De zinnelijke geneugten van pindakaas en jam van Liebenberg, Lauren (Artemis & Co. 2008) is volgens de voorkant een 'indringende roman over twee zusjes die opgroeien in het koloniale Afrika'. Dat is een van de stomste ondertitels die ik ooit heb gezien. Ten eerste maak ik zelf wel uit of een roman 'indringend' is, ten tweede gaat het om Rhodesië onder Ian Smith en dat is zo speciaal dat 'het koloniale Afrika' het verhaal tekort doet. Vertelster is Nyree, rond negen, en ja, het verhaal gaat over haar en d'r zusje Cia. Een leven op een boerderij, met moeder, Oupa (grootvader) en Jobe en andere bedienden, en hoe goed ze het aanvankelijk ook hebben, het verhaal zit vol onheilstekens: de terrs die het op de witten gemunt hebben, vader die voortdurend weg is omdat hij op de terrs jaagt, de Afs (zo noemt Nyree de zwarten) met hun witte en zwarte magie. Hun neef Ronin komt logeren. Hij heeft een vals karakter en maakt hen het leven zuur - Cia bekoopt dat einde verhaal met de dood, net als eerder hun hondje Moosejaw. Het perspectief van de jonge verstelster Nyree is bijzonder knap volgehouden. Daardoor komen de onderlinge verhoudingen heel subtiel in beeld. Geen vrolijk einde, als een zware onweersbui die al tijden in de lucht hangt en dan eindelijk uitbarst.
Niet aangeboden als jeugdliteratuur, dit verhaal, en ongetwijfeld veel te lastig voor tienjarige lezers. Puberale lezers kunnen het wel aan, maar zullen het lastig vinden zich te vereenzelvigen met de veel jongere hoofdpersonen. Een prachtig verhaal voor volwassenen die bereid zijn om te kijken en zich hun eigen jeugd herinneren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten