De hoofdpersoon in Ik was een steen van Siska Goeminne (De Eenhoorn) is de verteller en het verhaal wordt (p. 5) voorgesteld als ‘zijn schrift’. Het speelt rond zijn tiende verjaardag, waarop hij een fototoestel krijgt. Het bestaat uit impressies van zijn dagelijks leven, aangevuld met flarden verhaal over een elfje: een verhaal in een verhaal dus. De illustraties bestaan uit would-be amateurkiekjes van datzelfde leven, aldus inclusief de cover-afbeelding de indruk van een dagboek versterkend, net als de grafische kunstgrepen, bestaand uit woorden in een groter lettertype (zie bv. meteen al p. 6).
Het werk past bij het overige werk van deze auteur, die graag hoofdpersonages in moeilijke tijden beschrijft.
Een bekende discrepantie in verhalen voor kinderen met een jonge hoofdpersoon-verteller is die tussen vertelstijl (verbaal begaafd) en te veronderstellen verbaal vermogen van de gemiddelde leeftijdgenoot. In dit verhaal is dat handig opgevangen, met een hoofdpersoon die meteen zijn ambitie om schrijver te worden aankondigt en bovendien een fototoestel krijgt voor zijn 10e verjaardag, wat de kiekjes verklaart.
Hoewel de vertelstijl eigenlijk net iets te volwassen is voor een tienjarige jongen, wordt het zo toch geloofwaardig. En dat terwijl hij eigenlijk twee verhalen vertelt: dat over de episode voorafgaand aan het vertrek van zijn vader en de dood van zijn grootvader, en een verhaal over een elfje.
Het is een heftig verhaal. De angst van de verteller voor zijn onberekenbare vader wordt even treffend beschreven als de onmacht van zijn moeder en zijn liefde voor zijn grootvader, die soms ‘last van weemoed’ heeft. 64 pagina’s opmaat voor de klap die hij (eindelijk) zijn vader geeft (p. 65) maakt die klap volstrekt begrijpelijk en geloofwaardig. Heel knap is nog de afloop in de resterende drie pagina’s: geen banale opluchting, maar waarachtig een beetje gemis.
Goed verhaal, heel origineel vormgegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten