Hoe houd je op hol geslagen fantasie in het gareel? Die vraag beving me halverwege het curieuze boek Rhodinya, op zoek naar balans, boek 1 van een auteur met de geheimzinnige naam R.G. Nabwaltik en uitgegeven door C&R Publishing, een 'jonge uitgeverij die zich vooral richt op fantasy van Nederlandse bodem' en dat blijkt voorlopig enkel Rhodinya te zijn.
Over R.G. Nabwaltik geen woord, ook niet op de website Rhodinya. Evenmin op internet. Aan ChatGPT een keer gevraagd van welke Nederlandstalige auteur de naam een anagram kon zijn. Uit het antwoord:
De naam R.G. Nabwaltik levert geen directe en duidelijke anagram op van een bekende Nederlandstalige auteur. Het is mogelijk:
Een anagram van een minder bekende auteur.
Een bewust misleidend pseudoniem of zelf verzonnen naam.
Een anagram waarbij de initialen "R.G." niet meedoen aan het anagram zelf.
Een anagram van een minder bekende auteur.
Een bewust misleidend pseudoniem of zelf verzonnen naam.
Een anagram waarbij de initialen "R.G." niet meedoen aan het anagram zelf.
Bij een tweede vraag, enkele dagen later, 'Wie zou R.G. Nabwaltik kunnen zijn?' volgt een antwoord dat deze nieuwe mededeling bevat:
Het boek is uitgegeven door C&R Publishing (en via Pumbo.nl), met illustraties van S. Plaisier en bewerking/redactie door Haags Bureau Boekenmakers (en voor de Nederlandse versie ook Wendy Scholte Hendriksen).
Pumbo is een bedrijf dat belooft: 'jouw boeken te laten drukken zonder kopzorgen', met 'gratis bestandscontrole door een expert'. Het Haags Bureau heeft zo te zien al heel wat boeken verzorgd maar op de site staat niets over Rhodinya. Wendy Scholte Hendriksen is ook online te vinden en blijkt een mediator. Ze heeft iets met moestuinieren maar werkt ook mee aan het Haags Bureau, dat geleid wordt door 'Wendy en Paul' en op een vraag naar de auteur volgt een antwoord waaruit ik citeer: 'R.G. Nabwaltik is inderdaad een pseudoniem.'
Op Boeken-cast staat:
R.G. Nabwaltik kiest bewust voor de anonimiteit, er is weinig bekend over deze auteur. “Het verhaal moet alles vertellen, het gaat niet over wie het vertelt”, aldus Nabwaltik. Rhodinya – Op zoek naar balans is zijn debuut. Dit boek is deel 1 in een reeks van 4 of 5 delen. Deel 2 en 3 zijn reeds geschreven, deel 2 wordt verwacht in 2026. Zowel de Engelstalige (Seeking balance) als de Nederlandstalige versie van dit boek verschenen gelijktijdig.
Kortom, het blijft een raadsel. Te denken valt aan een introverte, graag games spelende fantast. Van illustrator S. Plaisier en omslagontwerper Anisha is evenmin iets te vinden. Een en al mystificatie.
Thom vond het verbazingwekkend dat ze toch altijd weer de rode draad in haar betoog wist terug te vinden, ondanks haar slechte geheugen. (p. 53, hoofdstuk 3)
Mevrouw Altenstar, Thoms buurvrouw in deze wereld, de ze in dit fragment, zou de ideale lezer zijn van Rhodinya. Want als je ergens moeite voor moet doen bij dit verhaal is de rode draad onthouden. Uitweidingen in overvloed, en vaak overdadig lang. Aan wie echt van plan is het hele verhaal te lezen valt aan te raden om een lijstje bij te houden van personages, soorten wezens en wendingen en misschien ook van de deuren en poorten die gepasseerd worden.
Met zo'n zwerftocht door gangen, zalen en deuren begint het verhaal ook, als in een videospel. Die game-achtige gewaarwording kwam vaker terug, maar helaas viel er niets terug- of door te spoelen en kon ik geen invloed uitoefenen op het gedrag van mijn avatar. Geduld, geduld. Geduldig wachten tot de anonieme alleswetende verteller weer op het hoofdpad terug was en klaar was met zijn (of haar) beschrijvingen. Halverwege gaf ik op. Om enkele weken later het boek toch weer op te pakken. Nu zou ik toch echt de hele tekst lezen en me zo min mogelijk ergeren aan de stijve, bijna klinische en vormelijke stijl.
Het is me gelukt.
Hoofdstuk 1
EEN BIJZONDER VERZOEK
Een echo, geboren uit een mengelmoes van stemmen, baande zich een weg door de lucht. Weerkaatsend tegen de muren galmde hij door de ruimte en veroorzaakte een lichte trilling in de trommelvliezen van Thom,
Thom...
Thom...
Help ons Thom_o_o_o om...
He_e_e_e_e_elp ons alsjeblieft
De smeekbedes drongen door tot in de kern van Thoms hart en ontvlamden een diepgeworteld verlangen om er gehoor aan te geven. Zoekend naar licht werden Thoms pupillen steeds wijder. Kortstondig hield hij zijn adem in. Hij probeerde zich te oriënteren. Gevoed door nieuwsgierigheid verweven met verwarring strekte Thom zijn armen, op zoek naar de tastbare grenzen van het onbekende. Zwevend tussen realiteit en illusie flitste een stortvloed aan vragen door zijn gedachten. Waar was hij? Waar kwamen de stemmen vandaan? Wat wilden ze van hem?
Zo begint het verhaal. Een echo die 'zich een weg baant', 'lichte trilling in de trommelvliezen van Thom'. Smeekbedes die een 'diepgeworteld verlangen ontvlamden'. (Een zeldzaam geval van transitief gebruik van ontvlammen.)
Een ruime bladzijde verder gaan Thoms ogen open, niet zonder moeite want fel licht verblindt hem bijna (kost een hele alinea) en dan hebben we de eerste zaal. Citaat.
Thom stond in het midden van een immens grote zaal. De ruimte had een klassieke, elegante uitstraling. Het indrukwekkende, hoge plafond was gedrapeerd en versierd met allerlei ornamenten. Er hingen tientallen kroonluchters aan, waarvan de grootste precies boven Thom hing. De chandeliers hadden een basis van goud met daaraan duizenden, prachtig fonkelende kristallen. De vloer was van wit, gepolijst marmer. Een koningsblauwe loper liep van de voorkant van de zaal naar de achterkant, waar zich een bordes bevond.
Met een bewonderende blik bekeek Thom de overvloed aan pracht en praal. Degene die hier woont, moet wel heel erg rijk zijn, dacht hij. Schilderachtige tapijten en kunstzinnige schilderijen sierden de wanden. Ook hingen er verschillende portretten van vorstelijke figuren, maar het meest interessante vond Thom de schilderijen met afbeeldingen van diermensen en andere wezens die hij nooit eerder had gezien.
Ben ik daadwerkelijk in een kasteel of ben ik aan het dromen, dacht Thom. De ruimte had zoveel betoverende elementen dat hij moeilijk kon geloven dat het allemaal echt was. Zelfs de tafels en stoelen in dit vertrek waren met de grootste aandacht vervaardigd. Het houtwerk was kundig opgeschuurd en afgelakt, het had een prachtige glans. De toevoeging van gedetailleerde en kunstzinnige inkervingen met symbolen en dieren gaf de meubels een volmaakte afwerking.
Zo kan-ie wel even. Bijna een hele bladzijde. Die chandeliers heb ik niet verzonnen. En wie vindt die kristallen nou prachtig, de verteller of Thom, die e.e.a. 'met een bewonderende blik bekijkt'. (Dat is vast iets anders als 'bewondert'.) 'Pracht en praal' valt als licht ironische staande uitdrukking uit de toon. En dan die meubels die 'met de grootste aandacht vervaardigd zijn'. 'Kundig opgeschuurd en afgelakt'. Alsof er een meubelverkoper aan het woord is.
We zijn hier nog maar op p. 9... van de 382, waarvan slechts een tiental of zo wordt ingenomen door de tekeningen van 'S. Plaisier' (die overigens alleen in het colofon wordt vermeld).
De rode draad komt zo, maar eerst nog een voorbeeld van dit merkwaardige proza. We zijn dan een heel eind verder, al middenin het verhaal. Amara, maahnvarprinses, denkt dat Thom een bedrieglijke magiër is en zit achter hem aan. Komt later nog goed, maar eerst...
Amara kwam bij de grot aan. De hondmaahnvars liepen voor haar uit de grot in. In tegenstelling tot Thom konden de hondmaahnvars wel in het donder zien. Aryan transformeerde in een ijsbeermaahnvar zodat ook voor hem alles zichtbaar was ondanks het feit dat het donker was. Hij tilde Amara op zijn schouders. De grot was hoog genoeg om zo naar binnen te lopen. Ze volgden het spoor van Thom, maar bij de tweede afslag waar er een keuze gemaakt moest worden, bleven de hondmaahnvars verbaasd staan kijken. Amara, die net zomin in het donker kon zien als Thom, vroeg waarom ze stil bleven staan. Een van de hondmaahnvars antwoordde dat Thom naar rechts was gegaan, maar dat de bewegwijzering aangaf dat het een plek was met gevaar en dat de uitgang aan de andere kant moest zijn. Amara stond erop dat ze de route van Thom zouden volgen. De hondmaahnvars stormden vooruit de zigzaggende gang in.
Onverwacht stapte een van de hondmaahnvars op een tegel in het midden van het gangpad, waardoor er plots vier hekken met scherpe pijlen aan de onderkant naar beneden vielen, elk op een gelijke afstand van enkele passen. Drie van de vijf hondmaahnvars werden door de hekken gespiest en overleden ter plekke. De andere twee zaten gevangen tussen de hekken.
'Wat gebeurt er?' vroeg Amara.
'Er zijn drie van onze hondmaahnvars gestorven omdat een van hen op een boobytrap stapte,' zei een van de luipaardmaahnvars.
Enzovoort. Wat een stroperig proza. Een 'afslag waar er een keuze gemaakt moest worden', alles zichtbaar 'ondanks het feit dat het donker was', en een zigzaggende gang instormen, hoe doe je dat? Die hondmaahnvar zal toch niet verwacht op een tegel trappen, en wat doet dat minutieuze 'elk op een gelijke afstand van enkele passen' er nou toe? Zo kunnen we nog wel even doorgaan en dat het hele boek lang. De geheimzinnige R.G. Nabwaltik heeft véél fantasie, maar was vermoedelijk te eigenwijs om zijn (of haar, of hun) tekst eens voor te leggen aan een ervaren redacteur. Samen waren ze er vast uitgekomen. Wie weet was het boek dan de helft korter geweest, en heel fijn om te lezen, vooral voor fantasy-liefhebbers.
En let op, de oplettende lezer zal het gezien hebben, dit is nog maar boek 1! Er staat ons nog iets te wachten.
Ik kan het niet laten de heerlijk drakerige laatste alinea te citeren.
'Thom!' gilde Amara. Ze hervond de kracht in haar benen en rende naar het einde van Rhodinya. Hoopvol keek ze over de rand naar beneden. Maar Thom was er niet meer. Met een haperende ademhaling en schokkende schouders probeerde ze haar emoties te onderdrukken. Haar ogen vulden zich met tranen die onophoudelijk over haar wangen rolden. Diep in haar hart voelde ze een intense pijn die ze nooit eerder had ervaren.
Einde boek 1
Die rode draad. Daar moet toch iets over gemeld worden, zeker na die 'haperende ademhaling en schokkende schouders' en dat over een rand naar beneden kijken. (Ooit over een rand naar boven gekeken? Ja, het kán...) En die tranen die 'onophoudelijk over haar wangen rolden', ondanks dat 'onderdrukken van haar emoties'.
De rode draad, of een begin ervan, vinden we op p. 17:
'Als je zo om je heen kijkt, lijkt het hier misschien vredig en mooi, maar in werkelijkheid leven wij hier in gevangenschap. Rahnox houdt ons gevangen, hij zou ons vrijlaten als wij jouw geest naar Rhodinya hadden gehaald.'
Aldus Aarun, een oude Drunolaï.
Het is uiteindelijk Rahnox die Thom over de rand van Rhodinya duwt.
Meer geef ik niet weg. Er zijn nog queestes-in-queestes en vele, vele zijpaden, en de titel van deze recensie is gebaseerd over alle zonderlinge wezens in dit verhaal, dat nog best bijzonder geweest had kunnen zijn als de auteur zijn (niet haar, daar ben ik wel achter gekomen) ongebreidelde fantasie in toom had kunnen houden en de hulp had gevraagd van een goede, dus strenge redacteur. Nu is het toch een merkwaardige gemiste kans. Met een mooie kaart op de schutbladen, dat wel.
Nabwaltik, R.G. Rhodinya, op zoek naar balans, boek 1. C&R Publishing, 2025. ISBN 978 90 834646 9 5, 382 p.