Zoeken in deze blog

vrijdag 21 november 2025

Kerstverhaal

Hij loopt van huis weg wegens gebrek aan aandacht, zij wegens ruziënde gescheiden ouders. Ze wonen in hetzelfde dorp, komen elkaar per toeval tegen, hij wil naar zijn opa in Amsterdam, zij met haar hondje naar de Sint Nicolaaskerk in Amsterdam, beiden vergeten geld mee te nemen, belanden in wat bijzondere situaties, komen de volgende dag uiteindelijk toch bij die opa terecht, daar bevinden zich de ongeruste ouders en alles komt heel erg goed. Het is ook nog kerstavond! Ding dong...
 
Hij vertelt het verhaal en daardoor duurt het enkele pagina's voordat we weten hoe hij heet, tenzij we de flaptekst hebben gelezen: Kek. Zij heet Harper, het hondje heet Tos. Verrassend: vóór het verhaal begint staat de opdracht: 'voor opa Kek'. Opa van wie? Van Kek of van auteur Liz Huisman, die met dit boek debuteert.
 
Een debuut! 
Heerlijk, weer iemand die nog een ouderwets kinderboek wil schrijven in Tiktok- en Insta-tijd. Liz Huisman is heel blij met haar boek, dat blijkt uit de dankverklaring achterin, en uit haar online blog op Substack. Een citaat:
 
Ik droom al heel lang van het schrijven van kinderboeken en ik voel in mijn hele zijn dat dat is wat ik wil doen. Maar zoals het soms met dromen gaat… ze lijken vaak zo groot en angstaanjagend — een berg die te hoog lijkt om te beklimmen. Op een gegeven moment was ik daar klaar mee. ‘Zo kom je nooit waar je wil zijn, Liz.’

Ik nam de beslissing om van mijn droom een doel te maken, volgde een schrijfcursus jeugdliteratuur aan de Schrijversvakschool en zei begin 2024 tegen mezelf: je gaat dit jaar een boek schrijven. Je geeft er een kusje op, stuurt het naar uitgeverijen en dan zie je wel. Maar je gaat het wél doen. Elk jaar weer.

Drie weken na het versturen werd ik gebeld door Lemniscaat.

De afgelopen week heb ik in een soort roes geleefd. Mijn hart barstte uit elkaar van dankbaarheid en geluk. Mijn verhaal is gewoon uit de slush pile van de uitgeverij getrokken (die enorme stapel met jaarlijks zo’n 1500 manuscripten). Het kan dus echt!

Is deze titel een clickbait? Misschien een beetje. Praktisch gezien bén ik nog geen kinderboekenschrijver, maar word ik het wel. In de herfst van 2025, want dan wordt mijn jeugdboek (10+) uitgegeven. Vanaf dat moment ben ik kinderboekenschrijver. Of eigenlijk kinderBOEKschrijver 😊. En ik ga die titel ownen met alles wat ik in me heb, want het leven is te mooi om jezelf klein te houden. 
 
 
'Gewoon uit de slush pile van de uitgeverij getrokken'. 
Een slush pile, overigens, is 'is a set of unsolicited query letters or manuscripts that have either been directly sent to a publisher by an author, or which have been delivered via a literary agent representing the author who may or may not be familiar to the publisher.' (Wikipedia.) Slush is zowel een laagje smeltend sneeuwijs op de grond als een drankje van gemalen ijs en siroop. En het leven kan ook te mooi zijn om jezelf groot te maken, voordat je het weet loop je in de weg en zie je over het hoofd wat het leven mooi maakt. Maar inderdaad, je hoeft jezelf ook niet klein te houden, niemand die dat voorschrijft.
 
Wat onze blije debutant al snel zal hebben ontdekt is dat recensenten zich gaan uiten over haar boek. Die zijn doorgaans iets minder bewonderend als partners, vrienden en familieleden. Nou maar hopen dat ze zich daar niet te veel van aantrekt. Want, zie boven, het blijft bemoedigend dat er mensen zijn, zeker van haar leeftijd, die zich willen inspannen om een goed kinderboek te schrijven.
 
Maar ja, wat is een goed kinderboek? (Zie daarover o.a. hier, mijn eigen bijdrage d.d. 2006 in DBNL.)
 
Om te beginnen, de opvattingen van de auteur dienen buiten beschouwing te worden gelaten. Dat kan voor een levende auteur lastig zijn, het is toch haar c.q. zijn boek? Zeker, toch gaat dat boek zijn eigen leven leiden vanaf de dag dat het is gepubliceerd. Liz Tuinman verandert verder, de persona achter de verteller in het boek niet.
Liz heeft beslist een romantische visie op haar schrijverschap. Ik citeer, nu uit haar website:
 
Ik geloof dat alle verhalen al ergens bestaan. Ze zweven om ons heen en wachten tot een schrijver ze uit de lucht plukt. Kek en Harper uit Durf bestonden al in een parallel universum voordat ik één woord had geschreven. Door hun verhaal op te schrijven, zijn ze ook in deze wereld tot leven gekomen. En dat vind ik zó tof!  

Mijn lievelingscitaat over schrijven komt uit Schrijven vanuit je hart van Natalie Goldberg: 'Ons leven is gewoon en magisch tegelijkertijd. Elk detail verdient het om opgeschreven te worden.'

En daarom probeer ik ze te vangen in verhalen!

Dat suggereert dat Liz dit verhaal woord voor woord uit dat 'parallelle universum' heeft 'gevangen'. Onderschat ze nu haar verbeelding? En het ambacht dat verhalen schrijven toch echt ook is? Heeft Lemniscaat geen redacteur in dienst die voorzichtig heeft voorgesteld om passages niet zus maar zo te schrijven, een ander woordje te kiezen, wellicht eens na te denken over wie het verhaal vertelt? Ze zal toch echt wel hebben gepuzzeld over haar tekst, ze is nota bene tekstschrijver en redacteur van beroep. En ze bedankt het Lemniscaat-team vast niet voor niets.
Misschien bedoelt ze dat ze de eerste aanzet voor het verhaal, het schema, de hoofdlijnen al in haar hoofd had toen ze begon. En misschien was ze, ondanks die 'schrijfcursus jeugdliteratuur aan de Schrijversvakschool' (blog), zich er niet zo van bewust dat haar manier om een verhaal te schrijven past in een traditie. 
Sterker nog, soms heb ik het idee dat alle beginnende auteurs die lessen van de Schrijversvakschool hebben gevolgd, ongeveer dezelfde opbouw en stijl hanteren. Altijd een ik-verhaal, altijd makkelijke zinnen, veel dialoog, vaak onvoltooid tegenwoordige tijd, altijd een overzichtelijk, oplosbaar probleem dat ook metterdaad opgelost wordt. Er vindt een verandering plaats in het leven van de hoofdpersoon, nieuwe balans wordt gezocht en gevonden.
 
Ja, je moet ergens beginnen. Dit is géén pleidooi tegen de Schrijversvakschool. Iemand als Anna van Praag zal vast wel zinnige adviezen geven aan haar cursisten.
 
Het minste wat je kan doen is je verplaatsen in je hoofdpersoon of -personen. Wellicht leidt dat snel naar een ik-verhaal. En de veronderstelling dat de beoogde lezer, bijvoorbeeld een kind van een jaar of toen, elf, zich zo zal vereenzelvigen met de hoofdpersoon dat het niet opvalt dat het toch wel merkwaardig is dat die voortdurend en welsprekend aan het woord is, als een soort verslaggever, doorgaans ook in de onvoltooid tegenwoordige tijd.
 
Het is hoe ze kijken. Als in een tv-reclame voor Gelukkige Gezinnen. Intens blij en tevreden, bijna alsof ze licht geven.
Er zit een vuist in mijn buik die heel hard knijpt.
En er schakelt iets in mijn hoofd.
Zie je wel.
 
Je moet het wel opschrijven intussen! Het is geen dagboek. Het vergt totale identificatie. Soms is er zelfs een directe tijdsaanwijzing:
 
Ik heb zojuist de lekkerste pannenkoeken sinds tijden gegeten.
 
Om iets van de stijl te tonen citeer ik ook maar hoe dit verdergaat.
 
Zeven in totaal, eentje meer dan Harper. Vanaf onze hoek van de tafel bestuderen we onze ouders. Ze zijn druk in gesprek en lijken het goed met elkaar te kunnen vinden. Opa heeft kerstmuziek opgezet en eet nu een glaasje advocaat met slagroom met Tos op schoot. Het lijkt wel op een fragment uit een kerstfilm.

Zeg dat wel. Ik ga verder geen citaten geven. Kek vertelt vlot en vaardig, ondanks alles wat hij meemaakt, en hanteert een stijl die zo algemeen is dat-ie onpersoonlijk is en niets zegt over Keks karakter.  Nou, vooruit, toch nog een citaat. Ze hebben zich toegang verschaft tot een huis in een vakantiepark, om te overnachten.
 
Het enige licht in de kamer komt van het vuur. De vlammen dansen op de muren en maken vreemde schaduwen. Het is voor het eerst dat ik alleen ben - met Tos dan - sinds ik van huis wegliep. En het bevalt me niet. Tos begint zachtjes te piepen.
'Stil maar jongen,' zeg ik tegen hem, en ik aai hem over zijn kop. Mijn stem klinkt raar in het stille huis. 'Het vrouwtje komt zo weer terug,' fluister ik.
Het duurt zeker een paar minuten voordat ik de voordeur hoor dichtslaan. Een beetje bibberig adem ik uit.
'Het was even zoeken...' hoor ik vanuit de gang. Harper komt de woonkamer binnen. 'Kijk eens!' Ze houdt twee dunne takken in haar hand. 'We gaan knakworsten grillen.'
 
Harper komt de woonkamer binnen. Van die zinnetjes. Beschrijvend, verder niet. Valt niet op, hoor... Maar het is eh, zo netjes allemaal. Boekentaal. En dat voor iemand die als het ware live verslag doet. Beschaafd type, die Kek.
 
Afijn, het is een debuut en wie weet wat voor prachtig werk Liz Tuinman nog gaat maken! Durf is gewoon een vriendelijk, lief, degelijk, middle-of-the-road verhaal voor mensenkinderen van tien en ouder. Geen rotboek, maar het valt ook niet echt op, behalve wellicht door een wel heel erg happy end, in kerstsfeer. De illustraties van Anna Boterman passen er prima bij.
 
 
Tuinman, Liz. Durf. Met illustraties van Anna Boterman. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1777 5, 112 p.    
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten