Eindelijk heeft Nederland een kinderboekambassadeur. Die ambassadeur 'geeft de promotie van kinder- en jeugdboeken een herkenbaar gezicht en draagt de boodschap uit dat (voor)lezen een verschil kan maken in het leven van jonge mensen. Het kinder- en jeugdboek in het algemeen staat daarbij centraal en niet in de eerste plaats het werk van de Kinderboekenambassadeur zelf. De Kinderboekenambassadeur bereikt door publicaties, workshops, lezingen en andere activiteiten een breed publiek, waaronder leerkrachten, ouders en kinderen, maar ook politici en aankomend auteurs. De Kinderboekenambassadeur wordt aangesteld voor de duur van 2 jaar.'
Aldus Stichting Lezen, die met de CPNB en het Nederlands Letterenfonds initiatiefnemer is. Met jeugdboek bedoelt het persbericht vermoedelijk boeken bestemd voor 12+. Of 14+. Of jonge lezers van wie de geslachtshormonen beginnen op te spelen. De tautologie wordt niet toegelicht. Jacques Vriens, de eerste ambassadeur, trok er zich weinig van aan en zei bij zijn benoeming op 19 maart (o.a.): 'je doet kinderen tekort door ze geen leeservaring te laten opdoen'.
Of zo'n instituut enige indruk kan maken, hangt erg af van de gekozen persoon en het beschikbare budget. Van het laatste weet ik niets, maar met het eerste zit het goed: Jacques Vriens lijkt mij bij uitstek geschikt om als eerste ambassadeur op te treden. Hij is goed gebekt, heeft ervaring als schoolmeester en theatermaker, heeft kinderboeken geschreven die door veel kinderen worden gewaardeerd en niet door recensenten zijn neergesabeld, en heeft meermalen al het belang van goed leesonderwijs, schoolbibliotheken en kinderboeken met verve verdedigd. Zie bijvoorbeeld in Leesgoed 2010-2 zijn artikel '‘Dus jij wilt mij dwíngen om te lezen!'. Betere keuze hadden ze volgens mij niet kunnen maken.
Intussen is het betitelen van ambassadeurs populair geworden in Nederlandse leesbevorderingskringen, want er zijn in het kader van het Jaar van het Voorlezen ook voorleesambassadeurs benoemd: Gerda Havertong, Ruben Nicolai en Merel Westrik. Hopelijk trekken de ambassadeurs in goede samenwerking op.
Het Jaar van het Voorlezen! Ja, want 'De Nationale Voorleesdagen werden dit jaar voor de tiende keer gevierd, Stichting Lezen bestaat 25 jaar, De Nationale Voorleeswedstrijd 20 jaar en BoekStart wordt 5 jaar. Aanleiding genoeg om 2013 uit te roepen tot Jaar van het Voorlezen.'
En dat wordt georganiseerd door 'de Leescoalitie, een samenwerkingsverband tussen Stichting Lezen, Stichting CPNB, Stichting Lezen & Schrijven en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken'.
Er was een onderzoek aan voorafgegaan waaruit bleek dat '51% van de Nederlanders voorleest. Vier op de tien niet-voorlezers geeft aan voorlezen wel leuk te vinden en driekwart van de niet-voorlezers is zich zelfs bewust van de voordelen van voorlezen.'
Het instituut kinderboekambassadeur is vooral geënt op het Britse voorbeeld van de Children's Laureate (op dit moment Julia Donaldson). In Vlaanderen was er enige tijd een vergelijkbare Kinderconsul (Gerda Dendooven), op instigatie van de Vlaamse Stichting Lezen. Er wordt sinds 2008 weinig meer van vernomen. In de VS kent men sinds 2008 een National Ambassador for Young People's Literature (sinds 2012 Walter Dean Myers).
Ik ben natuurlijk benieuwd wat we verder nog gaan horen van de Nederlandse kinderboekambassadeur.
NB 9-4. Zijn eerste daad was een ingezonden brief in Trouw, met een pleidooi om meer met kinderboeken te doen aan de opleidingen tot leerkracht basisonderwijs.
Aldus Stichting Lezen, die met de CPNB en het Nederlands Letterenfonds initiatiefnemer is. Met jeugdboek bedoelt het persbericht vermoedelijk boeken bestemd voor 12+. Of 14+. Of jonge lezers van wie de geslachtshormonen beginnen op te spelen. De tautologie wordt niet toegelicht. Jacques Vriens, de eerste ambassadeur, trok er zich weinig van aan en zei bij zijn benoeming op 19 maart (o.a.): 'je doet kinderen tekort door ze geen leeservaring te laten opdoen'.
Of zo'n instituut enige indruk kan maken, hangt erg af van de gekozen persoon en het beschikbare budget. Van het laatste weet ik niets, maar met het eerste zit het goed: Jacques Vriens lijkt mij bij uitstek geschikt om als eerste ambassadeur op te treden. Hij is goed gebekt, heeft ervaring als schoolmeester en theatermaker, heeft kinderboeken geschreven die door veel kinderen worden gewaardeerd en niet door recensenten zijn neergesabeld, en heeft meermalen al het belang van goed leesonderwijs, schoolbibliotheken en kinderboeken met verve verdedigd. Zie bijvoorbeeld in Leesgoed 2010-2 zijn artikel '‘Dus jij wilt mij dwíngen om te lezen!'. Betere keuze hadden ze volgens mij niet kunnen maken.
Intussen is het betitelen van ambassadeurs populair geworden in Nederlandse leesbevorderingskringen, want er zijn in het kader van het Jaar van het Voorlezen ook voorleesambassadeurs benoemd: Gerda Havertong, Ruben Nicolai en Merel Westrik. Hopelijk trekken de ambassadeurs in goede samenwerking op.
Het Jaar van het Voorlezen! Ja, want 'De Nationale Voorleesdagen werden dit jaar voor de tiende keer gevierd, Stichting Lezen bestaat 25 jaar, De Nationale Voorleeswedstrijd 20 jaar en BoekStart wordt 5 jaar. Aanleiding genoeg om 2013 uit te roepen tot Jaar van het Voorlezen.'
En dat wordt georganiseerd door 'de Leescoalitie, een samenwerkingsverband tussen Stichting Lezen, Stichting CPNB, Stichting Lezen & Schrijven en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken'.
Er was een onderzoek aan voorafgegaan waaruit bleek dat '51% van de Nederlanders voorleest. Vier op de tien niet-voorlezers geeft aan voorlezen wel leuk te vinden en driekwart van de niet-voorlezers is zich zelfs bewust van de voordelen van voorlezen.'
Het instituut kinderboekambassadeur is vooral geënt op het Britse voorbeeld van de Children's Laureate (op dit moment Julia Donaldson). In Vlaanderen was er enige tijd een vergelijkbare Kinderconsul (Gerda Dendooven), op instigatie van de Vlaamse Stichting Lezen. Er wordt sinds 2008 weinig meer van vernomen. In de VS kent men sinds 2008 een National Ambassador for Young People's Literature (sinds 2012 Walter Dean Myers).
Ik ben natuurlijk benieuwd wat we verder nog gaan horen van de Nederlandse kinderboekambassadeur.
NB 9-4. Zijn eerste daad was een ingezonden brief in Trouw, met een pleidooi om meer met kinderboeken te doen aan de opleidingen tot leerkracht basisonderwijs.