Laatst kwam ik wel drie keer zijn schaduw tegen: de burger. Zo merkte journalist Maartje Bakker in de Volkskrant van 2 oktober op dat 'politie, rechtspraak, wetenschap en financiële instellingen aangaven dat ze het afnemende vertrouwen bij de burger als een probleem zien'.
Dus dienders, rechercheurs, advocaten, rechters, aanklagers, onderzoekers, bankbedienden en bankdirecteuren zijn geen burgers, leid ik hieruit af.
Journalist Jeroen Trommelen ziet in de Volkskrant van 5 oktober in het proces tegen Wilders 'een voorbeeld van de toegenomen macht die burgers opeisen in de rechtszaal'. Nu weet ik het zeker: advocaten, rechters en aanklagers zijn geen burgers.
Maartje Bakker heeft de burger ontmoet! Want 'vraag je het de burger, dan geeft hij aan dat hij de klimaatwetenschapper, de gezondheidswetenschapper die adviseert over baarmoederhalskankervaccins, en de politieagent op straat niet vertrouwt'. Onderzoekers zijn dus geen burgers en zij die het klimaat en baarmoederhalskanker bestuderen al helemaal niet. En de politieagent op straat evenmin. Thuis wel? Vast niet.
Behalve misschien als zij trouwt met een boer die niet meer wil boeren. Want zo'n type kiest (Volkskrant 30 september, p. 11) 'voor een burgerbestaan'. Boeren zijn dus ook al geen burgers maar kunnen wel kiezen voor een burgerbestaan, net als militairen, die zich, geloof ik, ook al niet als burger zien Wat is een burgerbestaan?
Help! Waar is de burger? Wie is de burger? Nee, even geen flauwe grappen over hamburgers en zo.
Misschien kom ik wel in aanmerking. Want ik ben geen diender, geen rechercheur, advocaat, rechter, aanklager, bankbediende of -directeur, geen soldaat en zeker geen boer. Ook praktiseer ik niet als wetenschapper. Maar ik ben er wel voor opgeleid en onderzoek graag. Oei, twijfel.
In de Middeleeuwen waren er slaven, lijfeigenen, poorters, boeren, monniken, priesters, edellieden en leden van de Blauwe Schuit. Als ik het etymologisch woordenboek mag geloven was burger een ander woord voor poorter, en poorters waren vrije bewoners van de stad.
Later werd er ook wel gesproken over boeren, burgers en buitenlui. Ook in die trits horen de burgers in de stad thuis en in woorden als citizen, citoyen, ciudadano en grazjdane (Russisch) hoor ik ook de stad klinken.
Aha. Burgers zijn dus stadsbewoners die niet werken bij politie, juristerij, leger, onderzoeksinstellingen en gezondheidszorg. Als ze de politiek ingaan raken ze ook hun burgerschap kwijt, want politici hebben het ook erg vaak over burgers op een wijze die suggereert dat ze daarmee niet zichzelf bedoelen.
Is de burger een deftige vertegenwoordiger van het volk?
Dat roept herinneringen in me op aan lesjes over de Franse revolutie. Noemden die revolutionairen hun landgenoten niet citoyens? De koning en andere edellieden telden, meen ik niet mee en dat kon ook niet, want die waren over de kling gejaagd. Toch een troebele bron: de revolutiemakers stelden, als ik het goed heb, in 1789 een stuk op over les Droits de l'Homme et du Citoyen. De rechten van de mens en de burger.
Het wordt steeds gekker: mensen en burgers als twee verschillende categorieën? Of waren sommige mensen meer mens dan anderen en daarom citoyen?
Hoe dan ook hadden niet alleen mensen maar ook burgers ineens rechten. Aangezien tegenwoordig iedereen voor de wet gelijk is, is dus ineens iedereen een burger.
Maar wat is dan merkwaardig dat met burger haast altijd iemand anders wordt bedoeld dan de spreker of schrijver. Zelden hoor je 'wij burgers...', nee, als regel duikt de burger in politieke teksten op als een wat griezelig beest, dat weliswaar rechten en plichten heeft (tegenwoordig steeds meer plichten), maar verder een beetje omzichtig behandeld en verzorgd dient te worden. Of gemanipuleerd.
Dat geldt ook voor het volk. Maar daarover (avanti popolo!) en over stammen een andere keer.
Ik blijf zoeken naar de burger en zal daarover berichten.
Dus dienders, rechercheurs, advocaten, rechters, aanklagers, onderzoekers, bankbedienden en bankdirecteuren zijn geen burgers, leid ik hieruit af.
Journalist Jeroen Trommelen ziet in de Volkskrant van 5 oktober in het proces tegen Wilders 'een voorbeeld van de toegenomen macht die burgers opeisen in de rechtszaal'. Nu weet ik het zeker: advocaten, rechters en aanklagers zijn geen burgers.
Maartje Bakker heeft de burger ontmoet! Want 'vraag je het de burger, dan geeft hij aan dat hij de klimaatwetenschapper, de gezondheidswetenschapper die adviseert over baarmoederhalskankervaccins, en de politieagent op straat niet vertrouwt'. Onderzoekers zijn dus geen burgers en zij die het klimaat en baarmoederhalskanker bestuderen al helemaal niet. En de politieagent op straat evenmin. Thuis wel? Vast niet.
Behalve misschien als zij trouwt met een boer die niet meer wil boeren. Want zo'n type kiest (Volkskrant 30 september, p. 11) 'voor een burgerbestaan'. Boeren zijn dus ook al geen burgers maar kunnen wel kiezen voor een burgerbestaan, net als militairen, die zich, geloof ik, ook al niet als burger zien Wat is een burgerbestaan?
Help! Waar is de burger? Wie is de burger? Nee, even geen flauwe grappen over hamburgers en zo.
Misschien kom ik wel in aanmerking. Want ik ben geen diender, geen rechercheur, advocaat, rechter, aanklager, bankbediende of -directeur, geen soldaat en zeker geen boer. Ook praktiseer ik niet als wetenschapper. Maar ik ben er wel voor opgeleid en onderzoek graag. Oei, twijfel.
In de Middeleeuwen waren er slaven, lijfeigenen, poorters, boeren, monniken, priesters, edellieden en leden van de Blauwe Schuit. Als ik het etymologisch woordenboek mag geloven was burger een ander woord voor poorter, en poorters waren vrije bewoners van de stad.
Later werd er ook wel gesproken over boeren, burgers en buitenlui. Ook in die trits horen de burgers in de stad thuis en in woorden als citizen, citoyen, ciudadano en grazjdane (Russisch) hoor ik ook de stad klinken.
Aha. Burgers zijn dus stadsbewoners die niet werken bij politie, juristerij, leger, onderzoeksinstellingen en gezondheidszorg. Als ze de politiek ingaan raken ze ook hun burgerschap kwijt, want politici hebben het ook erg vaak over burgers op een wijze die suggereert dat ze daarmee niet zichzelf bedoelen.
Is de burger een deftige vertegenwoordiger van het volk?
Dat roept herinneringen in me op aan lesjes over de Franse revolutie. Noemden die revolutionairen hun landgenoten niet citoyens? De koning en andere edellieden telden, meen ik niet mee en dat kon ook niet, want die waren over de kling gejaagd. Toch een troebele bron: de revolutiemakers stelden, als ik het goed heb, in 1789 een stuk op over les Droits de l'Homme et du Citoyen. De rechten van de mens en de burger.
Het wordt steeds gekker: mensen en burgers als twee verschillende categorieën? Of waren sommige mensen meer mens dan anderen en daarom citoyen?
Hoe dan ook hadden niet alleen mensen maar ook burgers ineens rechten. Aangezien tegenwoordig iedereen voor de wet gelijk is, is dus ineens iedereen een burger.
Maar wat is dan merkwaardig dat met burger haast altijd iemand anders wordt bedoeld dan de spreker of schrijver. Zelden hoor je 'wij burgers...', nee, als regel duikt de burger in politieke teksten op als een wat griezelig beest, dat weliswaar rechten en plichten heeft (tegenwoordig steeds meer plichten), maar verder een beetje omzichtig behandeld en verzorgd dient te worden. Of gemanipuleerd.
Dat geldt ook voor het volk. Maar daarover (avanti popolo!) en over stammen een andere keer.
Ik blijf zoeken naar de burger en zal daarover berichten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten