Zoeken in deze blog

donderdag 30 oktober 2014

Boekenwolk

Een bericht d.d. 8-6-2012, op Leesplein, onvolprezen nieuwssite over jeugdliteratuur:

Nieuw: cloudbased kinderbibliotheek
Redacteur en schrijfster Rikky Schrever heeft Boekenwolk ontwikkeld. Het is een digitale bibliotheek waarin kinderen e-boeken kunnen bekijken en lezen. De eerste uitgeverijen hebben zich al aangemeld om kinderboeken in de boekencloud te zetten.
Schrever heeft zo’n dertig kinderboeken op haar naam staan, meest kartonnen boekjes voor kleinsten. Een groot deel is niet meer leverbaar. ´Mijn verhalen liggen ergens stof te verzamelen, terwijl ze digitaal een tweede leven kunnen leiden. Belangrijker nog: op zo’n sexy apparaat als een iPad of andere tablet zijn kinderen misschien makkelijker tot lezen te verleiden.´
Dat was voor haar de aanleiding om een plan uit te werken om kinderboeken in de cloud beschikbaar te stellen. Ze stapte naar Yindo, die hun platform aan de digitale kinderbibliotheek ter beschikking willen stellen.

Enkele uitgevers reageerden terughoudend. Ze vinden het allemaal een sympathiek initiatief, maar de één vond het verdienmodel niet goed genoeg en de ander zag het niet direct voor zich dat kinderen digitaal zouden willen lezen. Schrever: ´Dat verbaasde me, want kinderen lezen natuurlijk allang digitaal, op laptops, tablets, smartphones en zelfs op het digibord op school.´
Andere uitgeverijen reageerden wel enthousiast. ´De pioniers Gottmer en Kluitman boden meteen een aantal boeken aan. Ik heb met 50 uitgeverijen contact, ze zijn van positief tot afwachtend.´ Alleen de Vlaamse uitgeverij De Vries-Brouwers zei pertinent geen interesse te hebben.

Ook een aantal auteurs heeft aangegeven meteen te willen meedoen. ´Maar ik wil deelname in eerste instantie via de uitgeverij regelen, vooral omdat veel auteurs juist bij een uitgeverij zitten omdat ze zich niet met dit soort zaken willen bezighouden. Ik merk wel dat het heel sterk leeft bij auteurs.´

De boeken komen beschikbaar via een abonnement van ca. € 8,- per maand. Schrever: ´Het is natuurlijk duurder dan een bibliotheekabonnement, wat gratis is voor kinderen. Maar het is maar wat je als referentie neemt. Een abonnement op een tijdschrift of de sportschool is weer duurder.´ Ze heeft een enquête gehouden om te onderzoeken wat mensen zouden willen betalen, maar er kwam geen duidelijk bedrag uit. ´Ik moet het gewoon proberen, het is trial and error. Ik moet de standaard gaan zetten, want Boekenwolk is de eerste cloudbased kinderbibliotheek.´

Als er voldoende leesvoer is, kan Boekenwolk van start gaan. Schrever streeft naar september.
Bron: Boekblad.  '
Einde bericht.

Natuurlijk eens gekeken naar die 'boekenwolk'.



Tja, en toen viel het stil. Bovenstaand bericht schreef ik ergens vlak na 8 juni 2012.
Op de een of andere manier kwam ik er niet toe het af te ronden en het belandde bij de concept-berichten, waar ik het op 29 oktober 2014 tegenkwam.

Onmiddellijk gekeken of Boekenwolk nog bestaat en ja, het bestaat nog. Vergeleken met bovenstaande aankondiging zijn er enkele details veranderd. Het uiterlijk is iets anders geworden, als ik vergelijk met het plaatje hierboven. De prijs zakte: bij een jaarabonnement € 5,90 per maand. Het aantal boeken: onder 'abonnement' wordt 'ruim 300' vermeld, en wat zoeken op de aangeboden categorieën bevestigt dat: tientallen, en niet meer haar eigen boeken. Wie bijvoorbeeld klikt op 'avontuurlijke boeken' krijgt 93 titels in beeld.

Die categorieën:
Avontuurlijke kinderboeken, AVI boekjes voor groep 3/4, Dierenboeken, Dyslexie kinderboeken, Grappige kinderboeken, Kinderboeken vanaf 10 jaar, Voetbalboeken, Sportboeken (Kinderboekenweek 2013), Feestboeken (Kinderboekenweek 2014), Floortje Bellefleur, Boeken van Suzanne Buis.

Dat zijn, voorzichtig uitgedrukt, tamelijk ongelijksoortige categorieën, meer labels, en diverse titels hebben meerdere labels.
Hoogvliegers zijn het meestal niet, die titels (met onder meer het volledige werk van Cok Grashoff, lijkt het wel), maar er zitten toch best aardige tussen, van auteurs als Thea Dubelaar, Bies van Ede, Mylou Freeman, Rian Visser, Pieter van Oudheusden, Nanda Roep, Harmen van Straaten, Gitte Spee, Klaas Verplancke (Appelmoes) en Edward van de Vendel.
Je kunt zoeken op leeftijd, AVI-niveau en categorie, maar ook per schrijver. Dat levert ook een goede indruk op van het soort boeken. Ik heb niet geteld, maar die 'ruim 300' van hierboven zal wel kloppen. Je kunt bladeren in de boeken, om een indruk te krijgen.

Wie zich abonneert, heeft onbeperkt toegang tot de aangeboden titels. Tussen de 100 en 200 titels (schat ik) voor € 6,65 per maand (3 maanden), € 6,35 (6 maanden) of € 5,90 per maand (jaarabonnement). Alle abonnementen stoppen (heel fatsoenlijk) automatisch na afloop van de abonnementsperiode. Het lezen gaat online. Je koopt dus toegang tot e-boeken, niet de boeken zelf, en in die zin is Boekenwolk dus een soort bibliotheek.
De Nederlandse openbare bibliotheken bieden momenteel rond 390 e-titels in de categorie 'kind en jeugd', en een geleend e-boek blijft drie weken leesbaar. Het gemiddelde bibliotheekabonnement kost, schat ik, zo'n € 40,-, maar de openbare bibliotheken bieden, gelukkig, nog steeds een gratis abonnement voor mensen van 0-18 jaar en waarschijnlijk (en hopelijk) blijft dat zo.

Als het om e-boeken voor de jeugd gaat, is Boekenwolk een sterke aanbieder geworden. Compliment voor Rikky Schrever, dat ze dit heeft weten door te zetten. 'Rikky Schrever, moeder van twee dochters, [...] vindt lezen belangrijk, maar ze heeft ook een drukke baan. Ze heeft niet altijd zin en tijd om naar de bieb te fietsen.'
Dat zal vaker voorkomen.
Toch ontzeggen zulke ouders zich veel moois. Want het aanbod van gewone kinderboeken in een goed voorziene openbare bibliotheek is zeer veel groter en veelzijdiger dan dat van de e-boeken in Boekenwolk (en de bibliotheek). Bladeren en snuffelen gaat er ook veel beter en de meeste bibliotheken doen moeite om ook buiten de gangbare werktijden open te zijn.
Ook een bezoek aan een kinderboekwinkel kan die drukke ouder leren dat het aanbod van e-kinderboeken in Boekenwolk echt nog heel beperkt is en Bol.com, bijvoorbeeld, biedt onder e-boeken in de categorie 'Kind & jeugd', subcategorie 'Romans en zelf lezen' zo'n 1490 titels aan, waarvan ruim 600 voor de leeftijdsgroep 6-9 jaar.

vrijdag 24 oktober 2014

Elfen bestaan

... althans, dat geloven meer mensen dan we denken.
Ik ga de dissertatie The Spiritual Tolkien Milieu: A Study of Fiction-based Religion van Markus Davidsen niet bespreken, maar vond de samenvatting (hier in het Engels) wel opmerkelijk wegens zijn aandacht voor een 'type of religion that uses fiction as authoritative texts'.
Hij noemt titels als Star Wars (George Lucas) en Stranger in a Strange Land (Robert Heinlein), maar zijn dissertatie richt zich op volgelingen (want zo kun je ze wel noemen) van Tolkien, The Lord of the Rings, die vanaf 1960 van zich laten horen. Ik citeer:

'De eerste religieuze praktijken die waren geïnspireerd door Tolkiens verhalen ontstonden laat in de jaren zestig, na het verschijnen van de paperbackversie van The Lord of the Rings in 1965. Hippies lazen het boek tijdens LSD‐trips om hun spirituele ervaring te verdiepen en in 1969 stichtte een groep provo’s uit Amsterdam de hippiecommune De Hobbitstee in Wapserveen in Drenthe. 
Sommige lezers vroegen zich af of The Lord of the Rings moest worden gelezen als een parabel over Faery (Elfenland). Zij sloten zich aan bij het opkomende neopaganisme en raakten geïnteresseerd in de Keltische en Germaanse mythologieën waar Tolkien zijn inspiratie mede vandaan had. 
In de twee decennia na het verschijnen van de paperback, en met name na de postume publicatie van The Silmarillion in 1977, ontwikkelden zich twee religieuze bewegingen, Tolkien‐religie en de elfenbeweging.'

Nog wat mooie citaten, uit beide samenvattingen:

'The construction of the Elves as a superior race is also the concern of the alternative historians discussed in chapter 12, “Esoteric Historians on the ‘Truth’ Behind Tolkien’s Elves”. The chapter focuses on Laurence Gardner and Nicholas de Vere who use Tolkien’s literary mythology to legitimise their conspiracy theories about a royal, Elven blood‐line which includes Christ and Charlemagne. 
While they do not directly integrate elements from Tolkien’s narratives into their religious beliefs and practices, they seek out similarities between Tolkien’s texts and bloodline lore and use these similarities to suggest that Tolkien possessed esoteric knowledge which he hinted at in his books. 
In this way, the alternative historians construct Tolkien as a fellow esotericist and attempt to rub his prestige as a mythologist and philologist off onto their own speculations.'

'Het spirituele Tolkien‐milieu is heel klein, maar fiction‐inspired religion komt tamelijk veel voor, zeker als daarbij naast de leden van georganiseerde fiction‐based religions ook de vele religieuze bricoleurs worden meegeteld die inspiratie vinden in boeken als The Da Vinci Code van Dan Brown en in films als Avatar van James Cameron. 
Martin Ramstedt stelt dat het toenemende religieuze gebruik van fictie een algemene ontwikkeling in hedendaagse religie weerspiegelt, namelijk een metaphorical turn van letterlijk naar metaforisch geloof en van ritueel naar spel. 
Tegen deze achtergrond is het interessant om te zien dat aanhangers van Tolkien‐religie verrassend letterlijk geloven en benadrukken dat hun geloof categorisch verschilt van het spel van fans. Doorgaans lezen zij Tolkiens verhalen op mytho‐kosmologische wijze: de verhalen zijn volgens hen verzonnen, maar gaan wel over bestaande bovennatuurlijke entiteiten. 
Zij stellen dus dat de Valar en de elfen echte spirituele wezens zijn die in contact kunnen treden met mensen op aarde, maar wier thuis zich bevindt in een spirituele dimensie, ver in de kosmische ruimte of in een andere tijd.'

Ik pikte uit de diverse berichten op de lekker verwarrend deels Engelse, deels Nederlandse website van Universiteit Leiden op dat de dissertatie de eerste 'monografie' zou worden uit een reeks over op fictie gebaseerde religies. En dat Markus Davidsen in 2012 al een artikel schreef over hetzelfde onderwerp, 'The Spiritual Milieu Based on J.R.R. Tolkien’s Literary Mythology', in Handbook of Hyper-real Religions (Brill, red. A. Possamai e.a.).

Dat The Lord of the Rings (In de ban van de ring) van J.R.R. Tolkien heel aantrekkelijk bleek voor allerlei zweverige types wist ik wil, dat het zo ver ging was me even ontgaan...
Voor de liefhebbers: hier de trailer van de gelijknamige films. En zie, just for fun, ook hier.




donderdag 23 oktober 2014

Zwarte Piet staat er gekleurd op


In de aanloop tot 5 december neemt de aandacht toe voor Zwarte Piet. Of om Bert Wagendorp te citeren in de Volkskrant van 16-9 jl.: 'ik dacht aan de komende twaalf weken tot 5 december, en aan het Pietengezeur dat weer over ons zal komen'. Hij schreef zijn stukje naar aanleiding van de aankondiging door Geert Wilders dat zijn club een wetsvoorstel gaat indienen dat de overheid zou verplichten tot het laten optreden van uitsluitend zwarte Zwarte Pieten met Sinterklaas.
En dat terwijl alom pogingen worden gedaan om Zwarte Piet een ander kleurtje te geven.



Zo kwam uitgeverij Ploegsma met een boek, Sinterklaasje kom maar binnen met je piet, de sinterklaasliedjes van nu, dat keurig aangepast is aan nieuwe opvattingen. Ik citeer de aankondiging:

Veel van de 'oude' sinterklaasliedjes die wij allemaal kennen stammen nog uit de 19e eeuw. Dat was een tijd waarin er heel anders werd gekeken naar dingen als opvoeding, speelgoed, en donkere mensen. In heel veel oude sinterklaasliedjes komen zinnetjes voor die vandaag de dag onbegrijpelijk klinken.

Daarom hebben Paul Passchier en Thedo Keizer de stapel oude liedjes afgestoft en aangepast aan deze tijd. Daarbij zijn ze zorgvuldig te werk gegaan, en niet overdreven gaan moderniseren. Sommige zinnetjes klinken nog steeds wat ouderwets, zoals "Makkers, staakt uw wild geraas!", maar zijn te mooi om te veranderen. Bovendien is Sinterklaas, zoals hij zelf regelmatig zegt, ook een ouderwetse man. Niet voor niks reist hij nog steeds met een stoomboot!

Maar geen kind ontvangt nog cadeaus in 'lege lege tonnen'. Niemand krijgt nog een roe als hij stout is, of speelt met een 'bromtol met een zweep erbij'. En dat Piet het goed meent ondanks dat hij 'zwart als roet' is, is natuurlijk ook onzin. 

Met deze hernieuwde teksten en die ouderwetse Sint met zijn vrolijke pieten willen we graag verder de 21e eeuw in. Uiteindelijk is het Sinterklaasfeest een feest voor iedereen, en dat moet het blijven! Daaraan levert dit boek (mét cd), dat op 9 oktober verschijnt, een grote bijdrage.  '
De woorden zwart, zak en roe komen niet voor in deze sinterklaasliedjes, de kaatseballen werden chocomunten en kinderen zijn niet meer stout, maar vooral heel erg blij.

'Sinterklaasje, kom maar binnen met je Piet,
want we zingen allemaal blij een lied.
Misschien heeft u wel even tijd,
voordat u weer naar Spanje rijdt.
Kom dan maar even bij ons aan
en laat uw paardje maar buiten staan.
En we zingen en we springen 
en we zijn zo blij,
en we dansen samen,
zij aan zij.
En we zingen en we springen 
en we zijn zo blij,
en we dansen samen,
zij aan zij.'

Ook de gard verdween, niemand maakt zich meer druk om 'wie de koek krijgt, wie de gard', het is alleen maar ''t Grote feest gaat weer van start'. Om met twee oude virtuele politici te spreken: 'geen gezeik, iedereen rijk', cadeautjes voor alle kinderen.
Daarmee is een zeer kenmerkend trekje uit dat 'grote feest' weggenomen, namelijk dat die cadeautjes een beloning zijn voor goed gedrag. Sint wordt hier niet blij van, nu lijkt-ie net de Kerstman. En zeg nou zelf, dat manneke op de voorplaat, dat heeft niets strengs meer.

Zo kwamen er meer boeken, hieronder bespreek ik er nog een, maar er is bijvoorbeeld ook De vrienden van Sinterklaas van Sjoerd Kuyper en Harmen van Straaten (Hoogland & Van Klaveren), waarin pieten allerlei kleuren hebben.

Ja, daarmee begon natuurlijk het geraas van oude makkers.
Oude makker Lodewijk Osse, voorzitter van de Stichting Sinterklaasintocht Assen (volgens NRC 23-09-2014), in een heerlijk ouderwetse middenstanderstekst:
'Onze Sinterklaasintocht zal dit jaar in zijn meest oorspronkelijke vorm zijn en groter dan ooit, met 400 Zwarte Pieten en 9 praalwagens. We willen laten zien dat wij niet om willen buigen voor protest. We zijn niet doof voor de geluiden en hebben begrip voor iedereen, maar dat moet ook wederzijds zijn. Het gemieter over de kleur van Zwarte Piet kennen wij niet.'

Maar (zelfde bron) 'Utrecht heeft ‘een brede dialoog rond Piet’ georganiseerd, zegt een woordvoerder van de gemeente:
Daarbij houden we rekening met gevoeligheden, zonder het traditionele karakter van de intocht drastisch of versneld te veranderen.
Op verschillende plaatsen zeggen comités dat ze met de keuze voor het soort intocht wachten op het oordeel van de Raad van State, die zich volgende maand in hoger beroep buigt over de uitspraak van de Amsterdamse rechter dat Zwarte Piet discriminerend zou zijn. Of op een ‘landelijke richtlijn’, waarbij sommigen denken dat die van minister Asscher (Integratie) zal komen (nee, zegt zijn woordvoerder) of van een landelijke Sinterklaasvereniging (dan zou er niks veranderen), of van de NTR, die het beeldbepalende Sinterklaasjournaal uitzendt en live de landelijk intocht in Gouda, maar de omroep zegt nog niets.'

Oude makker Meindert Fennema betoogde in de Volkskrant 9-10-2014 dat 'de overheid' zich in ieder geval niet met de discussie moet bemoeien. 'Racisme verbieden? Het begint met Zwarte Piet en eindigt met de guillotine!' Hij wijst op de verwarring van racisme (een mentale instelling) en rassendiscriminatie (een handeling) en meent dat zij die Zwarte Piet helemaal niet racistisch vinden 'eigenlijk al in het discours van hun tegenstanders stappen'. Racisme verbieden vindt hij 'in strijd met de vrijheid van meningsuiting'. Waarbij hij zelf dus een 'mentale instelling' verwart met de uiting van een mening. Tja.

Er werd een Stichting Vrienden van Sinterklaas opgericht, die 'het instandhouden van het cultuurgoed rondom het Sinterklaasfeest' tot doel heeft en o.a. wat boeken etaleert over het ontstaan van Zwarte Piet.

Een grote supermarktketen deed Zwarte Piet alvast tijdelijk in de ban: 'Albert Heijn doet Zwarte Piet grotendeels in de ban. In de grootste supermarktketen van Nederland zal de beeltenis van Piet alleen nog op snoepgoed opduiken. Dat meldt het AD. In reclames en campagnes binnen en buiten de winkels is de donkere metgezel van Sinterklaas straks niet meer te zien. Op de posters speelt een wit ongeschminkt jongetje de rol van Piet. Volgens woordvoerder Els van Dijk is er binnen hoofdconcern Ahold ,,lang en goed'' nagedacht over het besluit. Het bedrijf wil niet doof zijn voor het maatschappelijk debat rond Zwarte Piet ,,dat de laatste tijd duidelijk is verhard. Je moet iets met zo'n discussie''. ' Aldus het Utrechtjournaal op 9-10-2014. Maar later werd die ban weer opgeheven.
Arnon Grunberg leverde daarop d.d. 17-10 dit spitse commentaar:

'Volgens Bas Blokker in NRC Handelsblad raakt Zwarte Piet aan onze "nationale identiteit" maar de Frankfurter Allgemeine Zeitung behandelt de kwestie in de economische bijlage van die krant. Ahold, moederconcern van Albert Heijn, zo schreef FAZ, wilde producten met Zwarte Piet in de ban doen, maar toen uit een peiling bleek dat van 1.500 personen 94 procent van plan was de kinderen met Zwarte Piet op te voeden, kwam het bedrijf van deze plannen terug. Angst voor omzetdaling verricht wonderen.
De FAZ citeerde uit het rijmpje waarmee Ahold de terugkeer van Zwarte Piet bekendmaakte. In het Duits klinkt het beter: "Von dieser Nachricht, lieber Piet, ist überhaupt nichts wahr. Du liegst bis oben hin in unseren Regalen, genau wie jedes Jahr."
Zwarte Piet is omzet. Vermoedelijk is onze nationale identiteit eveneens gewoon omzet.'
Daarmee zou Lodewijk Osse (zie boven) het van harte eens moeten zijn, net als de uitgevers van de genoemde boeken. In stilte natuurlijk, handelaars zeggen zoiets liever niet hardop, dat bederft de sfeer.

En zo golfde en golft het 'pietengezeur' door. Gewild onderwerp op verjaardagen en aan de borreltafel. Maar ook in de Raad van State, die zich er op 16-10-2014 over boog, nadat een rechtszaak d.d. 03-07 (! zie hier en hier) bij de Rechtbank van Amsterdam leidde tot hoger-beroepen. (Uitspraak in november, begreep ik.)




Begin oktober verscheen Alleen maar stoute kinderen van Robert Vuijsje en Heleen Brulot (Leopold), en dat leverde meteen publiciteit op in de Volkskrant 15-10-2014 en Trouw van 12-10-2014.
Robert Vuijsje had overigens in de Volkskrant 12-10-2013 al eens een artikel gewijd aan de pieten.

Twee citaten uit zijn artikel van 2013:

'Afgelopen maandag vielen we geheel per toeval midden in een uitzending van Pauw & Witteman terwijl Quinsy Gario aan het woord was over Zwarte Piet. Quinsy is een activist die ik nog kende van de bezwaren die hij maakte tegen mijn boek Alleen maar nette mensen en dan vooral de verfilming daarvan. 

Hij was een van de zwarte mensen die, vond ik, niet het verschil konden zien tussen een boek over racisme en een racistisch boek. Een van de mensen die alarm sloegen over de beschrijving van de zwarte personages, maar het er kennelijk mee eens waren dat alle blanke bewoners van Amsterdam-Zuid werden afgeschilderd als racisten. Toen ik hem zag was mijn eerste gedachte dan ook: daar gaan we weer. 

Gekwetst
Inderdaad vertelde Quinsy weer over zijn bezwaren tegen Zwarte Piet. Lynn is van Surinaamse afkomst en ik niet, toch legde ik haar even uit hoe het werkt: wanneer iemand overal door wordt gekwetst devalueert het de kracht van zijn argumenten. Nu is het een boek, of een film, dan weer Zwarte Piet, volgende keer de kwaliteit van de excuses voor de slavernij. 

Je kunt niet het recht opeisen dat iedereen zich maar aan jou moet aanpassen. Vroeger ging ik naar alle thuiswedstrijden van Ajax. Nu heb ik geen zin meer om twee uur lang te luisteren naar tienduizenden mensen die schreeuwen over joden die al dan niet aan het gas moeten. Van die mensen eis ik ook niet dat ze daarmee ophouden.'

Zijn vrouw echter
'vertelde hoe ze het Sinterklaasfeest als kind had beleefd. Dat het ongemakkelijk voelde en pijnlijk en verwarrend. Waarom praatte Zwarte Piet met een Surinaams accent terwijl hij zogenaamd uit Spanje kwam? Zwarte Piet was, iets anders kon je er echt niet van maken, de knecht van Sinterklaas. 
Hij was geschminkt in dezelfde kleur als Lynn, betekende het dat haar witte klasgenoten haar ook als een knecht zouden zien? 
Ik pakte mijn telefoon en belde de enige zwarte klasgenoot die ik had op de lagere school. Ook Arnie is iemand die ik in de vijfendertig jaar dat ik hem ken nooit heb horen klagen over complotten die de witte man tegen hem zou smeden. 
Wij zaten op school in de tijd dat we met de hele klas demonstreerden tegen Deetman en de neutronenbom - als twaalfjarigen waren we politiek bewust. Arnie vertelde dat Zwarte Piet ieder jaar onze klas in kwam en oerwoudgeluiden maakte. Hij had dezelfde eenzaamheid gevoeld als Lynn. 
Ik kon me helemaal niets herinneren van oerwoudgeluiden.'

Kennelijk bracht dit hem tot het maken van het prentenboek Alleen maar stoute kinderen.

In het interview in Trouw ventileert hij een jaar later min of meer hetzelfde, en in de Volkskrant 15-10-2014 mocht hij nog eens zijn licht laten schijnen over de pietenkwestie, en dan vooral het racisme dat eraan ten grondslag ligt. Waarbij gezegd dient dat zijn argumenten alleszins redelijk zijn.
Sterk is vooral zijn behandeling van het 'rondje misverstanden'.

Opschudding genoeg, dus, en Robert Vuijsje is voortrekker van de gekleurde piet geworden.
Het prentenboek zelf heeft weinig om het lijf. Twee kinderen spelen Zwarte Piet, althans, 'willen pietje zijn' (liever dan Sinterklaas) en beschilderen vervolgens zichzelf en gaandeweg het hele huis met alle mogelijke kleuren. Tot moeder thuiskomt en schrikt van de bende.

'"Kleurenpietjes?" mam zucht. "Maar waarom zit overal verf op?"
"Vind je het niet mooi?" vraagt Daantje. "We hebben met de verf gespeeld!"
Sammie knikt. "We wilden allebei een pietje zijn."
"En toen werd ik groen en blauw en geel, en Sammie wilde ook een kleurenpietje zijn," zegt Daantje. "Een piet kan toch alle kleuren zijn?"'

Enfin, dat is mama met ze eens, maar ze zijn 'wel heel stout geweest'. Sammie en Daantje besluiten dan 'opruimpietjes' te worden. Eind goed al goed.

Als volwassen lezer dacht ik allereerst dat moeders reactie wel wat erg luchtig was: wel eens geprobeerd gemorste verf te verwijderen van vloeren, muren, gordijnen, een kat, meubels enzovoort? In het minst ongeloofwaardige geval was het wáterverf. Maar dat staat niet in het verhaal en ook de illustraties tonen dat niet.
Die tonen wel zwarte Zwarte Pieten die alles verbaasd gadeslaan - en op de laatste pagina, waar de heldjes in bed liggen, veranderd zijn in lachende gekleurde pieten.
Vlot verhaaltje, leuke karikaturale prenten (die de twee kinderen ietwat ADHD-achtig tonen), grappig maar ietwat ongeloofwaardig, en vooral niet meer dan dat. Jammer, Robert, je mag je scharen bij die andere auteurs van grotemensenliteratuur die dachten dat schrijven voor kleine mensen een peuleschilletje was. Het boek mag in die grote kast met vriendelijke middelmaat.

Wie nog wat 'oude' sinterklaasliedjes zoekt, kan (tot wanneer? zie hun inleiding) nog terecht op (o.a.) Liedjesland.
Waaronder bijvoorbeeld:

   Arme Zwarte Piet, wat zie ik nou?
   Jij ziet pimpelpaars en bont en blauw (enz., heel actueel :-))

En de oude voltreffer:

   De zak van Sinterklaas,
   Sinterklaas, Sinterklaas,
   De zak van Sinterklaas,
   o jongens, jongens
   't is zo'n baas! (enz.)









dinsdag 21 oktober 2014

Niet bij woorden alleen

Herinnerde ik me nog levendig dat artikel in de Volkskrant d.d. 18-10 jl. over die geleerde (John Ioannides) die aantoonde dat minstens negen van de tien zogeheten wetenschappelijke ontdekkingen in de categorie van-chocola-word-je-dun op drijfzand berusten, komt er een bericht over een Amerikaanse psychologe die ontdekt zou hebben dat je jonge kinderen vooral woorden leert door ze op een betekenisvolle manier aan te bieden.

'A study presented on Thursday at a White House conference on “bridging the word gap” found that among 2-year-olds from low-income families, quality interactions involving words — the use of shared symbols (“Look, a dog!”); rituals (“Want a bottle after your bath?”); and conversational fluency (“Yes, that is a bus!”) — were a far better predictor of language skills at age 3 than any other factor, including the quantity of words a child heard.

Kathryn Hirsh-Pasek is the lead author of a study that points to the importance of high-quality communication with young children. 
It’s not just about shoving words in,” said Kathryn Hirsh-Pasek, a professor of psychology at Temple University and lead author of the study. “It’s about having these fluid conversations around shared rituals and objects, like pretending to have morning coffee together or using the banana as a phone. That is the stuff from which language is made.' (The New York Times 16-10-2014, de link naar de auteur is van mij.)

Dat lijkt, net als chocola en Franse kaas (Montignac) die goed voor je lijn zouden zijn, te mooi om meteen te geloven. Toch klinkt het heel geloofwaardig, en het klinkt leesbevorderaars heel prettig in de oren.
Ik weet niet of het onderzoek van Kathryn door het checklijstje van Ioannides komt - en ik ga het niet controleren. Een van de criteria is: 'gaat in tegen het gezond verstand (chocolade maakt dun)'
Wat mij betreft gaat dat onderzoek van Kathryn Hirsh-Pasek niet in tegen mijn gezond verstand.

Ik kwam nog een bericht tegen van haar op Huffington Post, en dat citeer ik graag:

'The message is LOUD and crystal clear. Economists have blessed it. Non-profit organizations have projected it on billboards and blasted it in texts. And educators are celebrating it. Parents and caregivers must read to children -- even to babies -- if these kids are going to be ready for success in school.

But once we have internalized mantras like Talk, Read, Sing, we have to carefully examine how that message is converted into action. If we hope to produce life-long readers, we need to instill a desire to read, not just because it is important for building a child's school readiness, but because it is fun and it builds parent-child relationships.

The campaigns for reading have been wildly successful. And the energy and focus on reading emanating from places like the Annie E. Casey Foundation has made a dramatic impact on early education, reaching from the National Governor's Association to state capitol buildings where dozens now mandate grade level reading.

The movement is in full force. Yet, there is something wrong. It is missing its soul. Reading is not just an activity. It is a joy that ignites a child's imagination when she is nestled in her parent's lap. It is the shared stories that jump from the pages of books as parents knit together the author's words with their own.
It is the thrill of watching that Very Hungry Caterpillar (by Eric Carle) munch his way through the pages to maturity! Those tender moments allow parents to reach beyond the covers of the book and nurture a dialogue in which vocabulary is grown.

Parents hear that they are supposed to read -- and so they do -- because they want what is best for their kids. But the "just get it done" reading activity will not yield the outcomes we hope to achieve. Witness reading in this low-income clinic in Manhattan: The clinic was crammed with well-intentioned parents who bought into the message that reading was critical.
They wrestled with their energetic and wiggly preschoolers until the children sat impatiently on their laps. Restraining the child with one hand while positioning the book in the other, one mother commanded, "Sit still! It is really important that we read!"
They get that reading is a ticket to a better life and they WILL READ even if they and their child are both miserable in the process.

How can we help parents value their role in their child's language and literacy? How can we ignite the joy that will instill fond memories while preparing their children for school? On October 16th the White House Conference on the 30-million word gap will convene with scientists and public relations folks sitting side by side.
The Clinton Too Small to Fail staff will be there as will the Anne Casey Foundation -- all considering ways to narrow the gap in language between lower and middle income children. Talking about the story in the book and the vibrant pictures offers a key way to narrow that gap. Now that parents understand the importance of reading, we need to ask: How we can bolster parents and caregivers so they make reading fun and engaging for their kids and for themselves?
On October 21st, Jumpstart , an inspired non-profit organization promoted to helping children learn to read, will mount its Read for the Record Campaign. Last year, this initiative brought 2.4 million people to a single book generating a community with a common vocabulary that could speak to a common theme.
Here too, let's reinforce the wonder and awe in the way language and reading can be a platform for community discussion and for personal joy. Adding desire to need would be a welcome next step in the reading campaign.

Reading to kids is on the national agenda. The message is clear and ever-present. Children need strong language and pre-reading skills if they are to be ready for Kindergarten and successful in school.
But it is time to expand the messaging so that reading is not merely on the to-do list, but is empowering, joyful and meaningful. We want parents to feel confident in the reading they do -- even if they are only using the book as a prop for their own stories. We want parents to know that conversations with their children around a book are golden nuggets for their children's minds. If parents love to read with their children, their children will love to read with them. Together they will use books as portals into unexplored worlds while at the same time building enchanting memories and strong bonds.'

Waarvan akte.

maandag 20 oktober 2014

Kwartiermakers 2



Nieuwsgierig, maar ook ietwat achterdochtig, toog ik op 23 september naar Culemborg, naar een bijeenkomst van de Kwartiermakers, in de mooie bibliotheek gevestigd in het oude Elisabeth Weeshuis, tevens museum. Om half negen ’s morgens, met ontbijt!




De bijeenkomst (derde op rij) bleek bedoeld om nog meer kwartiermakers te winnen, om ideeën uit te wisselen en om nieuws te brengen. En ook als opwarmertje, en daarvoor hadden ze auteur Frank van Pamelen ingehuurd. Die kweet zich naar behoren van zijn taak.
Vervolgens was er een quiz waarin de kennis van de deelnemers werd getest. Wat me daarin opviel is dat vragen over bekroonde kinderboeken uitsluitend die van de Nederlandse Kinderjury betroffen. Niets over Griffels of Woutertje Pieterse Prijs.

Toen pas werd het tijd voor wat serieuzere gedachtenuitwisseling, mede aan de hand van twee fly-overs: de successen:




en een wensenlijstje.




Dat rondje breinstormen leverde diverse ideeën op - en medewerking. Die medewerking werd ter plekke omgezet in handtekeningen.




Na afloop was ik minder achterdochtig dan ervoor. Dit initiatief is mooi meegenomen, als het gaat om het lezen op school te bevorderen. Wat 'vijftien minuten lezen met de kinderen' ook precies gaat inhouden, en waarom meteen al verondersteld wordt dat de deelnemende scholen niet genoeg boeken hebben, dat zal later wel blijken. Wordt vervolgd.

Inmiddels hebben zich zo'n 100 scholen aangemeld, het aantal Kwartiermakers is uitgebreid, de zaak gaat op 3 november van start, met een 'klein evenement in het centrum van Nederland'.

donderdag 9 oktober 2014

Een kick

Een artikel in de Volkskrant 7-10-2014 door Paul Onkenhout zette me op het spoor van iets gedenkwaardigs. Op 11 september 1954 verscheen de eerst aflevering van Roy of the Rovers (zie The Guardian 8-9-2014).



Edoch, in november 1949 was al zijn Nederlandse evenknie actief: Kick Wilstra, getekend door Henk Sprenger.



Alles over Kick Wilstra wordt verzameld door 'Erik Janssens uit Rotterdam', die een ontroerend primitieve website bijhoudt, waarop hij meldt: 'Kick Wilstra is de beste voetballer die Nederland ooit heeft gehad. Geen wonder, het is een stripheld met de koptechniek van Kick Smit, de sierlijke stijl van Faas Wilkes en het spelinzicht (en de kuif) van Abe Lenstra. De blonde wondermidvoor beleeft op en buiten het veld avonturen. Kick Wilstra was in de jaren 50 ongekend populair en verscheen in stripbladen, in kranten en later in boekvorm. Deze site bevat veel informatie over de gentleman-voetballer uit de tijd dat het spel nog sportief was en het geweld zinvol.'

Ja, kom daar nog eens om...
Ook dacht men toen niet aan misbruik van jonge jongens in de kleedruimtes, bespied werd er evenmin, gevloekt en gespogen natuurlijk al helemaal niet en alle voetballers en juichende toeschouwers waren lelieblank. (Hoewel bij Roy en zijn Rovers nog wel eens een donker tintje langskomt.)
(Mooi ironisch toeval dat in diezelfde krant pal na dit artikel een in memoriam stond wegens het overlijden van de 'zwarte parel van Amsterdam' Erwin Sparendam, een zwarte Kick Wilstra zal ik maar zeggen, die vele doelpunten scoorde voor de eredivisieclubs Blauw-Wit en Elinkwijk.)



Twee jubeljaren dus, en bij elkaar tijd om even stil te staan bij de opkomst van de strip, het beeldverhaal, in de tijd dat er nog geen sjieke graphic novels waren. Ja, ja, Kapitein Rob (met pijp), Erik de Noorman, Sjors en Sjimmie, enzovoort.


Het genre werd door niet erg gewaardeerd door opvoeddeskundigen, waaronder de voorhoede van de Nederlandse jeugdliteratuur, bijvoorbeeld Boek en Jeugd, want men meende dat de strips een verderfelijke invloed hadden op de jeugd. Waarom mag Joost weten, want de helden hadden allen een hart van goud, als 't erop aankwam. Hun bezwaren hadden weinig invloed, de strips werden zeer gewild.

Een en ander leidde ertoe dat strips en jeugdliteratuur in kringen van bibliothecarissen, boekhandelaars, recensenten, onderzoekers en andere deskundigen als twee geheel aparte grootheden werden gezien, en er ontstonden dan ook twee aparte circuits van instituten, vakbladen, uitgeverijen en winkels.

Ook nu nog doet de strip in het Nederlands taalgebied eigenlijk niet mee als men jeugdliteratuur bestudeert en bespreekt - en andersom. Dat geldt trouwens ook voor (bijvoorbeeld) Duitsland, Engeland en de VS. Daarentegen kent het Franse vakblad La revue des livres pour enfants al sinds tijden in zijn recensies de categorie BD (bandes dessinées, strips). Maar ook in Frankrijk zijn ondanks die gewetensvolle houding van de Revue gescheiden circuits, getuige het aparte stripfestival met internationale aspiraties dat jaarlijks in Angoulême plaats vindt.

Gewetensvol, ja. Want als je je bezighoudt met wat kinderen lezen, kun je strips niet buiten zicht houden. Voor kinderen zijn strips óók leesgoed. Interessant dus dat er de laatste tijd toch een soort vermenging is, uitgaven getooid met de naam graphic novels (ze mogen nog geen beeldverhalen heten) die ineens wel tot de (jeugd)literatuur gerekend worden.



Saillant detail is dat uitgeverij De Fontein bij opkomst van deze term onmiddellijk een URL claimde voor haar uitgaven, waaronder Het leven van een loser en Dagboek van een muts.


Zo ongeveer als een onbekende de URL kinderboeken.nl heeft gereserveerd. Een handeltje, waarbij de handelaar kennelijk onbekend wenst te blijven.

woensdag 8 oktober 2014

Het goede voorbeeld

Een nieuwsbericht in de categorie 'zelden serieus genomen':
VEENENDAAL– De lezersjury van de Bond tegen vloeken heeft in 1/3 deel van de kinderboeken dit jaar vloeken of grove taal aangetroffen. In 14 van de 22 beoordeelde boeken kwam geen grove taal voor. Het gebruik van scheld- en vloekwoorden is niet nodig en bovendien wordt hierdoor aan kinderen het verkeerde voorbeeld gegeven naar anderen.
Het boek dat een gouden griffel en de gouden penseel won, Het raadsel van alles wat leeft van schrijver Jan Paul Schutten met illustraties van Floor Rieder, bevat over het algemeen respectvol taalgebruik. De Bond tegen vloeken wil de schrijver daarmee complimenteren. Het boek Broer geheim  van Emiel de Wild, winnaar van de zilveren griffel,  bevat vrij veel grove taal. Hans en Monique Hagen, schrijvers van het boek Ik zoek een woord, spelen creatief met taal. De jury vond het een leuk boek, een enkele keer gaan de schrijvers over de schreef.
De kracht van woorden is niet te onderschatten. Het gebruik van grove taal in een kinderboek is een zwaktebod: er zijn zoveel alternatieven te verzinnen. Het is belangrijk dat kinderen respectvol taalgebruik om zich heen horen gebruiken, omdat zij beïnvloedbaar zijn en voorbeelden gemakkelijk navolgen. Gedragstherapeuten leggen niet graag de nadruk op negatief gedrag. Hierdoor versterk je het alleen maar. Daarom is het gebruik van goede taal in kinderboeken, in de klas en op straat zo belangrijk. De Bond tegen vloeken ziet in het juryrapport een extra stimulans om door te gaan met het geven van gastlessen. KlasseTaal is de onderwijsafdeling van de Bond tegen vloeken, geeft jaarlijks aan ruim 18.000 jongeren les over respectvol taalgebruik. '

De Bond tegen vloeken! Bestaat die dan nog? Jawel, blijkens de website. Er zijn zelfs werkgroepen, in plaatsen als Apeldoorn, Barneveld, Bommelerwaard, Geldermalsen, Genemuiden, Goeree Overflakkee, Hoeksche Waard, Lelystad, Staphorst, Waddinxveen, Woudenberg en Zwijndrechtse Waard. Deze reeks toont een grote aanwezigheid in de Bijbelgordel.
Over die 'lezersjury' viel niets te vinden, evenmin een verklaring waarom juist 22 boeken werden beoordeeld, en welke. Kennelijk zaten er recent bekroonde titels bij, getuige het compliment voor Het raadsel van alles wat leeft. Ook de andere twee genoemde titels vielen onlangs in de prijzen (Griffels 2014). Maar er zijn negen titels begriffeld, met nog twaalf keer vlag-en-wimpel erbij, en in de penselen/paletten nog drie andere titels, maakt samen óf 11 (alleen Griffels/Penselen/Paletten) óf 26 (Vlag-en-wimpels erbij) en geen 22.

Enfin, wat het interessant maakt is de onvervalste aanname dat kinderboeken het goede voorbeeld zouden moeten bieden. Ik citeer nog eens:
'Het is belangrijk dat kinderen respectvol taalgebruik om zich heen horen gebruiken, omdat zij beïnvloedbaar zijn en voorbeelden gemakkelijk navolgen. Gedragstherapeuten leggen niet graag de nadruk op negatief gedrag. Hierdoor versterk je het alleen maar. Daarom is het gebruik van goede taal in kinderboeken, in de klas en op straat zo belangrijk.'

Ik zal niet ontkennen dat verhalen (en films, theater, enz.) invloed kunnen hebben op mensen. Integendeel, een goed verhaal kan een onuitwisbare indruk achterlaten.
De vraag is alleen hoe, en wat je een 'goed voorbeeld' of 'goede taal' noemt, en of kunst het 'goede voorbeeld' zou moeten geven. Een kinderboek is per definitie kunst (zij het soms mislukte kunst), want geproduceerd met de bedoeling een mooi verhaal te bieden in woord en (soms) beeld. Een kinderboek kan ook een rol spelen in de opvoeding. En in het taal- en leesonderwijs, maar daarover gaat het nu even niet.

'Het gebruik van scheld- en vloekwoorden is niet nodig', zegt de Bond. Dat zullen auteurs niet met de Bond eens zijn. Want in een goed verhaal telt ieder woord en in het beste verhaal kan geen woord vervangen worden zonder daarmee ook de betekenis te veranderen.
De mensen van de Bond verliezen die betekenis uit het oog en staren zich blind op 'grof taalgebruik'. Met hun pleidooi om zulke woorden niet te gebruiken zijn ze op hún manier politiek-correct. Politiek-correct wil hier zeggen: alles uit de openbaarheid willen weren dat wie dan ook zou kunnen schokken. Weg met de achterlijke mongolen, de dronken Sinterklazen, de kakkers, limbo's, roetmoppen, bleekscheten, spleetogen, wat niet al godnondeju.
Zoals ook niet zomaar de kleur van een personage kan worden veranderd. Alleen in middelmatige sinterklaasverhalen kunnen Zwarte Pieten zomaar in Bonte Pieten veranderen, bij wijze van spreken. Nu behóren de meeste sinterklaasverhalen tot de vriendelijke middelmaat, dus veel problemen zal dat niet opleveren. Daarover misschien een andere keer, want het is bijna 5 december.

Jeugdbibliotheken in Frankrijk

Is er nog een bibliothecaris in Nederlandse bibliotheken te vinden die Frans kan lezen? Soms betwijfel ik dat. Meer kans in Vlaamse bibliotheken, wellicht.



Hoe het ook zij, ik noem het toch maar even: een themanummer over jeugdbibliotheekwerk en leesbevordering, Lecture, bibliothèques et territoires, ofwel La revue des livres pour enfants nummer 278 (september 2014). Er wordt een elftal situaties beschreven, voorafgegaan door een algemeen overzicht door Françoise Legendre, 'inspectrice générale des bibliothèques', en een stukje over de 'contrats territoire-lecture' (CTL), de samenwerkingsverbanden van Franse bibliotheken, en hier miste ik helaas cijfers.
Voor wie zich wil verdiepen in het werk van de Franse jeugdbibliotheken zijn deze bijdragen echter informatief genoeg.

Verder staat dit nummer zoals gewoonlijk bomvol recensies en nieuws.

La revue des livres pour enfants is hét tijdschrift over Franse jeugdliteratuur en wordt uitgegeven door het Centre national de la littérature pour la jeunesse. En dat is deel van het Département Littérature et art van de Bibliothèque Nationale de France.

dinsdag 7 oktober 2014

LZL 94

Dat in de academische benadering van jeugdliteratuur beschouwing en mening, ofwel wetenschap en recensie, soms lekker door elkaar heen lopen is als regel te zien aan de bijdragen in Literatuur zonder leeftijd, maar kwam ik onlangs ook tegen in een blogpost d.d. 9-12-2013 van Vanessa Joosen. Citaatje:

'De meeste studenten' [...] 'hebben de boeken goed gelezen en ik ben vooral gelukkig dat ze mijn mening over Damals war es Friedrich delen. Het boek dateert van 1961 en wordt vaak afgedaan als schools en gekunsteld, terwijl ik vind dat de auteur, Hans Peter Richter, toch een heel aantal literaire technieken met succes inzet. Zo is het boek vaak ironisch en zitten er interessante en volgens mij strategisch goed gekozen blinde vlekken (of lege plekken) in, die te maken hebben met het schuldgevoel van de auteur. Het einde is hard en bijzonder aangrijpend. Sommige studenten hebben die technieken goed herkend en zo krijgt het boek in onze les wat eerherstel.'

Sinds wanneer hoort 'eerherstel' bij een wetenschappelijke benadering van jeugdliteratuur? In dit college werd, zo te lezen, unverfroren gerecenseerd. Zal wel gezellig zijn geweest - maar wetenschap? Die hoort wat mij betreft nu juist het recenseren te bestuderen, niet uit te oefenen. Zal ooit 'de kwaliteit' van een verhaal of gedicht wetenschappelijk vastgesteld worden? Ik betwijfel het. Te ontleden (analyseren) valt er natuurlijk volop, dat wel. Net als beschrijven, definiëren en verbanden leggen.



Ik merk dit op omdat ik niet voor het eerst en vast niet voor het laatst vaststel dat Literatuur zonder leeftijd (LZL, zie ook Facebook) vol zit met academisch bedoelde vertogen die tegen recensies aanleunen. Gelukkig staat er zo nu en dan een onvervalst wetenschappelijke bijdrage in. Of een mooi opstel. Of een echte recensie, met geen andere pretentie dan een boek beoordelen.
Voorbeeld van zo'n recensie in LZL 94 is de bespreking door Léon Hanssen van Wolfskwint van Bibi Dumon Tak.
Voorbeeld van een recensie-achtig artikel dat zijn pretenties waarmaakt is het artikel door Ruth Hartog-Hoogendam over Maar ik ben Frederik, zei Frederik van Joke van Leeuwen. Zij vroeg zich af: 'wat maakt dit boek zo herkenbaar en typerend voor deze auteur?', en komt een heel eind.
Voorbeeld van een opstel is de amusante Annie M.G. Schmidtlezing  door Gideon Samson, die traditiegetrouw is afgedrukt.
Tja, vraagt hij zich af, wat heb ik bijgedragen aan de verheffing van de jeugdliteratuur. Hij spreekt alsof hij voor een jury staat in een rechtbank. Interessant, want Nederland heeft geen juryrechtspraak. (Vlaanderen wel.) Maar dat doet niets af aan het vertoog.
Ik citeer het eind.
'Edelachtbare, geachte leden van de jury. Dit was mijn verdediging. Als het geen vrijspraak wordt, verwacht ik toch op z'n minst verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Ben ik schuldig? Dat oordeel is aan u. En wanneer u toch aan het oordelen bent, denk dan ook eens aan volgend jaar. Want misschien bent ú het dan wel die uitgenodigd wordt om hier te staan pleiten. Misschien bent u het die "mede heeft vormgegeven aan recente ontwikkelingen in de Nederlandstalige jeugdliteratuur". Wilt u dat op uw geweten hebben? Nou? Nee toch...
Het is de hoogste tijd voor u om op te staan uit uw stoelen, te overleggen, te discussiëren.
In ons prachtige land worden de meeste stormen geen orkanen. Geachte inwoners van het rijk der kinderboeken: wat mij betreft mag het noodweer losbarsten!'

Het meest wetenschappelijke artikel in LZL 94 is 'Niet in taal te vatten; jonge focalisators en vertellers in de volwassenenliteratuur' door Kyra Fastenau. Een focalisator, by the way, is het personage dat de aandacht van de lezer richt op het vertelde. Niet te verwarren met de verteller.
Mijn eerste associatie was Eerste indrukken van K. Schippers, maar dat komt niet voor in het vertoog. Jammer, want het zou goed passen bij haar opmerking op p. 96, dat veel van die jonge hoofdpersonen bezig zijn 'hun ervaringen in verhaalvorm te gieten'. Maar weer niet bij haar opmerking, p. 91, dat 'vrijwel alle hierboven genoemde romans zich kenmerken door de keuze voor heftige onderwerpen: dood, geweld, ontvoering, verkrachting, echtscheiding...'.
Het komt me voor dat Kyra Fastenau de Nederlandstalige literatuur links heeft laten liggen. Dat ligt in lijn met haar masterthesis Traumatic Events Seen Through Innocent Eyes: Juvenile Focalisators and Narrators in Adult Literature. (Ze kreeg er een eervolle vermelding voor van de jury van de Miep Diekmann-prijs.) Want voor die thesis gebruikte ze vier Engelstalige romans.
Uit haar conclusie: 'alle boeken die in dit artikel worden genoemd, hebben één ding gemeen: het gebruik van een jonge focalisator en/of verteller dwingt de lezer, meer nog dan in andere literaire romans, om tussen de regels door te lezen.'[...] 'Doordat we in deze boeken lezen over onderwerpen waar geen woorden voor zijn, weerspiegelt onze leeservaring een traumatische ervaring. En zo kan ook literatuur een performatief medium zijn, een herbeleving in plaats van een representatie.'

De andere artikelen in LZL houden het midden tussen opstel en recensie, het zijn beschouwingen die niet per se wetenschappelijk zijn - en wel alleszins informatief:
- Eefje Buenen: 'Een sprankje hoop in een verschrikkelijke wereld. Over dystopische Young Adult-literatuur'
- Miriam van den Nieuwenhof: 'Kussen en koel water. De natuur in initiatiefromans van Marita de Sterck'
- Julie van de Schoor: 'Twee eenzame zielen. Over Brave nieuwe wereld van Daan Remmerts de Vries'
- Marloes Schrijvers: 'Life writing in tekst en beeld. Over autobiografische prentenboeken'
- Janneke van der Veer: ´"Ik voel me soms buiten mijn wil geroepen tot de jeugd te spreken..." Levenslessen van Diet Kramer' (Janneke van der Veer werkt aan een promotie-onderzoek over Diet Kramer.)
- Henk van Viegen: 'De werkelijkheid redigeren. Astrid Lindgren Memorial Award 2014 voor Barbro Lindgren'.

Literatuur zonder leeftijd is een periodiek in boekvorm. Er verschijnen drie afleveringen per jaar. Uitgever: IBBY Nederland. De website van deze stichting wordt sinds medio 2013 niet meer bijgehouden, maar er is wel een Facebook-pagina. Daarop is echter niet (of niet goed) te vinden hoeveel een abonnement kost en hoe men zich kan abonneren.
Dat laatste kan door een bericht te sturen naar ibby-nederland@planet.nl.
Voor particulieren kost een abonnement € 32,- per jaar; voor studenten € 24,75 per jaar.
Instellingen betalen € 43,- per jaar. Losse nummers kosten € 19,95 incl. verzendkosten.