Maar nee, laat ik dat niet doen.
Het kostte Harmen van Straaten zeer waarschijnlijk meer dan een halve dag om Je bent super... Jan te schrijven en te tekenen. En hij toont zich een talentvolle illustrator, vooral bedreven in het karikaturale genre.
Hij kan ook nog eens vlot schrijven. En ik denk dat heel wat acht- tot tienjarigen zijn verhaal best grappig vinden, zeker als ze ook de voorgaande delen over Super-Jan hebben gelezen.
Die hebben immers geen last van mijn ballast: zo'n zestig jaar kinderboeken lezen. Beginnen met een heel andere verwachting te lezen. Slikken alle gemakkelijke onwaarschijnlijkheden, herkennen geen cliché's, geen betere voorbeelden (Dahl), zijn tevreden met een onvervalst happy end en leven lekker mee met de slapstick, mede dankzij voortreffelijke illustraties. Ze hebben helemaal geen last van het idee dat dit allemaal uit een soort kinderboekenschrijfmachine is voortgekomen. (En wat dan nog...)
Die kinderboekenschrijfmachine is een grote pot, met twee armen. In die pot stop je wat ingrediënten en voorschriften.
Voorschriften: bijvoorbeeld korte hoofdstukjes met titels bestaande uit een of twee woorden. Reportagestijl, onbekende verteller doet life verslag vanuit het perspectief van de hoofdpersoon. Het moet goed aflopen.
Ingrediënten: bijvoorbeeld een jonge hoofdpersoon die véél kan, wat leeftijdgenoten, wat volwassenen in soorten en maten, waaronder nogal wat extra karikaturale types, een ongeluk, een complot, wat los uit de pols geschudde goed van pas komende magie en zo nog wat ingrediënten die in ruime voorraad zijn in het kinderboekenrepertoire, zo van de plank te pakken, hoeft niet veel tijd te kosten.
Zet de pot aan. Het kan even duren, maar dan komen de armen in beweging en maken keurig een reeks woorden, met gelegenheid om illustraties tussen te voegen. Even nakijken, klaar is kees. Zo kun je in korte tijd tientallen verhalen produceren. Handig!
Zo krijg je echt heel acceptabele kinderboeken. Doen een beetje dertien-in-een-dozijn aan, maar zijn wel verkoopbaar en bieden veel kinderen vermaak.
Voor de wat meer bijzondere verhalen en poëzie voldoet de machine niet, dan heb je specialere mensenkoppen nodig.
Maar dan hebben we het over ander werk dan Ik ben super... Jan. Waarbij zij opgemerkt dat de illustraties in dit verhaal echt goed zijn. Mensenwerk. Misschien geen originele stijl (zie bijvoorbeeld Quentin Blake, de illustratie onderaan deze recensie is van hem), maar degelijk karikaturaal ambachtswerk. En dat toont Harmen van Straaten ook in zijn andere boeken. Tekenen kan-ie.
O.k., laat ik toch even de inhoud heel kort samenvatten. Jans vader en moeder zijn met de buren, meneer en mevrouw Stromboli, een zeetocht aan het maken. Ze lijden schipbreuk en worden onvindbaar - dat ze nog leven deelt de verteller ons middels korte intermezzo's over hun wedervaren mee. Jan moet naar een gesticht, waar akelige types de scpeter zwaaien en ook nog enkele zeer vervelende jongens wonen. In de buurt worden veel diefstallen gepleegd. Jan ontdekt snel dat er 's nachts in het gesticht iets gebeurt dat het daglicht niet kan velen en al snel blijkt de gestichtsleiding ermee van doen te hebben, evenals een van de vervelende jongens. Jan verzint een list en maakt daarbij gebruik van zijn drie magische gaven: supersterk worden en kunnen vliegen als iemand om hulp roept, en met dieren kunnen praten. De bende wordt opgerold en als slagroom op de taart keren ook nog zijn ouders en de buren terug.
Zie hier voor de lesbrief (jawel!), hier voor een recensie van Jaap Friso (Jaap leest), hier een van Geraldine Chantal Hameetman (ChantalH's Walhalla der boeken) en hier een van Susan Venings (Kinderboekenpraatjes).
Straaten, Harmen van. Je bent super... Jan! CPNB, 2013. ISBN 978 90 5988 210 1. Uitgegeven ter gelegenheid van de Kinderboekenweek 2013. Tot en met 13 oktober 2013 gratis bij aankoop van minstens € 10,- aan kinderboeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten