeft goed werk geleverd. Maar het zou veel beter zijn geweest als er ook een goede auteur was ingeschakeld. Misschien was het dan een goed boek geworden.




Carle, Eric. Eric Carle's grote dierenboek. Ills. Eric Carle. Vert. J.H. Gever. Gottmer, 2021. ISBN 978 90 257 7530 8, 70 p. Oorspr.: Eric Carle's Book of Amazing Animals. Penguin Random House, 2021.
Mummies ontrafeld. Ills. Tom Froese. Vert. J.H. Gever. Gottmer, 2021. ISBN 978 90 257 7539 1, 28 p. Oorspr.: Mummies Unwrapped. Nosy Crow Ltd., 2021.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten