is de op eerste gezicht raadselachtige titel van een verhaal door Marleen Nelen. De ondertitel luidt: De zoektocht van Finn Revel.
Het begint met een soort inleiding, onder het kopje 'Het vertrek'.
Een dag voor Finns elfde verjaardag vertrok Johannes met een schip vol kabeljauw. Het was een koude dag in februari van het jaar 1911.
Uit die inleiding blijkt al dat Finn het moeilijk vindt dat zijn vader steeds weg is - en zijn moeder, pianiste Tove, eveneens. Hij snuffelt in zijn vaders werkkamer, vindt aantekeningen waaruit blijkt dat Johannes allerlei onderzoek doet, en troost zich met het vioolspel van zijn vriend Isaak, de zigeunervondeling.
Daarna springt de verteller (die zijn personage op de voet volgt) 'Drieëneenhalf jaar verder', en dus is het dan 1914.
Een omineus jaartal, maar de Eerste Wereldoorlog speelt hoegenaamd geen rol in dit verhaal. Verklaarbaar, want het speelt zich af aan de kust van Noorwegen, dat buiten die oorlog bleef.
Zijn vader komt terug. Hoogste tijd, want Tove en Finn hebben gebrek aan geld en leven inmiddels deels op de pof. Finn gaat daarom met het hondenspan van de kruidenier boodschappen bezorgen. De hond, Toisa, blijft bijna het hele verhaal bij hem, ook als hij inmiddels andere dingen doet.
Zijn vader komt terug - en gaat weer weg, nu met een schip (de Tor Viking) naar de Noordpool. Na een tijd verdwijnt elk spoor. Schip vergaan? Niemand weet het. En dat terwijl het schip als een van de eerste schepen radio aan boord had en morse-seinen kon uitzenden.
In de tussentijd probeert Tove rond te komen door piano te spelen, maar ze krijgt tuberculose. En Finn struint na school met vriend Isaak en vriendin Wanja door het stadje. Samen plegen ze inbraken in de huizen van de rijkste bewoners. En hij leert Aage kennen, een jongen die in een wagen woont en zich met techniek bezighoudt.
Aage bouwt onder meer een radiotoestel. Met dat toestel proberen ze contact te krijgen met de Tor Viking, met Johannes Revel. Op een gegeven moment lijkt dat te lukken, maar als ze met een zelf opgelapt scheepje de zee op gaan (ook Isaak gaat mee) komen ze terecht in een kapersnest, een stel zeelieden dat oorspronkelijk in opstand kwam tegen de rijke reders, maar nu min of meer voor eigen gewin overvallen op schepel pleegt. Vals spoor gevolgd. Met grote moeite weten ze na een tijd te ontsnappen. Daarbij raken zowel Finn als Toisa gewond en hun vriendschap wordt tijdens deze mislukte expeditie op de proef gesteld.
De afloop ga ik hier niet vertellen. De speurtocht houdt wat betreft Finn niet op, daar laat ik het bij.
Hertz is een fascinerend, rijk en spannend verhaal, tegen de achtergrond van armoede, groeiend verzet tegen arbeidsomstandigheden op de werven, en technische ontwikkeling. Sterke karakters, die dankzij een meesterlijke verteller stuk voor stuk vorm krijgen.
Wat mij betreft mogen we nog veel meer van Marleen Nelen gaan lezen.
Nelen, Marleen. Hertz. Querido, 2015. ISBN 978 90 451 1880 2. 368 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten