Als ik een weekje van huis ga, neem ik leesgoed mee. Dat koop ik niet opnieuw, ik ga voor mijn boeken staan en kies. Het moet weinig wegen en niet te snel uit zijn. Geen dikke boeken, want die wegen teveel. Geen lichtvoetige Nederlandstalige teksten, want die zijn te snel uit.
Het moeten woorden zijn die uitnodigen tot herlezen, herkauwen. Poëzie kan heel goed. Maar op het moment dat ik voor mijn boekenkast sta, ligt daar doorgaans juist geen poëzie op me te wachten.
Franstalig heeft de voorkeur als ik naar een Franstalig gebied ga, Duits-, Spaans- en Engelstalig idem dito mutatis mutandis, en Engelstalig heeft naast Nederlandstalig bovendien de voorkeur voor landen waarin talen worden gesproken die ik niet ken.
Doorgaans. Er zijn uitzonderingen.
Ik ben op pas geweest met Deaths and entrances van Dylan Thomas. Poëzie, inderdaad, en niet de makkelijkste. (Under milk wood van Thomas heb ik nu al zo vaak meegenomen dat ik die te snel uit heb. Blijft wel in mijn toptien.)
Als ik per auto ga, is het gewicht iets minder van belang.
Afgelopen tijd waren we twee weken in Frankrijk.
We begonnen, na een nacht en dag Parijs, met vijf dagen lopen in de Cantal. Rugzakje op, van hôtel naar gîte, eind vijfde dag terug bij de auto. Ik had twee vederlichte boekjes mee: Eros and civilisation van Herbert Mercuse, de laatste twintig jaar tot en met heden ongelezen, en Dubliners, verhalen van James Joyce.
Wat kan die vertellen! Althans, formeel moet ik natuurlijk onderscheiden tussen de auteur en de verteller, en veel verhalen hebben dan ook nog een vertellende hoofdpersoon.
Sommige verhalen, zoals 'Eveline', zijn echt juweeltjes. Het zijn van die verhalen die je herleest om er achter te komen wat & hoe. Om eerste zinnen te herlezen en tot je door te laten dringen. Wat krijg ik hierin te horen, hoe werkt dat. En dan de tweede en derde zin.
'Evelyne' als voorbeeld:
' She sat at the window watching the evening invade the avenue. Her head was leaned against the window curtains and in her nostrils was the odour of dusty cretonne. She was tired. '
Avond, stof, moe. Maar hoe. Lees en herlees.
De volgende alinea.
' Few people passed. The man out of the last house passed on his way home; she heard his footsteps clacking along the concrete pavement and afterwards crunching on the cinder path before the new red houses. One time there used to be a field there in which they used to play every evening with other people's children. Then a man from Belfast bought the field and built houses in it -- not like their little brown houses but bright brick houses with shining roofs. The children of the avenue used to play together in that field -- the Devines, the Waters, the Dunns, little Keogh the cripple, she and her brothers and sisters. Ernest, however, never played: he was too grown up. Her father used often to hunt them in out of the field with his blackthorn stick; but usually little Keogh used to keep nix and call out when he saw her father coming. Still they seemed to have been rather happy then. Her father was not so bad then; and besides, her mother was alive. That was a long time ago; she and her brothers and sisters were all grown up; her mother was dead. Tizzie Dunn was dead, too, and the Waters had gone back to England. Everything changes. Now she was going to go away like the others, to leave her home. '
Een wereld in woorden, wat u zegt. En let op die laatste zin, 'Now she was going to go away like the others, to leave her home'.
En ook de laatste alinea nog eens herlezen. Waarom juist zo eindigen en niet anders. De ene keer vind ik dat moeilijker te doorgronden dan de andere. In 'Eveline' is het niet moeilijk, daar komt het drama samen in die ene laatste zin.
' He rushed beyond the barrier and called to her to follow. He was shouted at to go on but he still called to her. She set her white face to him, passive, like a helpless animal. Her eyes gave him no sign of love or farewell or recognition. '
Ze zit klem.
Enkele verhalen vond ik te lang. Ik wil nog eens kijken waaraan dat ligt.
Na Dubliners, en na de rugzakwandeling, las ik Onverwacht inzicht. Had mijn liefje meegenomen.
Marcuse? Misschien neem ik die een volgende keer weer mee. Of niet.
James Joyce. Dubliners. 1914. Gelezen in een hopelijk legale Russische (!) editie, met voetnoten in het Russisch, dus niet het boven afgebeelde boek. De tekst is correct. Zie ook Dubliners in het Gutenberg-project.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten