Zoeken in deze blog

donderdag 17 oktober 2019

Dictatuur en verzet

De schaduwen van Radovar is de tweede roman van Marloes Morshuis die zich in een onbepaalde toekomst afspeelt. De eerste was Borealis (2016). Die titel heeft niets te maken met recente politieke trivia, maar met de oorspronkelijke betekenis (noorden). De derde roman is op komst: Quotum.

In de twee verschenen romans is de macht in handen van een autocratisch bewind. In beide romans verzetten jongeren zich ertegen, geholpen door een wat buiten de samenleving staande volwassene. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat het in Quotum net zo zal gaan.
De schaduwen van Radovar en Borealis lopen goed af, wat het onzeker maakt of je ze in de categorie dystopie kan plaatsen. Categorie rampverhalen zou beter zijn. Blijkens een interview vindt de auteur dat je jeugdige lezers hoop moet bieden. Dat betekent dat zij expliciet schrijft voor de jeugd, hier speelt immers een educatieve opvatting mee. Enig verband met haar loopbaan (ze was volgens Wikipedia lang 'beleidsmedewerker en hoofd (lokale) campagnes op het landelijk bureau van GroenLinks') zal voor de hand liggen.

In De schaduwen van Radovar is een onpersoonlijke verteller aan het woord, die beschrijft wat er omgaat in en gebeurt met hoofdpersoon Jona Berger en zich van commentaar onthoudt, op een enkel zinnetje na als ‘Jona negeerde de pijnlijke steek in haar buik’ (p. 57), wat kennelijk alleen de verteller weet.
Jona is een twaalfjarig meisje dat met jongere broer Jimmy en haar vader en moeder en oma in het gebouw Sterrenlicht woont, in de Tussenwijk van de stad Radovar, gelegen in de republiek Radovia.
Het verhaal speelt zich af in een half jaar, van maart tot en met augustus, ergens in de toekomst, in 45 hoofdstukken, waarvan alleen 45 zich in augustus afspeelt, als de zaak geklaard is.
De verteller doet niet aan vooruit- of terugblikken – op één uitzondering na: het verhaal begint met een emotionerend beeld waarin Jona en Kilian omhoog vluchten in Radovar Sunrise en vervolgens van het dak springen, om te ontkomen aan belagers van de Grijze Brigade.
Dit stuk komt letterlijk terug op p. 133-134, in hoofdstuk 20. Daarmee openen is duidelijk bedoeld als smaakmakend voorproefje, als ‘trailer’. Alleen blijkt in hoofdstuk 20 dat Kilian en Jona aan een parachute hangen en het er het levend van af brengen.
Laat de auteur hier iemand aan het woord die bij voorbaat al mikt op verfilming? Waarschijnlijker lijkt me dat ze de verteller zo de aandacht wil laten grijpen van de lezer.

Het begin is namelijk minder sensationeel, want er is nogal wat tekst nodig om het leven te schetsen van Jona en de andere bewoners van Sterrenlicht, en om de karakters wat profiel te geven. Dat leven wordt beheerst door een scoresysteem. Gezinnen die zich voorbeeldig gedragen, krijgen punten bij, en hun score hangt naast hun voordeur. Bij minder voorbeeldig gedrag gaan er punten van af. Punten bij betekent letterlijk stijgen in het gebouw, naar woningen met meer uitzicht en luxe. Punten af: naar beneden, in het ergste geval Ondergronder worden, in woningen zonder uitzicht.
Voor kinderen en jongeren die de fout ingaan zijn er Min-gebouwen, waar aan heropvoeding zou worden gedaan, voor bejaarden zijn er de Plus-gebouwen, waar hun een mooie oude dag zou wachten. Buiten het gebouw mogen de bewoners alleen op speciale feestdagen, die strak geregisseerd worden. Overal ordediensten en met name de Grijze Brigade let op mensen die uit de pas lopen. Wie het hoogste niveau haalt, wordt een luxe-leven in de Bovenwijken voorgespiegeld. Wie zelfs als Ondergronder faalt, wacht een jammerlijk bestaand in de Onderwijken, waar ‘gespuis’ woont.

Het is niet altijd zo geweest. Jona herinnert zich eerste jaren in een vriendelijk dorpje, buiten de stad. Maar ze moesten verhuizen, er was geen werk meer buiten de stad, de dorpen werden platgegooid.
Moeder Marly en vooral vader Rob Berger doen erg hun best om te stijgen, net als Jimmy. Oma Berger wacht gelaten af en droomt van zwarte vogels. Net als oma verlangt Jona erg naar buiten en ze heeft een onderzoekende geest. Haar gedrag levert geen punten op, al doet ze op school wel haar best.
De achternaam vind ik overigens mooi gekozen, daarin resoneren de woorden verbergen en berg.

Pas op p. 36, in hoofdstuk 5, maakt Jona kennis met de figuren van FRA, zoals het groepje zich noemt dat zich verborgen houdt in de tunnels van Radovar en bezig blijkt de computersystemen van Radovar te kraken. Al maakt ze direct in hoofdstuk 1 al kennis met Zalman, op dat moment de klusjesman van Sterrenlicht, die een centrale, verbindende persoon blijkt in de opstand.
Jona, het ‘Tussenwijk-trutje’ (aldus de verbeten Minke, medelid FRA) komt er langzaamaan achter dat het verblijf in Min- en Plus-gebouwen niet zo aangenaam is als wordt voorgespiegeld, en dat het bestaan als Ondergronder of Onderwijker geen feest is, wist ze al. Ze komt erachter dat er in Radovar een schrikbewind heerst, waarin alles draait om zo goedkoop mogelijke arbeid en die arbeid bestaat uit het monteren van telefoontjes van CommView, ‘het grootste tech-bedrijf ter wereld’ (p. 13). Een belangrijke grondstof voor die telefoontjes is te vinden in de mijnen van Radovia, vandaar.
Dat schrikbewind wordt uitgevoerd door president Starkin, met hulp van CommView-baas Diana Dare. En van burgemeester Harriët Havers, maar die blijkt halverwege het verhaal een gevangene van Starkin, die haar met chantage laat uitvoeren wat hij wil.
Het tunnelgroepje FRA doet een eerste actie, die mislukt. Ze brengen het scoresysteem in de war. Dat leidt echter tot gevechten tussen bewoners en allerminst tot opstand.
Bij een tweede actie rollen ze tijdens een feest grote spandoeken af, maar Minke doet ook een poging om Havers neer te schieten. Dat wordt voorkomen door Jona. In de chaos weet iedereen te ontsnappen, maar Jona en Kilian worden ontdekt en achternagezeten, wat leidt tot de bovenbeschreven vluchtscène. Ze worden echter alsnog opgepakt. De familie Berger krijgt een zware lading strafpunten en probeert van een deel ervan af te komen door Jona naar een Min-gebouw te sturen.
Daaruit weet ze met hulp van haar groepje te ontsnappen en dan volgt de derde en succesvolle actie. Er worden beelden gemaakt van het (zeer erbarmelijke) leven in Min- en Plusgebouwen en Starkin wordt onder druk gezet: we publiceren die beelden of je haalt bakzeil en maakt plaats voor een menselijker regering. Deze actie lukt, niet zonder opnieuw spectaculaire gebeurtenissen, waarbij opnieuw Minke met een geweer opduikt. Starking haalt bakzeil, doet afstand van de macht, de ‘goed’ gebleken Havers neemt die over, en alles wordt beter, blijkt uit hoofdstuk 45.
Ik laat de details van de intrige hier onbesproken.

Het wordt allemaal vlot verteld, en aan spanning geen gebrek. Dat puntensysteem doet de huidige volwassen lezer natuurlijk direct denken aan soortgelijke probeersels in China, maar uit een interview blijkt dat Morshuis dat niet wist toen ze aan dit verhaal begon te werken. Hier haalt de werkelijkheid op lugubere wijze de verbeelding in.

Het is duidelijk dat deze roman aanleiding kan zijn tot denken en gesprekken over uitbuiting, dwangarbeid, macht en machtsmisbruik, geweld en geweldloosheid en over (gebrek aan) solidariteit. De educatieve waarde is evident.
De vraag is hoe geloofwaardig het verhaal is.
Jona maakt wel een geloofwaardige ontwikkeling door. Van eigenwijs maar onwetend ‘Tussenwijk-trutje’ (zie bv. de dialoog op p. 38-40, met Kilian) naar een al wat vastberadener figuur (zie bv. p. 115) en uiteindelijk een dapper en besluitvaardig meisje. Beetje sterk misschien, in amper een half jaar, maar het kan.
Mooi en geloofwaardig is ook de spanning tussen haar en Minke, het verbeten, uit de Onderwijken afkomstige meisje, dat niet terugschrikt voor geweld. De karakters van die opstandige jongeren zijn goed, hoewel wat schetsmatig, uitgewerkt.

Minder geloofwaardig vind ik de intrige rond Kilian, die (als Leon) de zoon van burgemeester Havers blijkt, wat leidt tot een wat ingewikkelde intrige met chantagemotief en mislukt huwelijk. Zijn vader blijkt namelijk Ben Kalter, hoofd van de Grijze Brigade. Kalter en Starkin hebben samen Havers in de tang. Waarom dit intrigetje ingesponnen? Om Havers later een ‘goede’ te laten zijn en zodoende de machtswisseling wat makkelijk te maken? Het zou immers zeer ongeloofwaardig zijn om het jonge FRA-stel de macht te laten overnemen. Havers en de draai van Dare (die Starkin afvalt), komen wat betreft intrige goed van pas.
Kilian brengt wel, en dat lijkt onvermijdelijk in dit soort verhalen voor jongeren, de liefde binnen, want Jona is overduidelijk verliefd op hem. Dit motief blijft echter een beetje slingeren.

Ook het geschetste beeld van de samenleving in Radovar / Radovia roept vragen op. Een fictief land in een verder niet fictieve wereld, waar bv. ineens ook landen als Engeland en steden als New York zijn, die echter nauwelijks een rol spelen. Zijn de namen een spel met het woord raad? (Sovjet-Unie, complete naam Unie van Socialistische Radenrepublieken! Sovjet (совет) is Russisch voor raad.)
Natuurlijk, het kán, zo’n ontspoorde samenleving waar buitenlanders nauwkeurig geweerd worden of alleen toegelaten tot geselecteerde plekken (de Bovenwijken). Maar het beeld dat geschetst wordt, met die grote woontorens en die scoreborden aan ieders huisdeur, en het miserabele leven in de Onderwijken, dat zou nooit lang verborgen blijven. De telefoontjes van CommView, de CommCells, worden over de hele wereld verkocht…

Het minst geloofwaardig echter is wat ik maar oneerbiedig het De Vijf-schema zal noemen, refererend aan Enid Blytons bekende reeks: een stel jongeren dat samen het onrecht bestrijdt en recht herstelt, in dit geval geholpen (maar niet meer dan dat) door een min of meer buiten de samenleving staande volwassene. (Zalman, die de ex-chauffeur van Havers blijkt, en zijn mismaakte gezicht heeft overgehouden aan een aanslag op de auto waarin hij Havers’ zoontje vervoerde – en redde.) (In De Vijf-verhalen komt doorgaans de politie er nèt op tijd, op het allerlaatst, aan te pas.)
Dat is inspelen op de aanname dat jongeren liever verhalen zouden lezen waarin leeftijdgenoten een belangrijke rol spelen. Of die aanname klopt, is m.i. niet bewezen.
Hoe spannend ook, deze ongeloofwaardigheid doet afbreuk aan de literaire waarde van dit verhaal.
Dat laat onverlet dat het een mooie rol kan spelen in discussies met jongeren over de inrichting van onze samenleving.
Het boek kreeg in 2019 een Vlag-en-Wimpel van de Griffeljury.



Morshuis, MarloesDe schaduwen van Radovar. Lemniscaat, 2018. ISBN 978 90 477 1018 9, 300 p.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten