Zoeken in deze blog

woensdag 23 januari 2013

Poëzie: ook gezongen

Al eerder heb ik er in dit blog aandacht aan besteed: poëzie kan ook worden gezongen! Of, omgekeerd: liederen zijn ook poëzie. (Niet altijd even geslaagd, maar dat is een ander chapiter - en een kwestie van smaak.) Zie o.a. hier, hier en hier. Luister bijvoorbeeld eens naar Maite Maria, het lied van Koos Meinderts en Thijs Borsten dat in 2012 de Willem Wilminkprijs won. Op die Youtube-pagina gezongen door Leine en Jeroen Zijlstra.

Hoezo teloorgang literatuuronderwijs, Coen Peppelenbos? Hoezo met verlangen terugkijken naar een foto uit 1935 waarop enkele in kostuum gestoken kostschooljongens een prijs krijgen bestaand uit boeken en dan jammeren over de huidige 'ontlezing'?
De letteren knetteren nog steeds - maar je moet ze niet alleen lezen, maar ook horen. Kennen je leerlingen Slauerhoff niet? Laat ze eens luisteren naar Hoed en de Rand. Of (docenten in Friesland opgelet) naar een lied van de cd Sielesâlt van Nynke Laverman.
Durf het aan om een gezongen reis door de literatuur te maken, vanaf de Beowulf (zie hier Benjamin Bagby), het Egidiuslied,  de MinnesängerEylaes, ic arm allendich wijfAlle mijn gepeys doet mi so wee (van het onvolprezen Camerata Trajectina, met o.a. De Triomferende Min), Mijn hert altijt heeft verlanghen en Het daghet in het oosten (voordracht),
via Een oud bestevaertje van Bredero, Joost van den Vondels Rey van Burghzaten, Hoofts Granida (zie ook hier en hier, 'Vaert wel Scepters, vaert wel') en liederen van Huygens (zie ook hier voor compilatie van Middeleeuwen en Renaissance en later),
via de bekende Pruimeboom van Hiëronymus van Alphen (hier een voordracht en hier wat spot van Toon Hermans), De tuinman en de dood (voordracht, en hier een grappige Playmobilverfilming) en Denkend aan Holland van Marsman, Textielstad voorgedragen en De meisjes uit vervlogen dagen gezongen door Willem Wilmink,
via Under Milk Wood, Over water en Tref mij van Jeroen Zijlstra, Red me niet van Maarten van Roozendaal en allerlei andere prachtigheden en voor mijn part ook een flinke shot popsongs tot Maite Maria., zie boven en Elfhonderd meter of Het bos was tachtig van Joke van Leeuwen, die net de Constantijn Huygensprijs heeft ontvangen en ooit voor omroep Klara behartenswaardige woorden sprak over poëzie. ('Nutteloos? Misschien, maar niet zinloos, dat is toch wat anders.')
Amsterdamse docenten, start een literaire reis door Amsterdam door te beginnen met Jeroen Zijlstra's fraaie De pont naar Noord. Enzovoort, er valt zoveel te verzinnen. Dit was zomaar een greep, er is veel meer en vast ook beter. Een beetje docent zoekt door waar ik stopte, en past zijn programma aan met het oog op zijn publiek. (In een klas vol stoere oorringetjesbinken en giechelmeiden die alles afwijst dat niet klinkt naar commerciële jammerpop, moet je misschien niet beginnen met de Beowulf...)


Het stemt me dan ook tevreden dat de lesbrieven uitgegeven in het kader van komende gedichtendag (31 januari) vol muziek zitten. Logisch, want 'Het thema voor Gedichtendag 2013 is: MUZIEK'.
'Poëzie en muziek zijn altijd al nauw met elkaar verbonden geweest. Al in de klassieke oudheid werden gedichten met instrumenten begeleid. En nog steeds maken zowel de dichter als de muzikant dankbaar gebruik van harmonische klankkleuren, meerstemmige melodieën, opzwepende ritmes en verrassende contrapunten in strofes en refreinen om hun verhaal te vertellen. '
Laat vooral de gemiddelde docent literatuuronderwijs zich dit in de oren knopen. En niet vies kijken omdat de lesbrief voortgezet onderwijs begint met een lied van Guus Meeuwis:


Je vraagt of ik zin heb in een sigaret.
Het is twee uur ‘s nachts, we liggen op bed,
in een hotel in een stad, waar niemand ons hoort,
waar niemand ons kent en niemand ons stoort.


Want even verderop volgt al Joseph Brodsky:


Van de tentamenlast bevrijd, had zij
voor zaterdag een vriendje uitgenodigd;
‘t was avond, en op tafel stond in ‘t kaarslicht
de stevig dichtgekurkte rode wijn.


Voor de betere desillusie: lees de rest.

De lesbrieven zijn er voor het basisonderwijs (met o.a. goud van oud van Willem Wilmink en Annie M.G. Schmidt) en het voortgezet onderwijs (of, in Vlaanderen, het secundair onderwijs).

PS. nagekomen: zie hier voor een voordracht van Egidius, waar bestu bleven door Ramsey Nasr, met een onverwacht decor.
PS2. Docenten basisonderwijs, kijk ook eens bij Booxalive, 'de eerste (literaire) kinderverhalen [voorlees]site in Nederland', een initiatief van Magda van Tilburg.
PS3. Door dat liedje van Leine aan te klikken kwam ik bij Bibian Harmsen - en was even behoorlijk van mijn stuk.
PS4, d.d. 4-2. Prijzenswaardig initiatief van Trouw om dichtbundels cadeau te gaan geven. In het licht van het voorgaande zouden er eigenlijk ook liedbundels bij moeten zitten, of een cd met voorgedragen dan wel gezongen teksten. Wat ik al betoogde: het is een beetje ouderwets om alleen díe teksten poëzie te noemen die staan afgedrukt met veel wit eromheen.
PS5, d.d. 5-3-2013. In Levende Talen Magazine een artikel door Maurice Dumont, 'Sterrenstof: hoe popliedjes je lessen Nederlands kunnen verrijken'. Behartenswaardig.

dinsdag 22 januari 2013

18th Conference on Reading in Zweden

In het spoor van voorgaand bericht nóg een conferentie die wellicht niet alle nieuwssites haalt. In Jonköping, Zweden, vindt deze zomer de 18e Conference on Reading plaats.
De conferentie heeft 'New Challenges - New Literacies' als thema en wordt georganiseerd door:

SCIRA (Swedish Council of International Reading Association)
in samenwerking met
School of Education and Communication, Jönköping University
IDEC (International Reading Association's International Development in Europe Committee)
and FELA (Federation of European Literacy Associations).



Een programma is er nog niet, wel een oproep voor bijdragen (call for proposals).
Zie hier voor een enthousiast verslag van de voorgaande conferentie, die in 2011 in Mons plaatsvond. En zie hier (bij IDEC) voor een overzicht van alle voorgaande conferenties.
Ik heb zelf die van Berlijn (1989), Edinburgh (1991), Malmö (1993), Budapest (1995) en Stavanger (1999) bijgewoond en vond het zonder uitzondering boeiende bijeenkomsten, getuige de verslagen die in Leesgoed verschenen.

Die International Reading Association (zie ook hier en hier in dit blog) heeft ook een Nederlandse afdeling: RAiN. Die bevindt zich echter in Doornroosje-achtige staat: er zijn geen leden meer en slechts twee min of meer actieve bestuursleden: uw blogger doet de laatste penningen, de voorzitter (Jeroen Clemens) is in IDEC actief, o.a. als webmaster. Er worden pogingen ondernomen om Doornroosje te wekken.
Er zijn wél meer leden van de International Reading Association in Nederland en Vlaanderen, maar die zijn allen (net als Jeroen en ik) rechtstreeks lid, al dan niet gecombineerd met een abonnement op een van de periodieken van de IRA, zoals bv. Reading Research Quarterly en The Reading Teacher.

De International Reading Association noemt zich internationaal, maar is in praktijk vooral Angelsaksisch of zelfs rondweg Amerikaans en zolang 90 % van de leden in de VS woont zal dat wel zo blijven, vooral ook doordat het bestuur rechtstreeks wordt gekozen. Niettemin is er een actief internationaal beleid.
De International Reading Association heeft vanouds veel aandacht voor de rol van (kinder)boeken in het leesonderwijs. Het hoofdkantoor van de IRA in Newark, Delaware, bood van 1985 tot 2008 onderdak aan de United States Board on Books for Young people (USBBY), de Amerikaanse afdeling van de International Board on Books for Young people (IBBY). (De USBBY is nu gevestigd in het Center for Teaching through Children's Books in Skokie, Illinois.)

maandag 21 januari 2013

Hervertaling van jeugdliteratuur

Ofschoon ik het melden van nieuws over jeugdliteratuur liefst overlaat aan de ijverige beheerders van Leesplein, Kjoek en Villa Kakelbont, en dat over literatuur in het algemeen aan Literair Nederland en Tzum, kan ik het soms toch niet laten. Beschouw het maar als aanvulling.
Sinds jaar en dag stuurt het Centre de Recherche et d'Information sur la Littérature pour la Jeunesse (CRILJ) in Orléans mij zijn nieuwsbrief toe.
Daaruit licht ik de mededeling dat er op 7-9 februari een internationale conferentie plaatsvindt aan de universiteit van Rouen, georganiseerd door het cultureel onderzoekscentrum van die universiteit (ERIAC), met steun van het Institut Charles Perrault.
Ik leid uit het programma af dat de conferentie tweetalig is: Engels en Frans.
Veel sprekers uit Frankrijk, maar ook uit Brazilië, Engeland, Egypte, Finland, Italië, Polen, Roemenië, Turkije, Zuid-Afrika, Zweden - en uit België, te weten Jan van Coillie, met de lezing 'Nibble, nibble like a mouse/Who is nibbling at the source text’s house: Retranslating Fairy Tales'. Jan van Coillie is o.a. oud-redactiegenoot van Leesgoed.
(De website van dit mooie tijdschrift, dat per 2013 niet meer verschijnt, zie ook hier, wordt tot de laatste snik bijgehouden, heel goed Richard. Let op, men doet oude nummers van Leesgoed in de verkoop!)

Het programma:


La retraduction en littérature de jeunesse / Retranslating Children’s Literature

Colloque international

les jeudi 7, vendredi 8 et samedi 9 février 2013

Maison de l’Université, Université de Rouen, France

organisé par l’ERIAC, avec le soutien de l’Institut International Charles Perrault

International Conference

Thursday,7th, Friday, 8th and Saturday 9th, February, 2013

 Maison de l’Université, University of Rouen, France.

Organized by ERIAC, with the support of Institut International Charles Perrault


Jeudi 7 février / Thursday, February 7th   

(Présidence de séance/Chair : Florence Cabaret, Université de Rouen)

. 13:30 : Accueil/Welcome

. 13:50 : Ouverture/Opening words  
par Miguel Olmos et Marc Martinez, directeurs de l’ERIAC

. 14:00 : Introduction
par Florence Cabaret, Université de Rouen

. 14:15     
Changing Views of Children and Children’s Literature: A Case Study of Historical Comparisons of Re-Translations of Children’s Literature from English to Swedish with BJ Epstein, University of East Anglia

. 14:40    
Retranslation in Afrikaans Children’s Literature  
with Marietjie Fouché, Université de Stellenbosch, Afrique du Sud

. 15:05 : Discussion

. 15:20 : Pause/Coffee break

. 15:35     
Du relief de l’étrangeté à sa signalisation : deux parcours possibles dans The Jungle  Book de Rudyard Kipling en français pour le jeune lecteur contemporain  
par Françoise Thau-Baret, Université de Paris – Est Créteil Val de Marne

. 16:00     
Comment on retraduisit les Just So Stories de Rudyard Kipling : étude comparative  
par Audrey Coussy, Université de Paris III – Sorbonne Nouvelle

. 16:25     
The Lion, the Witch and the Wardrobe : un roman pour trois générations d’enfants  
with Paola Artero, Université de Montpellier III

. 16:50 : Discussion

Vendredi 8 février / Friday, February 8th

Matin/Morning  

(Présidence de séance/Chair : Catherine Delesse, Université de Nancy)

. 9:00 : Accueil/Welcome

. 9:30        
Nibble, nibble like a mouse/Who is nibbling at the source text’s house: Retranslating Fairy Tales  
with Jan Van Coillie, University of Leuven Association, Belgium

                                                                                                                      …/…
                …/…


. 9:55        
La littérature d’enfance et de jeunesse et la retraduction entre quête de légitimation                 et adéquation au(x) destinataire(s) : le cas des (re)traductions des contes de Perrault             en italien
par Roberta Pederzoli, Université de Bologne, Italie

. 10:20     
La retraduction des contes français en roumain et leur changement de statut –
par Muguraş Constantinescu, Université Ştefan cel Mare, Roumanie

. 10:45 : Discussion

. 11:00 : Pause/Coffee break

. 11:15     
Tove Jansson’s picturebooks : A Story about Direct and Indirect Translation                    with Chiara GallettiUniversity of Tampere, Finland

. 11:40     
Rétrographisme. Les albums retraduits sont-ils formellement réactionnaires ? 
par Loïc Boyer, graphiste indépendant et directeur de collection chez Didier Jeunesse

. 12:05 : Discussion

. 12:20 : Déjeuner/Lunch

Après-midi/Afternoon  

(Présidence de séance/Chair : Rose-May Pham Dinh, Université Paris XIII-Nord)

. 14:00    
Tomi Ungerer : la traduction palimpseste  
par Anne Schneider, IUFM de Strasbourg, et Thérèse Willer, Conservatrice du Musée Tomi Ungerer, Strasbourg

. 14:35     
The Swedish Translations of Alice in Wonderland  
with Björn Sundmark, Malmö University, Sweden

. 15:00     
A Strange Case of Kubuś Puchatek and Fredzia Phi-Phi: The Polish Translations of Milne’s Winnie-the-Pooh 
with Monika Woźniak, University La Sapienza, Italy

. 15:25 : Discussion

. 15:40 : Pause/Coffee break

. 15:55  
Retraduire Little Women de Louisa May Alcott (1832-1888) : la reconnaissance d’un grand roman américain ? 
par Anne-Laure François,  Université Paris Ouest Nanterre La Défense

. 16:20 :
Retraduire Le Petit prince en arabe
par Sahar Samir Youssef, Université Al Azhar du Caire, Égypte

. 16:45 : Discussion

Samedi 9 février / Saturday, February 9th

Matin/Morning  

(Présidence de séance/Chair : Monique Chassagnol, Paris Ouest Nanterre La Défense)

. 9:00 : Accueil/Welcome

. 9:30        
US and THEM : Fragmenting Discourse in Islamic Retranslations of Children’s Classics with Neslihan Kansu-Yetkiner, Izmir University of Economics, Turkey


                                                                                                    …/...                                                                                                
            .../...

. 9:55        
Retraductions polonaises de la littérature de jeunesse française dans les années 1918-2012 : quoi, quand et pourquoi ?  
par Natalia Paprocka, Université de Wrocław, Pologne

. 10:20 :
Anne of Green Gables – Towards the Ideal or Mass Production of Translations ?
with Anna Derelkowska-Misiuna, University of Warsaw, Poland

. 10:45 : Discussion

. 11:00 : Pause/Coffee break

. 11:15 :
Faut-il retraduire Le Seigneur des Anneaux de Tolkien ?
par Joachim Zemmour, Université de Bordeaux III

. 11:40
“And they lived horribly ever after” – Translating, Rewriting and Retranslating the Story of Shrek  
with Stefania Gandin, University of Sassari, Italy

. 12:05 : Discussion

. 12:20 : Déjeuner/Lunch
 
Après-midi/Afternoon  

(Présidence de séance/Chair : Virginie Douglas, Université de Rouen)

. 14:00     
La retraduction : miroir magique, boîte catoptrique ou kaléidoscope. Poil de Carotte et               les sept versions roumaines 
par Daniela Hăisan, Université Ştefan cel Mare, Roumanie

. 14:25     
Sans famille en roumain : retraductions et rééditions
par Raluca-Nicoleta Balatchi, Université Ştefan cel Mare, Roumanie

. 14:50 : Discussion

. 15:05 : Pause/Coffee break

. 15:20     
Traduire et retraduire Cuore 
par Mariella Colin, Université de Caen

. 15:45     
Machado de Assis retraduit pour les enfants
par Emilie Audigier, Universidade Federal de Santa Catarina, Brésil

. 16:10 : Discussion

. 16:25 : Conclusion  
par Virginie Douglas, Université de Rouen




Télécharger le formulaire d’inscription à cette adresse

avant le 28 janvier 2013.

contacts


ou

woensdag 16 januari 2013

Leven van Mohammed

Het Franse satyrische weekblad Charlie Hebdo heeft iets met de Islam. Ik citeer de handige samenvatting in Wikipedia:
In 2006 was Charlie Hebdo een van de tijdschriften in Europa die de spotprenten op Mohammed, die in het Deense Jyllands-Posten controverse hadden uitgelokt, opnieuw publiceerden. Jacques Chirac veroordeelde deze actie als „manifeste provocatie“. Op 1 maart 2006 werd, als reactie op de agitatie in de moslimlanden, het Manifest van de twaalf gepubliceerd. Op de daaropvolgende 15de maart organiseerde het Franse Ministerie van Cultuur een speciale zitting waarop verschillende karikaturisten van Charlie Hebdo gefeliciteerd werden als verdedigers van de persvrijheid en de democratie.
De Moskee van Parijs, de Union des organisations Islamiques en France en de Islamitische Wereldliga spanden, naar aanleiding van de publicatie van de desbetreffende spotprenten, een proces tegen Charlie Hebdo aan. Op 7 en 8 februari 2007 oordeelde het Hooggerechtshof van Parijs echter dat een veroordeling ongegrond was.
In de nacht van 2 november 2011 werd op de kantoren van het blad een aanslag met een Molotovcocktail uitgevoerd. Dit zou verband houden met de eenmalige uitgave van een editie genaamd 'Charia Hebdo', waarvan Mohammed gastredacteur zou zijn.  '

En onlangs bracht het blad het eerste deel uit van La vie de Mahomet, 'les débuts d'un prophète'. Dat ging niet onopgemerkt, ook Nederlandse en Vlaamse kranten maakten er een bericht van en o.a. de Volkskrant interviewde de hoofdredacteur.
En het blad meldt zelf: ' Avant même la sortie en kiosque de La Vie de Mahomet, le ministère iranien des Affaires étrangères déclarait:«Nous condamnons toute injure à caractère religieux […] et nous exigeons que des actions en justice contre les caricaturistes soient introduites.»  Pas de manifestations ou d’appels au meurtre plus ou moins déguisés, seul le recours à la justice est invoqué. Il y a du progrès. ' Ofwel: nog voordat het nummer in de handel was verklaarde het Iraanse ministerie van buitenlandse zaken al dat het iedere belediging van religieuze aard veroodeelt en dat het eist dat er juridische actie zou worden ondernomen.

Ik kocht het blad op 2 januari in een kiosk in Parijs. de verkoper lachte een beetje en haalde het vanonder de toonbank vandaan.
Volgens de makers, Zineb El Rhazoui en Stéphane Charbonnier, hebben zij zich gebaseerd op islamitische bronnen. Er wordt in het verhaal dan ook verwezen naar noten, 90 in totaal, achterin het album, van Sayyed Mahmoud al-Qimnî tot Abû at-Tâhir ad-Dîn Muhammad ibn Yâacûb ibn Muhammad ibn Ibrâhîm ach-Chîrâzî al-Fîrûzâbâdî. In het voorwoord legt Zineb uit dat ze deze bronnen zorgvuldig hebben gehanteerd. Blijft staan dat de profeet wel is afgebeeld... Waarom?
'Parce que Charlie, journal de dessinateurs, a pour vocation, pour devoir, de dessiner, et se réserve le droit de caricaturer qui l'inspire. Toutefois, cet ouvrage n'est pas non plus une suite d'anecdotes nées de l'imagination profane d'un dessinateur impie. Ici, Muhammad n'est pas représenté, il n'est pas caricaturé. Son personnage, de petit bonhomme jaune de Charb, est un métaphore.' Ofwel: omdat Charlie een blad is van tekenaars en zich het recht voorbehoudt om van alles dat inspireert een karikatuur te maken. Dit werk echter is geen reeks anekdotes verzonnen door een onheilige profane tekenaar. Hier wordt Mohammed niet afgebeeld noch gekarikaturiseerd. Zijn personnage, het gele mannetje van Charb, is een metafoor.'
Wat een vondst... een afbeelding als metafoor. Zouden we er in Teheran of Caïro echt van onder de indruk zijn?

Enfin, het verhaal verloopt chronologisch, vanaf oude gewoontes rond de Kaâba tot diezelfde Kaâba maar nu veertig jaar later, als Mohammed bel et bien is erkend als boodschapper van God. Zijn jeugd zit vol wonderen. Zo kwam hij eens bij de rivier een tweetal in het wit geklede heren tegen, de een met een zilveren kruis, de ander met een kostbare schaal met ijs. Die namen hem mee naar de top van de heuvel, sneden hem open en haalden een zwarte vlek uit zijn lijf.

Ze gooiden die weg en zeiden: wij verlossen je van haat en jaloezie. En daarna wasten ze zijn hart met het ijs. Hij voelde geen enkele pijn. Het waren de aartsengelen Gabriel en Michaël. Bron volgens de voetnoot: Alî ibn Burhân ad-Dîn al-Halabî, As-Sira al-Halabiya.

Het is maar een van vele wonderlijke zaken die hem overkomen. Een andere is het wolkje dat hem op hete dagen beschermt tegen de zon.

Aan het eind van het verhaal hoort hij steeds stemmen. Die jagen hem angst aan. Hij gaat te rade bij ene Waraqa ibn Nawfal en die zegt: blijf luisteren en vertel me wat de stemmen zeggen. Om dat goed te doen gaat Mohammed (pardon, zijn metafoor) naar de grot van Hirâa en daar verschijnt aan hem een engel (volgens voetnoot 87 de engel Gabriel ofwel Jibrîl).

Bang keerde Mohammed zijn gezicht af, maar waarheen hij zijn blik ook keerde, de engel bleef in zicht. En zegt: 'Mohammed, je bent door God gezonden naar deze gemeenschap. Je moet de mensen en geesten oproepen om te erkennen dat er geen andere God is dan Allah.' En geeft hem een kostbaar perkament, waarop Mohammed zegt: 'Ik kan niet lezen.' Maar dat is voor de engel geen probleem of hij hoort het niet.
Thuis heeft hij nog wel wat zetjes nodig om zijn nieuwe taak te aanvaarden en het eerste wat-ie doet is een rondje om de Kâaba lopen, op de laatste pagina.

C'est le ton qui fait la musique en die toon zit 'm vooral in de tekeningen. Want met een heel andere tekenstijl zou het verhaal waarachtig nog iets serieus kunnen hebben. De tekst is tamelijk zakelijk en laat vele tekenstijlen toe. (Wat zou Hans Kresse ervan gemaakt hebben?)
Neem nu pagina 41, een episode uit het hoofdstuk 'Les guerres sacrilèges' (de ontheiligende oorlogen):

Tekst:
Un dénommé Badr ibn Mâachar y tenait salon. 'Je suis le plus noble des Arabes, que celui qui se prétend plus élevé s'en prenne à moi.'
Il n'eut pas fini sa phrase qu'un homme jaillit de la foule et lui trancha la jambe.
Le deuzième fijâr éclata également au souk Okadh en jeune de la tribu des Banû Kinâna fit de lourdes avances aà une commerçante...
... et insista pour qu'elle otât son voile...
... ce qu'elle refusa.
Il passa alors derrière son dos et accrocha discrètement son voile avec une épingle.
Lorsqu'elle se leva, elle provoqua les moqueries de la foule.
Humiliée, elle appela 1a la rescousse sa faction tribale des Banû Âamir, qui entrèrent en guerre contre les Banû Kinâna.
(Ofwel, min of meer vrij vertaald: Een man genaamd Badr ibn Mâachar had er een salon. 'Ik ben de edelste der Arabieren, laat wie zich hoger acht mij aanvallen.'
Hij had zijn zin nog niet af of een man sprong uit de menigte en hakte zijn been af.
Het tweede incident vond plaats op de markt van Okadh. Een jongeman uit de stam Banû Kinâna maakte een handelaarster met aandrang het hof  ...
... en drong erop aan dat ze haar sluier zou afdoen ...
... ze weigerde.
Vervolgens maakte hij achter haar rug stiekem haar sluier vast met een speld.
Toen ze opstond, kreeg ze de spot van de menigte over zich heen.
Vernederd riep ze de stam Banû Âamir ten hulp, en die verklaarde de oorlog aan de Banû Kinâna.)

Beeld:



Niet alleen voegt de tekenaar hier het een en ander toe dat niet in de tekst staat, maar het zijn vooral zijn poppetjes. Tja, het verhaal zou dan niet karikaturaal bedoeld zijn (tongue in cheek), maar hier wordt zodanig overdreven dat je toch zeker wel van karikaturen mag spreken.
Voeg hieraan toe de laconieke manier waarop de wonderen worden opgedist, de trivialiteiten hier en daar en  het resultaat is in ieder geval niet dat je na afloop denkt: wát een voorbeeldige figuur, die Mohammed, pardon, die metafoor voor Mohammed.
De spot zit hem in de tekenstijl. Dat maakt het voor fundamentalistische gelovigen nog heel lastig om gegronde bezwaren te maken, want feitelijk wordt de profeet nergens beledigd.
Maar ja, hij blijft wel een klein geel poppetje met hangwangen... net als alle figuren in dit verhaal.
Dat zó ter wereld komt:

Eerbiedwaardig? Hm. Al heeft-ie toch maar mooi die bijzondere vlek op zijn schouder, door Charb meteen van enkele stevige haren voorzien. En zijn komst blijft niet onopgemerkt:


Een bliksemstraal die de hele wereld verlicht!

Vooralsnog zijn de kantoren van Charlie Hebdo deze keer niet bestormd. Tenzij me berichten ontgaan (wat heel goed kan), blijft het in Islam-geörienteerde kringen vooral stil.

maandag 14 januari 2013

Van Grimm tot Grumpy

In Leesgoed 2012-5, dat op 12 januari 2013 in de brievenbus lag, een artikel door Vanessa Joosen over Sneeuwwitje volgens Disney. Dat de filmbewerking van het Disney-bedrijf een grote invloed had op zowel volgende bewerkers als het publiek was al bekend en het is goed dat weer eens beschreven te hebben. Aardig om te weten dat er ook vóór Disney bewerkingen waren met soortgelijke trekjes. Vanessa wijst bijvoorbeeld op de illustraties in de uitgave van A.W. Sijthoff in 1907, waarin Sneeuwwitje een van de dwergen knuffelt zoals een moeder dat zou doen.


De Disney-bewerking viel bij de meeste sprookjesexpers en recensenten niet in goede aarde. Het bedrijf maakte er een ander verhaal van dan dat van de gebroeders Grimm. De dwergen zouden volgens Jack Zipes zelfs 'symbool staan voor het arbeidsethos en de behoudende waarden die Disney wilde promoten in de nasleep van de Amerikaanse depressie', aldus Vanessa Joosen.



Vanessa Joosen heeft er een boek over geschreven: Wit als sneeuw, zwart als inkt: de sprookjes van Grimm in de Nederlandstalige literatuur (Lannoo Campus, 2012).

Genoeg reden kennelijk om haar ook nog eens te interviewen. In dat interview (door Karin Kustermans) wijst Vanessa Joosen er andermaal op dat de versie van de gebroeders Grimm ook een bewerking was. Sprookjes zijn zo oud dat we niet meer kunnen achterhalen wat ooit de 'oorspronkelijke' versie was. We moeten het doen met de eerste schriftelijke weergaven.
De beste Nederlandstalige Grimm-bundel is volgens haar de uitgave door Lemniscaat in 2005, haar favoriete bewerking die van Wim Hofman, Zwart als inkt is het verhaal van Sneeuwwitje en de zeven dwergen (Querido, 1997).

Karin Kustermans tekende ook voor het interview met vertaalster Annelies Jorna. Over vertalen, natuurlijk, de 'diepste en nauwkeurigste vorm van lezen'.
Nog een citaat:
'In onze beroepsgroep is het pijnlijk merkbaar dat uitgeverijen minder buitenlandse boeken aankopen. Dat heeft te maken met marktwerking en commercie. De vertaalrechten zijn duur, zodat er meer gegokt wordt op auteurs en boeken die in het buitenland ook goed verkopen. Hypes zijn commercieel nog interessanter voor uitgeverijen. Als een boek hier niet binnen een paar maanden een verkoopsucces blijkt te zijn, verdwijnt het min of meer geruisloos. Hoe goed een buitenlandse auteur ook is, zijn of haar werk wordt dan niet meer zo gemakkelijk het voordeel van de twijfel gegund. Boeken gaan nu ook veel sneller de ramsj in, of een deel van de voorraad wordt vernietigd.'

Verder nog in dit nummer een wat lang uitgevallen recensie van Wie klopt daar? van Bart Moeyaert en Gerda Dendooven, na een intro waarin wat meer Sinterklaasboeken worden genoemd. Dit artikel door An Stessens kwam ruimschoots te laat. Een teken dat de redactie toch wel had gepland om het nummer vóór december 2012 te doen verschijnen...
En Kathy Mathys geeft onder de kop 'Van woord tot flikkering op het doek' een bespreking van een tiental filmbewerkingen van kinderboeken.
Daarnaast natuurlijk de recensies en de tips van Boekidee, en de twee pagina's 'In beeld', deze keer van Marit Törnqvist, Groter dan een droom, een prachtige plaat, waarvan hieronder een detail:



In het colofon ín kader de 'belangrijke mededeling': 'uitgever NBD Biblion heeft het besluit genomen met Leesgoed, inclusief de bijbehorende website aan het einde van de 39e jaargang te stoppen; Leesgoed 2012-5 is het een-na-laatste nummer'.
Hoofdredacteur Karin Kustermans besteedt er in haar redactioneel geen woord aan. Dat komt wellicht in het laatste nummer.
Zie hierover in dit blog ook hier (d.d. 28-9) en hier (15-12). Ik geef argumenten voor een doorstart. Heb aangegeven dat ik als oud-hoofdredacteur daarin energie zou willen steken. Maar ik ga niet in mijn eentje op weg. En ik zou het blad ook niet in zijn huidige vorm willen voortzetten.

De vijf beste boeken

Nee, niet mijn lijstje. En ik heb deze jaarwisseling ook nagelaten de lijstjes van anderen bijeen te garen. Dat hebben anderen al gedaan. Zie o.a. Kjoek's lijstje jeugdliteratuur 2012, met o.a. de oudste debutante jeugdliteratuur in de periode 2000-2012 (zie ook LZL 89), Jacqueline Maarssen, 83 jaar.

Maar ik kan het niet nalaten om te wijzen op de lijstjes van de vijftien- tot achttienjarigen zoals gepubliceerd op het weblog van De Wereld van de Nederlandse Taal (DWVDNT): Sophie, Hanna, Laura, Janine en Anna. Meisjes ja, uiteraard... Een interessante mix van titels uitgebracht voor 'volwassenen' of 'jeugd', of ertussenin.

zondag 13 januari 2013

Debutanten in jeugdliteratuur

Begin januari 2013 lag Literatuur zonder leeftijd 89 (winter 2012) in de brievenbus. De 89e editie van een tijdschrift-in-boekvorm dat ik zelf een tijdje mocht uitgeven. De redactie (Toin Duijx, Karen Ghonem-Woets, Vanessa Joosen, Helma van Lierop-Debrauwer, Sanne Parlevliet en hoofdred. Bea Ros) hoopt ons 'in 2013 weer te begroeten'. Ik neem aan dat dit betekent dat we met nummer 89 niet de laatste editie in handen hebben. Knap werk, om met zo'n 500 abonnees overeind te blijven. Veel liefdewerk, en bijdragen zonder honorarium.


Deze editie, 164 pagina's dik, opent met een 'eerste verkenning' door Wilma van der Pennen van 'debutanten 2000-2012', in feite overigens 2001 t/m 2012, twaalf jaar. En hoewel het tijdschrift Literatuur zonder leeftijd heet gaat het hier over debutanten jeugdliteratuur. Om dat te snappen moet je de geschiedenis van dit periodiek kennen en ermee instemmen dat jeugdliteratuur ook literatuur is en in principe voor iedereen die kan lezen of luisteren. Vanzelfsprekend voor het kleine wereldje van de jeugdliteratuurexperts, maar niet daarbuiten.

Wie zijn die debutanten? Wilma van der Pennen selecteerde er 400, uit binnen- en buitenland. Opmerkelijk: in de onderzochte periode nam het aantal buitenlandse debuten toe in verhouding tot het aantal oorspronkelijk Nederlandstalige debuten. En bij die oorspronkelijk Nederlandstalige debuten (228) vond de afname hoofdzakelijk plaats in Nederland, het aantal Vlaamse debuten per jaar bleef min of meer schommelen tussen 3 en 6 per jaar. Overigens zijn die buitenlandse (vertaalde) debutanten dat alleen in het Nederlandstalig gebied: of de betreffende titel ook hun eerste werk was, daarnaar is niet gekeken. En ze komen grotendeels uit Engelstalige gebieden.
Wilma telde per jaar, per uitgeverij, geboortejaren (158 blijken geboren tussen 1960 en 1969), per 'doelgroep' (246 voor 9-15 jaar), genres (211 'realistische verhalen'), pikte er 16 'BN-ers' uit, en keek hoeveel er in de prijzen vielen (74). Namen vallen, afgezien van het rijtje BN-ers, te hooi en te gras, vooral onder 'leeftijd debutanten'. Peter Verhelst wordt als debutant opgevoerd, hoewel die in 1987 debuteerde met de dichtbundel Obsidiaan, en dat geldt voor meer auteurs. In weerwil van de tijdschrifttitel ben je dus toch een debutant als je je eerste kinderboek uitbrengt. Aardig is dat ze wijst op zeer jonge debutanten: Renske Derkx, Milou van der Horst, Maren Stoffels e.a.

Voor meer namen moeten we zijn bij Jaap Friso, van Jaapleest. Hij bespreekt diverse debutanten: o.a. Benny Lindelauf, Floortje Zwigtman, Simon van der Geest, Jaap Robben, Derk Visser en Anna Woltz.
Daarmee is het thema gedaan, behalve dat Bea Ros aandacht besteedt aan het project ABCyourself, ondanks de naam een Nederlands initiatief, bedacht door Edward van de Vendel, en dat er ook nog ruimte voor een ander soort debutanten is gemaakt: studenten van de Tilburgse master jeugdliteratuur kregen de kans om auteurs en illustratoren te interviewen: Imme Dros, Simon van der Geest, Florian Kullberg, Ted van Lieshout, Klaas Verplancke, Vanessa Verstappen.

Dit plus de hier niet genoemde bijdragen maakt deze editie tot een van de levendigste in de rij. Smullen voor wie alles over jeugdliteratuur wil weten, zelfs hoe 'eind negentiende-eeuwse en hedendaagse sprookjesbundels door voorwoorden worden ingekaderd' (Rosalyn Eva Borst). Maar misschien minder toegankelijk voor de leerkracht die iets meer over jeugdliteratuur wil weten dan de jaarlijkse CPNB-brochures. Maar daarvoor is dit periodiek met academische status dan ook niet bedoeld.
Wel Leesgoed, waarvan ik op 12 januari 2013 het 5e nummer van 2012 ontving (!). Maar dat houdt op te bestaan.

woensdag 9 januari 2013

Piranhasoep en pannenkoeken

Drie jaar lang correspondeerden leerlingen van een Surinaamse en een Nederlandse school met elkaar, onder bezielende leiding van Marit Törnqvist en Dorus Vrede. 'Zij formuleerde teken- en schrijfopdrachten over de meest uiteenlopende onderwerpen en voerde die in Nederland uit. Dit pakket werd – vergezeld van tekenmateriaal en papier - opgestuurd naar het binnenland van Suriname waar Dorus Vrede exact dezelfde opdracht met de kinderen uitvoerde 
Alle verhalen en tekeningen gaan over de kinderen zelf. Wat zijn hun herinneringen, treurige maar ook fijne? Hoe zien ze hun leven over twintig jaar? Hoe tekenen ze hun zelfportret? Wat is hun lievelingseten en hoe ziet hun dorp of stad er uit? Wat vertellen ze in hun brieven aan elkaar?'


Het resultaat is / was te zien van 12 januari tot en met 3 februari in WG Kunst, Amsterdam.
'Behalve foto’s, tekstcitaten, uitvergrote tekeningen en originele verhalen en tekeningen zijn ook geluidsfragmenten en videobeelden te zien. Er zijn korte filmpjes van radiomaakster Stef Visjager en filmmaker Beer ten Kate.
Dorus Vrede is te horen als verteller van zijn speciaal voor de kinderen opgetekende Marron-verhaal in de vorm van een audiotour. De twee groepen kinderen hebben dit Marron-verhaal op hun eigen wijze geïllustreerd. Aan workshops rond dit project werken tevens mee Benny Lindelauf (schrijver) en Simon van der Geest (schrijver/theatermaker).
 Openingstijden: woensdag t/m zondag 13.00 – 17.00 uur'.
Hartverwarmend.

'Met de tentoonstelling als inspiratiebron maken Amsterdamse kinderen in schoolverband ter plekke nieuwe tekeningen. In elke workshops wordt een specifiek onderwerp gekozen (herinneringen, toekomstverwachtingen, dagelijks leven, familie, lievelingseten, woonomgeving), dat met tekst en beeld nader wordt uitgewerkt.

De workshops worden gegeven door Marit Törnqvist en / of door medewerkers van WG Kunst.'


dinsdag 8 januari 2013

Laaglands of Herwaarts

Grappig bericht op Taalschrift: Anne Provoost stelt voor een andere naam te kiezen voor de Nederlandse taal. '‘Nederlands? Te verwarrend, we hebben een andere naam nodig.’ Dat idee lanceerde de Vlaamse schrijfster Anne Provoost op de radio. Luisteraars reageerden prompt met alternatieven: van Vlabels over  Moedermonds tot Zachterlands en Laaglands.'

Mijn eerste gedachte: daarvan hebben o.a. de Amerikanen en Australiërs geen last, voorzover ik weet. Men spreekt daar Engels, soms nader aangeduid als American English of Australian English. Vraag het de (Amerikaanse) National Council of Teachers of English (NCTE), de diverse English Teachers Associations in Australië (bv. die van West-Australië) of de New Zealand Association for the Teaching of English (NZATE). Soortgelijke reacties vond ik onder het stukje van Anne Provoost. Maar hierbij dient aangetekend dat de Engelsen allang de greep op hun taal hebben verloren. Niet alleen zijn er veel meer Amerikanen dan Engelsen, ook in India (bijvoorbeeld) is Engels standaard tweede taal. Engels is een lingua franca geworden.
Oostenrijkers beschouwen hun Österreichisch als een variant van het Deutsch: Österreichisches Deutsch, jawel, zie ook hier. In Zwitserland wordt Schwytzerdütsch naast Duits gebruikt, en waar men Frans spreekt, spreekt men Frans, net als in Quebec en Wallonië, hoewel men het daar wel over français québécois of français wallon heeft en er zelfs een dictionnaire wallon te vinden is.

Het is naar voor de Belgen, maar er bestaat geen Belgische taal. In België spreekt men Nederlands, Frans of Duits, met allerlei locale varianten, plus die van politici als Elio di Rupo, wiens Nederlands al danig wordt becommentarieerd. (Zie o.a. 'Daar likt het probleem.')
Mooie reactie van Sven Huynink: 'In de tijd van het Bourgondische Rijk werden de Lage Landen ook wel aangeduid als "de landen van herwaarts over". Vind ik mooi. Waarom noemen we Nederlands niet voortaan Herwaarts?
Betekent 'hierheen' (hierwaarts).'
Zelf vind ik Laaglands ook wel mooi. Maar het zal toch echt bij Nederlands blijven, denk ik.