Zoeken in deze blog

zaterdag 23 augustus 2025

Gekke ouwe opa

Onze stenen. Een raadselachtige titel met een raadselachtige auteur.
Wie Jarvis is staat niet uitgelegd. Daarvoor moet je dus op zoek en de man blijkt al heel wat titels op zijn (voor-?) (achter-?) naam te hebben, waarvan ook veel vertaald, zoals De jongen met bloemen in zijn haar en Dank je wel. En deze Jarvis is geen verzonnen personage maar een levend mens, met een minimalistische website, een presentatie op Youtube en zie ook hier.
 
Hoofdpersoon en verteller van Onze stenen, dat misschien beter Onze kiezels had kunnen heten, is een jonge jongen die vertelt over zijn belevenissen met zijn 'gekke ouwe opa' aan het strand. Een kiezelsteenstrand, 'onze plek'. Bij ieder bezoek kozen ze een kiezel uit.
 
Maar op een dag moest opa verhuizen.
 
En ik miste het zoeken naar monsters.
En ik miste de zwart-witte hondjes.
En ik miste De Dartele Danser.
Maar het meest van al... miste ik opa.
Dus toen zei mama:
'Kom, we gaan samen
naar het kiezelsteenstrand.' 
 
Twee stenen nemen ze mee naar opa.
 
Een mooi heimwee-verhaal, vervat in sprekende illustraties en simpele maar doeltreffende woorden.
 
 
Jarvis. Onze stenen. Vert. door Linde van Laerhoven. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1717 1, 34 p. Oorspr.: Our Pebbles. Walker Books, 2024.  

dinsdag 19 augustus 2025

Alles voor de winst

'Alles voor de winst' heet het tweede hoofdstuk van Het begon met peper, de geschiedenis van Indonesië en Nederland en dat is een treffende kenschets van wat alle veroveraars van de eilanden in de Gordel van Smaragd bezig hield. Hoe dat ging, dat wordt in dit boek onverbloemd verteld en dat is een grote verdienste. Alleen daarom al zou het in geen enkele schoolbibliotheek mogen ontbreken.

 


Een aanklacht, à la Max Havelaar? Nee, daarvoor hanteren de vertellers een te laconieke stijl. En, zoals achterin in 'Lees dit ook nog' staat:
 
Ook jij bent niet verantwoordelijk voor dingen die voor jouw geboorte zijn gebeurd. Maar je moet het wel weten, zodat je ervan kunt leren en kunt voorkomen dat zoiets nog een keer gebeurt. Het is dus fantastisch dat jij dit boek hebt gelezen!
 
Mooi geformuleerd. En optimistisch genoeg om de jonge lezer wat hoop te geven.
Laten we de coltan-mijnen in Afrika nog even buiten beeld houden. Dat is voor een ander verhaal. We hoeven onze kinderen nog niet meteen te verpletteren met de narigheid die ook tegenwoordig nog uitgehaald wordt in de jacht op grondstoffen. Alleen wij volwassenen mogen ons wel realiseren dat 'zoiets' nog steeds gebeurt, al is het wellicht niet meer zo grootschalig als die vier eeuwen waarin Europeanen rijke streken in andere werelddelen overvloedig plunderden. De 'VOC-mentaliteit' zullen we maar zeggen, in 2006 nog aangeprezen door een christelijk geïnspireerde politicus.
 
Terug naar hoofdstuk 2. Eerste tekst, als inleiding:
 
Je weet nu dat Indonesië een land is met prachtige natuur, waar veel bijzondere planten groeien. Die planten, die zijn het begin van het verhaal over de geschiedenis van Nederland en Indonesië. Om bomen en planten uit Indonesië werden namelijk oorlogen gevoerd, mensen vermoord of tot slaaf gemaakt. Want een peperplant was in die tijd net zoiets als een goudmijn. Kijk om te beginnen maar in jullie keukenkastje of in de koektrommel. Zie je kaneel, nootmuskaat of een pak speculaasjes? Gevonden? Dan beginnen we daar.
 
Volgt meteen uitleg over 'specerijen', met name peper, kaneel, kruidnagel, nootmuskaat en foelie. Heel duidelijk allemaal, met afbeeldingen. Helaas niet terug te vinden in het register achterin, dat is wat mager uitgevallen. (Ook Balkenende ontbreekt, al wordt hij, mét die uitspraak, wel genoemd in het boek.) Fijn is de uitleg van het woord peperduur.
Vervolgens gaat het over vaarroutes, de eerste reizen, handelsposten en zo verder. 'Hoe Nederland rijk werd van Oost-Indië', de ondertitel van het hoofdstuk. Ongeveer de periode 1500-1800. 
Gevolgd door hoofdstuk 3, 'Ploeteren op plantages, onderdrukking in de kolonie', 4, 'Kampen, honger en spoorlijnen , de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië', 5, 'Vrij, maar toch niet vrij, de oorlog om onafhankelijkheid', 6, 'Van korte broek naar winterjas, hoe honderdduizenden mensen moesten verhuizen naar Nederland' en 7, 'Patat met pindasaus, hoe je Indonesië overal in Nederland tegenkomt'. Voorafgegaan door hoofdstuk 1, 'Het land van duizend eilanden, kennismaken met Indonesië'.
Elk hoofdstuk wordt ingeleid en uitgeleid, dat laatste met een samenvatting ('In het kort') en 'Om over na te denken'. Uitstekend en verantwoord gedaan, en overvloedig en goed geïllustreerd. Achterin ook nog een 'tijdlijn', ook een soort samenvatting, genoemd register, bronnen, beeldverantwoording en onder 'Verder lezen' zeven titels, de meeste fictie.
 
De twee citaten hierboven tonen hopelijk ook dat er is nagedacht over de gewenste lezers: kinderen en andere mensen vanaf een jaar of tien. Niet te ingewikkeld, geen tekst over de hoofden van jonge lezers heen. Nog een derde citaat om dat te staven, uit hoofdstuk 1:
 
Magische krachten
 
Indonesiërs en ook veel mensen die in Indonesië gewoond hebben, weten wat guna-guna is. Volgens dit geloof hebben sommige mensen magische krachten. Ze gebruiken spreuken, rituelen of voorwerpen om een probleem voor je op te lossen. De mensen die dit kunnen, noem je dukun.Je kunt naar een dukun als je goede wensen hebt, zoals een goede oogst krijgen, of als je beter wil worden van een ziekte. Maar met de magie kun je ook slechte dingen doen, bijvoorbeeld iemand ziek maken op wie je boos bent, of iemand beheksen.De kunst van guna-guna wordt in sommige families van generatie op generatie doorgegeven. Of de magie echt is of niet, het geloof in guna-guna kan heel sterk zijn.
 
Wijze laatste zin, en de tekst is helder genoeg, tenzij je niet weet wat een ritueel is. (Dat zoeken we op.)
Verder, en dat is een tweede puntje van kritiek na het magere register, wordt niet verteld hoe je woorden als guna-guna, dukun en (p. 17) namen als Puncak Jaya uitspreekt. Jammer! Een uitspraakgidsje had er achterin nog wel bij gekund.
Een derde puntje: onder 'Verder lezen' worden alleen boektitels genoemd, en geen websites. 
 
Deze puntjes van kritiek laten onverlet dat Het begon met peper een kloek en schitterend geschiedenisboek is, informatief, ruim en doeltreffend geïllustreerd, en leesbaar. Zoals al gemeld, het hoort in iedere schoolbibliotheek.
 
 
Boogaars, Marrit, Annemiek de Groot, Juul Lelieveld en Liesbeth Rosendaal. Het begon met peper, de geschiedenis van Indonesië en Nederland. Illustraties van Dido Drachman. Gottmer, 2025. ISBN 978 90 257 7839 4, 224 p.    
 
 

donderdag 14 augustus 2025

Leo

Dacht Yvonne Jagtenberg aan Caulerpa taxifolia? Leo heeft een haardos waarin van alles blijft hangen, zelfs kammen, ook al is hij slechts vijf centimeter lang. Maar die eencelligheid doet er niet toe, in geen enkel van de 24 verhaaltjes in De eencellige die het leven best wel ingewikkeld vond

Er gebeurt wel iets in die 24 verhaaltjes, want Leo komt van alles tegen, vaak ongewild doordat er iets 'aan zijn kop blijft hangen'. 

 
In het eerste verhaaltje wordt al meteen dit verteld:
 
Leo de eencellige was klein en bijna helemaal doorzichtig, maar wel de grootste in zijn soort.
Leo was wel vijf centimeter lang.
Maar dat was niet het enige wat hem zo ongewoon maakte.
Nog veel bijzonderder was dat hij kon nadenken. Echt waar!
En Leo kon dingen onthouden.


Maar hij vindt dat lastig:

Hij hield van een eenvoudig leven.
Slapen. Eten. Zwemmen.
De ene dag zwom hij kriskras door alle gaten in zijn huis. De volgende dag door het wilde woeste water van de Oceaan. 
 
En dan komt hij bijvoorbeeld het mooiste visje tegen:
 
 

Hij brengt soms enige nieuwsgierigheid op of begeeft zich in bijna filosofische gesprekjes, zoals bijvoorbeeld het onderscheid tussen ‘helpende’ en ‘niet-helpende dingen’, of over wat niets is, of wie hij zelf is (zijn spiegelbeeld herkent hij niet), of over liefde. Ze doen een beetje denken aan het werk van Toon Tellegen en Arnold Lobel. 
Maar zulk soort gesprekjes breekt hij echter al snel af. En liefde, o nee, dat nooit, blijkt als de weduwe Roos hem tracht te strikken.


 
De slotsom is dat hij toch vooral niet gestoord wil worden. Slapen. Eten. Zwemmen. 
Leo is. Punt uit, of 'over en sluiten'.

 
Laatste woorden:

Zo ben ik nou eenmaal, Leo de eencellige.
En dat was waar.
 
Deze verhaaltjes komen tot hun recht als ze met regelmatige tussenpozen worden (voor)gelezen. Allemaal achter elkaar lijkt het een bundel cursiefjes.
 

Jagtenberg, Yvonne. De eencellige die het leven best wel ingewikkeld vond. Querido, 2024. ISBN 90 978 451 3077 4, 120 p.  
 

woensdag 13 augustus 2025

En we gaan nog niet naar huis

Zou bijna denken dat dit een heruitgave is van een lang geleden verschenen boek. Maar dat is niet zo. Het is er wel een in een reeksje soortgelijke kartonboeken, Op een grote paddenstoel, Daar buiten loopt een schaap, Zie de maan schijnt... Bij het eerstgenoemde boek staat op de website van de auteur, Mies van Hout, vermeld: 'De liedjes uit dit boek zijn te beluisteren op Spotify'.
 
Geldt dat ook voor En we gaan nog niet naar huis? Misschien niet meteen Spotify, maar het zijn zulke bekende liedjes dat er ongetwijfeld ergens op internet wel een opname te beluisteren is. Voor de 5 liedjes van de 12 die ik niet kende, kostte dat geen moeite.


 
Het zijn volstrekt pretentieloze boekjes, bedoeld om met je peuter op schoot te zingen en eventueel vingerspelletjes te doen. Dus goed, want er kan niet genoeg gezongen worden met zulke dreumesen. De platen zijn wat mij betreft niet top-of-the-art, maar zeker ook niet knullig.
 
 
Hout, Mies van. En we gaan nog niet naar huis, liedjes over samen op stap gaan. Gotmmer, 2025. ISBN 978 90 257 7677 0, 24 p.   

maandag 11 augustus 2025

Maja de bij

Vage herinneringen aan een boek met zo'n titel in de boekenkast van mijn ouders speelden door mijn hoofd toen de aankondiging voorbij kwam. Aanvragen... Jet Quadekker blijkt het in haar hoofd gehaald te hebben dit oorspronkelijk Duitse verhaal uit 1912 te vertalen en in eigen beheer uit te geven. Wat een prestatie!
Iets soortgelijks deed ze met Felix Saltens Bambi en Erich Kästners Die Konferenz der Tiere. Voor die laatste vertaling zoekt ze blijkens haar website nog een uitgeverij, haar vertaling van Bambi verscheen bij De Geus, met een voorwoord van Arnon Grunberg.
Welke uitgever gaat de uitdaging aan? De conferentie van de dieren, met een voorwoord van Greta Thunberg, of zo. Het boek is overigens al eens in Nederlandse vertaling door Renée Belinfante verschenen, in 1952, met illustraties van Walter Trier, niet de minste.
 
De honingbij Maja verlaat haar 'thuisland' om de wereld te verkennen. Ze heeft gesprekjes met allerlei andere insecten en wordt gevangen genomen door de hoornaars. Ze komt te weten dat die een overval beramen op haar bijenkast. Ze weet te ontsnappen en net op tijd haar volk in te lichten. Daardoor weten de bijen van haar volk de hoornaars te verslaan. ('Verraderswerk', sist de aanvoerster van de hoornaars.)
Godfried Bomans is wellicht geïnspireerd door dit boek toen hij zijn Erik of het klein insectenboek (1941) schreef, al zijn er flinke verschillen: Hoofdpersoon Maja is een honingbij, Erik een mens. Bomans heeft oog voor humor, bedrijft in zekere zin satire. Bonsels niet. 
 
Nou ja, een bij... Komisch is dat de vermenselijking wel erg ver gaat. Bijen vouwen hun pootjes (o.k., dat gaat nog), worden bleek, kussen en zo meer. Wij weten buitengewoon weinig van het geestelijk leven van bijen, maar dat van Maja lijkt toch beslist meer op dat van een mens.
 
Tja, en wat is de moraal van dit verhaal? Je zou kunnen zeggen: nieuwsgierigheid loont en met lust tot ontdekken is niets mis, zo doe je nog eens wat ervaring op. Je zou ook kunnen zeggen: keer terug naar je nest en steun je volk. Die laatste uitleg is wel eens in een ander licht komen te staan omdat auteur Waldemar Bonsels later zeer antisemitisch en nazi-gezind werd, maar dat is er dan met de haren bij gesleept. Als het op militarisme en geweld aankomt zijn de hoornaars in dit verhaal, de tegenstanders dus, er het toonbeeld van, niet de honingbijen. En je moet wel erg veel fantasie gebruiken om in de hoornaars joden te willen zien. Eerder zou je kunnen stellen dat het verhaal in de 19e-eeuwse nationalistische traditie past, die overigens zoveel verdrietig stemmende gevolgen had. 'Eigen volk eerst', het klinkt nog steeds in sommige groeperingen.
 
Het verhaal is zeer populair geweest, er zijn theater- en filmbewerkingen gemaakt, ook boekbewerkingen voor peuters (nog tweedehands te krijgen) en er is muziek voor gecomponeerd door Karel Svoboda en anderen. Genoeg drama. Maar ook zoetsappigheid alom, zonder een sprankje humor.
 
Om een indruk te geven een citaat.
 
Maja sloeg haar pootjes bij elkaar. 'Nee toch!' riep ze. 'Had jij dat voor mogelijk gehouden dat zulke dunne poten, zo dun als haren, zo beweeglijk en handig konden zijn dat je ze echt zou kunnen gebruiken en dat ze dan wisten wat ze moeten doen? Voor mij is dat een wonder, Fridolin!'
'Ach wat,' zei de kever,  'als je iets grappigs ziet dan lach je erom, klaar.'
'Ik wil dat niet,' antwoordde Maja. 'Soms lach je ergens om en dan blijkt later dat je het niet begrepen hebt.'
Nu was de vreemdeling gearriveerd. Vanaf zijn spitse hoge poten keek hij omlaag naar Maja en zei: 'Goedemorgen! Een stijve bries, dames en heren, een stevig windje, nietwaar - of bent u misschien een andere mening toegedaan?  Hij klampte zich zo goed mogelijk vast.
Fridolin kon bijna zijn lach niet houden, maar Maja antwoordde beleefd dat zij ook die mening was toegedaan en dat ze daarom vandaag niet uitgevlogen was. Toen stelde ze zich voor. De vreemdeling loenste langs een knie naar beneden. 
 
Voor de liefhebbers. Voor de dappere vertaler en uitgever hoop ik dat ze uit de kosten komt.
 

Bonsels, Waldemar. De geschiedenis van Maja de bij; het oorspronkelijke verhaal. Vertaald door Jet Quadekker. Jet Quadekker redactiebureau, 2025. ISBN 978 90 825937 1 6, 148 p.  

vrijdag 8 augustus 2025

Ontdek je lijf

Ontdek de wereld, begin bij je lijf is de wat wijdse ondertitel die Geert-Jan Roebers, of zijn uitgever, meegaf aan Van tong tot teen.
Het boek is bedoeld voor achtstegroepers, blijkt letterlijk op p. 99 (rechtsonder), en die moeten behoorlijk goed kunnen lezen, ook al worden sommige termen van uitspraakhulp voorzien. Een citaat:
 
Knokkende knobbels
 
Je lichaam zit vol nattigheid. Met bloed, maar ook met lymfe (zeg: lim-fuh). Dat spul is niet rood maar doorzichtig. Het spoelt los door je lijf. Zo vervoert het belangrijke stofjes naar plekken waar je bloed net niet kan komen. En het valt bacteriën en andere ziekmakende inbrekertjes aan. Op sommige plekken in je lichaam komt de lymfe weer bij elkaar in dunne buisjes. Die lymfevaten komen weer samen in sponzige bolletjes: de lymfeknopen. Je hebt er honderden, de meest niet groter dan een erwt. Heb je een ontsteking, dan zwellen de lymfeknopen daar in de buurt op. In je oksels zitten er veel bij elkaar. Als die druk bezig zijn, worden het gevoelige bobbels. Pijnlijk soms, maar ze doen goed werk. Laat ze maar lekker hun gang gaan.
 
Dit in het hoofdstuk over oksels, die wel vier pagina's krijgen. En dat hoofdstuk zit dan weer met die over sleutelbeen, hart, nagels, tepel, longen, lever, maag, milt en navel in deel 2 (van de 3), 'Tussen nek en navel'. Vreemd genoeg worden nieren en darmen overgeslagen, hoewel de blindedarm vier pagina's krijgt in 3, 'Onder de gordel' naast blaas, kruis, stuitje, billen, heup, knie, scheen, achillespees en teen. Die vier pagina's zijn overigens standaard: alle hoofdstukjes tellen vier pagina's. Laat ik die in deel 1, 'Op je schouders', ook maar noemen: hoofdhaar, schedel, hersenen, oog, neus, oorschelp, tanden, tong, amandelen en adamsappel. In dat laatste hoofdstukje worden de personages Adam en Eva bekend voorondersteld. Onder maag ene Napoleon Bonaparte, 'die je waarschijnlijk wél kent', en onder kruis ene Elon Musk.
Allemaal voorzien van zeer toegankelijke, soms licht karikaturale tekeningen door Wendy Panders.
 
Deze ontdekkingstocht lijkt nogal uit de losse pols (zit er ook niet bij, toch minstens zo belangrijk als de scheen, zoals ook oor ontbreekt) geschetst, maar is niettemin best onderhoudend en informatief, en voorzien van een register. Hieronder een voorbeeld van een dubbelpagina:


 
Hier en daar schemeren wat persoonlijke voorkeuren van de verteller door. Onder billen:
 
Zitvlees
 
Als je bij de slager naar billen vraagt, kijken ze je raar aan. Toch ligt het er vol mee, met billen. Bilspieren zijn het beste en duurste vlees. Bilvlees van een koe heet biefstuk. Plakjes varkensbil heten achterham en dat is lekkerder en duurden dan schouderham. In foute restaurants kun je wél billen bestellen: kikkerbillen. Best raar, want zoveel bil heeft een kikker niet. Het is dan ook meer een kikkerdij. 
 
Hoezo is een restaurant waarin je kikkerbillen kan bestellen wél 'fout' en die waar je vlees van koeien- en varkensbillen kan bestellen niet? 
 
Sluikreclame vinden we er ook in. Voor Lego en de Hema, maar ook
 
Bij kabouters zit de navel op hun rug. Dat vertelt Loes Riphagen in het standaardwerk over deze kleine wezens: Het kabouterboek.
 
Rien Poortvliet draait zich om in zijn graf. En het is natuurlijk onzin, bedoeld als grapje. (Hoop ik.)
 
Leuke vondsten zijn er ook. Zie p. 103, de kruiswoordpuzzel onder 'Miemel?', het stukje dat begin met de mooie zin
 
Geslachtsdelen, dat klinkt toch een beetje als stukken vlees bij de slager.
 
En wat ik echt niet wist:
 
Varkens krijgen per keer vaak wel tien baby's. En het grappige: elke baby kiest zijn eigen tepel. Als je ze nummert met een stift, dan kun je dat zien: ze liggen de volgende keer allemaal op dezelfde volgorde.
 

Roebers, Geert-Jan. Van tong tot teen, ontdek de wereld, begin bij je lijf. Met illustraties van Wendy Panders. Gottmer, 2025. ISBN 978 90 257 8063 0, 138 p.   
 

donderdag 7 augustus 2025

Paboboek 2025

Sorry, de juiste spelling volgens Stichting Lezen is Pabo Boek. Lekker Angelsaksisch. De actie Pabo Boek 2025 liep van 14 februari t/m 1 juli 2025 en inmiddels zou er dus gestemd moeten zijn, want de actie was 'een stemcampagne voor pabostudenten in welke variant dan ook'.
De studenten werden opgeroepen 'om met hun professionele blik te kijken naar bekroonde jeugdtitels en te stemmen op het boek dat het meest aanspreekt. Welk boek mag geen juf of meester missen? Met welk boek zou ieder kind kennis moeten maken?'


De campagne stimuleert leraren in opleiding om de genomineerde boeken voor te leggen aan de kinderen op hun stageschool. ‘We zien natuurlijk het liefst dat de studenten de boeken gebruiken in de klas’, vertelt Peter van Duijvenboden, specialist opleidingen bij Stichting Lezen. ‘Ze kunnen de boeken voorlezen, kinderen zelf laten lezen en met hun klas praten over de boeken. Daar is genoeg tijd voor, want de campagne loopt tot 1 juli 2025.’ Waarom kiezen studenten een boek als hun favoriet? Ook die vraag is belangrijk in de stemcampagne. Door het delen van aanbevelingen kunnen studenten elkaar enthousiast maken voor een van de drie boeken. 
 
Aldus het persbericht d.d. 14-2-2025.
 
De genomineerde titels: 
 
Tjibbe Veldkamp. De jongen die van de wereld hield. Illustraties Mark Janssen. Veldkamp Boeken.
Woutertje Pieterse Prijs 2024 en Nienke van Hichtum Prijs 2023.

Annejan Mieras. Het kleine heelal. Illustraties: Evelien Jagtman. Lemniscaat.
Gouden Griffel 2024.

Zindzi Zevenbergen. De reis van Manie Schaafijs. Illustraties: Hedy Tjin. De Harmonie.
Thea Beckman Prijs 2024 en Jenny Smelik-IBBY Prijs 2024.
  
Op de website was d.d. 3-8 nog niets van een uitslag te zien.
 
Maar een persbericht d.d. 4-7, verscholen in de post, bracht uitkomst:
 
De jongen die van de wereld hield van Tjibbe Veldkamp (met illustraties van Mark Janssen) is door pabostudenten uitgeroepen tot Pabo Boek van het jaar 2025. Het boek over de jongen Adem, die zijn vader en moeder weer bij elkaar wil brengen, kreeg meer dan de helft van de stemmen en is daarmee de overtuigende winnaar. De andere genomineerden waren De reis van Manie Schaafijs (Zindzi Zevenbergen en Hedy Tjin) en Het kleine heelal (Annejan Mieras en Evelien Jagtman). 
 
Waarvan acte. Beetje slordig om de website niet aan te passen.
 

dinsdag 5 augustus 2025

Opstand tegen dialego's

Marloes Morshuis heeft het zich zeker niet makkelijk gemaakt. Twee verhalen-in-één, waarvan een zelfs met meerdere eindes, samen 417+77 ofwel een kloeke pil van 494 bladzijden.
Ze heeft het de uitgeverij en vooral de opmakers en correctoren ook niet makkelijk gemaakt met zo'n pil, die je moet omdraaien om het tweede verhaal te lezen en die hier en daar ook nog is voorzien van gekleurde pagina's en tekeningen.
En niet het minste, ze maakt het de lezer ook al niet makkelijk, want die krijgt heel wat te verstouwen.
 
En dan is Alter niet eens zo'n zogeheten ik-boek, waarin een vertellende tiener ons schier eindeloos bezig houdt met haar of zijn gedachtes en gevoelens, tot in detail.
In Alter doet de verteller dat echter. Hoofdpersoon Rozzy (of Roz) is een tienermeisje met een heftig gevoelsleven en daarvan krijgen we als lezer héél véél mee. Het volgende citaat (p. 15) toont meteen van wie ze dat (ook) heeft meegekregen:
 
Ze hadden in stilte gegeten en daarna had Roz de rode strepen van de keukenkastjes geboend en op haar kamer 'huiswerk gemaakt'. Het was een eitje om rond middernacht ongemerkt het huis uit te glippen, want Barbara ging iedere doordeweekse avond om half elf slapen. Belachelijk. 'Je laat je als een kleuter door je dialego naar bed sturen,' had Roz laatst tegen Barbara gezegd toen die een kwartier voor het eind een film had afgezet. Maar nee, dat was complete onzin, volgens haar moeder, die uiteraard meteen de kans had gegrepen om de boel om te draaien. 'Ik heb een geweldige baan, maar 's avonds ben ik kapot, Rozzy,' had ze gezegd. 'Het zou helpen als jij wat vaker kookt en schoonmaakt. Maar je dialego vindt het vast ook een goed idee als jij wat meer helpt in huis - en dus vertik je dat. Wie is hier nu de kleuter?' Ze hadden allebei met deuren gegooid, zo hard dat het porseleinen poezenbeeldje dat nog van oma was geweest uit de kast was gevallen.
 
Dit vergt uitleg. 
Na enkele decennia rampspoed en ineenstorting (deze periode heet de Prego) heeft zich een samenleving gevormd onder leiding van de DN, en iedereen heeft verplicht een persoonlijke digitale spiegel die formeel deel uitmaakt van je persoon, een 'digitaal alter ego' afgekort tot dialego. Die dialego is als het ware je betere helft. Die 'betere helft' wordt evenwel centraal beheerd en controleert de andere helft middels 'checks', en je krijgt 'rode schermen' als je niet aan de verwachtingen voldoet. Bij teveel rode schermen volgt een 'checkup' bij de 'altercoaches' en nog erger kan de DN besluiten je uitsluitend nog als dialego te laten voortbestaan. Je sléchtere helft gaat dan de Schaduw in en wordt nooit meer gezien. Aangezien de normen steeds strenger worden, loopt dit uit de hand. Men komt in opstand en bij die opstand speelt Roz een zeer belangrijke rol.

En die twee boeken dan?
 
Die dialego's zijn ooit bedacht door ene Cato Maris, een auteur. Die schreef een boek, Alleen Samen, een toekomstverhaal, waarin ze met het idee voor de dialego's kwam en nog veel meer ideeën. Het verhaal was bedoeld als dystopie, maar onder invloed van de Prego en de gevoelde noodzaak tot redding herschreef ze het verhaal en zo werd ze gezien als een soort oermoeder van de nieuwe samenleving. Zelf kreeg ze echter spijt, zeker toen ze merkte dat haar verhaal anders werd opgepakt dan ze bedoelde:
 
Het is belachelijk dat we een dialegosysteem nodig hebben! Mensen kunnen al eeuwenlang alles maken, bedenken en oplossen, maar helaas is de evolutie van de mensheid te vroeg gestopt. We zijn zo zwak en egoïstisch dat we een systeem nodig hebben om te voorkomen dat we onszelf uitroeien. Als mensen er een puinhoop van maken, moeten we het leven maar overlaten aan de betere versie van onszelf. Aan onze dialego’s. 
 
Ze verdween naar een onbewoond eiland, maar de DN zorgde ervoor dat haar dialego in leven bleef, zodat mensen nog steeds met haar konden praten, pardon, een audiëntie aanvragen.
 
Roz, zelf ook al niet zo'n braaf type, komt in actie als haar vriendje Fabian wordt opgepakt en dreigt te worden verwezen naar de Schaduw - dus eigenlijk vermoord. Met hulp van boekwinkelier Wilfred Zaborich, van de winkel Fabula Rasa (prachtige naam!), weet ze Cato op te sporen en ertoe te bewegen een eind aan de dialego's te maken. Hetgeen lukt. 
Hoe, dat ga ik hier niet uit de doeken doen. Maar dat verklaart het tweede boek. Dat is namelijk van Cato Maris en heet Alleen Samen.
 
Intussen is Alter niet zo'n dystopie als het lijkt. Want na de schokgolven die het einde van de dialego's veroorzaakt, gloort hoop.
 
'Nog gefeliciteerd met je zestiende verjaardag.' Wilfred pakte een boek van de hoge stapel en gaf het aan haar.
'Alter...' fluisterde Roz. Het omslag stond vol mensen die in een zwarte massa verdwenen. De Schaduw. 'Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?'
'Zodra Barbara en ik aankwamen in de hoofdstad heb ik al mijn contacten uit de boekenwereld benaderd en bijna iedereen wilde meewerken. Nog voor de elektriciteit uitviel, hadden we Alter gedrukt. Vijftigduizend stuks. We delen ze gratis uit aan iedereen die het wil lezen.'
Roz bladerde naar de laatste pagina.


 
'Mooi dat het is gelukt,' zei ze langzaam, 'Maar wat maakt het nog uit. Kijk naar buiten.'
'Eén verhaal kan het verschil niet maken, dat klopt. Kom eens mee, Roz.' Wilfred pakte haar hand.
'Kun je hier wel weg? Dadelijk jat iemand je boeken.'
'Dat is niet erg. Een boek kenmt geen verkeerde bestemming. Dat ben je toch niet v ergeten?' Ze liepen naar buiten. 'Wat zie je?' vroeg Wilfred.
'Dichtgetimmerde etalages. Omgehakte bomen, losgetrokken elektriciteitsdraden. Een kapotte straat met een heleboel klinkers eruit - die zullen wel door de ruiten zijn gegaan.'
Wilfred knikte. 'Allemaal waar. Maar zie je dat?' Hij wees naar twee jonge mannen die de bestrating aan het repareren waren. Ze liepen een eindje verder de Nieuwe Marktstraat in. 'En dat?' Davy stond achter een tafel met een paar grote pannen erop en zwaaide naar hen. Ernaast stonden een stuk of vijf mensen te eten en te lachen. 'Davy maakt iedere dag gratis soep van ingrediënten die mensen overhebben. Kom, we lopen een stukje door. Kijk nog eens goed om je heen, Roz.'
 
In een tijd waarin men het vaak heeft over kunstmatige ofwel artificiële intelligentie ofwel AI (want KI betekende al iets anders) is dit een boeiend verhaal.
 
 
Morshuis, Marloes. Alter. Lemniscaat, 2025. ISBN 978 90 477 1568 3, 477 p.  (Maris, Cato. Alleen Samen. Pos/Hub, geen ISBN, 77 p..)  

zondag 3 augustus 2025

Velthuijsprijs voor Annemarie van Haeringen

Toen ik mijn loopbaan in de kinderboekenwereld begon was Annemarie van Haeringen een jong talent.
Ze viel op, ze bloeide op en werd meermaals bekroond.
Nu is haar dan de Max Velthuijs-prijs ten deel gevallen, op voordracht van een jury bestaande uit Henna Goudzand Nahar, Philip Hopman, Karst-Janneke Rogaar, Hedy Tjin en Veerle Vanden Bosch. Aan de prijs is een bedrag verbonden van € 60.000,- en de laureaat ontvangt daarnaast een oorkonde en een beeldje van Kikker, Velthuijs’ bekendste verhaalfiguur. Een niet mis te verstaan eerbetoon, het komt haar toe.
Zo te zien aan de foto op de site van het Literatuurmuseum is ze wat grijzer geworden sinds ik haar voor het laatst zag... maar op de foto's in de Volkskrant en NRC van 1 juli dit jaar oogt ze nog heel kwiek.

Eerder ging de prijs naar Mance Post (2007), Thé Tjong-Khing (2010), Wim Hofman (2013), Dick Bruna (2016), Sylvia Weve (2019) en Philip Hopman (2022).
 
Illustratie van Annemarie van Haeringen in Knappe Gans van Rindert Kromhout.

De prijs wordt in november uitgereikt.

zaterdag 2 augustus 2025

Bibiana

Een persbericht van IBBY Nederland:
 
Van 3 oktober 2025 t/m 13 januari 2026 vindt de 30ste editie van de Biennial of Illustrations Bratislava (BIB) plaats. Deze gerenommeerde internationale tentoonstelling voor kinderboekenillustraties wordt georganiseerd door BIBIANA, het Internationale Huis voor Kunst voor Kinderen in Bratislava, Slowakije. 

Na aanvankelijke twijfel over de integriteit en de onafhankelijkheid van BIBIANA van de Slowaakse regering, heeft IBBY-Nederland ervoor gekozen dit jaar opnieuw de Nederlandse inzendingen te verzorgen. We gunnen de illustratoren dit grote internationale podium en de Slowaakse kinderen een venster naar de wereld door de ogen van illustratoren uit verschillende landen. 

De selectiecommissie bestond dit jaar uit Carolien Bokdam (Bibliotheek Utrecht), Jiska de Ligt (Utrechtse Kinderboekwinkel), Ellen Vesters (Venster Academie voor illustratie) en Martine Schaap (bestuurslid IBBY). 
 
Interessant. De twijfel is dus kennelijk gebleven. 
De 30e editie? 
BIB bestaat vanaf 1967, toen de Japanse illustrator Yasuo Segawa de Grand Prix werd toegekend. Dušan Roll (zie ook hier) was jarenlang de voortrekker van deze biënnale en wist biënnale en hemzelf moeiteloos het niet-communistische tijdperk in te krijgen.
 
De geselecteerde illustratoren:
 
Els van Egeraat - Mohammed (geschreven door Petra van Helden, Ploegsma, 2024)
 
Djenné Fila - De Wonderverteller (geschreven door Lida Dijkstra,  Luitingh-Sijthoff, 2024)
 
Yoko Heiligers - De lijst van Violet Sopjes (geschreven door David Vlietstra, Gottmer, 2024)

Philip Hopman - Boer Boris en de Dino (geschreven door Ted van Lieshout, Gottmer, 2024)
 
Merlijne Marell - Metamorfose: over uitsluipers, ontpoppers,
openklappers en andere veranderlijke dieren 
(geschreven door Geert-Jan Roebers, Lannoo, 2024) 
 
Tineke Meirink - Wij zijn even naar de verte (geschreven door Erik van Os, Querido, 2024)  
 
Sophie Pluim - Maria's kerstverhaal (geschreven door Mathilde Stein, Lemniscaat, 2024) 

Paco Vink - Wij zijn de nacht (geschreven door Matthijs Meeuwsen, Querido, 2024)
 
Magnus Weightman - Het Park (Gottmer, 2024)
 
Barbara de Wolf - Als grote hond huilt (geschreven door Tamara Bos, Gottmer, 2025)