Had ik net dat regeltje geschreven over internet in voorgaand bericht ('Paulus'), krijg ik een telefoontje van een dierbare ex-redactiegenote.
Dat gaat over van alles en nog wat, maar ook over Adriaan Venema, die wat rancuneuze en zeer verbeten auteur over collaboratie en verzet, o.a. in zijn boek Schrijvers, uitgevers & hun collaboratie (1990).
Dat boek is kennelijk vrij van auteursrechten of er is dienaangaande iets geregeld, want het is in zijn geheel te vinden op DBNL, de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.
Ze wijst me op bijlage 6 van deel 3a, 'De kleine collaboratie', 'Opgave van de door de Ereraad voor Letterkunde opgelegde uitsluitingen', en dat daarin enige namen te vinden zijn van auteurs van jeugdliteratuur, waaronder auteurs die redelijk gewaardeerd werden als Cor Bruyn, D.A. Cramer-Schaap, Phiny Dick, W.G. van der Hulst, An Rutgers van der Loeff-Basenau, Kees Spierings en Piet Worm.
Ze vond dat wel een nieuwtje. Dat weet ik niet zo, want het gaat om een lijst uit 1990, maar we werden het snel samen eens over de vaststelling dat internet hier wel een bijzondere rol speelt. Wat anders een tamelijk onbekende lijst blijft, alleen te vinden in enkele gespecialiseerde bibliotheken, is nu voor iedereen met een internet-aansluiting toegankelijk.
Overigens was je in Venema's ogen al heel snel een collaborateur, begrijp ik, al heb ik zijn boek nooit gelezen en ga ik dat (ondanks DBNL) ook niet doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten