Het was aan Frits Booij om de zwanenzang te houden, vrijdag 8 november in Amsterdam. In de centrale vestiging van de OBA vond de laatste studiedag plaats van de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur (SGKJ). Die Stichting heeft besloten zich op te heffen, bij gebrek aan nieuwe bestuursleden met 'een relevant netwerk en inhoudelijke expertise waaruit geput kan worden bij de organisatie van studiedagen en excursies', zie ook hier. Na Booij's zwanenzang (met lichtbeelden, mooi oud woord) was er een borrel en dat was dat. De stichting werd opgericht in 1993 en zie verder hier. Of er werkelijk geen mensen meer rondlopen met 'een relevant netwerk en inhoudelijke expertise' zou ik niet durven beweren maar kennelijk had het bestuur geen zin om te gaan trekken en duwen, en ja, de zaal zag er qua hoofdhaar zeer grijs uit.
Lichtpuntjes voor wie zich graag bezighoudt met de geschiedenis van het kinderboek: de nieuwsbrief wordt voortgezet door Jeanette Kok en de website door Aernout Borms.
Deze laatste studiedag verliep verder behoorlijk goed. Er waren zo'n 80 begunstigers komen opdagen en het programma was onderhoudend.
Margreet van Wijk gaf een mooie presentatie van kinderboeken waarin Amsterdam een rol speelt. Marijke Troelstra (net met pensioen) gaf een geschiedenis van het jeugdbibliotheekwerk in Amsterdam en vergat niet te wijzen op het legendarische werk van Jannie Daane, die ook Jacques Vriens op zijn beurt noemde en roemde in zijn bijdrage, een ode aan Theo Thijssen - ook een Amsterdammer. En Dirk Tang belichtte de geschiedenis van de Amsterdamse uitgever J. Vlieger, die in de 19e eeuw zoveel prentenboeken produceerde. En ten slotte werd de laatste Hiëronymus van Alphen Prijs uitgereikt aan Karin Vingerhoeds, collectiespecialist oude kinderboeken van de Koninklijke Bibliotheek en een van de jongste aanwezigen.
NB. Het profiel van Amsterdam is van Nelly Bodenheim. Het aapje heet Bobo en is getekend door Marie Hildebrandt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten