De Woutertje Pieterse Prijs, die op 9 maart voor de 26e keer werd uitgereikt (met Kristien Dieltiens met Kelderkind als winnaar, zie hier), is een opmerkelijke prijs.
Het doel van deze prijs is: 'het bevorderen van de kwaliteit van het Nederlandstalige kinder- en jeugdboek'. Laten we die tautologie even voor wat-ie is, dan valt vooral die kwaliteitsbevordering op. Er wordt slechts één criterium genoemd: 'De prijs is vernoemd naar het boek Woutertje Pieterse van Multatuli, omdat het, wat betreft taal en inhoud, de kwaliteit representeert waarnaar de Stichting Woutertje Pieterse Prijs streeft. De in aanmerking komende werken worden beoordeeld op zowel taal en inhoud als op illustraties en vormgeving.'
Opmerkelijk hieraan is allereerst dat Woutertje Pieterse oorspronkelijk geen sluitend verhaal, geen boek was, maar een reeks ideeën, en ten tweede dat die reeks ideeën niet speciaal voor kinderen werd geschreven, de ideeën staan her en der tussen de overige ideeën van Multatuli.
Zoals dit deel uit een prachtige, welbekende dialoog in Idee 391:
'- Juffrouw Laps, ik wenschte te weten wat gy zyt uit een dierlyk oogpunt.
- Daar bemoei ik me niet mee, zei juffrouw Laps, als iemand die op 't punt staat zich beleedigd te voelen.
- Ik ben 'n baker, zei vrouw Stotter, en daar blyf ik by.
- En ik ben de juffrouw van den koekbakker, riep de overbuurvrouw, met iets beslissends in haar toon, die gissen deed dat ze van plan was vasttehouden aan die meening.
- Goed, goed, juffrouw Mabbel, maar ik meen uit 'n dierlyk oogpunt...
- Als 't onfatsoenlyk wordt, ga 'k liever heen, zei juffrouw Laps.
- Ik ook, voegden de juffrouwen Krummel en Zipperman er by, want we komen voor ons plezier.
- Menschen, wees bedaard... 't staat in 'n boek - Stoffel, zeg 't maar - je zult 'r om lachen, juffrouw Mabbel, en 't mooiste is dat in 'n boek staat... je kunt er niets tegen zeggen - toe, Stoffel, zeg 't maar!
- Juffrouw Laps, zei Stoffel plechtig - en er was 'n gewichtig oogenblik aangebroken in 't avendje van juffrouw Pieterse - juffrouw Laps, je bent 'n zoogdier.'
Dat kan niet anders betekenen dan dat de oprichters van de prijs de jeugdliteratuur uitdrukkelijk willen zien als deel van de literatuur in het algemeen, in die zin dat jeugdliteratuur ook beoordeeld zou moeten worden zoals alle literatuur beoordeeld wordt.
Die stellingname is expliciet te vinden in het allereerste juryrapport, met Jan Blokker als voorzitter, in 1988:
' Kinderen, die nog weinig weten, dus op een benijdenswaardige manier onbevangen zijn, kunnen al lezend een paradijs van geheimzinnigheden betreden - aangenomen dat ze gezegend worden met boeken van schrijvers die dát weten: die de raadselachtige wereld kunnen oproepen waarin vallen geen pijn doet. Wat dat betreft moet er ook geen onderscheid gelden tussen kinderboeken en andere boeken: alle boeken maken, als ze goed zijn, gelijkelijk deel uit van wat we literatuur noemen.
Binnen de jury van de Libris Woutertje Pieterse Prijs waarvan ik de eer had voorzitter te mogen zijn, bestond over dat uitgangspunt geen verschil van mening. '
Tot die jury hoorden verder nog Bregje Boonstra, Kurt Löb en Wam de Moor: een kinderboekspecialist, een literatuurdeskundige tout court en een grafisch kunstenaar.
Die samenstelling is kenmerkend voor de jury's: daaraan nemen steeds mensen zitting die niet a priori deel uitmaken van de kleine gemeenschap van kinderboekspecialisten. Als voorzitter wordt vaak een min of meer bekende Nederlander benoemd, dit jaar bijvoorbeeld Hanneke Groenteman, 2010-2012 Frank Groothof, 2008-2009 Femke Halsema, 2007 Frits Spits en zo verder.
En verder zit er altijd wel een vormgever of iemand anders van buiten de kinderboekenwereld in. Daarnaast overigens wel degelijk mensen uit die kinderboekenwereld.
Zie ook het uitstekende overzicht van juryrapporten en uitreikingen op de website van de prijs.
Tekenend voor de positie van de prijs is ook dit citaat, uit het juryrapport 2010:
' Bij de Annie M.G. Schmidtlezing van 2006 constateerde schrijver Edward van de Vendel een kloof in de wereld van het kinder- en jeugdboek. Aan de ene kant heb je schrijvers die bij hun proza en gedichten vooral iets willen scheppen dat voldoet aan literaire maatstaven. Aan de andere kant heb je schrijvers die in hun werk vooral aansluiting zoeken bij de belevingswereld van de doelgroep.
Die kloof is de afgelopen jaren groter geworden door het ontstaan van een bestsellercultuur, waarbij van steeds minder titels steeds meer exemplaren worden verkocht. Terwijl ‘literaire’ auteurs muurbloempjes worden in de boekhandel, worden de ‘populaire’ auteurs veelal doodgezwegen door critici en jury’s van literaire prijzen.
Van de Vendel deed een oproep aan de schrijvers om de kloof te verkleinen. Zo moesten de literaire auteurs meer aandacht hebben voor de actualiteit, zodat hun werk meer maatschappelijke urgentie zou krijgen. Populaire schrijvers zouden de literaire middelen meer en beter moeten benutten, zodat hun werk aan diepgang zou winnen.
De jury van de Woutertje Pieterse Prijs was zich bij de beoordeling van het boekenaanbod van 2009 scherp bewust van die twee polen in de kinder- en jeugdboekenwereld. De zware taak om een kleine 150 appels en peren met elkaar te vergelijken was deze keer nog zwaarder dan gebruikelijk. Dat kwam doordat de beste appels en de peren elkaar dit jaar in kwaliteit zo weinig ontliepen. De overduidelijk literair getoonzette boeken konden de gewekte verwachtingen vaak niet helemaal waarmaken. Daarentegen waren er enkele opvallend sterke inzendingen in het meer populaire genre. '
Tja, wat een geworstel. Wanneer wordt een literaire stijl mooischrijverij? Een stijl dient altijd het verhaal. Soms blijkt een appel dus een peer:
' Een boek dat wordt gevreten door de doelgroep van lezers van twaalf jaar en ouder is Tiffany Dop van Tjibbe Veldkamp. Dit is een ontzettend grappig en goed geschreven verhaal over een white trash-milieu dat alle clichés vermijdt. Een origineel gegeven – namelijk een meisje van 13 jaar dat een baby wil – wordt heel erg goed en met veel humor uitgewerkt. Veldkamp schrijft lichtvoetig over een onderwerp dat makkelijk zwaar kan worden: moeder die de hoer speelt en geld van kinderen inpikt, criminele broertjes en ranzige stiefvader. De personages zijn geloofwaardig; ze worden kort maar kernachtig neergezet.
Tiffany Dop heeft dus ook de literaire lezer veel te bieden en gaf de jury een "bats veur de kop" zoals het in dit boek vaak wordt gezegd. Als er één boek de kloof tussen populair en literair afgelopen jaar heeft gedicht is het wel dit boek van Tjibbe Veldkamp. '
Dit soort uitspraken maken de 26 juryrapporten van deze prijs boeiend leesgoed.
Ik eindig daarom met een citaat uit het meest recente juryrapport:
' De jury van de 26ste Woutertje Pieterse Prijs kreeg dit jaar opvallend veel boeken onder ogen waarin PROBLEMEN met hoofdletters worden geschreven.
Is dat erg? Nee hoor: literatuur gaat niet over vlot verlopende levens en eenvoudige verwikkelingen. Een probleem is vaak de motor van een goed lopend verhaal. En literatuur mag, nee moet de vinger op pijnlijke plekken leggen: literatuur kan schuren, schrijnen en knerpen. Jeugdliteratuur is daar geen uitzondering op. Veel van de huidige jeugdliteratuur sluit bijna pijnlijk aan bij de actualiteit en gaat over kinderen die worden buitengesloten om hun anders zijn. Ze worden gepest en gaan zich daar soms ook naar gedragen. Of ze proberen zich te conformeren, of slaan op de vlucht.
“Kinderen zijn kwetsbaar spul. Volwassenen zijn gelijmde kinderen”, zei de Vlaamse journalist Johan Anthierens. Kwetsbaar spul waarin barsten, scheuren, butsen en deuken ontstaan, die de rest van het leven door kunnen werken.
De jury las boeken waarin een probleem eendimensionaal wordt neergezet en die snel naar een oplossing toe werken. Dat is niet zo interessant. Boeiender literatuur lazen we van auteurs die durven af te wijken van dat stramien en een gelaagd verhaal componeren met verrassende wendingen. Dat geeft hen de mogelijkheid om te spelen met verwachtingspatronen: er worden nuances aangebracht en zaken omgedraaid. In deze boeken lopen goed en kwaad door elkaar en zit er veel grijs tussen het zwart en wit. '
Het sluit naadloos aan op het allereerste juryrapport. En dat vind ik een compliment.
Het doel van deze prijs is: 'het bevorderen van de kwaliteit van het Nederlandstalige kinder- en jeugdboek'. Laten we die tautologie even voor wat-ie is, dan valt vooral die kwaliteitsbevordering op. Er wordt slechts één criterium genoemd: 'De prijs is vernoemd naar het boek Woutertje Pieterse van Multatuli, omdat het, wat betreft taal en inhoud, de kwaliteit representeert waarnaar de Stichting Woutertje Pieterse Prijs streeft. De in aanmerking komende werken worden beoordeeld op zowel taal en inhoud als op illustraties en vormgeving.'
Opmerkelijk hieraan is allereerst dat Woutertje Pieterse oorspronkelijk geen sluitend verhaal, geen boek was, maar een reeks ideeën, en ten tweede dat die reeks ideeën niet speciaal voor kinderen werd geschreven, de ideeën staan her en der tussen de overige ideeën van Multatuli.
Zoals dit deel uit een prachtige, welbekende dialoog in Idee 391:
'- Juffrouw Laps, ik wenschte te weten wat gy zyt uit een dierlyk oogpunt.
- Daar bemoei ik me niet mee, zei juffrouw Laps, als iemand die op 't punt staat zich beleedigd te voelen.
- Ik ben 'n baker, zei vrouw Stotter, en daar blyf ik by.
- En ik ben de juffrouw van den koekbakker, riep de overbuurvrouw, met iets beslissends in haar toon, die gissen deed dat ze van plan was vasttehouden aan die meening.
- Goed, goed, juffrouw Mabbel, maar ik meen uit 'n dierlyk oogpunt...
- Als 't onfatsoenlyk wordt, ga 'k liever heen, zei juffrouw Laps.
- Ik ook, voegden de juffrouwen Krummel en Zipperman er by, want we komen voor ons plezier.
- Menschen, wees bedaard... 't staat in 'n boek - Stoffel, zeg 't maar - je zult 'r om lachen, juffrouw Mabbel, en 't mooiste is dat in 'n boek staat... je kunt er niets tegen zeggen - toe, Stoffel, zeg 't maar!
- Juffrouw Laps, zei Stoffel plechtig - en er was 'n gewichtig oogenblik aangebroken in 't avendje van juffrouw Pieterse - juffrouw Laps, je bent 'n zoogdier.'
Dat kan niet anders betekenen dan dat de oprichters van de prijs de jeugdliteratuur uitdrukkelijk willen zien als deel van de literatuur in het algemeen, in die zin dat jeugdliteratuur ook beoordeeld zou moeten worden zoals alle literatuur beoordeeld wordt.
Die stellingname is expliciet te vinden in het allereerste juryrapport, met Jan Blokker als voorzitter, in 1988:
' Kinderen, die nog weinig weten, dus op een benijdenswaardige manier onbevangen zijn, kunnen al lezend een paradijs van geheimzinnigheden betreden - aangenomen dat ze gezegend worden met boeken van schrijvers die dát weten: die de raadselachtige wereld kunnen oproepen waarin vallen geen pijn doet. Wat dat betreft moet er ook geen onderscheid gelden tussen kinderboeken en andere boeken: alle boeken maken, als ze goed zijn, gelijkelijk deel uit van wat we literatuur noemen.
Binnen de jury van de Libris Woutertje Pieterse Prijs waarvan ik de eer had voorzitter te mogen zijn, bestond over dat uitgangspunt geen verschil van mening. '
Tot die jury hoorden verder nog Bregje Boonstra, Kurt Löb en Wam de Moor: een kinderboekspecialist, een literatuurdeskundige tout court en een grafisch kunstenaar.
Die samenstelling is kenmerkend voor de jury's: daaraan nemen steeds mensen zitting die niet a priori deel uitmaken van de kleine gemeenschap van kinderboekspecialisten. Als voorzitter wordt vaak een min of meer bekende Nederlander benoemd, dit jaar bijvoorbeeld Hanneke Groenteman, 2010-2012 Frank Groothof, 2008-2009 Femke Halsema, 2007 Frits Spits en zo verder.
En verder zit er altijd wel een vormgever of iemand anders van buiten de kinderboekenwereld in. Daarnaast overigens wel degelijk mensen uit die kinderboekenwereld.
Zie ook het uitstekende overzicht van juryrapporten en uitreikingen op de website van de prijs.
Tekenend voor de positie van de prijs is ook dit citaat, uit het juryrapport 2010:
' Bij de Annie M.G. Schmidtlezing van 2006 constateerde schrijver Edward van de Vendel een kloof in de wereld van het kinder- en jeugdboek. Aan de ene kant heb je schrijvers die bij hun proza en gedichten vooral iets willen scheppen dat voldoet aan literaire maatstaven. Aan de andere kant heb je schrijvers die in hun werk vooral aansluiting zoeken bij de belevingswereld van de doelgroep.
Die kloof is de afgelopen jaren groter geworden door het ontstaan van een bestsellercultuur, waarbij van steeds minder titels steeds meer exemplaren worden verkocht. Terwijl ‘literaire’ auteurs muurbloempjes worden in de boekhandel, worden de ‘populaire’ auteurs veelal doodgezwegen door critici en jury’s van literaire prijzen.
Van de Vendel deed een oproep aan de schrijvers om de kloof te verkleinen. Zo moesten de literaire auteurs meer aandacht hebben voor de actualiteit, zodat hun werk meer maatschappelijke urgentie zou krijgen. Populaire schrijvers zouden de literaire middelen meer en beter moeten benutten, zodat hun werk aan diepgang zou winnen.
De jury van de Woutertje Pieterse Prijs was zich bij de beoordeling van het boekenaanbod van 2009 scherp bewust van die twee polen in de kinder- en jeugdboekenwereld. De zware taak om een kleine 150 appels en peren met elkaar te vergelijken was deze keer nog zwaarder dan gebruikelijk. Dat kwam doordat de beste appels en de peren elkaar dit jaar in kwaliteit zo weinig ontliepen. De overduidelijk literair getoonzette boeken konden de gewekte verwachtingen vaak niet helemaal waarmaken. Daarentegen waren er enkele opvallend sterke inzendingen in het meer populaire genre. '
Tja, wat een geworstel. Wanneer wordt een literaire stijl mooischrijverij? Een stijl dient altijd het verhaal. Soms blijkt een appel dus een peer:
' Een boek dat wordt gevreten door de doelgroep van lezers van twaalf jaar en ouder is Tiffany Dop van Tjibbe Veldkamp. Dit is een ontzettend grappig en goed geschreven verhaal over een white trash-milieu dat alle clichés vermijdt. Een origineel gegeven – namelijk een meisje van 13 jaar dat een baby wil – wordt heel erg goed en met veel humor uitgewerkt. Veldkamp schrijft lichtvoetig over een onderwerp dat makkelijk zwaar kan worden: moeder die de hoer speelt en geld van kinderen inpikt, criminele broertjes en ranzige stiefvader. De personages zijn geloofwaardig; ze worden kort maar kernachtig neergezet.
Tiffany Dop heeft dus ook de literaire lezer veel te bieden en gaf de jury een "bats veur de kop" zoals het in dit boek vaak wordt gezegd. Als er één boek de kloof tussen populair en literair afgelopen jaar heeft gedicht is het wel dit boek van Tjibbe Veldkamp. '
Dit soort uitspraken maken de 26 juryrapporten van deze prijs boeiend leesgoed.
Ik eindig daarom met een citaat uit het meest recente juryrapport:
' De jury van de 26ste Woutertje Pieterse Prijs kreeg dit jaar opvallend veel boeken onder ogen waarin PROBLEMEN met hoofdletters worden geschreven.
Is dat erg? Nee hoor: literatuur gaat niet over vlot verlopende levens en eenvoudige verwikkelingen. Een probleem is vaak de motor van een goed lopend verhaal. En literatuur mag, nee moet de vinger op pijnlijke plekken leggen: literatuur kan schuren, schrijnen en knerpen. Jeugdliteratuur is daar geen uitzondering op. Veel van de huidige jeugdliteratuur sluit bijna pijnlijk aan bij de actualiteit en gaat over kinderen die worden buitengesloten om hun anders zijn. Ze worden gepest en gaan zich daar soms ook naar gedragen. Of ze proberen zich te conformeren, of slaan op de vlucht.
“Kinderen zijn kwetsbaar spul. Volwassenen zijn gelijmde kinderen”, zei de Vlaamse journalist Johan Anthierens. Kwetsbaar spul waarin barsten, scheuren, butsen en deuken ontstaan, die de rest van het leven door kunnen werken.
De jury las boeken waarin een probleem eendimensionaal wordt neergezet en die snel naar een oplossing toe werken. Dat is niet zo interessant. Boeiender literatuur lazen we van auteurs die durven af te wijken van dat stramien en een gelaagd verhaal componeren met verrassende wendingen. Dat geeft hen de mogelijkheid om te spelen met verwachtingspatronen: er worden nuances aangebracht en zaken omgedraaid. In deze boeken lopen goed en kwaad door elkaar en zit er veel grijs tussen het zwart en wit. '
Het sluit naadloos aan op het allereerste juryrapport. En dat vind ik een compliment.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten