Zoeken in deze blog

vrijdag 20 januari 2023

Wie kan er nog lezen - en wat

Als de Inspectie van het Onderwijs van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een alarmbericht stuurt, is het doorgaans raak. De dames en heren inspecteurs laten zich niet heel snel publiekelijk uit over wat ze aantreffen.
Op 18 januari verscheen er een Nieuwsbrief leesvaardigheid (speciaal) basisonderwijs, en de boodschap was duidelijk en een vervolg op de Peiling leesonderwijs 2022, die in december 2022 verscheen. 
Er is iets mis met het leesonderwijs in Nederland. In een bijgeleverd factsheet (samenvatting) staat: 

• 88% van de bo-leerlingen beheerst minstens het niveau 1F voor lezen, in het sbo geldt dit voor 39% van de leerlingen. Het aandeel leerlingen dat ook het streefniveau 2F beheerst, is 50% in het bo en 7% in het sbo. Daarmee wordt de ambitie van 65% leerlingen op niveau 2F aan het einde van het primair onderwijs niet behaald. De ambitie van 85% van de leerlingen die aan het einde van het primair onderwijs niveau 1F beheersen, wordt alleen in het bo gehaald.
• Leerlingen die vaker voor hun plezier lezen, halen een hogere score op de leestoets. Datzelfde geldt voor leerlingen die veel vertrouwen hebben in hun eigen leesvaardigheid. Leerlingen die aangeven in hogere mate extrinsiek gemotiveerd te worden om te lezen, halen juist een lagere leesscore.
• Meisjes behalen gemiddeld genomen een hogere leesscore dan jongens. Dit geldt ook voor leerlingen die thuis (bijna) altijd Nederlands spreken in vergelijking met leerlingen die thuis soms of nooit Nederlands spreken. Ook leerlingen die thuis meer dan 25 boeken hebben, behalen gemiddeld een hogere leesscore dan leerlingen met minder boeken thuis.
• In 2021 is de leesvaardigheid van leerlingen licht gedaald ten opzichte van 10 jaar geleden. In het sbo is de leesvaardigheid iets sterker gedaald dan in het bo.

En dat terwijl genoemd ministerie blijkens de website onder leiding van twee ministers en een staatssecretaris werkt aan

elke dag een slim, vaardig en creatief Nederland. Een land waar je jezelf mag en kan zijn.
Een land waar iedereen mee kan doen. Waar je de vrijheid hebt om je te ontwikkelen en te uiten. Als iedereen een gelijke kans krijgt, dan kan al het talent in Nederland bloeien. Van de handigste handen tot de knapste koppen.

Niet minder! Echt reclameproza. Maak dat maar eens waar... Tot nu toe niet echt gelukt.
Dat 1F e.d. bij het eerste bolletje verwijst naar de referentieniveaus die in 2010 bij wet zijn ingevoerd om 'ervoor te zorgen dat er in het hele Nederlandse onderwijs concrete doelen zijn om naartoe te werken'.
(Alsof ze die daarvoor niet hadden. En wat is het verschil tussen het hele Nederlandse onderwijs en het Nederlandse onderwijs?)

Mij maakt zo'n rapport wel benieuwd naar hoe en wat er is gemeten. Snel bladeren door het rapport leverde me wel resultaten maar geen toetsen. Dat wordt dus studie, vermoedelijk van de eveneens bijgeleverde 'technische rapporten'... en er ligt voorlopig een veel interessanter boek op mijn stapeltje. (Dat niets te maken heeft met leesonderzoek.)
 
De factsheet bevat als voorbeeld een opgave 'uit het domein evalueren bij een zakelijke, instructieve tekst' die meteen opmerkelijk is: dit recept:
 
Hemelse modder

Ingrediënten
30 gram boter
20 gram suiker
100 gram pure chocolade
1 eetlepel water
2 eieren, dooiers en eiwit gesplitst

Bereidingswijze
1. Breek de chocolade in stukjes en smelt deze met een eetlepel water in een
schaaltje dat in een pannetje staat met een beetje kokend water erin.
2. Roer de boter met suiker tot een romig geheel. Voeg één voor één de eidooiers toe.
3. Klop de eiwitten stijf en voeg een mespuntje zout toe.
4. Roer de chocolade door het botermengsel en leg dit op de stijfgeklopte eiwitten.
5. Schep alles luchtig door elkaar.
6. Serveer in schaaltjes met eventueel een toefje slagroom en wat hagelslag.
Bron: Krieltje, Elisabeth Mollema, Monique Beijer, Constance Lataster, 2009, Van Goor, Houten

 
Leerlingen kregen op niveau 1F de vraag 'Krijg je na het lezen van deze tekst zin om ‘Hemelse modder’ te maken? Leg je antwoord uit.'
Dat is te volgen: er worden veel ingrediënten in genoemd die doorgaans lekker worden gevonden.
Op niveau 2F luidde de vraag: 'Waarom heet het lekkers waarover het in deze tekst gaat Hemelse modder?' Daarnaar moet je als twaalfjarige een slag slaan, afgezien van dat 'lekkers'. In de termen van de toets:
 
Waar leerlingen op niveau 1F een eigen mening kunnen verwoorden, kunnen leerlingen op niveau 2F ook verschillende delen van de tekst met elkaar verbinden en beoordelen om deze vervolgens te koppelen aan de eigen belevingswereld.

Hemels moet kennelijk positieve associaties oproepen, en dat je geacht wordt van alles door elkaar te klutsen moet kennelijk de associatie met modder oproepen. 2F is 'het niveau dat iedere Nederlander zou moeten beheersten om maatschappelijk te kunnen functioneren.' Wat in dit geval dus inhoudt dat je iets moet kunnen met de woorden hemels en modder, maar op tijd de neiging laat liggen om mogelijke andere namen te verzinnen, zoals 'lekkere zooi' of 'chocoladebagger', ik verzin maar wat, want dat was niet de vraag.
 
Het is slechts één voorbeeld en ik hoop dat het niet representatief is. Laat ik vooralsnog aannemen dat de methodes en dus de resultaten kloppen, al was het maar omdat veel onderzoekers e.e.a. kritisch zullen bekijken.
Dan wordt in ieder geval oud nieuws weer eens bevestigd: meisjes lezen meer dan jongens. Dat is al een halve eeuw de uitkomst van veel onderzoek.
Dat geldt eigenlijk ook voor die andere uitkomst: leerlingen die vaker voor hun plezier lezen, halen een hogere score op de leestoets. Waarmee weer samenhangt dat de aanwezigheid van leesboeken thuis helpt, en verplicht lezen niet. 
 
Zoals de Inspectie het in december formuleerde: 'Om de dalende trend te keren zijn er zowel veranderingen nodig in het leesonderwijs op scholen, als in het leesgedrag van de leerlingen thuis. Deze veranderingen vragen om een brede aanpak, waarbij scholen onder meer samenwerken met ouders, bibliotheken, gemeenten en consultatiebureaus.' 
 
Kom maar door met die goed voorziene schoolbibliotheek, om te beginnen. Faciliteer de leescoördinator op school. Neem geen leerkrachten aan die niet méér lezen dan recepten in hun kook-app. Steun de openbare bibliotheken, zorg dat ze hun jeugdbibliotheken op peil kunnen houden en mensen in dienst houden die weten wat er voor kinderen verschijnt. Zorg voor structurele samenwerking van scholen en bibliotheken. Laat daarbij de eventueel aanwezige kinderboekwinkels niet buiten boord. En laat dit jaar in jaar uit blijven, want incidentele evenementen brengen geen structurele verbetering. Denk bij leesgoed niet alleen aan mooie leesboeken, fictie en non-fictie, maar ook aan tijdschriften en nieuwe media. Lees vaak voor. Geef leerlingen meer te lezen dan de armoedige tekstjes in methodes, laat begrijpend lezen echt begrijpend lezen worden en zorg voor rijke taal op school. Práát met kinderen over wat ze lezen.
 
Nou ja, enzovoort. Niets hiervan is niet al eerder aanbevolen. Let it be. Wie weet...
Tijd voor hemelse modder.

Overigens is het thema van komende (Nederlandse) Kinderboekenweek (4-15 oktober 2023): 'bij mij thuis'. Zie Hebban en Leesbevordering in de klas. In Vlaanderen is heel maart Jeugdboekenmaand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten