Zoeken in deze blog

zondag 24 december 2023

Schaapjes geteld

Prachttitel voor een prachtkerstboek: Ze hadden hun schaapjes geteld. Het dateert al van 2022 en was per ongeluk op de stapel 'gedaan' beland, want al beoordeeld voor een andere instantie. Niet dus en vandaag, aan de vooravond van de meest gevierde christelijke feestdagen, is hét moment om er aandacht aan te besteden.
 
 
 
Heel handig loodst de anonieme verteller hoofdpersoon Gili met het losgebroken schaap Brekebeen (mooie naam) al verdwalend met enige omwegen naar een stal waar net een kind is geboren en zich naast de ouders ook een os en een ezel bevinden. Als haar familieleden (opa Dabi, broers Abir en Barak en haar vader) haar zoeken, vinden ze haar in die stal, gehuld in de pels van een wolf.
Voor volwassen lezers en jonge lezers met enige religieuze bagage is dit herkenbaar. Zie ook Bijbel, Nieuwe Testament, Lucas 2:1-7.
Het verhaal zelf bevat geen enkele verwijzing. Niet naar enige God (wordt niet genoemd) of naar enige tijd, wél naar een seizoen en een streek:

Het was een ijskoude decembernacht in de heuvels rond Bethlehem.

(Pag. 9, eerste zin van het verhaal.) 
Waar ter wereld Bethlehem ligt, blijft ongenoemd.
Wat mij betreft is dat ongewisse een vondst, maar ik kan me voorstellen dat ouderwets-gelovigen er moeite mee hebben. Die willen wellicht woorden als God, ster aan de hemel, Maria, Jozef en kindje (of kindeke) Jezus tegenkomen en missen hun drie koningen. Wel, dit boek is dan niet hun boek. (Al verschijnt die ster uiteindelijk wel, op p. 34.)
Naast bijbelverhaal (voor hen die het als zodanig willen erkennen) of variant daarop heeft het kenmerken van een sprookjesachtige fabel, met een meisje (Gili) die een bloeddorstige (pratende!) wolf te slim af is door een weddenschap met het beest te sluiten die ze wint. Haar schaap zal haar altijd volgen, beweert ze.

De wolf lachte. ‘Weet je wat?’ zei hij. ‘Als het schaap jou volgt, krijg je niet alleen je vrijheid, maar ook mijn pels. Maar als het mislukt…’
‘Dan?’ vroeg Gili.
‘Dan is niet alleen het schaap voor mij. Dan eet ik ook jou op.’

Wie zou de nacht geloven als hij kon praten? Wat zou de nacht vertellen als hij een stem had? Er gebeuren ‘s nachts wonderlijke dingen, maar geen van die dingen was zo wonderlijk als Gili die het die winternacht in de heuvels rond Bethlehem opnam tegen de wolf.
Gili’s hart klopte in haar keel. Ze stond naast Brekebeen. Een doof, blind schaap dat ook nog eens niet kon ruiken.
‘Schiet op,’ gromde de wolf. ‘Hoe eerder dit voorbij is, hoe eerder ik aan tafel kan.’
Gili tuurde omhoog. De ster had haar licht weer gedoofd. De nacht was zo donker als een winternacht maar zijn kon. Ze smeekte de ster haar licht niet te laten schijnen zolang ze bezig was, want alleen dan kon de list lukken.

Die list bestaat erin dat ze een heel dunne draad, een haar van haar moeder, uit haar medaillon haalde en om het schaap deed. Het schaap was met haar sjaal geblinddoekt, oren toegedekt, toch volgde het Gili. En de wolf hield woord.
Moeders haar zat in het medaillon doordat vader die er ooit in had gestopt, kunstig gevlochten als een gezicht – dat van haar moeder. En dat was weer gekomen doordat vader de haar had gekregen na een eerste afwijzing en toen-ie na een jaar terug kwam met dat medaillon trouwden ze, maar helaas stierf moeder een tijd na Gili’s geboorte, dus dat medaillon, dat Gili mocht dragen, heeft een behoorlijke lading.
Die haar zit dus letterlijk en figuurlijk als een draad door dit verhaal, knap gedaan, en illustratrice Marieke Nelissen voegde haar deel eraan toe door de wolf mooi draderig af te beelden (zie p. 37 en 41 en de draad loopt verder dan hier afgebeeld op de linker pagina).
 

 
Eerder was Gili al, op zoek naar het schaap, een man en een vrouw op een ezel tegengekomen die net als de weg zochten. En drie keer werd ze geholpen doordat er een sprank licht kwam – van de maan, dacht ze eerst, maar toen ze de tweede keer naar de hemel keek was er geen maan te bekennen, en de derde keer (p. 34) was het duidelijk een ster die lichter was dan de andere. Sprookjesachtig en ook subtiel, vergeleken met het traditionele beeld van een komeet als een verkeerspijl boven de heilige stal. Hoewel…
 
De kleine stal verschilde niet veel van de tientallen andere stallen in de velden rond Bethlehem. Oud, krakkemikkig en klein, maar de warme gloed die de ster over het krot wierp, maakte het tot de mooiste plek op aarde.
Heel voorzichtig stapten de herders de stal binnen. Opa Dabi glimlachte. ‘Kijk,’ zei hij. Abir, Barak en de vader van Gili hielden hun adem in. Ze konden hun ogen nauwelijks geloven. Want daarbinnen vonden ze niet alleen een os, een ezel, een formidabel schaap én een slapende Gili, gehuld in de pels van een wolf, maar ook een man, een vrouw en een pasgeboren…?
Precies.


Dit allemaal soepel en onopgesmukt verteld, in de makkelijke, alledaagse stijl van een doorsnee ‘realistisch’ verhaal, helaas niet echt sprookjesachtig, door een verteller die alle aandacht naar de hoofdpersoon leidt, we volgen haar op de voet en delen haar belevenissen.
Dat de wolf aan tafel wil, is vermakelijk, niet echt een stijlbreuk, dat wijze opa Dabi ‘het licht van de ster’ volgt evenmin, de laatste alinea’s (hierboven geciteerd, p. 49-50) zijn wél een stijlbreuk, want daar komt de verteller ineens met een wetenswaardigheid (over stallen) en een wat kitscherig beeld (warme gloed, mooiste plek). Dat is jammer.
En die os, hoe komt die nu ineens het verhaal binnen?
Kortom, een ingenieus gecomponeerd alternatief kerstverhaal, met een wat conventioneel einde. De illustraties van Marieke Nelissen zijn een mooie extra dimensie.
 

Lindelauf, Benny. Ze hadden hun schaapjes geteld. Illustraties Marieke Nelissen. Querido, 2022. ISBN 978 90 451 2801 8, 52 p.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten