Zoeken in deze blog

vrijdag 8 november 2013

Poëzie geen literatuur?

Waarachtig wel: poëzie is de kern van alle woordkunst. Een grootmeesteres in poëzie en poëtische verhalen won onlangs nog een mooie prijs (de AKO Literatuurprijs): 'zzp-erJoke van Leeuwen.
Daarom kan ik mij voorstellen dat Hans Hagen zich verbaasde toen hij meende waar te nemen dat poëzie niet meetelde voor De Jonge Jury. Hij uitte zijn verbazing in een stukje op zijn website, eerst in juni 2013, later nog eens d.d. 29-10-2013. Ik citeer:
' Op de site van de Jonge Jury staat: “Voor de Jonge Jury 2014 kan je stemmen op alle jeugdboeken die in 2012 zijn verschenen.” Maar dat “alle” klopt niet. Poëziebundels zijn niet opgenomen in de lijst, en daar kan dus niet op worden gestemd. Niet interessant genoeg voor jongeren volgens de organisatie. Of zouden poëziebundels geen boeken zijn?

De organisatie van de Jonge Jury is al jaren in handen van Passionate Bulkboek. Deze week hoorde ik dat deze organisatie een deel van de boeken voor 12-15 “in principe” uitsluit van deelname. Op de groslijst is geen plaats voor jeugdpoëzie en informatieve boeken. De Jonge Jury vraagt deze genres doelbewust niet aan bij uitgevers. Ik vind dat een discutabele gang van zaken bij een landelijk leesbevorderingsproject.

Een fragment uit de brief aan de uitgeverijen: “Ten behoeve van de Jonge Jury 2014, de gezamenlijke promotie, de selectie van kerntitels, thematips en verder lezen-tips stellen wij een groslijst samen met alle vertaalde en oorspronkelijk Nederlandstalige jeugdboeken die voor het eerst zijn uitgekomen in 2012, geschikt voor de leeftijd van 12 t/m 15 jaar. Het gaat in principe om jeugdboeken met NUR-code 283, 284 en 285…” De organisatie heeft de NUR-codes in de brief onderstreept. Poëzie en informatieve boeken vallen dus buiten deze leesbevorderingsboot. Ze komen niet op de groslijst terecht en dus zeker niet op de lijst met kerntitels: twintig boeken die extra in het zonnetje worden gezet. '

Hij kreeg reacties (zie o.a. een greep daaruit in Tzum), er werd gepraat, aanvankelijk leek het er op dat Passionate Bulkboek en opdrachtgever Stichting Lezen poëzie en non-fictie alsnog tot de literatuur zouden toelaten, daarna toch weer niet, toen toch weer wel, zie onder.

En passant ontdekte Hans Hagen dit:
Waarschijnlijk hangt het ‘uitstel’ van beslissen samen met het feit dat de Jonge Jury een andere opzet krijgt. In de huidige vorm is het project niet levensvatbaar, er doen steeds minder jongeren mee, vooral van het vmbo, en daarom wordt er in de toekomst samengewerkt met een commerciële partij, uitgeverij Thieme.
De lessen bij de kerntitels sluiten straks nauw aan bij een nieuwe taalmethode van Thieme, zodat ze deel uitmaken van het curriculum. Doel is dat meer docenten de lessen opnemen in hun lespraktijk, dat het Jonge Jury-materiaal niet meer als aanvullend-dus-overbodig-en-lastig wordt gezien en om die reden terzijde wordt geschoven. “Als u lesbrief X van de Jonge Jury gebruikt, kunt u les Y uit de taalmethode overslaan, en het past binnen de kerndoelen.” Zoiets wordt het. Handig voor de docenten. Het aantal deelnemers aan de Jonge Jury kan erdoor stijgen.
Maar: bestaat er op deze manier niet het gevaar dat de opzet van de taalmethode de keuze van de kerntitels bij de Jonge Jury gaat bepalen? Passen poëzie en non-fictie daar wel in? En wie bepaalt dat? De Stichting Lezen, Passionate Bulkboek of uitgeverij Thieme?
Een ander probleem zou de inhoud van de boeken kunnen zijn. Ik heb zelf aan een taalmethode voor het basisonderwijs meegewerkt en in die methode waren sprookjesfiguren, duivels, geesten en vloeken ten strengste verboden. Want: voor christelijke scholen kunnen dergelijke zaken een reden zijn om de methode links te laten liggen en er moeten zoveel mogelijk schoolboeken over de toonbank gaan.
Bij Jonge Jury-boeken komen er nog een aantal taboe-onderwerpen bij: boeken met seks & drugs & rock&roll, met abortus, homoseksualiteit, reïncarnatie en noem maar op? Een uitgever die in de eerste plaats lesmethodes wil verkopen is misschien helemaal niet blij met verwijzingen naar boeken waarin deze zaken worden beschreven. Krijgt Thieme invloed op de keuze van de kerntitel-boeken die voor de lessen worden verkozen? Hoe wordt uitgesloten dat het verkoop-belang van de taalmethode meespeelt?
Kortom:
• Ik hoop dat de Jonge Jury alle genres aan bod laat komen, proza, poëzie en informatieve boeken, ongeacht de inhoud.
• Een commerciële partij is misschien nodig om de Jonge Jury te laten voortbestaan, maar elke inhoudelijke invloed vanuit die hoek moet voorkomen worden.  '

Met opzet (en instemming!) heb ik ook Hans Hagens commentaar geciteerd. Je kan er nog over twisten of non-fictie woordkunst (dus literatuur) is. maar poëzie is het onbetwist. Overigens, dat van die samenwerking met Thieme was al te vinden op de website van de methode Op niveau (Thieme Meulenhoff), zie hier. Geen echt nieuws dus.

Wat staat er op de site van De Jonge Jury?
Ben je tussen de 12 en 16 jaar lees dan tussen half augustus en eind februari mee en breng daarna je stem uit op jouw favoriete boek. Lees alles waar je zin in hebt, maar vooral ook zoveel mogelijk. Let er wel op dat je boeken uit 2012 leest. Omdat de lijst met boeken heel lang is, heeft een speciale jury alvast twintig titels uitgekozen. Die boeken noemen we de kerntitels. Let op, want voor de Prijs van de Jonge Jury 2014 kun je dus niet alleen stemmen op die twintig kerntitels, maar op alle boeken voor twaalf jaar en ouder die in 2012 zijn uitgekomen!  ' (Link DJJ)

Strikt genomen doet poëzie dus wel mee. Bovendien staat op de website De Jonge Jury onder 'uitgevers' (sinds kort?):
'Voor de Prijs van de Jonge Jury komen alle boeken in aanmerking die het jaar ervoor verschenen zijn. Uitgevers worden verzocht alle vertaalde en oorspronkelijk Nederlandstalige jeugdboeken en dichtbundels die voor het eerst zijn uitgekomen in het betreffende jaar en geschikt zijn voor de leeftijd van 12-16 jaar (NUR-codes 283, 284, 285, 292 en 293) in te sturen voor de Jonge Jury.'
Poëzie voor 12+ valt onder de NUR-codes 292 en 293. Nonfictie en strips (!) vallen er nog steeds buiten. Niks 'alle boeken' dus.

Die kerntitels zijn allemaal verhalen, of romans zo je wil. Geen poëzie, laat staan songteksten, geen non-fictie.
Bovendien staat er op de site een 'groslijst' met als aankondiging 'alle boeken waarop gestemd kan worden voor de Jonge Jury'.
Ik betwijfel zeer of dat alle in 2012 verschenen boeken voor 12-16 jaar zijn. Ik heb er enig begrip voor dat je mensen van 12+ niet bejegent als literatuurexperts (hoewel, zouden ze snappen wat met referentieniveau wordt bedoeld?), de indeling in 'genres' als fantasie, real life, spanning & avontuur, meiden, sciencefiction, liefde, thriller en oorlog laat ik ook maar voor wat-ie is (diep door de knieën, heel diep), maar je moet niet onjuist voorlichten. Die 'groslijst' is óf een verkapte tweede kernlijst óf hij klopt niet. Of het is een lijst van alle door uitgevers ingestuurde titels - maar ook dan klopt de lijst volgens mij niet met de bewering dat alle in 2012 verschenen boeken die 'geschikt zijn voor de leeftijd van 12-16 jaar' in aanmerking komen voor bekroning. Voor alle duidelijkheid: het stemformulier laat geen ruimte voor keuze van een andere titel dan die in de groslijst.

Over het werken met poëzie in het voortgezet onderwijs vond ik nog een mooie presentatie (in Powerpoint) van Didy Pijpker & Kim Weeber. Iets voor de organisatoren van De Jonge Jury?

Ik eindig met een citaat uit dat beroemde 'rapport van Meijerink', Over de drempels met taal, inderdaad, dat van die referentieniveaus:

Gedurende de onderzoeksperiode is op de onderzoeksscholen de literaire ontwikkeling van een cohort havo­- en vwo­leerlingen gevolgd. In deze periode steeg het percentage leerlingen met een positieve attitude voor literatuur van 63% naar 87%. Het daadwerkelijke beginniveau in havo en vwo 4 bleek echter lager te zijn dan de docenten hadden verwacht: 43% begon onder het verwachte startniveau (niveau 2). 
Dat betekent dat deze leerlingen op dat moment nog niet toe zijn aan het lezen en verwerken van zeer eenvoudige literatuur. 
Een verklaring voor het lage niveau bij de start is dat een richtniveau voor havo 3 en vwo 3 ontbreekt. Er worden in de onderbouw geen kwantitatieve en kwalitatieve eisen gesteld. 
Bovendien blijken docenten Nederlands in het voortgezet onderwijs niet goed in staat te zijn om de overgang van jeugdliteratuur naar volwassenenliteratuur te begeleiden omdat deze kennis bij hen ontbreekt. Dikwijls zijn ze ook niet goed op de hoogte van jeugdliteratuur zodat ze evenmin de leerlingen in het begin van de onderbouw goed kunnen adviseren (Van Lierop­Debrauwer & Bastiaansen­Harks, 2005; Bos, 2006). '
Waarvan akte, het vet is van mij.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten