Er zijn beelden die me meer raken dan andere. Zo'n beeld zag ik bij de bespreking in de Volkskrant 18-3-2013 van Love Doll Factory, een fotoboek van Marco van Duyvendijk: een berg poppen. Liefdespoppen, rubberen blote dames.
Griezelig, unheimisch, en ik keek ervan op. Aan zulke poppen is kennelijk voldoende behoefte om fabrieken mee gaande te houden. Ik probeerde de afbeelding op internet te vinden en kwam zo wel bij andere mooie foto's (veel portretten) van Marco van Duyvendijk terecht, maar niet die welke in de krant stond. (Vandaar de slechte scan hierboven.)
Dit vond ik bijvoorbeeld prachtige foto's (klik om te vergroten):
:
Maar daar gaat het me nu niet om, al is het vinden van zo'n talent toch een geschenk.
Verder zoekend kwam ik ook bij deze merkwaardige reeks terecht.
Ik neem er vier van over:
1 2
3 4
Ik weet niet welke ik 't meest luguber vind. Het maskerachtige van nummer 3? Misschien wel nummer 2, juist omdat ze zo gladjes levensecht is, een gephotoshopt modelhoofd. Zet er een motortje is dat haar lippen beweegt, een bandje erachter en ze kan op tv, bijvoorbeeld als stand-in voor Paris Hilton.
Een eigenaardige website trouwens, die Cariparidoesitbetter. Die Zackary Canepari moet een gedreven verzamelaar van rariteiten zijn, en hij heeft nog een aparte fotowebsite (Canepariphoto), zeer de moeite waard. Hier een interview met hem.
Maar daar gaat het nu niet om. Het gaat me om de sprakeloze poppen, de maskers. Zijn ze sprakeloos of maken ze me sprakeloos? Maakt de sex ze extra pervers? (Ja.)
Naar wie gaan die poppen, wie koopt ze?
Daarop vond ik een antwoord, een documentaire Love dolls in Japan, over een 45-jarige ingenieur die liever poppen in huis heeft dan een echte vrouw (of vrouwen). Hieronder twee stills uit die documentaire:
Ik kon me vooralsnog geen vrouw voorstellen die siliconen mannenpoppen wenst. Maar die zijn er ook, met één zoekopdracht (male love dolls) vond ik een verzendwinkel. 6000 dollar voor een 'standard male', '(includes anal entry, plus one size penis attachment)'. (Niet onmogelijk natuurlijk dat het mannen zijn die deze mannenpoppen begeren...)
Barbie en Ken, maar dan levensgroot en voorzien van geslachtsorganen. Het Nederlandse woord dollen krijgt hier een extra lading. Mocht dat levensgroot te groot zijn, dan kun je ook nog alleen het stuk met de edele delen bestellen. De speciale reeks wicked realdolls levert plaatjes op als dit:
Er zijn kennelijk mannen die hierdoor opgewonden raken. Ik staar er even gefascineerd naar, wegens de ambiance en het contrast met die beelden. Wie het iets minder porno-achtig wil, krijgt dit;
Hier verkoopt de winkel zijn pop in een decor dat aan B-films en reclame ontleend is. Andy Warhol zou er wellicht raad mee weten, op jetset-tuinfeestjes. Plaats bij deze Jessica een uit voorraad leverbare Michael, Nick of Nate, steek hem in een sjiek pak en klem een vol champagneglas in zijn hand. Hoe werelds de gasten ook zijn, ze zullen toch even opkijken als ze, hun eigen champagneglas nog in de hand, dit tafereel ontwaren. Met een opgezette python hoort een Tarzan-ontmoet-Jane-tafereel ook tot de mogelijkheden, trek de manpop dan een beestevel aan.
Terug naar de poppen. Het naakte, de geslachtsorganen maakt ze pervers, perverser dan een per ongeluk (half) ontklede etalagepop, en ik besef al gauw dat dit een wereld opent die ik niet per se hoef te verkennen. Ik laat die Japanse ingenieur maar even liggen bij zijn siliconen liefdespoppen.
Wat die etalagepoppen betreft, ter illustratie hieronder twee foto's die ik vorig jaar in Antwerpen maakte:
Terug naar de poppen, kunst, goden en de magie van het verhaal.
Poppen en maskers maken is heel oud, ik denk vrijwel even oud als het scheppen van geesten, goden en halfgoden. Hele volksstammen denken dat een god aan het woord is als hun sjamaan een masker opzet en spreekt. Of ze doen alsof, maar in ieder geval verandert er iets door het opzetten van het masker. Is iedere totempaal niet een soort pop?
Gaat er iets van een god over in het beeld van de god? Is dat de reden dat in sommige godsdiensten juist het afbeelden van goden verboden werd? (Vader en zoons Blokker hadden het in Er was eens een god over de 'jaloerse god' die vooral wou dat er geen ándere goden werden afgebeeld en dus aanbeden.)
De wereld is vol tempels waarin mensen offerandes brengen bij poppen, nou ja, beelden dus. De priester kust zijn kruisbeeld, morbide afbeelding van een pop, nou ja, een beeld, van een aan een kruis genagelde halfnaakte man. Er worden kaarsjes aangestoken voor Maria. Wie een hekel heeft aan iemand, maakt een pop die op hem of haar lijkt en steekt er naalden in, ook dat schijnt nog voor te komen.
In de Griekse tragedie en het Japanse Noh-theater droegen en dragen acteurs maskers. Het is de opmaat naar de poppenkast en het schimmenspel.
Mensen maken beelden van andere mensen, van de Chinese stenen soldaten tot machthebbers in soorten en maten (die zichzelf zo nog belangrijker dachten te maken), van tinnen soldaatjes tot de denker van Rodin - en van goden en halfgoden, in vele soorten en maten. Poppen zijn hanteerbare beelden.
De pop wordt kunst, zie bijvoorbeeld deze werken van Orlando (links) en Hanna Goetz (midden), en vergelijk met Jessica en de etalagepoppen boven, maar ook met La Cicciolina als porseleinen beeld (deel van het beeld Made in Heaven).
Ja, die Cicciolina was bij uitstek iemand die het popperige dicht naderde: net als Paris Hilton een levende Barbie. Kunstenaar Jeff Koons werd mateloos door haar aangetrokken. Word je een pop op het moment dat je jezelf als kunstwerk beschouwt?
Kunstenaars maken gebruik van (de betovering door) poppen, zowel van de religieuze betovering als van de fascinatie die ontstaat door geforceerde intimiteit, en van de onmiddellijke identificatie die ontstaat door het zien van een gestalte met menselijke trekken.
En uiteindelijk komen we terecht in de kinderkamer en de speelgoedpoppen, bij (o.a.) Barbie en Ken dus, maar ook bij de vele poppen met kinderlijker gezichten en gestalten die ontelbaar veel poppenwiegjes hebben bewoond, en de poppen van de poppenhuizen. En van de poppenhuizen kunnen we eventueel nog een tocht maken langs de vensterbanken en schoorsteenmantels met hun houten of porseleinen herders en herderinnetjes die Jeff Koons ooit op het idee van zijn banalities brachten, en het masker van de klassieke clown, tot we weer bij de beeldende kunst en de fotografie terugkomen.
Is het (ook) die associatie met de kinderkamer die me lang doen kijken naar de foto's van love dolls door Marco van Duyvendijk en Zackary Canepari? En naar zo'n pop van Hanna Goetz? Komt er nog de associatie bij met de zombies, de levende doden in zoveel verhalen? Met het Monster van Frankenstein, per slot ook een soort pop?
Mensen brengen poppen tot leven, letterlijk in verhalen (sprookjes van Andersen!), figuurlijk in kinderspel, poppentheater en in religieuze rituelen, wij zijn poppen in handen van ons onbekende goden (zoals in dat mooie verhaal van Isaac Asimov of Stanisław Lem, titel vergeten, aangehaald in The Mind's I, over twee geleerden die bespreken of een door hen geschapen wereld nu wel of niet mag worden verwoest) en wij heersen over poppen als goden (met het experiment op het Island of Dr. Moreau van H.G. Wells als gruwelijkste variant).
Zijn we voyeur als we naar poppen kijken?
Voelen we ons ongemakkelijk, misschien zelfs betrapt, als we naar onvolmaakte gekunsteldheid van poppen kijken, of is die juist geruststellend en verdwijnt die geruststelling als de gelijkenis te groot is?
Een open einde.
Griezelig, unheimisch, en ik keek ervan op. Aan zulke poppen is kennelijk voldoende behoefte om fabrieken mee gaande te houden. Ik probeerde de afbeelding op internet te vinden en kwam zo wel bij andere mooie foto's (veel portretten) van Marco van Duyvendijk terecht, maar niet die welke in de krant stond. (Vandaar de slechte scan hierboven.)
Dit vond ik bijvoorbeeld prachtige foto's (klik om te vergroten):
:
Maar daar gaat het me nu niet om, al is het vinden van zo'n talent toch een geschenk.
Verder zoekend kwam ik ook bij deze merkwaardige reeks terecht.
Ik neem er vier van over:
1 2
Ik weet niet welke ik 't meest luguber vind. Het maskerachtige van nummer 3? Misschien wel nummer 2, juist omdat ze zo gladjes levensecht is, een gephotoshopt modelhoofd. Zet er een motortje is dat haar lippen beweegt, een bandje erachter en ze kan op tv, bijvoorbeeld als stand-in voor Paris Hilton.
Een eigenaardige website trouwens, die Cariparidoesitbetter. Die Zackary Canepari moet een gedreven verzamelaar van rariteiten zijn, en hij heeft nog een aparte fotowebsite (Canepariphoto), zeer de moeite waard. Hier een interview met hem.
Maar daar gaat het nu niet om. Het gaat me om de sprakeloze poppen, de maskers. Zijn ze sprakeloos of maken ze me sprakeloos? Maakt de sex ze extra pervers? (Ja.)
Naar wie gaan die poppen, wie koopt ze?
Daarop vond ik een antwoord, een documentaire Love dolls in Japan, over een 45-jarige ingenieur die liever poppen in huis heeft dan een echte vrouw (of vrouwen). Hieronder twee stills uit die documentaire:
Barbie en Ken, maar dan levensgroot en voorzien van geslachtsorganen. Het Nederlandse woord dollen krijgt hier een extra lading. Mocht dat levensgroot te groot zijn, dan kun je ook nog alleen het stuk met de edele delen bestellen. De speciale reeks wicked realdolls levert plaatjes op als dit:
Terug naar de poppen. Het naakte, de geslachtsorganen maakt ze pervers, perverser dan een per ongeluk (half) ontklede etalagepop, en ik besef al gauw dat dit een wereld opent die ik niet per se hoef te verkennen. Ik laat die Japanse ingenieur maar even liggen bij zijn siliconen liefdespoppen.
Wat die etalagepoppen betreft, ter illustratie hieronder twee foto's die ik vorig jaar in Antwerpen maakte:
Poppen en maskers maken is heel oud, ik denk vrijwel even oud als het scheppen van geesten, goden en halfgoden. Hele volksstammen denken dat een god aan het woord is als hun sjamaan een masker opzet en spreekt. Of ze doen alsof, maar in ieder geval verandert er iets door het opzetten van het masker. Is iedere totempaal niet een soort pop?
Gaat er iets van een god over in het beeld van de god? Is dat de reden dat in sommige godsdiensten juist het afbeelden van goden verboden werd? (Vader en zoons Blokker hadden het in Er was eens een god over de 'jaloerse god' die vooral wou dat er geen ándere goden werden afgebeeld en dus aanbeden.)
De wereld is vol tempels waarin mensen offerandes brengen bij poppen, nou ja, beelden dus. De priester kust zijn kruisbeeld, morbide afbeelding van een pop, nou ja, een beeld, van een aan een kruis genagelde halfnaakte man. Er worden kaarsjes aangestoken voor Maria. Wie een hekel heeft aan iemand, maakt een pop die op hem of haar lijkt en steekt er naalden in, ook dat schijnt nog voor te komen.
In de Griekse tragedie en het Japanse Noh-theater droegen en dragen acteurs maskers. Het is de opmaat naar de poppenkast en het schimmenspel.
Mensen maken beelden van andere mensen, van de Chinese stenen soldaten tot machthebbers in soorten en maten (die zichzelf zo nog belangrijker dachten te maken), van tinnen soldaatjes tot de denker van Rodin - en van goden en halfgoden, in vele soorten en maten. Poppen zijn hanteerbare beelden.
De pop wordt kunst, zie bijvoorbeeld deze werken van Orlando (links) en Hanna Goetz (midden), en vergelijk met Jessica en de etalagepoppen boven, maar ook met La Cicciolina als porseleinen beeld (deel van het beeld Made in Heaven).
Kunstenaars maken gebruik van (de betovering door) poppen, zowel van de religieuze betovering als van de fascinatie die ontstaat door geforceerde intimiteit, en van de onmiddellijke identificatie die ontstaat door het zien van een gestalte met menselijke trekken.
En uiteindelijk komen we terecht in de kinderkamer en de speelgoedpoppen, bij (o.a.) Barbie en Ken dus, maar ook bij de vele poppen met kinderlijker gezichten en gestalten die ontelbaar veel poppenwiegjes hebben bewoond, en de poppen van de poppenhuizen. En van de poppenhuizen kunnen we eventueel nog een tocht maken langs de vensterbanken en schoorsteenmantels met hun houten of porseleinen herders en herderinnetjes die Jeff Koons ooit op het idee van zijn banalities brachten, en het masker van de klassieke clown, tot we weer bij de beeldende kunst en de fotografie terugkomen.
Is het (ook) die associatie met de kinderkamer die me lang doen kijken naar de foto's van love dolls door Marco van Duyvendijk en Zackary Canepari? En naar zo'n pop van Hanna Goetz? Komt er nog de associatie bij met de zombies, de levende doden in zoveel verhalen? Met het Monster van Frankenstein, per slot ook een soort pop?
Mensen brengen poppen tot leven, letterlijk in verhalen (sprookjes van Andersen!), figuurlijk in kinderspel, poppentheater en in religieuze rituelen, wij zijn poppen in handen van ons onbekende goden (zoals in dat mooie verhaal van Isaac Asimov of Stanisław Lem, titel vergeten, aangehaald in The Mind's I, over twee geleerden die bespreken of een door hen geschapen wereld nu wel of niet mag worden verwoest) en wij heersen over poppen als goden (met het experiment op het Island of Dr. Moreau van H.G. Wells als gruwelijkste variant).
Zijn we voyeur als we naar poppen kijken?
Voelen we ons ongemakkelijk, misschien zelfs betrapt, als we naar onvolmaakte gekunsteldheid van poppen kijken, of is die juist geruststellend en verdwijnt die geruststelling als de gelijkenis te groot is?
Een open einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten