Zoeken in deze blog

vrijdag 21 februari 2025

In memoriam Toin Duijx

Het is zoals Jeannette Kok schreef in de speciale nieuwsbrief van de net opgeheven Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur, waarvan de website nog blijft voortbestaan: 'Toin was er altijd als er iets gedaan moest worden, niet op de voorgrond, maar wel aanwezig voor iedereen.' Op 16 februari jl. overleed Toin Duijx, 68 jaar oud, in kinderboekkringen een bekende persoonlijkheid.
 
Toin Duijx in 2016 bij het symposium Bijzondere Boekvormen in de Koninklijke Bibliotheek. 

Niet alleen in genoemde stichting vervulde hij een belangrijke rol, in IBBY Nederland was hij minstens zo sturend. Toin Duijx was er bij toen het Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur in 1985 werd opgericht en schreef in het bijbehorende Documentatieblad Kinder- en jeugdliteratuur (1986-1993). Verder ook in En nu over jeugdliteratuur, Leesgoed, Literatuur zonder leeftijd en in het Lexicon van de Jeugdliteratuur. Hij schreef rapporten en verslagen, beoordeelde scripties, schreef juryrapporten en recensies van vakliteratuur.
Verder werkte hij geregeld in München bij de Internationale Jugendbibliothek en hielp hij bij het opzetten van een centrum voor jeugdliteratuur in Riga (Letland). In 2001 werd hij onderscheiden met de Hieronymus van Alphenprijs.

woensdag 19 februari 2025

Mega

Las ik nou ergens dat Jorine Lamsma megablij was? Het zou haar gegund zijn.
Want natuurlijk is Oratie Cupido een aardig verhaal, over twee vriendinnen die een list verzinnen om het liefdesleven van hun ouders in goede banen te leiden. Het loopt goed af en het blijft vrolijk in het midden of hun listige besognes dat teweeg hebben gebracht. Een verhaal waarvan vast wel wat twaalfjarige meisjes van zullen genieten, vooral als ze net als de twee vriendinnen-vertellers in de 8e groep zitten en zich al bezighouden met de middelbare school. (Ze willen natuurlijk naar dezelfde.) En nog meer als ze met scheidende ouders te maken hebben.
 
Het was voorspelbaar dat uw blogschrijver, die deze periode redelijk ver achter zich heeft liggen (heette toen nog 6e klas), al vrij snel begon te bladeren. Het taaltje van Deesje en Charlie, de twee vertellers die om en om aan het woord zijn, werkt misschien aanstekelijk voor achtstegroepers, maar ja... 
Alles is mega-interessant voor die meiden, ik dacht eerst te gaan bijhouden hoe megaveel het voorvoegsel mega voorkwam, of zoiets als geweldig, maar het was me de moeite niet waard. Ze kletsen maar voort, die meiden, licht opgewonden. Met een wat afstandelijker verteller was het verhaal minstens de helft korter geworden, vermoed ik.
 
Intussen is het wel vermakelijk dat ze hun verhaal presenteren als een boek-in-wording, waarvoor ze een ander boek-in-wording even laten liggen. Dát boek zou Roel en het raadsel van de Radboudstraat gaan heten... echt zo'n lekkere doorsnee-kinderboektitel.
Nota bene vertelt Deesje in dit toch wel erg dagboek-achtige verhaal dat ze er een dagboek op nahoudt, in een schrift, en daaruit citeert ze zo nu en dan, zie bijvoorbeeld p. 43.
 

 
Ook opmerkelijk: ze krijgt op haar verjaardag een boek cadeau dat zo'n vijf jaar geleden is verschenen: Uit elkaar, van Bette Westera en Sylvia Weve, Sluikreclasme? (Zie p. 44.)
En omdat ze een boek aan het schrijven zijn, krijgen we een enkele keer ook nog eens wat schrijftips, bijvoorbeeld op p. 47, van Charlie: 

Wanneer mijn broertje Joris van zes een verhaal vertelt, zegt hij: 'En toen dit en toen dat en toen zus en toen zo...' (Niet letterlijk natuurlijk.) (Bij 'dit' en 'dat' en 'zus' en 'zo' vult hij dan van alles in.) Wat hij heeft meegemaakt vertelt hij in de volgorde waarin het is gebeurd en hij laat niets weg. Wij luisteren allemaal geduldig en met een glimlach. Hij is namelijk onweerstaanbaar schattig. Op mijn zesde luisterde ook nog iedereen geduldig naar mij wanneer ik aan het woord was ('en-toen-en-toen-en-toen') (op mijn zesde was ik ook onweerstaanbaar schattig), maar als ik nu zeg: 'En toen ging ik naar school, en toen zag ik Deesje, en toen ging juf Sarah beginnen met de les, en toen gingen we rekenen...' dan gaan mama, Bibi en Gijs iets anders doen.
Kill your darlings is dus belangrijk als je een verhaal vertelt: je hoeft niet ALLES te vertellen. Dat is moeilijk, want ALLES lijkt belangrijk. Maar dat is niet zo. Zelf kun je dat moeilijk beoordelen. Achteraf lukt het vaak beter om te zien wat niet echt nodig is. Dan zie je bijvoorbeeld dat je hele stukken kunt overslaan of samenvatten. Als je een sprong in de tijd maakt, dan heet dat 'flashforward', of gewoon: een sprong in de tijd.
Deesje en ik waren helemaal losgegaan met schrijven, tot we het voor elkaar gingen voorlezen en dachten: eigenlijk best saai. Typisch een gevalletje 'kill your darlings'. Ik hoorde het mijn moeder al zeggen. Dus hebben we een heleboel weer weggehaald. Schrijven is schrappen, volgens mama. En nu ga ik samenvatten wat er is gebeurd tot de eerste week na de kerstvakantie, want het wordt weer pas echt interessant in januari.
 
Oef. Schrijven is schrappen? Hm.
Wel erg vlotgebekt trouwens, deze twaalfjarige... en die andere ook al. Maar ja, schrijvers in de dop hè...
 
Afijn, dankzij mijn geblader kan ik melden dat er een happy end is. Fijn hè!
 
 
Lamsma, Jorine. Geweldig plan: Opera Cupido (door Deesje en Charlie). Lemniscaat, 2024. ISBN 978 90 477 1712 6, 124 p. 
 
 

maandag 17 februari 2025

dBos+

Die toverformule staat voor de Bibliotheek op school Plus en blijkt succes te hebben. 
'Ruim veertig bibliotheken hebben aangegeven scholen te willen werven voor deelname aan het project de Bibliotheek op school Plus. Een aantal bibliotheken heeft dit nog in overweging. Uit het onderzoek naar dit pilotjaar komen positieve geluiden van scholen en bibliotheken.'
'Voor de scholen en bibliotheken die dit schooljaar zijn gestart is de eerste module van het traject achter de rug. In deze module draaide alles rond voorlezen, en uit de vragenlijsten die zijn ingevuld komt een beeld naar voren van leerkrachten die de kracht van voorlezen (her)ontdekken en zich realiseren dat de boekenkeuze hierbij van groot belang is. Leesmediaconsulenten zijn gestart als lid van het leesteam van de school, draaien mee in de nascholing, en spelen een rol rond de groepsbezoeken, de nagesprekken, en het voorbereiden van thema’s. Omdat jeugdboeken centraal staan, is het advies hierover door de leesmediaconsulenten heel relevant voor de leerkrachten.' 
 


Zou het dan toch nog goed komen met het leesonderwijs in Nederland?
Steun in de rug: in april verschijnt De wereld in kinderboeken, leesbevordering in de klas. Bedoeld voor aanstaande leerkrachten, maar ook nuttig voor hen die al voor de klas staan.

donderdag 13 februari 2025

Citaatje van de week (of maand)

In een tijdperk van eenzaamheid en mentalegezondheidsproblemen speelt bier ook een positieve sociale rol.
 
Bron: interview met 'topman' Dolf van den Brink van Heineken in NRC 13-2-2025. 

(Ja, één woord: mentalegezondheidsproblemen.)

vrijdag 7 februari 2025

Juno

Met opzet hield ik op met lezen na het eerste hoofdstuk van Waar ben je? van Anna van Praag. Niet omdat het niet beviel, maar om na te gaan hoeveel informatie tot me kwam in dit eerste hoofdstuk, wat heet, al op de eerste bladzijde.
Neem de eerste alinea:
 
Juno verdween op een doodgewone dag in januari, het was niet eens blue monday. Niemand zag het aankomen - ik al helemaal niet. Terwijl ik mijn grote zus het allerbeste kende van iedereen.
 
Blue monday, mijn grote zus. Een verteller die het begrip blue monday kent, is tiener of ouder, of nadert die periode. Juno verdween: daarmee gaat meteen een rood lampje branden. Tweede alinea.

Er is zo'n liedje, God only knows, over dat je geen idee hebt wie je zou zijn zonder de ander. Juno is die ander voor mij. Toen onze bijna-stiefvader stierf en mijn moeder jarenlang als een zombie op de bank zat, zorgde Juno ervoor dat er toch van alles gebeurde. Toen zijn de speurtochten begonnen. Eerst alleen door het huis. Juno verstopte overal easter eggs. Geen paaseitjes - al deed ze dat ook weleens, als mama het vergat - maar van die verborgen grapjes die je ook in games soms hebt. Zoals do a barrel roll typen bij Google. Dat is een easter egg.

Handig, die laatste verklaring, want je weet nooit helemaal wat je veronderstelde publiek begrijpt. 'God only knows': de lezer wordt verondersteld een beetje Engels te kennen, maar ja, easter egg, easter, pasen...
Een tiener dus, dat dachten we al, gezien de vormgeving van het boek. Een tiener met een overleden 'bijna-stiefvader' (nog niet te begrijpen, komt vast verderop) en een moeder die even later mama heet en zwaar getroffen is. Volwassenen even uitgerangeerd, een vaak voorkomend trekje in moderne jeugdliteratuur. Een tiener met een oudere zus die veel opving, maar ook wel eigenaardige trekjes had. Of heeft.
Maar eerst nog een citaatje uit het begin, de derde alinea:

Het begon klein. Mijn beren hadden ineens mutsjes van papier op. Dropjes in mijn bed, die de volgende ochtend aan mijn pyjama plakten. Mijn naam in zeepletters op alle spiegels, toen ik leerde lezen. M.I.L.A.N. Ik ging er eindeloos met mijn vinger overheen. En de juffrouw op school maar verbaasd zijn dat ik eerder Milan kon schrijven dan maan, roos, vis. Of dan mam.

Zo, een naam, knap gedaan. En we weten dat de verteller weliswaar een tiener is, maar dat het verhaal begint als hij zo ongeveer net kleuter-af is, letters leert lezen maar nog wel met beren in bed.
Dit is allemaal deel van een eerste hoofdstuk dat 'De ultieme escaperoom' heet (je moet dus weten wat dat is) en vijf bladzijden telt, een soort inleiding. We komen o.a. te weten dat die zoekspelletjes ophielden 'op de middelbare school' maar dat broer en zus toen samen misdaadseries keken.
Laatste alinea van dit hoofdstuk:

Dus toen Juno verdween, begreep ik meteen dat dit de ultieme escaperoom en speurtocht bij elkaar was. Met een beetje crime erbij misschien. Anders was het gewoon een rotstreek van haar, en dat sloeg nergens op. Ik kon nog helemaal niet zonder haar.

Nee, maar zij misschien wel zonder hem. 
Verder lezen, dus... (Dat crime laten we maar even hangen.)

Na vijf dagen bereikte ik (tussen andere bedrijven door) de laatste woorden.
En?
Gedurende de eerste hoofdstukken na die inleiding dienden zich neigingen tot doorbladeren aan. De verteller weidde me teveel uit, het was soms net alsof hij ter plekke verslag deed van zijn belevenissen met vriendin Jaleesa, tussen de herinneringen door. De spanning wordt erin gehouden door het ontrafelen van mogelijke beweegredenen van Juno, van ontdekkingen, maar ja, hier is wel een jongen aan het woord die zich uitdrukt in het correcte, vlotte proza van een veel ouder persoon, laten we zeggen een auteur van bijna middelbare leeftijd. Dat is niet steeds geloofwaardig. Wellicht goed om lezers van twaalf en ouder geboeid te houden, maar voor mij had het bondiger gekund, hetzij door Milan als verteller serieus te nemen en dus meer als een jongen te laten klinken, een soms wat onbeholpen, onervaren verteller, of door een andere, anonieme verteller aan het woord te laten, met betrokkenheid maar toch wat meer afstand en hier en daar wat humor. 

Die auteur blijkt echter wel goed in het maken van een intrige, goed genoeg om aanvankelijke scepsis (wat een stom schepsel is die moeder van Milan, begrijpt ze nou niks?) te overwinnen. En ook blijkt verteller Milan gaandeweg te groeien, inzichten te verwerven, in korte tijd wat ouder en weerbaarder te worden. (Mooi, die scènes met die zwerver in het park.) Aan het eind zat ik toch weer geboeid en met stijgende waardering te lezen en het einde is echt heel mooi en laat geweldig veel ruimte voor lezers om verder te dromen. Toch een mooi verhaal.
 
 
Praag, Anna van. Waar ben je? Lemniscaat, 2015. ISBN 978 90 477 1625 9, 188 p. 

dinsdag 4 februari 2025

Geef een boek cadeau!

Op vrijdag 7 februari 2025 start de leesbevorderingscampagne 'Geef een boek cadeau!'. Het boek Superjuffie! van Janneke Schotveld (Van Holkema & Warendorf, 2011) is dan voor € 2,99 in de boekhandel te koop. Het boek 'is geschikt om voor te lezen of zelf te lezen in groep 4, 5 en 6'. 
 
De campagne 'Geef een boek cadeau!' is bedoeld om kinderen en jongeren (in dit geval dus vooral kinderen) 'in Nederland en Vlaanderen te laten opgroeien tussen de mooiste boeken uit de jeugdliteratuur'. 'Boekhandels en diverse landelijke organisaties bundelen hun krachten om elk jaar een boek op een toegankelijke manier beschikbaar te maken.' 
De keuze mag veilig genoemd worden. De Superjuffie-reeks telt momenteel, als ik goed tel, negen delen en wordt goed verkocht. Zie hier de dragers van dit 'niet-gesubsidieerde' initiatief.

zaterdag 1 februari 2025

Van Adéliepinguin tot Zuidpoolkip


 
Voor wie Noord waardeerde, is er goed nieuws: Zuid. Prachtige prenten door Marieke ten Berge van Antarctische dieren, in dezelfde stijl, deze keer echter met tekst van Eva Moraal. Ook nu is vrijwel Iedere plaat paginagroot en ertegenover staat een pagina met tekst: hier stelt het beest zich als het ware voor, met woorden die hem of haar in de bek zijn gelegd. In een kadertje wat feiten. 
In tegenstelling tot Noord is Zuid voorzien van twee pagina's bronnen. En geen gratuite oproep tot natuurbescherming, maar wat tekst over de langzame opwarming van de aarde en de gevolgen voor het ijs op Antarctica, en de afspraken die er bestaan over het beheer van dit continent. Bovendien spuien de pratende beesten hun kritisch commentaar over mensen.
 

 
Die tekst is nog best pittig, maar lezers van 9 en ouder kunnen er wel mee overweg, denk ik, al hoop ik dat ze dan al weten wat paren is, waartoe een penis dient en wat spotten ook nog betekent. Met Noord deelt Zuid de eigenaardige opmaak waarin sommige woorden extra benadrukt worden door ander type en kleur, zonder dat dit een functie lijkt te hebben, zie bijvoorbeeld eerste kolom p. 33, de alinea met boksen en doodvriezen, die een onverdiende klemtoon lijken te krijgen

De volgorde waarin de dieren optreden is alfabetisch. Dat maakt de inhoudsopgave achterin bijna overbodig. Wat betreft dieren is het een wonderlijke volgorde. Alle pinguïnsoorten staan verspreid door het boek, net als alle zwemmende zoogdieren. (Klein foutje op p. 29, waar de Blauwe vinvis beweert dat hij groter is dan het grootste zoogdier: dat is-ie zelf.) 
Na de Adéliepinguïn volgen er liefst acht soorten met namen die met Antarctische beginnen, van aalscholver via stormvogel (hierboven afgebeeld) tot zilvervis. En op het eind zijn er zes soorten met een naam die met Zuid begint, van Zuid-Georgisch alkstormvogeltje tot Zuidpoolkip. Dat die kip die geen kip is de rij sluit vind ik dan wel weer grappig, maar dat is toeval. 
De ongewervelden komen er afgezien van de Kolossale inktvis relatief bekaaid af: ze figureren vooral als voedsel en alleen de Antarctische krill (hoofdschotel), de Antarctische vederster en de Belgica antarctica (een soort dansmug) krijgen naast die inktvis nog een hoofdstukje. Jammer dat de Orca geen hoofdstukje kreeg. Misschien omdat hij al in Noord voorkomt?
 

 
Gezien de uitgesproken voorkeur van Marieke ten Berge voor koude, witte landschappen denk ik dat er na Noord en Zuid geen soortgelijk boek meer komt... Jammer, want haar platen mogen er zijn. Nu was het daartussen verschenen Polder (zelfde opzet, ook met tekst van Eva Moraal) niet zo koud en wit, dus wie weet... Wie meer wil weten over het werk en vooral werkwijze van Marieke ten Berge: zie deze minidocu.


Berge, Marieke ten, met teksten van Eva Moraal. Zuid. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1627 3, 90 p. 

vrijdag 31 januari 2025

'Iedereen moet hun bubbel uit'


 
Even aandacht voor de laatste nieuwsbrief (31-1-2025) van IBBY Nederland, want daarin staat de opmerkelijke zin

Iedereen moet hun bubbel uit en alle kinderen in een boekenbubbel zien te krijgen.

Roept de vraag op: foutje of opzet? (Hun in plaats van zijn of haar of haar of zijn.) Staat in een weergave van de lezing die kinderboekenambassadeur Rian Visser hield op 1 november jl. tijdens de 'IBBY-boek&groetdag' in het Haagse Kunstmuseum. 
Boeiend idee: eerst je eigen bubbel uit en dan alle kinderen in één boekenbubbel? Ik hoop dat Rian Visser het wat overzichtelijker bracht.

Afgezien daarvan: er zijn wat bestuurswisselingen geweest. Voorzitter Martine Letterie nam afscheid, het bestuur bestaat nu uit Elke Brand (coördinatie nieuwsbrief), Liselotte Dessauvagie (penningmeester), Aisha Plein (sociale media), Marloes Robijn (voorzitter), Peter van Rossum (lid), Martine Schaap (ledenwerving) en Inge Zelvelder (secretaris).
 
IBBY is een 'non-profit organization which represents an international network of people from all over the world who are committed to bringing books and children together'. Het hoofdkantoor is in Basel, Zwitserland.
Er is sinds enkele jaren ook een actieve Europese afdeling, IBBY Europe. Voornaamste activiteit: het organiseren van een conferentie tijdens de grote en toonaangevende Internationale Kinderboekenbeurs in Bologna. Er zijn 33 landensecties lid van IBBY Europe, verrassend genoeg ook Oekraïne én Rusland, en Wit-Rusland. En zowel Armenië als Azerbeidzjan. Forum voor boeiende ontmoetingen? België heeft trouwens twee secties.
 


Tijdens deze bijeenkomst werd ook de Jenny-Smelik-IBBY-Prijs 2024 uitgereikt.
Winnaars waren Zindzi Zevenbergen en Hedy Tjin voor De reis van Manie Schaafijs (De Harmonie, 2023). Dit boek werd eerder al bekroond met een Zilveren Griffel en de Thea Beckmannprijs. Een eervolle vermelding kreeg Mijn eerste woordjes in het Sranan deel 4 van Darryl Veldman (Stimofo Strips).

donderdag 30 januari 2025

Nestelen

 
 
Albert
 
. zit het liefst in zijn zetel
. houdt van winteravonden bij de kachel
. geniet van een kopje thee
. leest veel: dikke boeken, spannende boeken, boeken met prentjes, zoeken zonder prentjes, kranten, koekjesverpakkingen, ...
. éét ook graag koekjes, vooral wanneer ze vers gebakken zijn
. zijn naam wordt uitgesproken als Albeir, het is zo, het is niet anders
 
Albert blijft het liefst gezellig thuis. Hij is een nestelaar. Albert deelt een boom met Jeanne.
 
Ziedaar Albert. Jeanne volgt de pagina erop maar die tekst ga ik niet citeren. Ze heeft tegenovergestelde trekjes.
 


Het verhaal draait om de vraag: hoe krijgt Jeanne haar Albert uit zijn zetel, naar buiten, op reis. Een prent toont wat ideeën.
 


Het lukt haar, op een ingenieuze en lieve manier. En ze vinden een wijze van samen reizen die beiden tevreden stelt, heel knap en geestig verbeeld op de vier laatste bladzijden. Intussen weten ze ook dat mensen niet uit eieren komen. En ze vinden elkaar, steeds weer.

Een buitengewoon prentenboek, dat zich goed zal laten voorlezen en vooral opvalt door de mooie prenten, die zo uit een poppenkast of animatiefilm lijken te komen maar wellicht op een heel andere manier zijn gemaakt, en de eenvoudige maar trefzekere tekst. Als ik het goed heb is de tekst van Kristof Ribus, hoewel die ook tekent, en het beeld van Siska Vastesaeger, die zich ook met animatiefilms bezighoudt. Een voorbeeldig staaltje samenwerking.
 

Vastesaeger, Siska, en Kristof Ribus. Albert de nestelaar. Pelckmans, 2025. ISBN 978 94 6310 644 3, 32 p.

Sommige platen zijn over twee pagina's verspreid en het boekje is vierkant en breder dan mijn scanner. Dat maakte weergave van de prenten lastig, excuses.

PS. Dit komt uit Siska's Insta-account (Bureau Bordélique):
 


Jeanne and Albert, the main characters in my book, are named after my neighbours in the village where I grew up. This is a picture of the real Jeanne and Albert. My parents came from the capital, Brussels. They dreamed of living self-sufficiently, but they knew nothing about the rural life.
Jeanne and Albert must have shaken their heads in disbelief when they saw these naive hippies at work.
But with openness and curiosity (they had always seen everything) ‘they provided advice and assistance (even when we didn’t ask for it).
But when the chickens escaped again, we were happy they helped us out.
😊

dinsdag 28 januari 2025

Het grote bos


 
  het was mistig in het grote bos
  een dichte nevel tussen de bomen
  de egel schuifelde langzaam voort
  in de hoop goed thuis te komen
 
Zo begint het lied 'De egel en de uil' in het prentenboek Met mijn neus in de wind, dat vorig jaar verscheen voor de Kinderboekenweek maar uiteraard (gelukkig) ook na dat festijn nog te lezen valt - en te beluisteren, want via een qr-code voorin het boek beland je op een website met links naar Youtube-video's met uitvoeringen. Met wat zoeken bleek er trouwens ook een minidocu te vinden over het componeren van de muziek. Mini, maar toch wat langdradig.
 

 
De liedjes worden vrijwel allemaal gezongen door Boudewijn de Groot, die dat met zijn 80 jaar nog altijd goed kan, sommige (ook) door Jaco van der Steen en familie. Hoewel de zang welluidend en correct van toon is, is hij ook tamelijk vlak, met weinig expressie. De liedjes moeten het dus hebben van de tekst, wat overigens voor heel veel liederen geldt. De begeleidende muziek is eveneens mooi, maar ook daarvoor geldt dat er weinig verschil in stijl zit tussen de liederen. Als je onze Boudewijn dus dóór laat zingen, op Youtube, en je let even niet op, dan lijkt het alsof je één lang lied hebt gehoord dat aldoor maar in dezelfde stijl doorgaat.
 


Die door het donkere bos schuifelende egel doet dan wel denken aan het Haunted Wood dat Sam Leigh in zijn recent verschenen History of Childhood Reading tot thema nam, maar heel griezelig of spannend wordt het niet in de liederen in deze bundel. Het zijn vrijwel allemaal soms wat lange dierenverhaaltjes met een vriendelijke pointe. Zelfs het lied 'Somber', waarin nu eens geen beest aan het woord is, eindigt wat slapjes met de raad

  daar ben ik nu wel achter
  namelijk: zorg dat je iets doet
  zorg dat je wat omhanden hebt
  dan komt het wel weer goed

Tja. Daar heb je wat aan...
 


Echt mooi aan deze bundel c.q. dit prentenboek zijn de illustraties ('tekeningen') van Mark Janssen! Fantastisch, vol kleur, dubbelpagina-groot, met meer expressie dan stem en muziek.


Groot, Boudewijn de, Jaco van der Steen. Met mijn neus in de wind. Met tekeningen van Mark Janssen. Lemniscaat, 2024. ISBN 978 90 477 1662 4, 32 p.

zondag 26 januari 2025

Brave tips voor tieners

Als de naam Jan Paul Schutten op de voorkant van een boek staat, wekt dat doorgaans mijn nieuwsgierigheid op. Hij heeft meerdere opmerkelijke non-fictie titels op zijn naam staan, waarvan er enkele in dit blog besproken zijn. Bijvoorbeeld: Het mysterie van niks en oneindig veel snot, Het raadsel van alles wat leeft; en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel en Het wonder van jou en je biljoenen bewoners.
Schaam je gerust door voor je ouders is ook een intrigerende, uitdagende titel, helaas staat er en andere tips voor je tienertijd bij. In kleinere letters, maar toch maakt dat de titel minder spannend. 
Eigenlijk geldt dat m.m. ook voor de inhoud.
 

 
De vorm is o.k., de schutbladen (zie boven) prachtig, jammer dat voor en achter hetzelfde is, en Emma Ringelding heeft er mooi simpele, cartooneske tekeningen voor gemaakt.
 


De toon van de verteller is die van die joviale leraar die altijd met die ene bil op de tafel gaat hangen en zijn leerlingen lollig toespreekt, inclusief een interviewtje met zichzelf toen-ie veertien was. 
 


Die joviale grappigheid zal best werken, een fraai staaltje is bijvoorbeeld de samenvatting
 

 
in drie delen als een tv-serie: part one, 'A New Beginning', part two, 'Revenge of the Hormones' en part three, 'Final Combat'. En het oefenen van het perfect draaien met je ogen.
 


Soms is die joviale leraargrappigheid wellicht wat over de top, zoals met dat kampioenschap uitstel.
 
Met de tips is niets mis en dat is precies waarom ze niet zo spannend zijn, althans niet voor een recensent die de 70 is gepasseerd. Religie ontbreekt maar daarmee heb ik geen moeite. Al die frisse adviezen rond seks en gender zullen in streng-christelijke contreien op zijn minst wenkbrauwen doen rijzen, maar ik vind dat hij het goed gedaan heeft. Hoe je jezelf kan verbeteren, hoe je moet flirten, allemaal in orde, net als het braafste stuk, waarom (eigenlijk: hoe) je toch beter je huiswerk kan maken en dat aanhikken tegen iets vervelends doen erger is dan dat doen zelf. 
Waarachtig, je zou als tiener zomaar iets kunnen hebben aan dit boek.
Was ik maar een tiener...
 

Schutten, Jan Paul. Schaam je gerust dood voor je ouders en andere toptips voor je tienertijd. Gottmer, 2024. ISBN 978 90 257 7903 0, 188 p. 

vrijdag 24 januari 2025

Depri: inflatie van gezondheidstaal

Vorige week nog, in de trein, hoorde ik iemand diens reisgenoot vertellen depressief te zijn door trauma opgelopen vanwege een narcistische ex, wat nog altijd triggerend was.

Een citaatje uit een opinie-artikel in NRC 24-1-2025 door Tine Molendijk, 'antropoloog gespecialiseerd in geestelijke gezondheidszorg'.
 
Dat triggert bij mij weer de verwondering over het gemak waarmee sommige psychologen en aanverwanten termen uit de handboeken voor werkelijkheid aannemen, ondanks de kritiek die ze tegelijk soms hebben op dat ene handboek uit de VS waarin alle stoornissen van de menselijke geest 'beschreven' zouden zijn, inclusief (tot en met de een-na-laatste versie) homofilie. Poging tot maat verheven.
Een woord van etiket verheven tot werkelijkheid, van naam tot waarheid.
Verstandige zielzorgers weten dit overigens wel en betrachten voorzichtigheid bij het benoemen van een stoornis. 
 


Dat is niet waarom Tine Molendijk zich in haar artikel druk maakte. Waar ze op wees is dat sommige begrippen uit de zielzorg zijn overgenomen in het dagelijks spraakgebruik en dan een andere betekenis krijgen dan oorspronkelijk bedoeld - of zoals omschreven staat in genoemd handboek (DSM).
Heel interessant, die verschuiving van betekenissen en connotaties, maar zij vindt er een zorgelijk kantje aan zitten. Dat benoeming tot erkenning of herkenning leidt, leuk, maar 

als we de inflatie van gezondheidstaal en oppervlakkige erkenning blijven voeden, lopen we het risico mentale problematiek onder jongeren te verergeren in plaats van hen echt te helpen.

Aldus Tine Molendijk. (NRC-abonnees vinden het stuk hier.)
'Inflatie van gezondheidstaal'.
In onze emo-tijden is inflatie sowieso een boeiend verschijnsel. Een gebeurtenis (sorry, event) wordt leuk, heel leuk, heel erg leuk, superleuk, supersuperleuk... Fantastisch, geweldig, megaleuk, gigaleuk... Net als mensen na een redelijk aardig maar niet heel bijzonder concert Amerikaans gaan blèren (woew woew!) alsof de jongens en meisjes op het podium echt álles hebben gegeven. (Wat overigens misschien ook zo is, maar ja...)
Voor een echte depressie is dan op de lange duur geen woord meer. Megadepressie?
En misschien wordt een echt trauma dan weer wat het is: een wond. Desnoods een diepe wond, die een litteken nalaat.

donderdag 23 januari 2025

Drank...

 
 
Helaas, de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur bestaat niet meer. De club is opgeheven, naar verluidt omdat er zich geen geschikte bestuursleden meldden om de scheidende voorzitter en penningmeester annex redacteur op te volgen. De website blijft wél bestaan, evenals de nieuwsbrief.
Deze stichting schonk haar donateurs ieder jaar een boekje.
Om te behoeden (zou je haast denken) dat oud-donateurs na het verscheiden van de club collectief aan de drank zouden gaan, is het laatste boekje in deze reeks gewijd aan 'de strijd tegen alcohol in kinder-, jeugd- en schoolboeken 1850-1930: De jenever! Vloek over dien drank!, door Berry Dongelmans
Smullen, vanwege de plaatjes, de citaten en de samenvattingen.
 

Dongelmans, Berry. De jenever! Vloek over dien drank! De strijd tegen de alcohol in in kinder-, jeugd- en schoolboeken 1850-1930. 26 p. Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur. De Waare Rijkdom nr. 24. 
 
PS. Met het verscheiden van deze stichting is wellicht het merkwaardige onderscheid tussen kinderen en jeugd ook uit de wereld, althans in het Nederlands taalgebied.
De afbeelding boven het bericht komt uit uit een centsprent met diverse bezigheden van volwassenen getiteld Verfoeijelijke dronkenschap, Brengt menig een ten laagsten trap. (Deventer, Jan de Lange, 1828-1849) En de verwijzing zat in de eerste nieuwsbrief die Jeanet Kok stuurde.

woensdag 22 januari 2025

NOT 2025

Iedere keer, ook nu weer (21-2) hoop ik dat al die onderwijsgevenden die de drie grote hallen betreden van de Nationale Onderwijs Tentoonstelling, een doel hebben, een zeer specifiek wensenlijstje. Of het nu een nieuwe methode is voor lezen of rekenen, of nieuw meubilair, een nieuw klimtoestel of ideeën voor een uitstapje met de klas, je komt op de NOT beslist verder, maar zonder zo'n lijstje wordt het (ver)dwalen. Ik kom voor lezen en boeken en kan bijna twee van de drie hallen ongemoeid laten.
De stand van Blink is bijna even groot als die van Zwijsen. Malmberg ontbreekt, net als Thieme en Noordhoff. Er is zowaar een standje van NBD Biblion, eigenlijk vooral Aura, maar ook van Lezenopschool, Schoolbieb-nu en een hele grote stand van Schoolsupport
Deze keer geen in het oog vallend Kinderboekenplein maar wel een dito terras, en (dacht ik) minder uitgeverijen dan vorige versies (2023, 2021...), maar toch wel De Eenhoorn, Clavis, Gottmer, Luitingh-Sijthoff, in de buurt van dat terras. En Femke Ganzeman van Leesbevorderingindeklas.nl wist aan het eind van haar lezing over 'Ontdek de kracht van kinderboeken in je onderwijs!' nog te wijzen op het aanstaand verschijnen (maart/april) van De wereld in boeken, leesbevordering in de klas (Boom). Waarvan acte.
 

dinsdag 21 januari 2025

Topina

In veel voor kinderen bedoelde films (met name die van het Disney-concern) vind je naast de held(in) van het verhaal een klein begeleidend figuurtje dat meedoet met de hoofdpersoon. Kan een vogeltje zijn, een hondje of ander beestje, of een klein mensje. Er is wel eens verondersteld dat kijkende kinderen zich deels met zo'n figuurtje kunnen vereenzelvigen. Ze kunnen zo meeleven met twee verhaalfiguren.
 


Het lijkt erop dat Lida Dijkstra zoiets in haar hoofd had toen ze Topina bedacht als jonge hoofdpersoon van De wonderverteller, naast verhalenverteller Marco Polo. Topina ('Muisje') is de naam die Marco Polo haar geeft, het weesmeisje dat in de Genuaanse gevangenis werkt waar Polo gevangen zit na terugkomst uit Azië en pech in een zeeslag tussen Genuese en Venetiaanse vloten.
 
 
De paiza van de Koeblai Khan, het reisdocument voor Marco Polo c.s.
 
Topina, de verteller van het omvattende verhaal, brengt het contact tot stand tussen koopman Polo en schrijver Rustichello di Pisa, eveneens gevangene. Ze maakt de sessies mee waarin Marco Polo vertelt en Rustichello schrijft. Zo beleven wij lezers ook de verhalen mee. In het boek staan die in een ander letterkleurtje, en waar uitleg wordt gegeven over vreemde beesten en zo staat die in weer een ander letterkleurtje. Zo wordt dit verhaal-in-een-verhaal redelijk overzichtelijk gehouden.
 

En Marco's verhalen? Rustichello dringt erop aan dat er genoeg spanning en sensatie in moet zitten om toekomstige lezers te vermaken, een handige vondst van de auteur, want zo vermijdt Marco Polo te lange uitweidingen en opsommingen en blijft er een in delen gesplitst verhaal over dat precies bevattelijk en genietbaar is voor lezers van elf en ouder. (Topina is elf jaar.) 
Boeiend genoeg en achterin voorzien van een verantwoording die geloofwaardig maakt dat Polo's relaas in essentie overeenkomt met dat in het boek van Rustichello da Pisa zoals dat in allerlei soms van elkaar verschillende kopieën is bewaard, Il Milione, Il Divisiment dou Monde. (Het oorspronkelijke manuscript is verloren gegaan.) Lida Dijkstra maakte gebruik van de Nederlandse vertaling door Anton Haakman: Marco Polo, De wonderen van de Orient, Il Milione (Polak & Van gennep, 2008).
 

 
Speciale vermelding verdienen de illustraties door Djenné Fila. Ze heeft een heel eigen stijl, ze kreeg gelukkig de ruimte (denk ik) en ze passen heel goed bij het verhaal van Marco Polo. De kaart op de schutbladen (zie boven) is ook handig en mooi.
 

Dijkstra, Lida. De wonderverteller, over de reizen van Marco Polo. Met illustraties van Djenné Fila. Luitingh-Sijthoff, 2024. ISBN 978 90 210 4894 9, 208 p.