Mijn allereerste herinnering is die aan een bedstee in een boerderij. Mijn ouders kwamen me ophalen.
Daaraan verbonden is een vage herinnering aan de zandweg aan het eind van de Hezerweg, die ik steppend insloeg. Nou ja, vaag: ik zie nog duidelijk een zandweg voor me, na de laatste huizen aan de Hezerweg, links, en rechts de Hazeloop, de laatste straat van het 'Oostenrijkse dorp'. Ik zie zelfs de struiken en bomen nog voor me. Zelfs een soort gevoel: ik ging het avontuur tegemoet. Zoiets.
Kloppen deze herinneringen? Wat heb ik eraan toegevoegd?
In ieder geval, denk ik, de omgeving. Ik herinner me de Hezerweg zoals die er toen uitzag - het moet ongeveer 1951 zijn geweest. En onze buurt, het 'Oostenrijkse dorp', in Stratum, het zuiden van Eindhoven. Die herinneringen zijn bovendien versterkt door foto's en latere bezoeken.
Waar de zandweg begon, begint inmiddels links een nieuwe woonwijk en de Heezerweg gaat geasfalteerd door in een bos.
Dat ik met step en al ben verdwaald heeft mijn moeder later bevestigd. Van een bedstee wist ze niets. De step kon ook een fietsje zijn, volgens haar.
Volgens mij was het een step. Logisch is dat niet, op een fietsje kom je verder.
Omdat deze herinnering zo permanent lijkt te zijn, vraag ik wel af in hoeverre ik hem later heb verstevigd of veranderd. Die bedstee, bijvoorbeeld, die zie ik voor me alsof ik er tegenaan kijk. Dat kan niet - ik lag erin. Of niet? Heb ik die bedstee erbij gesleept uit een prentje? Ik weet het niet.
Onze buurt weet ik me goed voor de geest te halen. Maar dat is geen wonder, want ik woonde er tot ik achttien was. Locaties roepen herinneringen op. Bijvoorbeeld het snoepwinkeltje in de Kangoeroestraat (die naam moest ik even opzoeken), dat o.a. zwartwitpoeder verkocht. Lag aan de route naar school. En de speeltuin aan de Hezerweg, met een houten gebouw bij de ingang aan de kruising met de Floralaan. Heb ik er ooit gespeeld? Daarvan herinner ik me niets meer.
Wel weet ik dat bij bezoeken achteraf zowel ouderlijk huis als straat veel kleiner c.q. smaller bleken dan ik me herinner. Met het huis viel me dat het eerst op toen ik, nu alweer decennia geleden, eens aanbelde en vroeg of ik het mocht zien. Heel herkenbaar, maar zoveel kleiner!
Ik zie nog mijn blote moeder bovenaan een heel hoge trap. De trap bleek bij nader beschouwen veel minder hoog. Alle kamers waren ook veel kleiner dan ik me herinner.
De straat was ook breder, vroeger. Het zijn nu heel smalle straten.
In het laatste jaar dat mijn moeder nog leefde, 2010, ben ik met haar nog eens (o.a.) door die straat gereden en we stopten voor waar ons huis was. Het was afgebroken, een leeg veld lag voor ons. Hoe symbolisch... (Later is er een nieuw huis gekomen.)
Aanleiding tot het noteren van mijn herinneringen is de verschijning van het boek Als mijn geheugen me niet bedriegt van Douwe Draaisma. Ik heb het nog niet gelezen en daarmee heb ik geen haast, want de teneur is me uit de besprekingen al duidelijk geworden.
Alleen al dat prachtcitaat van Marten Toonder: ‘…omdat iets wat in de jeugd gebeurd is, dikwijls het gevolg is van een voorval op oudere leeftijd.’
Zo'n idee had ik al.
Daarom ga ik vanaf nu te hooi en te gras mijn herinneringen opschrijven en daarbij vooral letten op wat volgens mij 'het gevolg is van een voorval op oudere leeftijd'. Zo'n voorval hoeft niet spectaculair te zijn, kan variëren van het doorbladeren van een foto-album en een tochtje op lokatie tot een muziekstuk of een geluid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten