Het leed van de woedende rijken
Boosheid raast door de Verenigde Staten. Toegegeven, de
gemiddelde Amerikaan deelt niet in deze hoog oplopende woede. Maar de boze
minderheid is wel echt heel boos.
Nee, ik heb het hier niet over leden van de
ultraconservatieve Tea Party. Ik heb het over de rijken.
Veel mensen in dit land hebben het moeilijk. Als gevolg van
de economische crisis is er meer ernstige armoede. Miljoenen mensen zijn hun
huis kwijtgeraakt; Jongeren kunnen geen baan vinden, ontslagen 50-plussers zijn
bang dat ze nooit meer aan de bak komen.
Maar echte politieke woede, van het soort dat ervoor zorgt
dat mensen president Obama gaan vergelijken met Hitler, zul je niet aantreffen
bij deze arme sloebers. Nee, daarvoor moet je bij de zeer welgestelden zijn:
mensen die zich geen zorgen hoeven te maken om hun baan, hun huis of hun
zorgverzekering, maar die compleet door het lint gaan als ze iets meer
belasting moeten betalen.
De woede leek eerst beperkt te blijven tot Wall Street. Zo
waren er frauderende zakenmannen die zichzelf hadden afgekocht met behulp van
belastinggeld, maar het vervolgens onrechtvaardig vinden dat in ruil voor deze
borgsom de bonussen een halt moeten worden toegeroepen.
Miljardair Stephen Schwarzmann, hoofd van een
investeringsfonds, maakte het wel heel bont: toen de regering van Obama een
belastingconstructie wilde verbieden die alleen zeer rijken bevoordeelt,
vergeleek hij dit voorstel met de bezetting van Polen door de nazi’s in de
Tweede Wereldoorlog. Dat een miljardair als Schwarzmann iets geks roep tijdens
een etentje, is tot daaraantoe. Maar als Forbes
Magazine, een toonaangevend zakenblad, president Obama vergelijkt met een ‘Keniaans
opperhoofd in de jaren vijftig’ is elke logica zoek
Voorstanders van belastingverlaging deden altijd alsof ze
vooral het doorsnee Amerikaanse gezin van dienst wilden zijn. Zelfs
belastingverlaging voor de rijken zou uiteindelijk de economie sterker maken
voor iedereen, was de redenering.
Deze retorische inspanning blijft nu achterwege.
Republikeinen gooien het over een andere boeg: mensen die vier of vijf ton (in
dollars) per jaar verdienen, zijn eigenlijk niet echt rijk Kijk maar eens naar
de uitgaven die ze moeten maken: de hoge onroerendgoedbelasting, het schoolgeld
voor de privéschool van hun kinderen, enzovoort. Eigenlijk komen ze nauwelijks
rond!
Onder de puissant rijken doet zich een soort
zelfrechtvaardigingvoor: het is potverdorie ons geld. Je kunt erom lachen, ware
het niet dat de kans groot is dat deze goudhaantjes hun zin krijgen. Bijna alle
Republikeinen en zelfs enkele Democraten willen snoeien in hoge belastingtarieven,
zelfs al hangt daar een prijskaartje aan van 700 miljard dollar.
Daarmee is duidelijk dat de rijken anders zijn dan u en ik:
ze hebben meer macht. Jaarlijks storten ze enorme bedragen in de partijkas. Bovendien
brengen politici veel tijd door met deze zeer welgestelden. Dus als deze rijken
3 of 4 procent van hun’ inkomen extra kwijt zijn aan belasting, dan voelen
politici hun leed veel directer dan de ellende van gezinnen die hun baan, hun
huis en hun hoop verliezen.
Als de belastingoorlog voorbij is, kun je er zeker van zijn
dat dezelfde politici nieuwe bezuinigingen eisen op sociale zekerheid en
werkloosheidsuitkeringen. ‘Amerika moet harde keuzes maken’, zullen ze zeggen. ‘We
moeten allemaal offers brengen.’ Maar als ze zeggen ‘we’, dan bedoelen ze ‘u’.
Offers brengen is alleen voor arme mensen.
Paul Krugman
© The New Vork Times
Vertaling: de Volkskrant
Hoor ik hier en daar echo's in de rijen der VVD-ers?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten