Twee licht beteuterde juffen op de stand van Stichting Lezen (NL), tijdens de meest recente Nationale (Nederlandse) Onderwijs Tentoonstelling (NOT), dinsdag 25 januari. Ze hadden net de beursversie gedaan van de Leesklimaatmeter, en kwamen er met een mager 6-je uit. 'Ja, er valt nog wel wat te doen', gaven ze toe.
Deze meter is een voorbode van Leesplan.nl, een site waarmee Stichting Lezen dat 'leesklimaat' hoopt te verbeteren en die 22 maart aanstaande toegankelijk zou moeten zijn.
De meter stelt vragen als:
- Voorlezen, dat doen we... (alleen kleutergroepen; bij kleuters en middelbouw; alle groepen)
- hoe vaak leest de leerkracht voor in de groep die wordt voorgelezen... (vrijwel dagelijks; 1 x per week; minder)
- wordt er op uw school in iedere groep dagelijks vrij gelezen... (ja; wisselt per groep; nee)
- hoe vaak wordt vrij gelezen in de groepen die vrij lezen... (vrijwel dagelijks; 1 x per week; n.v.t.)
... en zo verder.
Het spreekt vanzelf dat ik ('school' over lezen en schrijven) een 10 kreeg. ;-) Het is met andere woorden niet moeilijk om de test wensvervullend te doen.
Tussen de vragen één vraag die raakt aan het leesonderwijs: of de uitslag van leesniveautoetsen mijn leesbevorderingsbeleid beïnvloedt. (Ja, antwoordde ik. Voor nuances was even geen plek.) Voor het overige werd duidelijk dat Stichting Lezen vooral het voorlezen en vrij lezen wil bevorderen, en de aanwezigheid van véél boeken op school plus coördinatie door een leescoördinator.
Dat is fraai, maar het lijkt mij dat er meer verband zou moeten zijn tussen leesonderwijs en deze zaken.
Het is om te beginnen meegenomen als de jongste leerlingen snappen waartoe dat leesonderwijs dient en wanneer en hoe ze hun pas verworven vaardigheden kunnen toepassen. Een slimme leerkracht biedt zijn of haar leerlingen niet alleen de leesboekjes aan die bij hun vaardigheidsniveau passen, maar zoekt ook (prenten)boeken uit en leest die voor, zorgt voor een voorraadje boeken in de klas die op of net niet te veel boven hun niveau zijn, zet de kinderen zo snel mogelijk aan tot creatief schrijven, zingt makkelijke (door kinderen zelf geschreven?) liedjes (zie ook mijn bericht d.d. 29-1 over zingen op school), presenteert namen en opschriften (de vreugde van een zesjarige die voor het eerst melk of kaas kan lezen - en natuurlijk zijn eigen naam), geeft alle objecten in de klas een etiket (bank, muur, stoel, kast, deur enz.), stimuleert ouders tot voorlezen en zo meer en verder de hele schoolperiode door.
Een goed 'leesklimaat' houdt volgens mij in dat leesbevordering, leesonderwijs en taalonderwijs geïntegreerd worden. Op school vooronderstelt dat goede samenwerking in het team - alleen dan kan een leescoördinator zin hebben.
Overigens biedt Kunst van Lezen een cursus 'Open boek' aan: 'scholing tot leescoördinator basisonderwijs'. En diezelfde juffen die net de Leesklimaatmeter hadden gedaan in de stand van Stichting Lezen, konden zich even verderop in de stand van Kunst van Lezen verdiepen in de 'Bibliotheek op de basisschool' en de mogelijkheid om een collectie kinderboeken te lenen die aansluit bij een van de vensters uit de 'Canon van Nederland'.
' Kunst van Lezen heeft eenmalig geld beschikbaar gesteld voor de aanschaf van boekencollecties. Hiermee zijn maar liefst 110 collecties van de uitgelichte boeken uit de brochure aangeschaft. Deze zijn verdeeld over de Provinciale Service Organisaties voor bibliotheken en de vier grote stadsbibliotheken Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam. Deze canoncollecties zijn bedoeld om uit te lenen aan bibliotheken en scholen die aandacht willen schenken aan jeugdboeken bij de canon.
Wanneer u interesse hebt in een canoncollectie kunt u contact opnemen met uw lokale bibliotheek of met de Provinciale Service Organisatie in uw provincie. '
Geen opmerkingen:
Een reactie posten