Op 24 juni maakte de CPNB bekend welke titels er met Zilveren Griffels, Penselen en bijbehorende Vlag-en_Wimpels werden bekroond, zie hier. Er hoorde ook een juryrapport bij, dat is online te lezen (en ook te downloaden).
Over die vlaggen en wimpels:
'de Vlag en Wimpels ziet de jury niet als troost- of aanmoedigingsprijs, maar als een onderscheiding voor een boek dat het net niet tot een Griffel bracht.' Waarmee ze natuurlijk toch een soort troostprijs worden, want 'net niet'.
De jury bestond uit Aad Meinderts (voorzitter), Martijn Blijleven, Marjon Kok, Adry Prade en Nathalie Scheffer. In het voorwoord van het rapport herken ik de hand van de voorzitter en grappig is hoe hij preludeert op mogelijk 'gekrakeel' rond de toekenningen:
'De uiteindelijke keuze van de jury is altijd onderwerp van discussie, wat slechts pleit voor de grote betrokkenheid van alles en iedereen die zich met jeugdliteratuur bezighoudt.
Die grote betrokkenheid en dus het gekrakeel volgend op de bekendmaking is van alle tijden. In haar stuk ‘Eenvoudig is niet hetzelfde als simpel’, dat opgenomen werd in Het literaire klimaat 1970-1985 (1986) schreef Aukje Holtrop dertig jaar geleden al: ‘Een grappig bijverschijnsel van het griffelgedoe is de bijna elk jaar terugkerende vraag of de Griffels wel aan de goede boeken worden toegekend. Is het allemaal niet te commercieel? Heeft de jury wel rekening gehouden met de smaak van iedereen?’
De jury ziet met grote belangstelling dergelijke vragen op zich af komen: leve een levendige jeugdliteratuur!'
En de jury dekt zich alvast in:
'De jury benadrukt dat zij niet pretendeert de wijsheid in pacht te hebben, hoewel zij haar taak serieus en zonder gekte heeft opgevat.'
Die gekte, dat slaat dan alvast op wat vooraf werd opgemerkt:
'Opvallend vindt de jury het relatief grote aantal uitgaven waarvoor de beeldende kunst inspiratie heeft geleverd en die soms in samenwerking met musea gerealiseerd werden.
Boven alles, en dat moet gevierd, is de gekte terug in de jeugdliteratuur. Het hoeft allemaal niet zo serieus of realistisch: ook met een flinke dosis humor of met een grote portie raadselachtigheid kunnen boeken met diepgang geschreven worden.' Waarvan akte.
En in het algemeen over het aanbod schrijft de jury:
'De Griffeljury kan in vijf categorieën vijf titels voor bekroning voordragen: twee Griffels en drie Vlag en Wimpels.
Maximaal kunnen dus 25 boeken bekroond worden. De jury, die in totaal 154 boeken las, kwam echter dit jaar niet verder dan 16 kandidaten.
Ook dit jaar bleek de oogst in de categorie Poëzie gering (slechts één titel kwam in aanmerking), simpelweg omdat er in 2014 opnieuw weinig titels verschenen. Spijtig. Bij de categorie Informatief kon nog een redelijk aantal boeken gevonden worden door het genre ruimhartig te interpreteren.
Bij 9+ moest de jury – om het in goed Nederlands te zeggen – haar darlings killen; de kwaliteit van 6+ was – buiten de voorgedragen titels – niet overweldigend.'
Die ene titel poëzie betrof Doodgewoon van Bette Westera (Gottmer).
Bij elkaar dus eigenlijk een magere oogst!
Verschenen er in 2014 echt maar 154 nieuwe kinderboeken?
Volgens de kerncijfers van de KVB werden er in 2014 zo'n 37 miljoen 'algemene boeken' verkocht en daarvan zijn zeker 15 % kinderboeken (zie hier), ofwel zo'n 5,5 miljoen. Daarvan is het grootste deel natuurlijk niet in 2014 verschenen en aangezien ik geen toegang (meer) heb tot de cijfers van Stichting Marktonderzoek Boekenvak moet ik maar wat gokken.
Richard Thiel bood op Kjoek een selectie (!) van ruim 200 in 2013 verschenen titels. Boekenjeugd.nl (ook een selectie!) geeft bij zoeken op 2014 337 treffers, bij 2013 356 en bij 2012 543. Die laatste getallen suggereren dat het aantal nieuwe kinderboektitels per jaar daalt, maar het kan natuurlijk ook zijn dat de redactie strenger selecteert.
Ik gok er echter op dat er in 2014 toch minstens het dubbel zoveel titels jeugdliteratuur zijn verschenen als de jury heeft gelezen.
Sommige uitgeverijen zullen geen titels hebben ingestuurd omdat men dacht: leidt toch niet tot bekroning, zonde van het geld. (Want ja, titels insturen kost geld.) Vaak een juiste inschatting. (En waar de jury een juweeltje ontwaart dat niet is ingestuurd, zal er heus wel een seintje naar die uitgever gaan.) Er is in ieder geval één jurylid van wie ik aanneem dat ze als kinderboekverkoper een goed zicht heeft op wat verschijnt.
De conclusie luidt dus: inderdaad, tenzij de jury merkwaardige criteria hanteerde en allerlei moois links liet liggen (wat ik niet aanneem) is het een schrale oogst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten