Zoeken in deze blog

zaterdag 23 augustus 2025

Gekke ouwe opa

Onze stenen. Een raadselachtige titel met een raadselachtige auteur.
Wie Jarvis is staat niet uitgelegd. Daarvoor moet je dus op zoek en de man blijkt al heel wat titels op zijn (voor-?) (achter-?) naam te hebben, waarvan ook veel vertaald, zoals De jongen met bloemen in zijn haar en Dank je wel. En deze Jarvis is geen verzonnen personage maar een levend mens, met een minimalistische website, een presentatie op Youtube en zie ook hier.
 
Hoofdpersoon en verteller van Onze stenen, dat misschien beter Onze kiezels had kunnen heten, is een jonge jongen die vertelt over zijn belevenissen met zijn 'gekke ouwe opa' aan het strand. Een kiezelsteenstrand, 'onze plek'. Bij ieder bezoek kozen ze een kiezel uit.
 
Maar op een dag moest opa verhuizen.
 
En ik miste het zoeken naar monsters.
En ik miste de zwart-witte hondjes.
En ik miste De Dartele Danser.
Maar het meest van al... miste ik opa.
Dus toen zei mama:
'Kom, we gaan samen
naar het kiezelsteenstrand.' 
 
Twee stenen nemen ze mee naar opa.
 
Een mooi heimwee-verhaal, vervat in sprekende illustraties en simpele maar doeltreffende woorden.
 
 
Jarvis. Onze stenen. Vert. door Linde van Laerhoven. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1717 1, 34 p. Oorspr.: Our Pebbles. Walker Books, 2024.  

dinsdag 19 augustus 2025

Alles voor de winst

'Alles voor de winst' heet het tweede hoofdstuk van Het begon met peper, de geschiedenis van Indonesië en Nederland en dat is een treffende kenschets van wat alle veroveraars van de eilanden in de Gordel van Smaragd bezig hield. Hoe dat ging, dat wordt in dit boek onverbloemd verteld en dat is een grote verdienste. Alleen daarom al zou het in geen enkele schoolbibliotheek mogen ontbreken.

 


Een aanklacht, à la Max Havelaar? Nee, daarvoor hanteren de vertellers een te laconieke stijl. En, zoals achterin in 'Lees dit ook nog' staat:
 
Ook jij bent niet verantwoordelijk voor dingen die voor jouw geboorte zijn gebeurd. Maar je moet het wel weten, zodat je ervan kunt leren en kunt voorkomen dat zoiets nog een keer gebeurt. Het is dus fantastisch dat jij dit boek hebt gelezen!
 
Mooi geformuleerd. En optimistisch genoeg om de jonge lezer wat hoop te geven.
Laten we de coltan-mijnen in Afrika nog even buiten beeld houden. Dat is voor een ander verhaal. We hoeven onze kinderen nog niet meteen te verpletteren met de narigheid die ook tegenwoordig nog uitgehaald wordt in de jacht op grondstoffen. Alleen wij volwassenen mogen ons wel realiseren dat 'zoiets' nog steeds gebeurt, al is het wellicht niet meer zo grootschalig als die vier eeuwen waarin Europeanen rijke streken in andere werelddelen overvloedig plunderden. De 'VOC-mentaliteit' zullen we maar zeggen, in 2006 nog aangeprezen door een christelijk geïnspireerde politicus.
 
Terug naar hoofdstuk 2. Eerste tekst, als inleiding:
 
Je weet nu dat Indonesië een land is met prachtige natuur, waar veel bijzondere planten groeien. Die planten, die zijn het begin van het verhaal over de geschiedenis van Nederland en Indonesië. Om bomen en planten uit Indonesië werden namelijk oorlogen gevoerd, mensen vermoord of tot slaaf gemaakt. Want een peperplant was in die tijd net zoiets als een goudmijn. Kijk om te beginnen maar in jullie keukenkastje of in de koektrommel. Zie je kaneel, nootmuskaat of een pak speculaasjes? Gevonden? Dan beginnen we daar.
 
Volgt meteen uitleg over 'specerijen', met name peper, kaneel, kruidnagel, nootmuskaat en foelie. Heel duidelijk allemaal, met afbeeldingen. Helaas niet terug te vinden in het register achterin, dat is wat mager uitgevallen. (Ook Balkenende ontbreekt, al wordt hij, mét die uitspraak, wel genoemd in het boek.) Fijn is de uitleg van het woord peperduur.
Vervolgens gaat het over vaarroutes, de eerste reizen, handelsposten en zo verder. 'Hoe Nederland rijk werd van Oost-Indië', de ondertitel van het hoofdstuk. Ongeveer de periode 1500-1800. 
Gevolgd door hoofdstuk 3, 'Ploeteren op plantages, onderdrukking in de kolonie', 4, 'Kampen, honger en spoorlijnen , de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië', 5, 'Vrij, maar toch niet vrij, de oorlog om onafhankelijkheid', 6, 'Van korte broek naar winterjas, hoe honderdduizenden mensen moesten verhuizen naar Nederland' en 7, 'Patat met pindasaus, hoe je Indonesië overal in Nederland tegenkomt'. Voorafgegaan door hoofdstuk 1, 'Het land van duizend eilanden, kennismaken met Indonesië'.
Elk hoofdstuk wordt ingeleid en uitgeleid, dat laatste met een samenvatting ('In het kort') en 'Om over na te denken'. Uitstekend en verantwoord gedaan, en overvloedig en goed geïllustreerd. Achterin ook nog een 'tijdlijn', ook een soort samenvatting, genoemd register, bronnen, beeldverantwoording en onder 'Verder lezen' zeven titels, de meeste fictie.
 
De twee citaten hierboven tonen hopelijk ook dat er is nagedacht over de gewenste lezers: kinderen en andere mensen vanaf een jaar of tien. Niet te ingewikkeld, geen tekst over de hoofden van jonge lezers heen. Nog een derde citaat om dat te staven, uit hoofdstuk 1:
 
Magische krachten
 
Indonesiërs en ook veel mensen die in Indonesië gewoond hebben, weten wat guna-guna is. Volgens dit geloof hebben sommige mensen magische krachten. Ze gebruiken spreuken, rituelen of voorwerpen om een probleem voor je op te lossen. De mensen die dit kunnen, noem je dukun.Je kunt naar een dukun als je goede wensen hebt, zoals een goede oogst krijgen, of als je beter wil worden van een ziekte. Maar met de magie kun je ook slechte dingen doen, bijvoorbeeld iemand ziek maken op wie je boos bent, of iemand beheksen.De kunst van guna-guna wordt in sommige families van generatie op generatie doorgegeven. Of de magie echt is of niet, het geloof in guna-guna kan heel sterk zijn.
 
Wijze laatste zin, en de tekst is helder genoeg, tenzij je niet weet wat een ritueel is. (Dat zoeken we op.)
Verder, en dat is een tweede puntje van kritiek na het magere register, wordt niet verteld hoe je woorden als guna-guna, dukun en (p. 17) namen als Puncak Jaya uitspreekt. Jammer! Een uitspraakgidsje had er achterin nog wel bij gekund.
Een derde puntje: onder 'Verder lezen' worden alleen boektitels genoemd, en geen websites. 
 
Deze puntjes van kritiek laten onverlet dat Het begon met peper een kloek en schitterend geschiedenisboek is, informatief, ruim en doeltreffend geïllustreerd, en leesbaar. Zoals al gemeld, het hoort in iedere schoolbibliotheek.
 
 
Boogaars, Marrit, Annemiek de Groot, Juul Lelieveld en Liesbeth Rosendaal. Het begon met peper, de geschiedenis van Indonesië en Nederland. Illustraties van Dido Drachman. Gottmer, 2025. ISBN 978 90 257 7839 4, 224 p.    
 
 

donderdag 14 augustus 2025

Leo

Dacht Yvonne Jagtenberg aan Caulerpa taxifolia? Leo heeft een haardos waarin van alles blijft hangen, zelfs kammen, ook al is hij slechts vijf centimeter lang. Maar die eencelligheid doet er niet toe, in geen enkel van de 24 verhaaltjes in De eencellige die het leven best wel ingewikkeld vond

Er gebeurt wel iets in die 24 verhaaltjes, want Leo komt van alles tegen, vaak ongewild doordat er iets 'aan zijn kop blijft hangen'. 

 
In het eerste verhaaltje wordt al meteen dit verteld:
 
Leo de eencellige was klein en bijna helemaal doorzichtig, maar wel de grootste in zijn soort.
Leo was wel vijf centimeter lang.
Maar dat was niet het enige wat hem zo ongewoon maakte.
Nog veel bijzonderder was dat hij kon nadenken. Echt waar!
En Leo kon dingen onthouden.


Maar hij vindt dat lastig:

Hij hield van een eenvoudig leven.
Slapen. Eten. Zwemmen.
De ene dag zwom hij kriskras door alle gaten in zijn huis. De volgende dag door het wilde woeste water van de Oceaan. 
 
En dan komt hij bijvoorbeeld het mooiste visje tegen:
 
 

Hij brengt soms enige nieuwsgierigheid op of begeeft zich in bijna filosofische gesprekjes, zoals bijvoorbeeld het onderscheid tussen ‘helpende’ en ‘niet-helpende dingen’, of over wat niets is, of wie hij zelf is (zijn spiegelbeeld herkent hij niet), of over liefde. Ze doen een beetje denken aan het werk van Toon Tellegen en Arnold Lobel. 
Maar zulk soort gesprekjes breekt hij echter al snel af. En liefde, o nee, dat nooit, blijkt als de weduwe Roos hem tracht te strikken.


 
De slotsom is dat hij toch vooral niet gestoord wil worden. Slapen. Eten. Zwemmen. 
Leo is. Punt uit, of 'over en sluiten'.

 
Laatste woorden:

Zo ben ik nou eenmaal, Leo de eencellige.
En dat was waar.
 
Deze verhaaltjes komen tot hun recht als ze met regelmatige tussenpozen worden (voor)gelezen. Allemaal achter elkaar lijkt het een bundel cursiefjes.
 

Jagtenberg, Yvonne. De eencellige die het leven best wel ingewikkeld vond. Querido, 2024. ISBN 90 978 451 3077 4, 120 p.  
 

woensdag 13 augustus 2025

En we gaan nog niet naar huis

Zou bijna denken dat dit een heruitgave is van een lang geleden verschenen boek. Maar dat is niet zo. Het is er wel een in een reeksje soortgelijke kartonboeken, Op een grote paddenstoel, Daar buiten loopt een schaap, Zie de maan schijnt... Bij het eerstgenoemde boek staat op de website van de auteur, Mies van Hout, vermeld: 'De liedjes uit dit boek zijn te beluisteren op Spotify'.
 
Geldt dat ook voor En we gaan nog niet naar huis? Misschien niet meteen Spotify, maar het zijn zulke bekende liedjes dat er ongetwijfeld ergens op internet wel een opname te beluisteren is. Voor de 5 liedjes van de 12 die ik niet kende, kostte dat geen moeite.


 
Het zijn volstrekt pretentieloze boekjes, bedoeld om met je peuter op schoot te zingen en eventueel vingerspelletjes te doen. Dus goed, want er kan niet genoeg gezongen worden met zulke dreumesen. De platen zijn wat mij betreft niet top-of-the-art, maar zeker ook niet knullig.
 
 
Hout, Mies van. En we gaan nog niet naar huis, liedjes over samen op stap gaan. Gotmmer, 2025. ISBN 978 90 257 7677 0, 24 p.   

maandag 11 augustus 2025

Maja de bij

Vage herinneringen aan een boek met zo'n titel in de boekenkast van mijn ouders speelden door mijn hoofd toen de aankondiging voorbij kwam. Aanvragen... Jet Quadekker blijkt het in haar hoofd gehaald te hebben dit oorspronkelijk Duitse verhaal uit 1912 te vertalen en in eigen beheer uit te geven. Wat een prestatie!
Iets soortgelijks deed ze met Felix Saltens Bambi en Erich Kästners Die Konferenz der Tiere. Voor die laatste vertaling zoekt ze blijkens haar website nog een uitgeverij, haar vertaling van Bambi verscheen bij De Geus, met een voorwoord van Arnon Grunberg.
Welke uitgever gaat de uitdaging aan? De conferentie van de dieren, met een voorwoord van Greta Thunberg, of zo. Het boek is overigens al eens in Nederlandse vertaling door Renée Belinfante verschenen, in 1952, met illustraties van Walter Trier, niet de minste.
 
De honingbij Maja verlaat haar 'thuisland' om de wereld te verkennen. Ze heeft gesprekjes met allerlei andere insecten en wordt gevangen genomen door de hoornaars. Ze komt te weten dat die een overval beramen op haar bijenkast. Ze weet te ontsnappen en net op tijd haar volk in te lichten. Daardoor weten de bijen van haar volk de hoornaars te verslaan. ('Verraderswerk', sist de aanvoerster van de hoornaars.)
Godfried Bomans is wellicht geïnspireerd door dit boek toen hij zijn Erik of het klein insectenboek (1941) schreef, al zijn er flinke verschillen: Hoofdpersoon Maja is een honingbij, Erik een mens. Bomans heeft oog voor humor, bedrijft in zekere zin satire. Bonsels niet. 
 
Nou ja, een bij... Komisch is dat de vermenselijking wel erg ver gaat. Bijen vouwen hun pootjes (o.k., dat gaat nog), worden bleek, kussen en zo meer. Wij weten buitengewoon weinig van het geestelijk leven van bijen, maar dat van Maja lijkt toch beslist meer op dat van een mens.
 
Tja, en wat is de moraal van dit verhaal? Je zou kunnen zeggen: nieuwsgierigheid loont en met lust tot ontdekken is niets mis, zo doe je nog eens wat ervaring op. Je zou ook kunnen zeggen: keer terug naar je nest en steun je volk. Die laatste uitleg is wel eens in een ander licht komen te staan omdat auteur Waldemar Bonsels later zeer antisemitisch en nazi-gezind werd, maar dat is er dan met de haren bij gesleept. Als het op militarisme en geweld aankomt zijn de hoornaars in dit verhaal, de tegenstanders dus, er het toonbeeld van, niet de honingbijen. En je moet wel erg veel fantasie gebruiken om in de hoornaars joden te willen zien. Eerder zou je kunnen stellen dat het verhaal in de 19e-eeuwse nationalistische traditie past, die overigens zoveel verdrietig stemmende gevolgen had. 'Eigen volk eerst', het klinkt nog steeds in sommige groeperingen.
 
Het verhaal is zeer populair geweest, er zijn theater- en filmbewerkingen gemaakt, ook boekbewerkingen voor peuters (nog tweedehands te krijgen) en er is muziek voor gecomponeerd door Karel Svoboda en anderen. Genoeg drama. Maar ook zoetsappigheid alom, zonder een sprankje humor.
 
Om een indruk te geven een citaat.
 
Maja sloeg haar pootjes bij elkaar. 'Nee toch!' riep ze. 'Had jij dat voor mogelijk gehouden dat zulke dunne poten, zo dun als haren, zo beweeglijk en handig konden zijn dat je ze echt zou kunnen gebruiken en dat ze dan wisten wat ze moeten doen? Voor mij is dat een wonder, Fridolin!'
'Ach wat,' zei de kever,  'als je iets grappigs ziet dan lach je erom, klaar.'
'Ik wil dat niet,' antwoordde Maja. 'Soms lach je ergens om en dan blijkt later dat je het niet begrepen hebt.'
Nu was de vreemdeling gearriveerd. Vanaf zijn spitse hoge poten keek hij omlaag naar Maja en zei: 'Goedemorgen! Een stijve bries, dames en heren, een stevig windje, nietwaar - of bent u misschien een andere mening toegedaan?  Hij klampte zich zo goed mogelijk vast.
Fridolin kon bijna zijn lach niet houden, maar Maja antwoordde beleefd dat zij ook die mening was toegedaan en dat ze daarom vandaag niet uitgevlogen was. Toen stelde ze zich voor. De vreemdeling loenste langs een knie naar beneden. 
 
Voor de liefhebbers. Voor de dappere vertaler en uitgever hoop ik dat ze uit de kosten komt.
 

Bonsels, Waldemar. De geschiedenis van Maja de bij; het oorspronkelijke verhaal. Vertaald door Jet Quadekker. Jet Quadekker redactiebureau, 2025. ISBN 978 90 825937 1 6, 148 p.  

vrijdag 8 augustus 2025

Ontdek je lijf

Ontdek de wereld, begin bij je lijf is de wat wijdse ondertitel die Geert-Jan Roebers, of zijn uitgever, meegaf aan Van tong tot teen.
Het boek is bedoeld voor achtstegroepers, blijkt letterlijk op p. 99 (rechtsonder), en die moeten behoorlijk goed kunnen lezen, ook al worden sommige termen van uitspraakhulp voorzien. Een citaat:
 
Knokkende knobbels
 
Je lichaam zit vol nattigheid. Met bloed, maar ook met lymfe (zeg: lim-fuh). Dat spul is niet rood maar doorzichtig. Het spoelt los door je lijf. Zo vervoert het belangrijke stofjes naar plekken waar je bloed net niet kan komen. En het valt bacteriën en andere ziekmakende inbrekertjes aan. Op sommige plekken in je lichaam komt de lymfe weer bij elkaar in dunne buisjes. Die lymfevaten komen weer samen in sponzige bolletjes: de lymfeknopen. Je hebt er honderden, de meest niet groter dan een erwt. Heb je een ontsteking, dan zwellen de lymfeknopen daar in de buurt op. In je oksels zitten er veel bij elkaar. Als die druk bezig zijn, worden het gevoelige bobbels. Pijnlijk soms, maar ze doen goed werk. Laat ze maar lekker hun gang gaan.
 
Dit in het hoofdstuk over oksels, die wel vier pagina's krijgen. En dat hoofdstuk zit dan weer met die over sleutelbeen, hart, nagels, tepel, longen, lever, maag, milt en navel in deel 2 (van de 3), 'Tussen nek en navel'. Vreemd genoeg worden nieren en darmen overgeslagen, hoewel de blindedarm vier pagina's krijgt in 3, 'Onder de gordel' naast blaas, kruis, stuitje, billen, heup, knie, scheen, achillespees en teen. Die vier pagina's zijn overigens standaard: alle hoofdstukjes tellen vier pagina's. Laat ik die in deel 1, 'Op je schouders', ook maar noemen: hoofdhaar, schedel, hersenen, oog, neus, oorschelp, tanden, tong, amandelen en adamsappel. In dat laatste hoofdstukje worden de personages Adam en Eva bekend voorondersteld. Onder maag ene Napoleon Bonaparte, 'die je waarschijnlijk wél kent', en onder kruis ene Elon Musk.
Allemaal voorzien van zeer toegankelijke, soms licht karikaturale tekeningen door Wendy Panders.
 
Deze ontdekkingstocht lijkt nogal uit de losse pols (zit er ook niet bij, toch minstens zo belangrijk als de scheen, zoals ook oor ontbreekt) geschetst, maar is niettemin best onderhoudend en informatief, en voorzien van een register. Hieronder een voorbeeld van een dubbelpagina:


 
Hier en daar schemeren wat persoonlijke voorkeuren van de verteller door. Onder billen:
 
Zitvlees
 
Als je bij de slager naar billen vraagt, kijken ze je raar aan. Toch ligt het er vol mee, met billen. Bilspieren zijn het beste en duurste vlees. Bilvlees van een koe heet biefstuk. Plakjes varkensbil heten achterham en dat is lekkerder en duurden dan schouderham. In foute restaurants kun je wél billen bestellen: kikkerbillen. Best raar, want zoveel bil heeft een kikker niet. Het is dan ook meer een kikkerdij. 
 
Hoezo is een restaurant waarin je kikkerbillen kan bestellen wél 'fout' en die waar je vlees van koeien- en varkensbillen kan bestellen niet? 
 
Sluikreclame vinden we er ook in. Voor Lego en de Hema, maar ook
 
Bij kabouters zit de navel op hun rug. Dat vertelt Loes Riphagen in het standaardwerk over deze kleine wezens: Het kabouterboek.
 
Rien Poortvliet draait zich om in zijn graf. En het is natuurlijk onzin, bedoeld als grapje. (Hoop ik.)
 
Leuke vondsten zijn er ook. Zie p. 103, de kruiswoordpuzzel onder 'Miemel?', het stukje dat begin met de mooie zin
 
Geslachtsdelen, dat klinkt toch een beetje als stukken vlees bij de slager.
 
En wat ik echt niet wist:
 
Varkens krijgen per keer vaak wel tien baby's. En het grappige: elke baby kiest zijn eigen tepel. Als je ze nummert met een stift, dan kun je dat zien: ze liggen de volgende keer allemaal op dezelfde volgorde.
 

Roebers, Geert-Jan. Van tong tot teen, ontdek de wereld, begin bij je lijf. Met illustraties van Wendy Panders. Gottmer, 2025. ISBN 978 90 257 8063 0, 138 p.   
 

donderdag 7 augustus 2025

Paboboek 2025

Sorry, de juiste spelling volgens Stichting Lezen is Pabo Boek. Lekker Angelsaksisch. De actie Pabo Boek 2025 liep van 14 februari t/m 1 juli 2025 en inmiddels zou er dus gestemd moeten zijn, want de actie was 'een stemcampagne voor pabostudenten in welke variant dan ook'.
De studenten werden opgeroepen 'om met hun professionele blik te kijken naar bekroonde jeugdtitels en te stemmen op het boek dat het meest aanspreekt. Welk boek mag geen juf of meester missen? Met welk boek zou ieder kind kennis moeten maken?'


De campagne stimuleert leraren in opleiding om de genomineerde boeken voor te leggen aan de kinderen op hun stageschool. ‘We zien natuurlijk het liefst dat de studenten de boeken gebruiken in de klas’, vertelt Peter van Duijvenboden, specialist opleidingen bij Stichting Lezen. ‘Ze kunnen de boeken voorlezen, kinderen zelf laten lezen en met hun klas praten over de boeken. Daar is genoeg tijd voor, want de campagne loopt tot 1 juli 2025.’ Waarom kiezen studenten een boek als hun favoriet? Ook die vraag is belangrijk in de stemcampagne. Door het delen van aanbevelingen kunnen studenten elkaar enthousiast maken voor een van de drie boeken. 
 
Aldus het persbericht d.d. 14-2-2025.
 
De genomineerde titels: 
 
Tjibbe Veldkamp. De jongen die van de wereld hield. Illustraties Mark Janssen. Veldkamp Boeken.
Woutertje Pieterse Prijs 2024 en Nienke van Hichtum Prijs 2023.

Annejan Mieras. Het kleine heelal. Illustraties: Evelien Jagtman. Lemniscaat.
Gouden Griffel 2024.

Zindzi Zevenbergen. De reis van Manie Schaafijs. Illustraties: Hedy Tjin. De Harmonie.
Thea Beckman Prijs 2024 en Jenny Smelik-IBBY Prijs 2024.
  
Op de website was d.d. 3-8 nog niets van een uitslag te zien.
 
Maar een persbericht d.d. 4-7, verscholen in de post, bracht uitkomst:
 
De jongen die van de wereld hield van Tjibbe Veldkamp (met illustraties van Mark Janssen) is door pabostudenten uitgeroepen tot Pabo Boek van het jaar 2025. Het boek over de jongen Adem, die zijn vader en moeder weer bij elkaar wil brengen, kreeg meer dan de helft van de stemmen en is daarmee de overtuigende winnaar. De andere genomineerden waren De reis van Manie Schaafijs (Zindzi Zevenbergen en Hedy Tjin) en Het kleine heelal (Annejan Mieras en Evelien Jagtman). 
 
Waarvan acte. Beetje slordig om de website niet aan te passen.
 

dinsdag 5 augustus 2025

Opstand tegen dialego's

Marloes Morshuis heeft het zich zeker niet makkelijk gemaakt. Twee verhalen-in-één, waarvan een zelfs met meerdere eindes, samen 417+77 ofwel een kloeke pil van 494 bladzijden.
Ze heeft het de uitgeverij en vooral de opmakers en correctoren ook niet makkelijk gemaakt met zo'n pil, die je moet omdraaien om het tweede verhaal te lezen en die hier en daar ook nog is voorzien van gekleurde pagina's en tekeningen.
En niet het minste, ze maakt het de lezer ook al niet makkelijk, want die krijgt heel wat te verstouwen.
 
En dan is Alter niet eens zo'n zogeheten ik-boek, waarin een vertellende tiener ons schier eindeloos bezig houdt met haar of zijn gedachtes en gevoelens, tot in detail.
In Alter doet de verteller dat echter. Hoofdpersoon Rozzy (of Roz) is een tienermeisje met een heftig gevoelsleven en daarvan krijgen we als lezer héél véél mee. Het volgende citaat (p. 15) toont meteen van wie ze dat (ook) heeft meegekregen:
 
Ze hadden in stilte gegeten en daarna had Roz de rode strepen van de keukenkastjes geboend en op haar kamer 'huiswerk gemaakt'. Het was een eitje om rond middernacht ongemerkt het huis uit te glippen, want Barbara ging iedere doordeweekse avond om half elf slapen. Belachelijk. 'Je laat je als een kleuter door je dialego naar bed sturen,' had Roz laatst tegen Barbara gezegd toen die een kwartier voor het eind een film had afgezet. Maar nee, dat was complete onzin, volgens haar moeder, die uiteraard meteen de kans had gegrepen om de boel om te draaien. 'Ik heb een geweldige baan, maar 's avonds ben ik kapot, Rozzy,' had ze gezegd. 'Het zou helpen als jij wat vaker kookt en schoonmaakt. Maar je dialego vindt het vast ook een goed idee als jij wat meer helpt in huis - en dus vertik je dat. Wie is hier nu de kleuter?' Ze hadden allebei met deuren gegooid, zo hard dat het porseleinen poezenbeeldje dat nog van oma was geweest uit de kast was gevallen.
 
Dit vergt uitleg. 
Na enkele decennia rampspoed en ineenstorting (deze periode heet de Prego) heeft zich een samenleving gevormd onder leiding van de DN, en iedereen heeft verplicht een persoonlijke digitale spiegel die formeel deel uitmaakt van je persoon, een 'digitaal alter ego' afgekort tot dialego. Die dialego is als het ware je betere helft. Die 'betere helft' wordt evenwel centraal beheerd en controleert de andere helft middels 'checks', en je krijgt 'rode schermen' als je niet aan de verwachtingen voldoet. Bij teveel rode schermen volgt een 'checkup' bij de 'altercoaches' en nog erger kan de DN besluiten je uitsluitend nog als dialego te laten voortbestaan. Je sléchtere helft gaat dan de Schaduw in en wordt nooit meer gezien. Aangezien de normen steeds strenger worden, loopt dit uit de hand. Men komt in opstand en bij die opstand speelt Roz een zeer belangrijke rol.

En die twee boeken dan?
 
Die dialego's zijn ooit bedacht door ene Cato Maris, een auteur. Die schreef een boek, Alleen Samen, een toekomstverhaal, waarin ze met het idee voor de dialego's kwam en nog veel meer ideeën. Het verhaal was bedoeld als dystopie, maar onder invloed van de Prego en de gevoelde noodzaak tot redding herschreef ze het verhaal en zo werd ze gezien als een soort oermoeder van de nieuwe samenleving. Zelf kreeg ze echter spijt, zeker toen ze merkte dat haar verhaal anders werd opgepakt dan ze bedoelde:
 
Het is belachelijk dat we een dialegosysteem nodig hebben! Mensen kunnen al eeuwenlang alles maken, bedenken en oplossen, maar helaas is de evolutie van de mensheid te vroeg gestopt. We zijn zo zwak en egoïstisch dat we een systeem nodig hebben om te voorkomen dat we onszelf uitroeien. Als mensen er een puinhoop van maken, moeten we het leven maar overlaten aan de betere versie van onszelf. Aan onze dialego’s. 
 
Ze verdween naar een onbewoond eiland, maar de DN zorgde ervoor dat haar dialego in leven bleef, zodat mensen nog steeds met haar konden praten, pardon, een audiëntie aanvragen.
 
Roz, zelf ook al niet zo'n braaf type, komt in actie als haar vriendje Fabian wordt opgepakt en dreigt te worden verwezen naar de Schaduw - dus eigenlijk vermoord. Met hulp van boekwinkelier Wilfred Zaborich, van de winkel Fabula Rasa (prachtige naam!), weet ze Cato op te sporen en ertoe te bewegen een eind aan de dialego's te maken. Hetgeen lukt. 
Hoe, dat ga ik hier niet uit de doeken doen. Maar dat verklaart het tweede boek. Dat is namelijk van Cato Maris en heet Alleen Samen.
 
Intussen is Alter niet zo'n dystopie als het lijkt. Want na de schokgolven die het einde van de dialego's veroorzaakt, gloort hoop.
 
'Nog gefeliciteerd met je zestiende verjaardag.' Wilfred pakte een boek van de hoge stapel en gaf het aan haar.
'Alter...' fluisterde Roz. Het omslag stond vol mensen die in een zwarte massa verdwenen. De Schaduw. 'Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?'
'Zodra Barbara en ik aankwamen in de hoofdstad heb ik al mijn contacten uit de boekenwereld benaderd en bijna iedereen wilde meewerken. Nog voor de elektriciteit uitviel, hadden we Alter gedrukt. Vijftigduizend stuks. We delen ze gratis uit aan iedereen die het wil lezen.'
Roz bladerde naar de laatste pagina.


 
'Mooi dat het is gelukt,' zei ze langzaam, 'Maar wat maakt het nog uit. Kijk naar buiten.'
'Eén verhaal kan het verschil niet maken, dat klopt. Kom eens mee, Roz.' Wilfred pakte haar hand.
'Kun je hier wel weg? Dadelijk jat iemand je boeken.'
'Dat is niet erg. Een boek kenmt geen verkeerde bestemming. Dat ben je toch niet v ergeten?' Ze liepen naar buiten. 'Wat zie je?' vroeg Wilfred.
'Dichtgetimmerde etalages. Omgehakte bomen, losgetrokken elektriciteitsdraden. Een kapotte straat met een heleboel klinkers eruit - die zullen wel door de ruiten zijn gegaan.'
Wilfred knikte. 'Allemaal waar. Maar zie je dat?' Hij wees naar twee jonge mannen die de bestrating aan het repareren waren. Ze liepen een eindje verder de Nieuwe Marktstraat in. 'En dat?' Davy stond achter een tafel met een paar grote pannen erop en zwaaide naar hen. Ernaast stonden een stuk of vijf mensen te eten en te lachen. 'Davy maakt iedere dag gratis soep van ingrediënten die mensen overhebben. Kom, we lopen een stukje door. Kijk nog eens goed om je heen, Roz.'
 
In een tijd waarin men het vaak heeft over kunstmatige ofwel artificiële intelligentie ofwel AI (want KI betekende al iets anders) is dit een boeiend verhaal.
 
 
Morshuis, Marloes. Alter. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1568 3, 477 p.  (Maris, Cato. Alleen Samen. Pos/Hub, geen ISBN, 77 p..)  

zondag 3 augustus 2025

Velthuijsprijs voor Annemarie van Haeringen

Toen ik mijn loopbaan in de kinderboekenwereld begon was Annemarie van Haeringen een jong talent.
Ze viel op, ze bloeide op en werd meermaals bekroond.
Nu is haar dan de Max Velthuijs-prijs ten deel gevallen, op voordracht van een jury bestaande uit Henna Goudzand Nahar, Philip Hopman, Karst-Janneke Rogaar, Hedy Tjin en Veerle Vanden Bosch. Aan de prijs is een bedrag verbonden van € 60.000,- en de laureaat ontvangt daarnaast een oorkonde en een beeldje van Kikker, Velthuijs’ bekendste verhaalfiguur. Een niet mis te verstaan eerbetoon, het komt haar toe.
Zo te zien aan de foto op de site van het Literatuurmuseum is ze wat grijzer geworden sinds ik haar voor het laatst zag... maar op de foto's in de Volkskrant en NRC van 1 juli dit jaar oogt ze nog heel kwiek.

Eerder ging de prijs naar Mance Post (2007), Thé Tjong-Khing (2010), Wim Hofman (2013), Dick Bruna (2016), Sylvia Weve (2019) en Philip Hopman (2022).
 
Illustratie van Annemarie van Haeringen in Knappe Gans van Rindert Kromhout.

De prijs wordt in november uitgereikt.

zaterdag 2 augustus 2025

Bibiana

Een persbericht van IBBY Nederland:
 
Van 3 oktober 2025 t/m 13 januari 2026 vindt de 30ste editie van de Biennial of Illustrations Bratislava (BIB) plaats. Deze gerenommeerde internationale tentoonstelling voor kinderboekenillustraties wordt georganiseerd door BIBIANA, het Internationale Huis voor Kunst voor Kinderen in Bratislava, Slowakije. 

Na aanvankelijke twijfel over de integriteit en de onafhankelijkheid van BIBIANA van de Slowaakse regering, heeft IBBY-Nederland ervoor gekozen dit jaar opnieuw de Nederlandse inzendingen te verzorgen. We gunnen de illustratoren dit grote internationale podium en de Slowaakse kinderen een venster naar de wereld door de ogen van illustratoren uit verschillende landen. 

De selectiecommissie bestond dit jaar uit Carolien Bokdam (Bibliotheek Utrecht), Jiska de Ligt (Utrechtse Kinderboekwinkel), Ellen Vesters (Venster Academie voor illustratie) en Martine Schaap (bestuurslid IBBY). 
 
Interessant. De twijfel is dus kennelijk gebleven. 
De 30e editie? 
BIB bestaat vanaf 1967, toen de Japanse illustrator Yasuo Segawa de Grand Prix werd toegekend. Dušan Roll (zie ook hier) was jarenlang de voortrekker van deze biënnale en wist biënnale en hemzelf moeiteloos het niet-communistische tijdperk in te krijgen.
 
De geselecteerde illustratoren:
 
Els van Egeraat - Mohammed (geschreven door Petra van Helden, Ploegsma, 2024)
 
Djenné Fila - De Wonderverteller (geschreven door Lida Dijkstra,  Luitingh-Sijthoff, 2024)
 
Yoko Heiligers - De lijst van Violet Sopjes (geschreven door David Vlietstra, Gottmer, 2024)

Philip Hopman - Boer Boris en de Dino (geschreven door Ted van Lieshout, Gottmer, 2024)
 
Merlijne Marell - Metamorfose: over uitsluipers, ontpoppers,
openklappers en andere veranderlijke dieren 
(geschreven door Geert-Jan Roebers, Lannoo, 2024) 
 
Tineke Meirink - Wij zijn even naar de verte (geschreven door Erik van Os, Querido, 2024)  
 
Sophie Pluim - Maria's kerstverhaal (geschreven door Mathilde Stein, Lemniscaat, 2024) 

Paco Vink - Wij zijn de nacht (geschreven door Matthijs Meeuwsen, Querido, 2024)
 
Magnus Weightman - Het Park (Gottmer, 2024)
 
Barbara de Wolf - Als grote hond huilt (geschreven door Tamara Bos, Gottmer, 2025)

dinsdag 10 juni 2025

Wat heet nieuws?

Een aankondiging in de e-post: een Kidsweek in week 23 over 'Hoe ga jij om met nieuws?'. Meteen een bespreeknummer aangevraagd, maar hoofdredacteur Henrike van Gelder liet me weten 'Dag Herman, je kunt alle content ook online lezen', met link.
Dat is waar en online vind je dan naast een interview met haar een 'dossier nieuwswerking'. Maar het is toch anders dan een papieren krantje. Dat dan weer wel bij het oud papier zou zijn beland, want er is toch iets online te vinden. Tja.
Er gaat veel over reacties op nieuws en slechts één item over de vraag of het waar is: 'Zo herken je betrouwbaar nieuws'. Dat is heel trouwhartig.
 
Kom je er zelf niet uit? Dan kun je altijd een volwassene zoals je juf, meester of ouder(s) vragen om met je mee te kijken. 
 
Natuurlijk, die kennen de weg. Dat merk je bij verkiezingen.
En:
 
Bekijk door wie het nieuws wordt gebracht. Is dat een anoniem account op social media of wordt het geschreven door een betrouwbare nieuwsbron? Betrouwbare bronnen zijn bijvoorbeeld kranten, nieuwssites, universiteiten of overheidsinstanties. Let daarbij ook op de datum, is het bericht kort geleden geschreven of is de informatie al een paar jaar oud?
 
Gezegend het land waar 'overheidsinstanties' betrouwbare inlichtingen geven, en de ene nieuwssite is de andere niet...
Misschien wou de redactie haar jonge lezers niet al te veel achterdocht meegeven. 
 
Een variant op dit item is 'Hoe weet je of nieuws waar is?'. Die vraag wordt niet helemaal beantwoord, behalve onder het kopje 'Kop'.
 
Een van de makkelijkste manieren om nepnieuws te ontmaskeren: check de kop of de titel van een artikel of filmpje. Als de titel je expres en overdreven nieuwsgierig probeert te maken, dan mogen er al alarmbellen afgaan. Je kunt ook checken: wie heeft het stuk geschreven? Is het een bekende journalist die werkt voor een bekend medium? Staat het nieuws ook op andere betrouwbare sites? En vaak helpt je gezond verstand gebruiken ook. Als iets te mooi of bizar lijkt om waar te zijn, dan is dat waarschijnlijk ook zo. 
 
Is dat afdoende? Wat is bizar?
Ook een aardige is 'Zó wordt Kidsweek gemaakt', een video'tje. Ook heel trouwhartig: 'tijdens de redactievergadering bespreken we het nieuws van de week' en daaruit wordt een selectie gemaakt. Geen woord over controle.
 
Nu ging het de redactie ook vooral om reacties op het nieuws, dat blijkt ook uit de woorden van de hoofdredacteur:
 
'Een krant met alleen maar goed nieuws kan natuurlijk niet. Er gebeuren nu eenmaal nare dingen in de wereld. Toch proberen wij altijd te zoeken naar een lichtpuntje in een verhaal - wat gaat er wél goed? En door ook vooral te kijken naar wat oplossingen voor een probleem zijn. Wordt er gepraat over vrede in een oorlogssituatie? Is er een slimme uitvinding om klimaatverandering tegen te gaan? Maar we laten lezers ook zien wat ze zelf kunnen doen. Een inzamelingsactie beginnen bijvoorbeeld of meedoen aan een demonstratie. Ook niet onbelangrijk: we combineren zware verhalen met lichtere onderwerpen, zoals opvallend dierennieuws of een onvoorstelbaar record. Zo laten we zien dat er niet alleen maar narigheid in de wereld is én kun je ook even je zinnen verzetten.'
'Je kunt het nieuws mijden als je het eng vindt of er verdrietig van wordt. Dat is je eigen keuze. Maar wij denken dat het beter is je te informeren en te proberen te begrijpen wat er gebeurt en waarom. Wij geloven dat als je goed geïnformeerd bent, je sterker in je schoenen staat, de wereld beter begrijpt en makkelijker mee kunt doen. En met Kidsweek kan dat op een veilige en betrouwbare manier.' 
 
Waarvan akte. 
 
 
Kidsweek. 'Weekkrant voor kinderen van 7 t/m 12 jaar'.
 

maandag 2 juni 2025

Die eindeloze dagen aan het luie, lome strand

21 gedichten vullen De zee is bijna alles van Marco Kunst. En raad eens, ze rijmen!
Waar vind je dat nog...
 
Nou, in veel liedteksten, onder andere. En doordat de dichter ook nog een duidelijk, degelijk ritme aanbrengt in zijn teksten, maakt dat ze zingbaar.
Het heet (flaptekst) een 'zinderende dichtbundel vol zee, zand en zingende woorden' en dat betekent dat ook de anonieme auteur van de flaptekst die zingbaarheid heeft opgemerkt. Marko Kunst schreef eigenlijk een bundel liederen, maar helaas zit er geen muziek bij. 

Die twee eerste strofes van het eerste lied, 'Meisje van de zee':
 
Er zat een meisje in mijn klas
dat in zee geboren was.
Ze rook naar wier en strand en zon,
en jongen, zwémmen dat ze kon!
 
Ze heette Mare Lieve van der Zee,
en in mijn dromen zwom ik mee
met haar langs eilanden en stranden,
verre havens, vreemde landen.
 
Een tetrameter heet zo'n ritme, vier versvoeten of accenten per regel. Hoor het refrein, althans, in de bundel het laatste couplet:
 
En ik?
Zeevaartschool heb ik gedaan,
honderd havens deed ik aan,
ik zwerf al jaren over zee.
Mare Lieve nam me mee. 

Niet in alle gedichten is het ritme zo strak, maar zingbaar zijn ze allemaal.
Neem 'Een kei':
 
Als ik slaap ben ik een kei,
een in- en intevreden kiezel,
op de bodem van de oceaan.
 
Geen ik, geen mij,
alleen maar nacht en kei,
een kei alleen
en diep verborgen in die steen,
eenvoudig als de oceaan
waarin mijn droom,
stroomt mijn bloed
als eb en vloed.
 
Langzaam langzaam slijt die kei
door onderstroom,
het water aait me glad en klein
tot ik verdwijn,
of tot de zon opnieuw
de bodem raakt
en ik ontwaak.
 
Het is een van de zwakkere teksten. Kei, kiezel of steen, dat maakt nogal uit, is er nu wel of geen ik en waar zit die droom nou precies? Die kei is een regeltje verder ineens me en hoezo raakt de zon opnieuw de bodem?
 
Zo valt er meer te muggenziften, en voor de liefhebbers ook te vergelijken, want achterin staat een 'Verantwoording' waaruit blijkt dat vier gedichten bewerkingen zijn van werk door andere dichters, te weten Philip Larkin, James Joyce, Roger Dévigne en Fernando Pessoa en die laatste dan nog via een vertaling door Jonathan Griffin.
 
Liever eindig ik met een simpel, mooi liedje, drie van de zeven coupletten uit 'Veerle en de zee'.

Kleine Veerle op het strand,
wiebeltenen in het zand.
Zachte handdoek, zonnestralen,
zonneklep en ijsje halen.
 
Lekker spelen in het zand,
maar Veer wil naar de waterkant.
Schepnet, emmer, zwempak aan,
klaar om naar de zee te gaan. 
 
(... ...)
 
Schuim op golven, papa lacht.
Zee veel groter dan Veer dacht.
Golven likken aan haar tenen.
Koud en nat! Ze neemt de benen.

 
 


Kunst, Marco. De zee is bijna alles. Met illustraties van Jeska Verstegen. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1746 1, 46 p.  

zondag 1 juni 2025

Letters in opstand

Altijd maar die schrijvers die bepalen waar we staan, voortaan doen we het zelf, besluiten de letters. Dat is het idee voor het verhaal LetterRijk, Rebellie der letteren, dat verscheen bij Nobel boeken, een imprint van 'de Stichting Nederlandse Onafhankelijke Behartiging van Literatuur, kortweg stichting NOBEL' Een stichting zonder bestuur, zo te zien, en een heel breed doel, 'het behartigen van literatuur in de breedste zin van het woord, zowel fictie als non-fictie'. Goh...
 
Volgens het boek betreft het een gevonden tekst, maar de website van de uitgeverij verraadt wat we vermoedden: Rob Bakker is de Auteur (met hoofdletter).
 
Volgens de website is het een
 
satirische novelle voor volwassen lezers én schrijvers: de letters schaffen schrijvers af en grijpen de macht. Een nieuw LetterRijk begeeft zich à la “1984” in de nieuwe heilsleer van de AI.
 
En:
 
Letter Rijk ontaardt in een satire op de menselijke maatschappij met dezelfde problemen als hiërarchie, inspraak, democratische meerderheden etc. Hoofdletters (Kapitalen) versus de Onderkast(e). Letters die zich man of vrouw of non-binair voelen. Ruzie om de inhoud en de doelstellingen; wie is de schrijver, wie is de lezer? Op het einde geeft de AI het antwoord op alle vragen. 

Zo is het maar net.
 
Er zitten best grappige vondsten in. Zoals de ruzie tussen onderkast j en dito n.
 
De twee letters stonden tegenover elkaar, want ieder claimde voor de bouw van dezelfde gang een eigen gelijk en dat stuitte steeds op een 'Ja' en 'Nee'.
De Neo A werd erbij geroepen. Hij genoot van dit soort interventies, die bevestigden immers zijn rol als leider.
'De waarheid ligt in het midden,' verzoende hij de twee kemphanen. 'Daarom zet ik de letter W tussen jullie in en noemen we deze gang de Gang an de Waarheid. Dan kunnen jullie altijd hier discussiëren en proberen de waarheid mee te krijgen.'
Dat klonk als een redelijk alternatief.
'Ik zal er een doodlopend gangetje van maken,' stelde de Neo X voor aan de Neo A. 'Dan staan ze niemand in de weg.'
'Doodlopend... Een goede plek voor de Waarheid,' beaamde de Neo A tevreden.
 
We zien in dit citaat overbodige uitleg en een cliché (kemphanen), maar 'doodlopend... een goede plek voor de waarheid' is een sterke vondst.
 
En verder nodigde het boek uit tot bladeren, en dat is dodelijk. Er mogen dan sterke vondsten in staan, het is te springerig en te uitgebreid om echt een goede satire te zijn. Gemiste kans.
 
 
Bakker, Rob. LetterRijk, Rebellie der letteren. Met illustraties van Vick Debergh. Nobel boeken, 2025. Geen ISBN, 120 p.  

vrijdag 30 mei 2025

Klein prinsje?

Als uitgever bij een kleine uitgeverij moet je van alle markten thuis zijn. Je moet weten wat je wil uitgeven en waarom en voor wie, je moet kunnen rekenen en onderhandelen, je moet kunnen redigeren en zelfs soms corrigeren. Dat lukt soms niet allemaal, dus is het goed als er hulp is: redacteurs, correctoren en dergelijke.
De corrector in mij reageerde onmiddellijk op het boek Het kind en de Meester, toen dat op de bespreektafel belandde. Want was dat in het persbericht niet aangekondigd als Het Kind en de Meester? Jawel, en op de website van de uitgeverij staat het ook zo, pal onder de afbeelding van het boek met de spelfout... net als het Kind met hoofdletter in de flaptekst achterop. Een kniesoor die daarop let? Nou, zo'n kniesoor ben ik. Iemand heeft op zeker moment in de productie even niet opgelet, vermoed ik... 
 
De illustratie op het boekomslag deed me onmiddellijk denken aan de Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupéry. Hier staat hij op zijn planeetje:


(Geplukt van de meest recente uitgave, bij Uitgeverij Rainbow, met een verse vertaling door Erik van Muijswinkel.)
 
Anders dan de verteller in het onderhavige verhaal van Valentina Rodini richtte de verteller van Antoine de Saint-Exupéry zich tot kinderen. Zie de originele tekst, zo oud dat hij inmiddels in het Gutenberg-project is te vinden

Wat dacht Valentina Rodini? Wat Antoine kan, kan ik ook? Of kende ze het boek niet? Ligt het aan illustrator Angelo Ruta, die met een schuin oog keek naar het bekende figuurtje?
Eerst maar eens over Valentina: ze is of was sportvrouw, toproeier, deed voor Italië mee aan de Olympische Spelen (2016, en in 2021 goud) en de Wereldkampioenschappen roeien (tot en met 2019). Iets dat Parade onvermeld laat, maar niet de Italiaanse uitgeverij: 'Un libro che parla di crescita e principi scritto da Valentina Rodini, campionessa olimpionica di canottaggio.' (Een verhaal over groei en principes geschreven door Valentina Rodini, Olympisch kampioen roeien.)
 
En nu blijkt Valentina dus ineens aan het schrijven geslagen en zag een uitgever daar brood in, iets dat meer beroemdheden overkomt. 
In 2024 verscheen Il Bambino e il Maestro (Bambino met hoofdletter dus), en iemand bij uitgeverij Parade vond het kennelijk mooi genoeg om te (laten?) vertalen (door wie staat niet in het boek) en uit te geven. Grappig. Zou daar iemand werken die Italiaans leest? Iemand die van kalenderspreuken houdt?

Het verhaal verschilt echt wel van dat over De kleine prins.
Het Kind (een naam krijgt het niet) begint aan en 'reis naar de Grote Wereld', geholpen door een oude pijprokende man, die zijn Meester werd. Zijn, want 'het Kind' is consequent een 'hij'.
 
De oude man nam nog een trek van zijn pijp.
Hij zag iets in het Kind: enthousiasme, vastberadenheid, een diep verlangen om te groeien.
<Tijd voor een nieuw avontuur>, dacht hij. Hij stond op, rekte zich uit en knikte lichtjes.
 
En in hoofdstuk 2:
 
Onze kleine avonturier ontdekte al snel hoe lastig het was om zijn weg te vinden in het bos. Net als in het echte leven waren er talloze paden, maar geen enkel had een duidelijk eindpunt. Er waren geen wegwijzers, slechts vage aanduidingen. Het Kind dacht terug aan de woorden van de Meester en haalde de steentjes uit zijn rugzak. Hoe konden deze kleine steentjes hem de weg wijzen?
 
Die steentjes had hij gevonden op aanwijzingen van de Meester en vertegenwoordigen principes. Ze steunen hem, hij vindt vrienden, zoals de Neushoorn en het Stekelvarken, en weet ook een keer met wijze worden de Slang te overwinnen.
Zo gaat het door en aan het eind bereiken het Kind en de Meester een mooie grasvlakte met bloemen. Daar ontdekt hij dat hij nog verder kan reizen, want
 
'Daar, voorbij deze hoogvlakte, aan de rand van de wereld, ligt een eindeloze watermassa,' zei de Meester.
'Ze noemen het de Oceaan.'
'Oceaan...' fluisterde het Kind, alsof het woord zelf een belofte inhield.
'Oceaan,' bevestigde de Meester.
En samen liepen ze verder, de berg af, naar de volgende horizon.
 
Het kan aan de onbekende vertaler liggen maar deze citaten alleen al ontmoedigen.
'De volgende horizon'?
'Ze noemen het...', welke ze, er is nog geen mens langsgekomen.
'Een eindeloze watermassa'?
'Onze kleine avonturier'? 'Net als in het echte leven'? 'Geen wegwijzers, maar vage aanduidingen'? (Van wie dan, hoe dan?)
Zo zou ik door kunnen gaan.
 
Help. Wie weet had een vaardige redacteur Valentina, die blijkens een 'Notitie van de auteur' achterin 'iets met groeiende dingen' heeft, kunnen brengen tot een goed, spannend, samenhangend en wijs verhaal. Nu is het een slordig verhaal vol kalenderwijsheden.
 
 
Rodini, Valentina. Het kind en de Meester. Met illustraties van Angelo Ruta. Vertaling: uitgeverij. Parade, 2025. ISBN 978 94 93408 07 4, 120 p. Oorspr.: Il Bambino e il Maestro. Einaudi Ragazzi / EL Editori, 2024. 

dinsdag 27 mei 2025

Wat is nuka?

'Nuka is de energie die uitgaat van bepaalde gedachten, gevoelens of wensen. Nukasji zijn meesters in het opvangen, maar ook in het gebruiken van die energie.'
 
Zo, daarmee hebben we meteen, op p. 51, de onzichtbare kracht te pakken in Mannus en de onzichtbare kracht. Tijd om te stoppen als je niet van dit soort hocus pocus houdt.
Als je daar niet van houdt, houd je waarschijnlijk ook niet van niet-bestaande landen, waar mensen en andere denkende en pratende wezens wonen die wat betreft vaardigheden niet veel verder dan de Middeleeuwen zijn gekomen. Men beoefent er nog eenvoudige ambachten en vervoert zich te voet, te paard of per paard-en-wagen. En als men elkaar bevecht gaat dat met zwaarden, lansen, bijlen, pijl-en-boog en dergelijke. Of dat scherpe mes, waarmee in Mannus en de onzichtbare kracht Thur de keel wordt doorgesneden. Gevochten wordt er in Mannus en de onzichtbare kracht, jawel. Er vloeit bloed, er vallen meer doden dan die Thur.
Als je daar allemaal niets aan vindt, laat dit boek dan liggen. 


Als je daarentegen houdt van kaarten van fictieve landen en van verhalen waarin liefde en dood, vriendschap en verraad, moed en angst nog essentiële functies zijn, geen bezwaar hebt tegen elflingen met puntige oren, moderne zaken als telefoon, trein en internet niet mist en een beetje magie ook niet uit de weg gaat, dan heb je met Mannus en de onzichtbare kracht een eerste deel in handen van een reeks Elflingboek, die je aan het eind waarschijnlijk doet uitzien naar deel 2 - dat er nog niet is maar wel impliciet wordt aangekondigd.
 
De intrige steekt goed in elkaar en heeft een uitstekende spanningsboog. 
De anonieme verteller valt niet op door stilistische eigenaardigheden of brille: de lezer wordt routineus, maar vlot en vaardig het verhaal in getrokken. Dat draait niet alleen om de intrige: de personages, en dan vooral Mannus, krijgen tot zekere hoogte (of diepte) eigen karakters mee. 
Mannus is anders dan andere kinderen van edellieden. Zwaardvechten lukt niet echt, lezen ook niet, en hij lijdt daaronder, al is hij wel een volhouder en kan hij zich buitengewoon goed verplaatsen in anderen, ook als die even niet in de buurt zijn. Dat leidt moeder Eloën er toe om hem naar Ougus te sturen, de belangrijkste raadgever en ziener (nukasji) van elflingenkoning Aldabro.

Mannus keek verrast op. Hij had zijn moeder gezien, dus zei Ougus nou dat hij talent had?
‘Je moeder en je oma hebben gelijk. Je hebt aanleg voor het nukasjischap. Meer nog dan dat zelfs. Je hebt een uitzonderlijke gave.’
Mannus probeerde de woorden van de kluizenaar tot zich door te laten dringen, maar hij durfde ze niet te geloven. ‘Dus ik hoef nog niet terug naar oma?’
Ougus keek verbaasd. ‘Wat mij betreft niet. Maar als je liever teruggaat, mag dat. Ik zal je niet dwingen te blijven. Het is aan jou of je mijn lessen wilt blijven volgen.’
‘En ik heb het juist wél goed gedaan?’
‘Dat probeer ik je inderdaad duidelijk te maken, ja.’
Eindelijk drong de betekenis van Ougus’ woorden tot hem door. Een geluksgevoel vervulde hem. Hij was ergens goed in. Bijzonder goed zelfs. Hij straalde. ‘Ik wil graag meer leren.’
Een kort moment leek Ougus aangedaan door Mannus’ overweldigende vreugde. Hij had het even heel druk met het verwijderen van een vuiltje uit zijn baard. Daarna kuchte hij en zei streng: ‘Maar met talent alleen ben je er niet. Er is nog veel werk te verzetten. Alleen door hard werken kan talent tot bloei komen.’

 
Er breekt echter oorlog uit, hij moet met zijn leermeester op de vlucht, maar onderbreekt de vlucht om zijn gevangen gehouden moeder te bevrijden en raakt daarbij gewond, net als Ougus. Tijdens het herstel in het Elflingklooster (!) komt hij erachter dat hij de zoon is van de wrede heerser die dood en verderf zaait. Geschokt keert hij terug naar de verlaten woning van zijn leermeester. Einde. Als dát geen cliffhanger is...

Er komen relatief veel personages voor in het verhaal. Daarom is het handig dat er voorin een ‘stamboom van de koninklijke families van het eind Dugh’ staat. Dat schept overzicht. Het zijn er drie en hoofdpersoon Mannus maakt er deel van uit. Die andere belangrijke persoon, meester Ougus, staat er niet bij want niet lid van een koninklijke familie.
Op de schutbladen staat bovendien de boven afgebeelde kaart van het eiland Dugh waarop het verhaal plaats vindt. Boeiend is dat die kaart in de linkerboevenhoek nog een stuk Noorland toont, met de suggestie dat dit land zich verder uitstrekt dan de kaart toont. Voor volgende delen? 
Dit deel leest, zoals dat heet, als een trein. Voor 10 en ouder.
 
 
Wittenberg, Esther. Elflingboek 1. Mannus en de onzichtbare kracht. Luitingh-Sijthoff, 2025. ISBN 978 90 210 4490 3, 272 p. 

zondag 25 mei 2025

Alles wat je weet is fout

Wat klopt er niet aan deze kop?
Dat hij niet te bewijzen is. Dat de bewering extreem onwaarschijnlijk is. En hij is heel erg ontmoedigend. Een goede leraar begint geen enkele les met deze rare uitspraak.
Hoe weet je alles wat je weet? Wie zou er niet uiterst somber worden van het idee dat echt álles wat je denkt te weten niet klopt. En als je denkt te weten dat niets klopt, klopt dat dus ook niet. De zogenoemde Kretenzische paradox, ofwel die van Epimenides. Alle Nederlanders liegen, zegt de Nederlander. Wat is dan waar? Dat je het nooit bij het rechte eind hebt, is ook nog eens heel onwaarschijnlijk.
 
Toch passeerde er een boek met zo'n titel de redactietafel, zij het over een deel van onze kennis: Alles wat je weet over het menselijk lichaam is FOUT. (Oorspronkelijke titel: Everything You Know About The Human  Body is WRONG!) Een boek als een heel groot en vervelend rood potlood. Slechte docent, die Emma Young. Wellicht iets te snel ingegaan op een iets te snel bedacht uitgeversideetje, als we nou eens...
 
Het is jammer, want inderdaad, op zich is het best een leuk idee om eens wat ingesleten mythes te ontzenuwen, zoals dat tanden en haren van een lijk doorgroeien, of dat je vijf zintuigen hebt. 27 van die 'mythes', zoals de auteur ze noemt, worden in dit boek gecorrigeerd, na een keurige inleiding, en ook nog afgesloten door een 'laatste woord', waarin ook dat wordt bijgesteld: wetenschap houdt nooit op.
Allemaal heel verantwoord ogend, met index, register en lijst moeilijke woorden, ook nog eens redelijk toegankelijk en levendig geschreven (en vertaald), maar helaas zonder bronnen, we moeten maar aannemen dat Emma Young de correcte kennis niet uit haar duim zuigt. Laat ik nu eens op goede gronden aannemen dat ze dat inderdaad niet doet.

Stomme titel, aardig boek. De tekeningen van Maribel Lechuga zijn o.k. En Emma Young? Hé, in het colofon staat iets vreemds: © Nick Crumpton. En illustraties Gavin Scott. Ja, die twee hebben redelijk wat Everything You Know About ... Is Wrong gemaakt, zo blijkt. Maar dat over de Human Body is toch echt van Young en Lechuga. Foutje...
 
 
Young, Emma. Alles wat je weet over het menselijk lichaam is FOUT!. Met illustraties van Maribel Lechuga. Vertaald door Sandra C. Hessels / Creative Difference. Lemniscaat, 2024. ISBN 978 90 477 1699 0, 64 p. Oorspr.: Everything You Know About The Human  Body is WRONG!. Nosy Crowd, 2024.