Je gaat als auteur, vertaler of illustrator naar de Drielandenconferentie om andere auteurs, vertalers en illustratoren te spreken. Die indruk kreeg ik sterk tijdens de meest recente Drielandenconferentie, gehouden in Antwerpen, 24 t/m 26 februari.
Het programma, rond het thema kindbeeld in jeugdliteratuur, het motto Kinderboekenkinderen - Kinderbücherkinder en gevat in lezingen en panelgesprekken, was hier niet helemaal op toegesneden.
Ik hoorde dan ook her en der kritische geluiden. 'Ze' hadden beter kringgesprekken kunnen organiseren, met meer kans voor iedereen om deel te nemen, en een ander thema kunnen nemen. En 'ze' hadden beter Engels als voertaal kunnen nemen, dat scheelde het vertragende vertalen Nederlands-Duits en vice versa.
'Ze', dat waren de IBBY-secties van Vlaanderen en Nederland, en de Friedrich Bödecker Kreis. Met name Stichting Lezen (.be; tevens Vlaamse IBBY-sectie) had zich zeer voor deze 9e editie van de Drielandenconferentie ingezet. Er was (vond ik) een dijk van een programma, inclusief auteurslezingen op scholen, een ontvangst in het sjieke stadhuis van Antwerpen, een gezamenlijk diner, een mooie voordracht door Bart Moeyaert (in het Engels, hij wel!) en op zaterdag een afsluitende lunch.
Men had zijn best gedaan om fondsen te werven, zodat de prijs (€ 130,-) naar mijn idee relatief laag was, vijf euro lager bijvoorbeeld dan wat men geacht wordt te betalen voor komende Lezen Centraal.
Belangrijk, want niet iedere auteur of illustrator heeft een bestseller op zijn of haar naam, die haar of hem een riant inkomen verschaft en declareren bij een organisatie zit er meestal ook niet in.
Gelukkig voor 'ze' hoorde ik ook tevreden geluiden.
En ik was zelf ook tevreden.
Ja, er valt altijd wel iets aan te merken, natuurlijk. Niet alle wetenschappers zijn begenadigde sprekers, dus er zaten (voor)lezingen bij (zoals die van Jens Thiele) die ik liever gewoon gelezen had. De levendige vaart waarmee Bas Maliepaard in een kwartier een state of the art gaf van de Nederlandse jeugdliteratuur, keerde helaas niet terug in de states over de Friese (!), Vlaamse en Duitse jeugdliteratuur. (Per ongeluk heette dat in het programma 'trends en tendensen in vier taalgebieden'. Ik ben zo vrij te menen dat Vlaanderen en Nederland tot hetzelfde taalgebied horen, ondanks verschillen in tongval en idioom.) Met het thema werd niet overal iets gedaan waar dat wel had gekund - mogelijk doordat illustratoren en auteurs inderdaad niet zulke sterke theoretici zijn op dat gebied. Er had soms wel een extra raampje open gemogen in de overigens mooie zaal.
Maar er waren ook hoogtepunten (zoals de bijdrage van Marita de Sterck en de al genoemde voordracht van Bart Moeyaert) en levendige debatten, en er was voldoende tijd voor informele gesprekken. Zulke ontmoetingen zijn een essentieel onderdeel van conferenties.
Ik gun auteurs, vertalers en illustratoren van harte gelegenheden om met elkaar van gedachten te wisselen en kan me voorstellen dat het programma voor een komende (10e!) drielandenconferentie iets meer op hun stiel is gericht. Niettemin is een conferentie die alleen bestaat uit een onderonsje voor een trouw groepje wat mij betreft niet interessant en ik zou juist adviseren de volgende keer opnieuw een programma te bieden dat in principe voor een bredere groep geschikt is en er dan meer reclame voor te maken dan nu.
Overigens neem ik aan, maar dat heb ik nog niet gecontroleerd, dat enkele bijdragen later in Literatuur zonder leeftijd of in Leesgoed terecht komen.
Nog wat plaatjes:
Boven in dit fraaie gebouw, Hof van Liere, van de Universiteit van Antwerpen was het onthaal.
Van links naar rechts: vertaler Marianne Holberg, Benny Lindelauf, Els Beerten en Helma van Lierop-Debrauwer.
Van links naar rechts: Ingrid Godon, Susanne Rotraut Berner, Charlotte Dematons en Vanessa Joosen.
Bart Moeyaert voor zijn lezing over schrijversschap...
... met inleidend citaat:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten