Een van de beklemmendste verhalen die ik afgelopen twee maanden las, kwam uit mijn boekenkast, waar het al heel lang stond.
Ik was er al eens in begonnen, maar het werd verdrongen door iets anders.
Ik was er al eens in begonnen, maar het werd verdrongen door iets anders.
Nu heb ik het helemaal gelezen. Zelden zo'n beklemmend, onveilig en melancholiek verhaal gelezen. En wat wordt het meesterlijk opgebouwd!
Het speelt in een niet nader genoemde tijd, in een niet nader genoemd land dat echter wel als Engeland te herkennen valt, zelfs wordt halverwege het verhaal Londen genoemd, geloof ik.
Niets maatschappelijks functioneert meer, of het functioneert niet goed. De vertelster is een oude dame. Ze krijgt op een dag een meisje bijna letterlijk over de drempel geduwd. Pas goed op haar. Het meisje, Emily, is bijna puber, wordt puber, zoekt contact met de groepen mensen, veelal jongeren, die soms ineens de straat bewonen en dan weer wegtrekken. Het meisje vertelt niets over haar verleden. De vertelster trouwens ook nauwelijks.
Het wordt echt onveilig als nieuwe groepen de buurt intrekken: deze groepen zijn jonge kinderen, wezen die elkaar gevonden hebben in de buizen van de metro, die niet meer rijdt, en die als wolvenroedels op zoek zijn naar voedsel.
Het is angstaanjagend gewoon, geen science fiction. Iets is hier gebeurd waardoor het broze bouwsel dat wij natie, of samenleving noemen, uit elkaar is gevallen, is ingestort.
Het loopt niet af. Tenminste, het eindigt in een tafereeel als een droom - of een nachtmerrie.
Het speelt in een niet nader genoemde tijd, in een niet nader genoemd land dat echter wel als Engeland te herkennen valt, zelfs wordt halverwege het verhaal Londen genoemd, geloof ik.
Niets maatschappelijks functioneert meer, of het functioneert niet goed. De vertelster is een oude dame. Ze krijgt op een dag een meisje bijna letterlijk over de drempel geduwd. Pas goed op haar. Het meisje, Emily, is bijna puber, wordt puber, zoekt contact met de groepen mensen, veelal jongeren, die soms ineens de straat bewonen en dan weer wegtrekken. Het meisje vertelt niets over haar verleden. De vertelster trouwens ook nauwelijks.
Het wordt echt onveilig als nieuwe groepen de buurt intrekken: deze groepen zijn jonge kinderen, wezen die elkaar gevonden hebben in de buizen van de metro, die niet meer rijdt, en die als wolvenroedels op zoek zijn naar voedsel.
Het is angstaanjagend gewoon, geen science fiction. Iets is hier gebeurd waardoor het broze bouwsel dat wij natie, of samenleving noemen, uit elkaar is gevallen, is ingestort.
Het loopt niet af. Tenminste, het eindigt in een tafereeel als een droom - of een nachtmerrie.
Het is, zoals met alle goede verhalen, verleidelijk om veel te citeren.
Doe ik net, geen zin om mijn vingers blauw te tikken.
Doe ik net, geen zin om mijn vingers blauw te tikken.
Het verhaal dateert uit 1974. Eén ding is dus totaal afwezig - ook al zou het in die context ook al niet meer functioneren: computers, internet.
Memoirs of a survivor, Doris Lessing, editie 1976, Picador. Het is, voorzover ik kan nagaan (bv. Bol.com) nog steeds te koop. Terecht. Klein meesterwerk.
Memoirs of a survivor, Doris Lessing, editie 1976, Picador. Het is, voorzover ik kan nagaan (bv. Bol.com) nog steeds te koop. Terecht. Klein meesterwerk.
Overigens grappig dat er nóg een verhaal is met deze titel, van Sergei Golytsyn. Vertaald uit het Russisch. Met de ondertitel: The Golitsyn Family In Stalin's Russia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten