Aan Rachel werd weinig gevraagd, geloof ik. Jacob kwam, zag en besloot dat zij het moest worden.
Zo toont William Dyce het in 1853. Rachel houdt haar ogen teneergeslagen, alleen de goden weten wat ze dacht en voelde.
Ze werd het niet meteen, want Jacobs oom Laban, vader van Rachel, vond dat Jacob eerst zeven jaartjes moest werken en hij had nog een oudere dochter, Leah. Hoe ging dat, op die bruiloft na zeven jaar ploeteren? De bruid werd flink ingepakt en van een sluier voorzien. Daardoor had Jacob niet door dat-ie met Leah trouwde in plaats van met de door hem gewenste Rachel. Vrij snel kreeg Jacob door dat hij belazerd was.
In de woorden van de Statenvertaling:
Toen zeide Jakob tot Laban: Geef mijn huisvrouw, want mijn dagen zijn vervuld, dat ik tot haar inga.
Zo verzamelde Laban al de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd.
En het geschiedde des avonds, dat hij zijn dochter Lea nam, en bracht haar tot hem; en hij ging tot haar in.
En Laban gaf haar Zilpa, zijn dienstmaagd, aan Lea, zijn dochter, tot een dienstmaagd.
En het geschiedde des morgens, en ziet, het was Lea. Daarom zeide hij tot Laban: Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt; heb ik niet bij u gediend om Rachel? waarom hebt gij mij dan bedrogen?
Er was trouwens iets met Leah's ogen. Volgens experts waren die óf 'zwak' óf 'teder', al naargelang de uitleg van het Hebreeuwse woord, dat beide kon betekenen. Wat mij terug naar Dyce's schilderij brengt: het lijkt net alsof Jacob hier Rachels ogen heel goed bekijkt. Wat lastig is, want zoals gezegd houdt zij ze dicht, volgens mij. In Genesis staat hier niets over, daar kust Jacob haar en huilt.
Hoe dan ook, de meeste oude vertalers kozen de ongunstige betekenis en schiepen een soort tegenstelling: Leah's ogen waren mat, Rachel was mooi en aantrekkelijk. In de Statenvertaling overigens staat dit: ' Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht. ' Wat weer de vraag oproept wat de Statenvertalers bedoelden met teder, want een tegenstelling schiepen ze wel.
Er was natuurlijk wat gekrakeel na die bruiloft. Ach, vond Laban, dan neem je Rachel toch als tweede vrouw? En dan werk je gewoon nóg zeven jaar om me te betalen. Zo gezegd zo gedaan. Als je dan toch getrouwd bent, ga je met je vrouw naar bed, of die dat nu prettig vindt of niet, en een dienstmeisje kan er ook nog wel bij. Zo baarde Leah vier zonen maar met Rachel lukte dat niet meteen, dus vond Rachel dat Jacob het maar eens met haar dienstmeisje Bilhah moest doen ('Zie, daar is mijn dienstmaagd Bilha, ga tot haar in'). Hup, nog twee zonen. Vervolgens kwam Leah's dienstmeisje Zilpa aan de beurt: hup, nog wat zonen. Toen Leah zelf weer: hup, nog wat kinderen, waaronder een dochter. En toen, hè hè, baarde Rachel Jozef. En daarna nog Benjamin, waarbij ze stierf. Haar taak zat er op.
Weer denk ik aan Dyce's schildering. Zou het meisje al geweten hebben wat haar lot was, trouwen, genomen worden, neuken, kinderen baren op bestelling? Alsof je een geit was, die elke dag werd gemolken? Zou William Dyce dit hebben willen benadrukken? Ik denk van niet: de vrouw was in zijn tijd, de 19e eeuw, nog steeds tot ongeveer hetzelfde voorbestemd als in de tijd van Jacob. Ik denk dat hij het moment heeft willen tonen dat Jacob haar vertelt wie hij is en haar kust.
Die ontmoeting kun je ook heel anders uitbeelden. Zo bijvoorbeeld:
Dit is volgens de Franse schilder James Tissot, ook 19e eeuw. Keurig volgens het bijbelse verhaal, waarin Jacob de steen van de put neemt zodat de schapen die Rachel hoedt kunnen drinken.
Jozef werd volgens de bijbelse verhalen een heel belangrijk persoon. Vermoedelijk verzamelde Rachel daardoor postuum de nodige roem en is haar graf een bedevaartsoord geworden.
Ik begreep dat dit graf voor joodse gelovigen symbool is voor de terugkeer naar Israel, en dus een heilige plek, ondanks Talmoedische twijfel over de exacte locatie van Rachels graf. Voor joodse gelovigen is Rachel een soort oermoeder geworden.
Maar ook christelijke en moslim-gelovigen vinden haar belangrijk genoeg om het graf tot heilige plek uit te roepen. het ligt vlakbij Bethlehem.
Ha, dat staat garant voor ruzie! Een beladen plek, dus. Hieronder een afbeelding van rond 1910, boven een gravure uit de 19e eeuw. (Geen bron gevonden.)
De plek werd in 1830 door de Ottomaanse regering erkend als joods heiligdom. In 1841 kwam het graf in joods eigendom, maar de eerste eigenaar, Moses Montefiori, liet er een vierkant gebouwtje bijplaatsen waar moslims konden bidden, een wijs gebaar. De gravure hierboven is duidelijk van na 1841. Na 1921 lag het graf in het Britse protectoraat Palestinië en begon al enig gedonder tussen gelovigen van joodse en moslim-snit. De Verenigde Naties probeerden iets te regelen, met enig succes. Van 1948 tot 1967 lag de plek in Jordanië en werd er een moslimkerkhof omheen gelegd. Iedereen mocht het graf bezoeken, mits je een visum voor Jordanië kon krijgen - wat niet gold voor Israeli's. Na de zesdaagse oorlog in 1967 kwam de plek weer onder Israelisch bewind en dat was het begin van een reeks ruzies, die soms met wapens werden uitgevochten. Unesco heeft dit vuurtje nog aangewakkerd door het graf te bestempelen als werelderfgoed, onder de naam Bilal ibn Rabah Moskee.
Hieronder in 1978:
Mocht ik ooit nog een reis naar het Midden-Oosten maken, dan wil ik deze plek zeker bezoeken. Als ik het goed begrijp, dien ik dan een visum voor Israel aan te vragen. Ik kan er heen met een bus, stevig bewaakt door jonge Israelische soldaten. De heilige moeder Maria zou er een traan om kunnen laten, uit solidariteit met die andere oermoeder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten