Zoeken in deze blog

maandag 28 maart 2022

Waterwerelden

Vanaf de voorkant kijken twee zeehonden ons vriendelijk aan. Nee, één zeehond kijkt ons aan, het andere, kleine zeehondje kijkt naar zijn moeder. Of vader. Maar doordrongen als we zijn van clichés is het eerste idee: moeder.

Wel eens van Disney-ogen gehoord? Ik noemde ze al in o.a. de bijdragen over Mierenhoop en Het Schitterende Samen Boek. Zie bijvoorbeeld Disney's creaties Woody Woodpecker en Bambi:

      
 
 
De ogen, nou ja eigenlijk de koppen hebben niets dierlijks meer, het zijn poppenkoppen die de kijker graag recht aankijken.

Het is in de mode bij makers van prentenboeken, en ook bij makers van documentair bedoelde platenboeken. Wellicht met het idee dat hiervoor lezers aangetrokken voelen, zo niet de bedoelde jonge lezer/kijker, dan wel hun koopkrachtige volwassen begeleider.

Bij die beesten op de voorkant van Waterwerelden (zie onder) blijft het bescheiden.
Binnenin gaat het gelukkig goed, wat die ogen betreft.

Voor wie is dit boek bedacht? 
Allereerst, denk ik, voor Vivienne, Julian en Ryder, 'die de wereld zullen genezen'. Aldus de opdracht op de frontispies-pagina. Help, je zal maar Vivienne, Julian of Ryder zijn en de wereld moeten genezen...
Verder voor (jonge) mensen die van platen- en bladerboeken houden, en heel goed kunnen lezen. Veel teksten staan in een akelig klein font afgedrukt, en de zinnen zijn lang en bevatten moeilijke woorden. Vanaf klas 2 WO, zou ik zeggen, en je moet echt dóór willen lezen. 
Daarentegen zijn de illustraties gouache-achtig geschilderd en dat doet me weer aan jongere mensen denken, kinderen van een jaar of 10.
 
De structuur is deze: in vijtien dubbelpaginataferelen wordt ons een biotoop voorgesteld: waddenmangrovebos, riviermonding, kelpwoud, zeegrasweide, koraalrif, oesterrif, open water, zee-ijs, kwelder, traagstromend zoetwater, snelstromend zoetwater, waterrijk gebied, bronnen en kloven en diep water.
Elke biotoop wordt gevolgd door twee pagina's waarop voor die biotoop kenmerkende planten en (meest) dieren worden afgebeeld. Die afbeeldingen zijn redelijk trefzeker (hoewel ik de lepelaar in waddenzee wat erg gedrongen vind), maar wat betreft afmetingen totaal niet met elkaar in verhouding, zodat bijvoorbeeld de bruine kiekendief (± 50 cm) in waterrijke gebieden even groot is als de grote gerande oeverspin (max. 2 cm) en de woelrat (15 à 20 cm) even groot als de koninginnepage (tot 7cm). Dat is natuurlijk ook lastig te realiseren, maar iets van grootte had er wellicht wat consequenter bij gekund. Nu staat het te hooi en te gras in de beschrijvingen (in dat ellendige kleine lettertje) bovenaan de pagina, zodat we wél weten dat de blauwe vinvis (open water) even lang als 'twee schoolbussen' kan worden, maar niet hoe lang de daarboven bijna even grote bultrug kan worden, nog afgezien van de vraag hoe lang een autobus is. (Heb ik even opgezocht. In Nederland en Groot-Brittannië ± 12 m. Een bultrug kan net even langer worden. En 'schoolbussen' zijn in deze streken even lang als autobussen.)
Of, zie hieronder, een zee-olifant en een otter:
 

 
Dat moet wel een reusachtige otter zijn. Of een heel klein zee-olifantje.
 
Nog een afbeelding, een detail van zo'n dubbelpagina, om een indruk te geven:
 
 


Met excuses, want dit boek is te groot voor mijn simpele A4-scanner. Ik houd het dus op deze twee afbeeldingen.

Aan deze vijftien biotopen (de term komt overigens niet voor in het boek) gaat een inleiding vooraf over waterbegrippen: zoutgehalte, dichtheid, lichtinval, stromingen, druk, golven, zuurgraad, getijden & zuurstofconcentratie. Niet steeds even helder, is mijn indruk.

Stel je water voor als een menigte mensen waarin alle zoutdeeltjes een blauw t-shirt dragen. Dan hebben bij zout water 35 van de duizend mensen een blauw shirt aan: het zoutgehalte is 35 op 1000.

Maar wat is een zoutdeeltje? En die andere 965 mensen, wat stellen die dan voor? Waterdeeltjes?
Dat staat dan onder 'Zoutgehalte', een kolom tekst. Onder 'Dichtheid', in de volgende kolom, een honderd regeltjes verder, staat dan:
 
De waterdichtheid beschrijft hoe dicht mensen in de menigte tegen elkaar staan.

Eh? Ja, dat slaat dus kennelijk op die voorgaande 'menige mensen'. Maar hoe dicht is 'hoe dicht'? Moet ik me een disco voorstellen of een begrafenis tijdens corona?

Wat dan wel weer goed is, is de vermelding dat water bij 4 graden Celsius een hogere dichtheid heeft dan bij 0 graden, waardoor ijs op het water drijft, wat 'van levensbelang is voor het leven in meren en vijvers'.

Vermoedelijk heeft esthetiek een grote rol gespeeld bij het ontwerp van dit boek. 
Doorgaans te prijzen, maar in Waterwerelden doet het afbreuk aan de documentaire waarde. De tekst laat zich moeilijk lezen, zeker op de gekleurde achtergronden die vaak zijn gebruikt. Kortom, de opdrachten en het plechtstatige voorwoord van ene Will Milliard (bekend in GB, niet in B/NL) plus de wat alarmerende inleiding over 'Water is leven' (en dat wordt  bedreigd) wekken verwachtingen die niet helemaal worden waargemaakt.
 
 

Kaufman, Alexander, en Mariana Rodrigues. Waterwerelden. Vert.: Steven Blaas. Lemnniscaat, 2021. ISBN 978 90 477 1322 7, 70 p. Oorspr.: Earth's Aquarium, 2021.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten