... en daarmee tot grotere leesvaardigheid. Nogal wiedes, zou je zeggen, maar het is altijd prettig als zo'n ervaringsgegeven nog eens bevestigd wordt door onderzoek. Dat deed Suzanne Mol voor Stichting Lezen (NL) en op 7 december jl. promoveerde ze met dit onderzoek (titel To read or not to read) aan de Universiteit Leiden, met Adriana Bus als promotor.
Citaat uit het persbericht van de universiteit: ' Het maakt een groot verschil of kinderen en studenten jeugdliteratuur lezen of niet. Voorgelezen worden en zelf lezen brengen een positieve spiraal op gang. Basisschoolleerlingen, middelbare scholieren en studenten die in hun vrije tijd lezen, lezen steeds beter in vergelijking tot hun minder vaak lezende leeftijdgenoten. '
Citaat uit het persbericht van Stichting Lezen: ' Het lezen van literatuur is elementair voor onze plek op de maatschappelijke (lees)ladder. Daarvoor bestaat overtuigend wetenschappelijk bewijs. Deze conclusie trekt promovenda Suzanne Mol op basis van 146 internationale, wetenschappelijke studies, waaraan in totaal meer dan 10.000 kinderen en studenten van 2 tot 22 jaar hebben meegedaan. ' Op het tijdstip van dat bericht was Suzanne Mol overigens geen promovenda meer, maar doctor.
Nu hoort dit onderzoek wellicht thuis in een reeks onderzoeken met gewenste uitkomst en het persbericht van Stichting Lezen roept bij mij enkele vragen op. Wat is een 'maatschappelijke leesladder'? Toch niet hetzelfde als de 'maatschappelijke ladder' die doorgaans als metafoor wordt gehanteerd voor de positie die men inneemt in de samenleving? De universiteit formuleerde het directer: ' Kinderen en jongeren die veel lezen belanden hoger op de maatschappelijke ladder. '
Is er dan een oorzakelijk verband tussen veel lezen en een goede positie in de samenleving of is dit een samenhangend verband dat nog wel enige aanvulling behoeft?
En is alleen 'lezen van literatuur' 'elementair', of kom je er ook als je vooral non-fictie leest?
' Een samenvatting van haar proefschrift komt in de nieuwsbrief van januari 2011. ' lees ik op de website van de universiteit. Wellicht hierin antwoorden.
Ik hoop dat het verband dat Suzanne Mol heeft gevonden geen gymschoenenverband is. Dat is dit: driekwart van de misdadigers blijkt gymschoenen te dragen. Ergo: het dragen van gymschoenen leidt tot misdadigheid. (Ooit gevonden in een geërgerde column van Maarten Keulemans, over het noemen van etnische achtergrond in berichten over gepleegde misdaden. Kan het niet meer terugvinden, maar zie ook deze column over verbanden.)
Wat me in het universiteitsbericht nog opviel was de kanttekening bij het zogenoemde 'interactief voorlezen', dat nogal actief is bevorderd door het Expertisecentrum Nederlands. Ik citeer: ' Mol brengt echter ook een nuancering aan in de heersende mening dat het wenselijk is interactief voor te lezen: niet alle kinderen profiteren gelijkelijk van ‘interactief voorlezen’. Interactief voorlezen blijkt het minst effectief waar de interventie het meest nodig is: in gezinnen waar weinig ervaring is met boeken en in peuterspeelzalen en in kleuterklassen waar vooral kinderen met een verhoogd risico op taal- en leesachterstanden worden voorgelezen door de eigen leerkracht. Het is dus belangrijk om juist in die groepen in kinderen meer te investeren. ' Waarvan acte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten