Waarom zou je je verdiepen in een mooi, moeilijk, verdrietig of confronterend verhaal als niemand je vervolgens leert na te denken over de betekenis ervan? Verwaarlozing vermomd als bescherming typeert het literatuuronderwijs in Nederland.
Zo begint een vlammend betoog van Yra van Dijk en Marie-José Klaver in De Groene Amsterdammer 20 oktober 2022.
Over opleuking, verkleutering, rare vragen in lesmethodes, slecht opgeleide docenten en meer verdrietigs in het Nederlandse literatuuronderwijs. 'De verleuking biedt helemaal geen antwoord op ontlezing, maar is er mede de oorzaak van.'
Docenten, en vooral ook uitgevers en beleidsmedewerkers, léés dit artikel!
Wat dat antwoord dan wel is?
Een leraar die zelf veel leest, is de beste leesbevorderaar. Daar schort het nu aan bij veel aankomende leraren. Een docent moet breed belezen zijn om enthousiasmerende adviezen te geven die zijn toegesneden op haar leerlingen.
Zo is dat. Ik kan het er alleen maar hartgrondig mee eens zijn.
Dus ga ik even door met citeren.
Titels die aansluiten bij actuele thema’s als het klimaat, gender of racisme zijn onder leerlingen geliefd, maar niet iedere leraar weet ze te vinden. De vanzelfsprekende belezenheid van de leraar Nederlands lijkt te verdwijnen, blijkt uit ander onderzoek van de neerlandicus Jeroen Dera uit 2018. Veel leraren laten zich leiden door ‘wat goed scoort op de literaire markt’ en wat dus veel aandacht krijgt in de media, en ze hebben daarnaast weinig zicht op alternatieve recente titels.
Ook de ‘methodenverslaving’, de afhankelijkheid van educatieve uitgevers en hun elektronische abonnementendiensten, zou wel eens deel van het probleem kunnen zijn. Het gebruik van digitale leermiddelen was in 2006 al tot vijf keer zo hoog in Nederland ten opzichte van andere landen waar het leesbegrip beter is. Te beginnen op de basisschool is het de leraar die de belangrijkste rol speelt bij goed leesonderwijs dat de kansenongelijkheid bestrijdt, aldus de eerder genoemde Leidse leesonderzoekers in hun rapport Sturen op begrip.
Meer argumenten in het artikel, dat start met de denkbeeldige leerling Kimberley, die samengesteld blijkt 'uit leerlingen die we hebben gesproken en data uit onderzoeksrapporten'.
Ik eindig met nog een citaat, en een tekening van Kamagurka uit het artikel.
Een neerwaartse spiraal van de onderschatte leerling, de schrale schoolbibliotheek, de knutseldidactiek, de gebrekkige richtlijnen, het afstompende eindexamen en de te weinig belezen leraar die zich baseert op een digitale en niet diverse methode, maken dat we op een dieptepunt zijn beland. Het punt waarop de Nederlandse leerling de slechtste lezer is – het punt ook waarop Kimberley afhaakte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten