Zoeken in deze blog

donderdag 19 december 2024

De Kat van Ome Willem

Alice begon net te denken: 'Wat moet ik er eigenlijk mee aan als ik weer thuis ben?' toen hij plotseling zo hard knorde dat ze hem nog eens heel goed bestudeerde. Ditmaal was er geen twijfel mogelijk: het was niets meer of minder dan een biggetje, en ze vond het dan ook een beetje te veel van het goede om hem nog verder te dragen.
Dus zette ze het beestje op de grond, waarop hij tot haar opluchting kalmpjes het bos in dribbelde. 'Als hij groot was geworden,' zei ze bij zichzelf, 'was het een afschuwelijk lelijk kind geworden, maar als zwijntje best een knapperd, vind ik.' En ze dacht aan andere kinderen die het ook goed zouden doen als zwijn, en net zei ze bij zichzelf: 'Als ik maar wist hoe ik ze kon veranderen - ' toen ze tot haar verbazing, heel dichtbij, op een boomtak de Kat van Ome Willem zag zitten.

Uit welk verhaal komt deze passage? De liefhebber weet het allang: een vertaling van Alice in Wonderland, van Lewis Carroll.
Maar dit is wel het debuut van de Kat van Ome Willem op deze plek.

Het is feest: een nieuwe vertaling. Dubbel feest: vertaler Robbert-Jan Henkes zette achterin het boek achttien pagina's 'aantekeningen' over de keuzes en alternatieven bij het vertalen, en nog een nawoord.
Bij p. 54, waar de Kat van Ome Willem voor het eerst verschijnt (op de vloer bij de Hertogin), staan op p. 237 zestien regels aantekeningen, waarin hij onder meer veel voorgaande vertalingen opsomt, tot en met de Kolderkat van Sofia Engelsman en de Say Cheesekat van Imme Dros, en ook uitlegt waardoor Cheshire Cat zo moeilijk te vertalen is.
Hij vertelt dan weer niet waarom hij pig als zwijn vertaalt en niet als varken, wat m.i. best had gekund als je nagaat hoe Alice even liep te dromen hoe ze sommige klasgenoten in een zwijn zou veranderen - die kinderen zouden het als varken misschien nog beter doen. En ook niet waarom het beestje een hij is.
Voor wie zich (jongere generatie?) nu verbaasd afvraagt waar Robbert-Jan die kat vandaan haalde: zie hier. Op dat liedje zinspeelde Henkes in deze passage:

'Ik wist niet dat de Kat van Ome Willem altijd grijnsde. Eigenlijk wist ik niet eens dat katten konden grijnzen.'
'Alle katten grijnzen,' zei de Hertogin, 'als ze naar Parijs zijn geweest.'
'Dat wist ik niet,' zei Alice beleefd, maar blij dat het gesprek op gang was gekomen.
'Jij weet niet veel,' zei de Hertogin, 'dat staat vast.'

In de origine tekst staat dit:

“I didn’t know that Cheshire cats always grinned; in fact, I didn’t know that cats could grin.”
“They all can,” said the Duchess; “and most of ’em do.”
“I don’t know of any that do,” Alice said very politely, feeling quite pleased to have got into a conversation.
“You don’t know much,” said the Duchess; “and that’s a fact.” 

Die Kat van Ome Willem is een voorbeeldige vertaalvondst.
 


De verleiding is groot om verder te gaan vergelijken.
Bijvoorbeeld die passage over het lesrooster uit het befaamde gesprek met de Griffioen (door iedereen zo vertaald) en de ja, de wat? Bij Henkes wordt de Mock Turtle de Aardappelschilpad.
De passage is die waarin de Mock Turtle en de Gryphon uitleggen dat ze op school elke dag een uur minder les hadden:
 
‘Ten hours the first day,’ said the Mock Turtle, ‘nine the next, and so on.’ ‘What a curious plan!’ exclaimed Alice. ‘That's the reason they're called lessons,’ the Gryphon remarked, ‘because they lessen from day to day’.
 
In mijn recensie van Imme Dros' vertaling in 2023 heb ik e.e.a. opgesomd, met dank aan Judith van den Berg, en dat neem ik voor het gemak hier over:

Mann, 1887:  
‘Wat een gek plan,’ zei Alice.
‘Dat vind ik volstrekt niet; gij hebt ook altijd wat te zeggen.’

 
Ten Raa, 1899:
‘Ja, zie je, [...] als je vooruit wilt gaan, moet je steeds achteruit gaan,’ merkte de Griffioen op.
 
Van Oven-van Doorn, 1934:
‘Zeker, zeker, we hadden iedere dag een uur korter les,’ zei de Griffioen, ‘iedere dag... een uur... korter...
 
 Kossmann en Reedijk, 1947:
‘Helemaal niet raar,’ zei de Griffioen, ‘we gingen er heen om onderwijs te genieten en daar geniet je iedere dag minder van.’
 
Andreus, 1968:  
‘Helemaal niet gek,’ zei de Griffioen, ‘want omdat hij meester was, begon hij met het meeste. Dat is toch logisch!

Matsier, 1989:  
‘Zo lesten we onze dorst naar kennis steeds sneller,’ merkte de Griffioen op, ‘vandaar de uitspraak lest best.’
 
Engelsman, 1999:  
‘Het was een verkorte opleiding,’ merkte de Griffioen op, ‘en dus was elke dag een uur korter.’

Imme Dros, 2023:
'Wat een raar rooster!' riep Alice uit.
'Het was een spoedcursus,' zei de Griffioen. 'Elke dag kreeg je wat meer spoed.'

Robbert-Jan Henkes:
'Wat een vreemd rooster!' riep Alice uit.
'Daarom heet het ook onderwijs,' legde de Griffioen uit. 'Omdat de wijzer van de klok steeds naar onder wijst.'
 
En dat is ook een mooie vondst. Zelf vindt hij die van Andreus (na de zijne, neem ik aan) de beste.


Een fijne graadmeter is natuurlijk 'Jabberwocky', het fenomenale vers uit Alice through the Looking-Glass.
Dat ziet ze eerst zo:
 
.YKCOWREBBAJ

  sevot yhtils eht dna, gillirb sawT’
ebaw eht ni elbmig dna eryg diD
     ,sevogorob eht erew ysmim llA
    .ebargtuo shtar emom eht dnA

Maar ze beseft heel snel: 'Why, it’s a Looking-glass book, of course!', houdt het voor de spiegel en leest:
 
JABBERWOCKY.

’Twas brillig, and the slithy toves
    Did gyre and gimble in the wabe;
All mimsy were the borogoves,
    And the mome raths outgrabe.

“Beware the Jabberwock, my son!
    The jaws that bite, the claws that catch!
Beware the Jubjub bird, and shun
    The frumious Bandersnatch!”

He took his vorpal sword in hand:
    Long time the manxome foe he sought—
So rested he by the Tumtum tree,
    And stood awhile in thought.

And as in uffish thought he stood,
    The Jabberwock, with eyes of flame,
Came whiffling through the tulgey wood,
    And burbled as it came!

One, two! One, two! And through and through
    The vorpal blade went snicker-snack!
He left it dead, and with its head
    He went galumphing back.

“And hast thou slain the Jabberwock?
    Come to my arms, my beamish boy!
O frabjous day! Callooh! Callay!”
    He chortled in his joy.

’Twas brillig, and the slithy toves
    Did gyre and gimble in the wabe;
All mimsy were the borogoves,
    And the mome raths outgrabe.
 

Het epos is uiteraard ook te horen, want poëzie is om voor te dragen, al is het maar voor jezelf. Luister hier (met tekst!) of hier (met mooie tekenfilm!)
Een heldenepos in zeven coupletten, met zijn eigen Wiki-pagina, Tientallen, zo niet honderden vertalers hebben hun best hierop gedaan. Ook Imme Dros:

't Was brulig en de sluikse toof
trok slijms een slinkse glimsterstreep
miesmoedig klonk de papegoof.
En de gloom daas ontgreep.

Vermijd de Kwebbelgnok, mijn zoon!
De knauw die kwetst, de klauw die kletst!
Ontwijk de Hiphuphop en hoon
de donderse Denderpest.

Enzovoort. Robbert-Jan Henkes maakt er dit van:

't Was brillicht en de slyze toofs
  vergaayden griemend in het weegst:
gans mimsisch was de bormansgroof,
  en 't momse rafft bedreegst.

'Vrees voor de Jabberwrok, myn kind!
  Zyn kakenklap, zyn klauwengraay!
De vogel Jubjub, vrees! - en slint
  de frummse Bandersnaay!'

Kies maar.
 


We keren terug naar dat treurige tweetal bij de zee, de Griffioen en de Aardappelschilpad dan wel Soepschildpad (Dros) of Nepschildpad (Engelsman). 

Lewis Carroll:
'If I'd been the whiting,' said Alice, whose thoughts were still running on the song, 'I'd have said to the porpoise, "Keep back, please: we don't want you with us!"'
'They were obliged to have him with them,' the Mock Turtle said: 'no wise fish would go anywhere without a porpoise.'
'Wouldn't it really?' said Alice in a tone of great surprise.
'Of course not,' said the Mock Turtle: 'why, if a fish came to me, and told me he was going a journey, I should say "With what porpoise?"'
'Don't you mean "purpose"?' said Alice.
'I mean what I say,' the Mock Turtle replied in an offended tone. And the Gryphon added 'Come, let's hear some of your adventures.'


Sofia Engelsman:

'Als ik die witvis was,' zei Alice, die nog steeds met het liedje bezig was, 'had ik tegen die haring gezegd: "Ga eens een eindje naar achteren. We willen je niet mee hebben."'
'Ze moesten hem wel meenemen,' zei de Nepschildpad. 'Elke weldenkende vis neemt wat haringen mee, als hij op reis gaat.'
'Echt?' vroeg, Alice, heel verbaasd.
'Natuurlijk,' zei de Nepschildpad. 'Hoe moet hij anders zijn tentje opzetten?'
'Ik denk dat je je vergist,' zei Alice.
'Ik vergis me helemaal niet,' antwoordde de Nepschildpad beledigd. En de Griffioen zei: 'Vertel jij eens wat over je avonturen.'

 
Imme Dros:
 
 'Als ik die platvis was geweest,' zei Alice met haar gedachten nog steeds bij het lied, 'dan zou ik tegen de inktvis hebben gezegd: Ga alsjeblieft wat achteruit, jij: we willen jou er niet bij hebben.'
'Ze waren wel verplicht hem erbij te hebben,'zei de Soepschildpad. 'Geen vis met gezond verstand zou ergens heen gaan zonder inktvis.'
'Echt niet?' zei Alice stomverbaasd.
'Natuurlijk niet,' zei de Soepschildpad. 'Als een vis mij kwam vertellen dat hij op reis ging, zou ik allereerst vragen: Met welke inktvis?'
'Maar waarvoor?' vroeg Alice.
'Hoe kan hij me anders schrijven,' antwoordde de Soepschildpad kriegel.
En de Griffioen voegde eraan toe: 'Kom, laat nu maar eens wat van jouw avonturen horen.'

Robbert-Jan Henkes:

'Als ik de haring was geweest,' zei Alice, die met haar gedachten nog bij het liedje was, 'dan had ik de narwal gezegd dat hij me niet achterna moest komen. Waarvoor moest hij ook met ze mee?'
'Ze waren verplicht hem mee te nemen,' zei de Aardappelschilpad, 'want een vis op reis heeft altijd een narwal nodig.'
'Is dat zo?' vroeg Alice verbaasd.
'Natuurlijk,' zei de Aardappelschilpad, 'je moet de vissen horen roepen: Narwal! Narwal!'
'Je bedoelt zeker Naar wal! Naar wal!' zei Alice.
'Ik bedoel wat ik zeg,' zei de Aardappelschilpad enigszins beledigd, en de Griffioen voegde daaraan toe: 'Kom, nu willen we jouw avonturen horen.'

Kies maar.
Geen haalt het bij het origineel.
 


Dat geldt wat mij betreft ook voor de tekeningen van de negentiende-eeuwse cartoonist John Tenniel, hoewel sommige illustratoren een heel eind kwamen, zoals recent nog Floor Rieder in de uitgave van Gottmer met de vertaling van Sofie Engelsman - die komend jaar april weer in herdruk verschijnt! 
In de uitgave van Van Oorschot met de vertaling van Robbert-Jan Henkes zijn Tenniels tekeningen ingekleurd door Floris Tilanus.
De keuze voor de ene of de andere illustrator is wellicht doorslaggevender dan die tussen de vertalers...
 

Carroll, Lewis. Alice in Wonderland & in Spiegelland. Vertaald door Robbert-Jan Henkes. Van Oorschot, 2024. ISBN 978 90 282 4311 8, 264 p. Oorspr.: Alice's Adventures in Wonderland (1863) en Through the Looking-Glass and What Alice Found There, The Centenary Edition, edited with an introduction and notes by Hugh Haughton, Penguin Classics, Penguin Books, London etc, 1998.  






Geen opmerkingen:

Een reactie posten