Sneeuwwitje is inmiddels uitgekeken op haar prins Vaillant,
die haar twintig jaar geleden wakker kuste, beleeft het meest plezier aan de
roddelkransjes met de dames Assepoester, Erwtje en Doornroosje, allen
woonachtig in belendende landen, ontdekt met hulp van de teruggevonden
toverspiegel van haat stiefmoeder dat Vaillant overspel pleegt, heeft nog een
affaire met een knappe militair terwijl ze de zeven dwergen bevrijden en
eindigt tenslotte als regerend koningin in het land van haar vader.
Henri van Daele
heeft meer sprookjes bewerkt, maar niet zoals dit Sneeuwwitje, 20 jaar later (Davidsfonds). Dit is een cabaret-achtige
pastiche geworden, bedoeld om veel bij te gniffelen of zelfs dijen te kletsen,
vol grappig bedoelde passages.
Henri van Daele, die op 20 december jl. overleed, kon zeker onderhoudend schrijven en vermaken lijkt
me dan ook het enige doel van dit verhaal, dat afgezien van de namen en enkele
motieven niets te maken heeft met het oorspronkelijk volksverhaal, door de
gebroeders Grimm tot licht romantische Kinder-
und Hausmärchen bewerkt. Er zit een geheel eigen verhaallijn in, die echter
wel erg lang wordt uitgesponnen en ook meer als raamwerk dient om de pastiche
op te dienen Het is m.i. echt de moeite niet die plot hier uitvoeriger te
beschrijven, want hoe talrijk de uitweidingen ook zijn, ze zorgen meer voor
couleur locale dan dat ze van belang zijn voor de loop van het verhaal.
Het past in een recente, vooral na de jaren ’70 tot bloei
gekomen neiging om de oude volksverhalen te hertalen op een grappig bedoelde
manier, wellicht bedoeld als tegenwicht voor de overzoete Disney-bewerkingen,
of als antwoord op antroposofisch angehauchte mensen die de sprookjes heilig verklaarden.
Roald Dahl is van het grappig maken een bekend voorbeeld, met zijn Gruwelijke rijmen, Udo de Haes (Kleuterwereld – Sprookjeswereld, alleen
nog tweedehands te koop) een voorbeeld van het tweede.
Van Daele voegt aan zijn verhaal de nodige toespelingen toe
aangaande de vrijages van diverse personen en dan met name prins Vaillant (met
Miss Boerenteen) en Sneeuwwitje (met huzaar Walesca). Het geeft het verhaal een
hoog o la la-gehalte mee, nog versterkt door de prenten van Nanne Meulendijks,
die overigens iets scherps hebben dat in het verhaal (volgens de uitgeverij ‘pittig
fantasieverhaal voor volwassenen’) ontbreekt, kansen daarop worden tenietgedaan
door de luimigheid van de humor. Alleen al de naam van het land: Boerentenië,
geënt op het volksvoedsel aldaar, de boerenteen (een soort boon)… Het leent
zich allemaal buitengewoon goed voor een vrolijke theaterbewerking voor het
Theater van de Lach van destijds en eigentijdse equivalenten.
Het beste van dit boek zijn eigenlijk die prenten…
Van Daele heeft, vind ik, beter werk geleverd dan dit,
titels als Pitjemoer, Woestepet en Een Huis met een poort en een park, en als bewerker was hij op zijn
best in Reinaart de vos: de felle met de
rode baard. Hoe dik het boek ook is, Sneeuwwitje
20 jaar later is niet meer dan een vrolijk tussendoortje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten