Zoeken in deze blog

dinsdag 30 augustus 2011

Geld moet rollen

Herstel. In mijn vorig bericht (26-08-2011) schreef ik dat in Jeugdbieb niet op economie kan worden gezocht. Ik bewoog de aanwijzer langs de negen hoofdcategorieën. Maar wie op Samenleving onder Mensen klikt, krijgt vervolgens wel degelijk de keuze Economie.
Dat levert 19 links op, waaronder het euro-verhaal van Het Klokhuis, het voor kinderen toegankelijk geschreven kinderdeel van het Geldmuseum, met o.a. een geschiedenis van het geld die afgezien van een misser als 'Bijna 700 jaar lang betaalden we in Nederland met ‘De gulden’' (Nederland bestaat pas ongeveer 180 jaar) helder genoeg is voor 8+, de site KvK18, die jongeren onder de 18 er toe tracht over te halen ondernemer te worden, De Week van het Geld (7-11 november 2011), en de lieve Thinkquestsite Ondernemen doe je zo van groep 8 van basisschool Vesterhavet (=Noordzee) in Hoofddorp.
Maar nergens uitleg over schulden, wantrouwen en inhaligheid.

Ho. Op die Thinkquestsite van basisschool Vesterhavet staat wel het volgende:
' Onze site gaat over wat je allemaal moet doen als je een eigen bedrijf wil starten. Je kan bijvoorbeeld in de schulden komen door te veel geld uit te geven en te weinig geld te ontvangen. Jij kan nu ook al in de schulden komen door meer geld uit te geven dan wat je krijgt als zakgeld. ' Een waarheid als een koe. Kijk, daarover lees je op KvK18 niets. Maar wat doen onze achtstegroepers? Ze stappen met een ondernemingsplan naar de bank, voor een lening. Het blijft bij die ene waarschuwing (om ouders & meester of juf tevreden te stellen?)
Nee, dan de Thinkquestsite Zwemmen in geld, uit 2010, ook van een groep 8. (Van de Rehobothschool in Nieuwerkerk a/d IJssel?)
In die site zit de eerste publicatie voor kinderen over 'de crisis' die ik tot nu toe heb gevonden.
Met de volgende uitleg:

De financiële crisis 


De financiële crisis wordt ook wel kredietcrisis genoemd. Krediet heeft te maken met lenen van geld en dat gaat nu veel moeilijker dan een paar jaar geleden. Daarom is er een kredietcrisis. Hieronder proberen we uit te leggen hoe dat komt en waarom dat zo erg is.  


De kredietcrisis is begonnen in Amerika. De mensen wilden graag in een veel mooier huis wonen dan ze konden betalen. Ze gingen daarom naar de bank en wilden bij de bank eigenlijk te veel geld lenen (hypotheken).
De banken vonden dat niet zo erg, want door dat geld uit te lenen aan die mensen verdienden zij weer veel geld door de rente die de mensen moesten betalen.
Kon iemand de rente niet meer betalen, dan moesten ze hun veel te mooie huis uit en verkocht de bank dat huis, zodat de schuld van die mensen kon worden afbetaald. 


Dit ging allemaal goed zolang die huizen nog voor genoeg geld verkocht konden worden, maar in 2007 werden de huizen minder waard. De bank verkocht dan een huis, maar kreeg er niet genoeg geld voor om de schuld van de klant af te kunnen betalen. De bank bleef dan met een verlies zitten. Dat noem je een slechte hypotheek.
Toen bekend werd dat de banken eigenlijk heel veel slechte hypotheken hadden, werden alle mensen in de financiële wereld (bankiers en mensen die op de beurs beleggen) ongerust. Zij hadden veel geld van en aan elkaar geleend en zouden ze dat geld ooit nog wel terug krijgen? Daarom wilden banken opeens geen geld meer uitlenen aan andere banken.  


Omdat ook de mensen die op de beurs beleggen ongerust werden, werden de bedrijven veel minder waard. Hierdoor gingen bedrijven mensen ontslaan en die mensen konden dan hun hypotheek niet meer betalen en moesten hun huis uit. Dat huis was minder waard geworden, dus de bank maakte weer verlies op de verkoop van dat huis. 
Uiteindelijk was het zo erg, dat hele grote banken failliet gingen. Spaarders werden dus ook ongerust (krijgen we ons spaargeld nog wel?) en gingen veel minder geld uitgeven (ze kochten geen nieuwe auto of koelkast meer), waardoor het weer slechter ging met de bedrijven. Die bedrijven gingen weer mensen ontslaan, en zo is de kredietcrisis ontstaan.  


Om te voorkomen dat al die spaarders hun geld kwijt raakten (dan was de ramp niet meer te overzien), gingen regeringen de banken die failliet gingen opkopen en aan banken die bijna failliet gingen geld lenen.  Hierdoor zijn de schulden van  regeringen weer veel hoger geworden, dus er moet bezuinigd worden, maar dat kan eigenlijk niet, omdat veel meer mensen werkloos zijn en dus niet zoveel geld hebben. 
Hierdoor gaat het niet zo goed met de bedrijven en daardoor met de economie. De banken zijn heel voorzichtig, ze zijn bang dat de bedrijven alsnog failliet gaan en de banken willen hun schulden weer goed maken en vragen daarom heel veel rente voor een lening.


Banken moeten voortaan leren om niet zomaar allerlei leningen te geven. En wij moeten leren om zuinig te leven.
Maar ja, als iedereen zuinig leeft en weinig uitgeeft, gaat de economie ook niet beter lopen. Dus wel geld uitgeven, maar geen leningen of schulden maken voor bijvoorbeeld die mooie scooter of het nieuwste mobieltje.  '

'Als iedereen zuinig leeft en weinig uitgeeft, gaat de economie ook niet beter lopen'. Yes! Geld moet rollen, money makes the world go round. Zuinigheid is geen deugd maar een zonde. Kopen moeten we! Het geld brandt in mijn zak. Gaan we dan toch maar die super-espressokoffiemachine doen? En dat vliegtochtje naar Bali? Ik kan haast niet wachten en ben ineens ook toe aan en nieuwe auto.
Wat zegt u, ik hoor u niet goed. Vervuiling, verspilling? Eh... niet zo zuur doen a.u.b., die kinderen hebben hun neoliberale les goed geleerd op school. En er netjes bij vermeld dat je je daarvoor niet in de schulden moet steken.
Voor regeringen en bedrijven ligt dat iets anders, maar in die materie hebben deze achtstegroepers en hun coaches zich niet zo erg verdiept.
Het blijft dus halve uitleg. Want, juf Coby, hoe zit dat nu met die Griekse schulden?

vrijdag 26 augustus 2011

Hoe leg je de schuldencrisis uit aan kinderen

Dagelijks lezen we over 'de crisis': schulden die niet afbetaald kunnen worden, leningen die te duur worden voor regeringen, bankiers die zich verrijken, politici die zwalken, enzovoort. Krijgen onze kinderen daar iets van mee? Hoe leggen we uit wat er aan de hand is als we het zelf nauwelijks kunnen bevatten?
Wat leren onze kinderen eigenlijk over economie?

In Jeugdbieb kun je zoeken in tal van categorieën, waaronder natuurlanden en geschiedenis - maar niet op economie. Je kan het wel als trefwoord gebruiken, maar wordt dan doorgestuurd naar landen-info. Bij 'actueel nieuws' staat niets over geld of schuldencrisis. Wel een link naar het Jeugdjournaal.
Ook daar ogenschijnlijk niets, zelfs niet in de Top-10 nieuws van juli 2011, evenmin in de Toptienen van maart t/m juni 2011 en die van heel 2010. Justin Bieber lijkt belangrijker dan de schuldencrisis.
Maar wacht, op 15 april 2009 was er wel een item, zie hier, en in het spoor daarvan een lijstje filmpjes. Van sommige zullen kinderen wel wat wijzer zijn geworden: met name in 2008 vond ik aardige stukjes uitleg. Het blijft wel tamelijk onschuldig, geen woord over inhaligheid en bluf. Over Griekenland vond ik bijvoorbeeld het volgende tekstje:


We helpen de Grieken als dat nodig is. Dat zeggen de leiders van alle landen van de Europese Unie. Griekenland heeft veel geldproblemen, maar daarvoor is nu een oplossing bedacht. 
In Griekenland zijn heel veel geldzorgen. De regering heeft miljoenen en miljoenen euro's geleend bij banken en andere landen. Dat geld is gebruikt om scholen en wegen te bouwen, en om ziekenhuizen en leraren te betalen. Maar Griekenland kan dat geld helemaal niet terugbetalen.
Over die schulden hebben de leiders altijd gelogen. 'Het valt wel mee', zeiden ze. Maar het valt dus helemaal niet mee. En nu zitten ze zo diep in de problemen dat ze waarschijnlijk geholpen moeten worden. Maar door wie?
De Europese landen hebben nu afgesproken dat Griekenland dat zij kunnen helpen. Eerst moet Griekenland proberen om zelf de problemen op te lossen. Als dat niet lukt moeten ze naar het IMF, een soort wereldbank waar landen geld kunnen lenen. En als er dan nog meer hulp nodig is gaan andere Europese landen, waaronder Nederland, helpen. Zo is Griekenland dus voorlopig gered.


Tja. Griekenland gered...

In het voortgezet onderwijs wordt les in economie gegeven. Geen idee of daar heldere uitleg plaatsvindt. De 'methode' zal er niets over bevatten, neem ik aan. Die leidt tot brave webquests als deze. Uitleg ligt op de weg van de docent.

Zijn er goede kinderboeken over economie?
Op Leesplein kun je op van alles zoeken, maar niet op economie. Wel op Europa en de euro, maar dat levert vooral fictie op en geen echte uitleg van wat er mis kan gaan. Wie weet komt Spreken we in Europa straks allemaal Europees? en andere vragen van kinderen aan de Europese Unie iets in de richting. Dat boek is van Bas van Lier en die heeft al eerder over geldzaken voor kinderen geschreven: Het geldboek voor kinderen (Ploegsma, 1998).  Dat werd positief besproken, herinner ik me. Niet meer in de handel, wel tweedehands te koop.
Boek en Jeugd dan? Een lange lijst trefwoorden, zonder economie of geld. Boekenzoeker? Als je op geld zoekt bij 8-12 jaar, krijg je Mijn opa de bankrover van Sjoerd Kuyper (Lemniscaat, 2011). Vast een zeer onderhoudend verhaal, maar of je daaruit iets leert over de schuldencrisis... Er blijkt in ieder geval uit dat de Boekenzoeker nog wordt bijgehouden. Bij 12+ krijg ik onder meer Miljoenen van Frank Cottrell Boyce (Van Goor, 2004). Hoofdpersoon Damian vindt een zak met een miljoen Britse pond, enkele dagen voor die ongeldig wordt doordat men op de euro overgaat. Vast ook heel onderhoudend...

Ook maar eens gegoogled op 'kinderboeken over economie'. Gevonden:
Kinderboek Wat kost dat?! van uitgeverij Inmerc en 'de Kinderuniversiteit' van Tilburg, 2008. 'Geschikt voor kinderen vanaf tien jaar.' Verrassing. Ik ken het niet. Tekst Marga van Zundert, Irene Herbers, Ilse Vossen e.a., ills. Helen van Vliet.
Hallo, wie ben jij? Ik ben Pjotr van ex-bankier Peter Bresser. De hit kwam door dat bankier, geloof ik, want het boek gaat niet over economie maar over adoptie.
Latur, nee nu!, uitgegeven door het Spoorwegpensioenfonds, zie Nu-persbericht (2003). 'Kinderen vanaf tien jaar voorlichten over pensioenen.' Opdrachtgever: een pensioenfonds. Ik ervaar wantrouwen, maar sluit niet uit dat hierin iets wordt uitgelegd over de opbouw van ons pensioen. Alleen niet over waar dat mis kan gaan, denk ik.
- Bol.com kwam met het 'klassieke kinderboek' Atlas Shrugged van Ayn Rand. Geen kinderboek, dacht ik - om het daar maar bij te laten. Curieus dat dat tevoorschijn komt.

Blijft op kinderboekgebied nog een grote zoekmachine over: Jeugdbib. Daarin op geld gezocht en zie, deze zoekmachine begrijpt wat ik zoek, 138 terzake doende titels voor kinderen, gerangschikt op relevantie. Dat geldt ook voor zoeken op economie: 40 titels.
Er zitten wel erg oude uitgaven bij, bijvoorbeeld het deeltje Geld uit de Mini-Informatie van De Ruiter, 1987 naast de herziene editie (door Marja Baeten) uit 2005.
Maar toch, na hulde voor Jeugdbib, een klein lijstje:


Geld: feiten, meningen, ervaringen / Jos van Hest (Kwintessens, 2004).
Geld telt! / Karel Verleyen ; ills.  Jan Jutte (Davidsfonds/Biblion, 2003.) (Ja, dat had ik me moeten herinneren, heb ik zelf mee uitgegeven; hier een recensie.)
Je geld of je leven / Alvin Hall (Lannoo, 2008). (Voor 7+ , de Britse uitgave is Show Me The Money, niet te verwarren met Your Money or Your Life, voor volwassenen.)
Survivalgids geld / Caja Cazemier; ill. Julius Ros (Ploegsma, 2005). Vooral een praktisch boek voor tieners, gaat niet echt over de grote wereld, geloof ik.
Felix en het grote geld : roman over rijk worden en andere belangrijke zakenNikolaus Piper (Bakker, 1999), voor 14+. (Oorspr.: Felix und das liebe Geld : vom Reichwerden und anderen wichtigen Dingen.)
Dezelfde Nikolaus Piper die ook Geschichte der Wirtschaft schreef (Beltz & Gelberg, 2002). Veelgeprezen boek, lag nog lang op mijn uitgeversplank om eventueel te laten vertalen. Kostte teveel, ging niet door, jammer. Dat boek vertrekt echt van de allereerste ruilhandel tot in het heden en is een van de beste boeken over economie voor kinderen (12+) die ik ken.

Ruben Mooijman met een reeks artikelen voor 12+ in het tijdschrift iD (Averbode):
- 'Geld is een afspraak', Jrg. 14 (2008/2009), nr. 1, p. 25-26
- 'Foefelen met zwart geld', Id Bis, Jrg. 12 (2006/2007) nr. 6, p. 22-23
- 'Het klavertjevier van de economie', Jrg. 11 (2005/2006) nr. 3, p. 11-13.

Ja, ze zijn er dus. Maar nu die uitleg nog. Hebben 'de Grieken' een probleem of vooral de Griekse regering? Is het waar dat 'de Grieken' lui zijn, zoals hier en daar wordt beweerd? Of hebben eigenlijk vooral de banken en pensioenfondsen die hun geld belegden in Griekse obligaties een probleem? Zouden de Grieken hun drachme naast de euro kunnen invoeren? Kan een regering een land besturen zonder geld te lenen? Van wie lenen ze? Wat gebeurt er in de geldhandel? Hoe zat dat met die hypotheken in de VS? Waarom verdienen sommige bankdirecteuren zo verschrikkelijk veel? Is veel kopen goed voor de economie? Ook als je op de pof koopt? Of moet je juist veel sparen? Enzovoort, enzoverder.
Tijd voor een nieuw kinderboek?

NB d.d. 7-4-2013. Helaas is het bovengenoemde Jeugdbib opgeheven.








donderdag 25 augustus 2011

Verontwaardigd

Indignez-vous! raadt Stéphane Hessel ons aan.
Ik heb het boekje, waarover al zoveel geschreven is en waarvan bijna een miljoen exemplaren verkocht zijn, besteld en gelezen. In het Frans, al bestaat er een vertaling in het Nederlands en al vond ik een beknopte samenvatting. Die diende als openingstoespraak, gehouden door Ivo van Hove, bij de Mars der Beschaving, de naam van de samenvatter wordt niet vermeld. (Ivo van Hove?)
Stéphane Hessel is een man van 93, die deelnam aan het Franse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna een rol speelde bij het opstellen van de Rechten van de Mens.
Zijn vertoog vertrekt vanuit beide: zijn ervaring in het verzet en dan met name de ideeën die de Conseil de la Résistance einde oorlog formuleerde voor een nieuwe samenleving; en de Rechten van de Mens.
De anonieme opsteller van die openingstoespraak, zie boven, heeft dat zo weergegeven:


Wij zagen een land voor ons, waarin niemand voor zijn broodwinning hoefde te vrezen als hij ziek werd. Waar een vluchteling een veilige haven kan vinden, zonder als misdadiger of opportunist afgeschilderd te worden. Wij zagen een land voor ons, waarin verdienste de maat is voor macht en invloed, en niet bezit. Wij zagen een land voor ons, waarin ieder kind, in elk dorp, in elke stad, in elke wijk, de kans krijgt zijn talenten te ontwikkelen. Een land waarin elke vader en elke moeder, ongeacht hun eigen inkomen, het genoegen en de trots kan beleven, om hun zoon of dochter een diploma van de universiteit in ontvangst te zien nemen.


Waar halen ze het lef vandaan, om te zeggen dat er voor deze elementaire zaken geen geld meer is? Geen geld voor fatsoen, voor waardigheid, voor onderwijs, voor schoonheid of voor natuur? Terwijl de macht van het geld nog nooit zo groot, zo onbeschaamd, zo egoïstisch is geweest.


[...]



Ik wil U een voorbeeld geven waar ik zelf een niet geringe hand in heb gehad: De Universele Verklaring van de Rechten van Mens. U kent dit document als de ultieme morele maatstaf; het enige document waarmee het gedrag van zelfs de machtigste staten wordt beoordeeld. En toch: wat is het meer dan een stuk papier? Er is niemand, geen rechter, geen politie, die de mensenrechten kan afdwingen. Het zijn gewoon maar woorden op papier.


Maar tegelijk beschrijven deze woorden de hoogste aspiratie van de mens; een rechtvaardige wereld voor allen. Dat is de hoop, die in dat document beschreven staat. Dat is de onbeschaamde ambitie die wij uitspraken. Zelfs na vijf jaar massamoord en andere verschrikkingen van oorlog en haat, durfden wij niet alleen te spreken over hoop, maar iets in het leven te roepen dat uit louter hoop bestaat.


Interessant is wat weggelaten werd uit die samenvattende toespraak, die vooral lucht moest geven aan de verontwaardiging van kunstinstituties en kunstenaars:
- de uitweiding van Hessel over 'twee visies' op de toekomst: een van vooruitgang en een van wanhoop (hij verwijst naar de zelfmoord van Walter Benjamin) en onverschilligheid ('la pire des attitudes', hierover wel iets in de samenvatting). De hoop die hij put uit het bestaan van organisaties als Amnesty International, Attac en FIDH.
- zijn meest recente aanleiding tot verontwaardiging: de gang van zaken rond Palestinië.
- zijn pleidooi voor geweldloos verzet.
- de twee 'grote nieuwe' uitdagingen die hij ziet: ten eerste het enorme en steeds groeiende verschil tussen arm en rijk, en ten tweede de mensenrechten en de staat waarin de planeet zich bevindt.
Wie wil lezen wat Stéphane Hessel te vertellen heeft, doet er dus erg goed aan het niet bij die samenvattende toespraak bij die mislukte mars te laten en de volledige tekst te bestellen, hetzij de Nederlandse vertaling, hetzij het origineel, dat verscheen bij Indigènes Editions (zie ook hier) maar ook via de (online) boekhandel te bestellen is, en dat hier als pdf te downloaden is.

Ik vond het een warmbloedig en inspirerend vertoog maar miste een grondiger uiteenzetting over wat er allemaal mis is met de wereld, ook al komt deze passage een beetje in de richting:

Mais comment peut-il manquer aujourd'hui de l'argent pour maintenir et prolonger ces conquêtes alors que la production de richesses a considérablement augmenté depuis la Libération, période où l'Europe était ruinée?
Sinon parce que le pouvoir de l'argent, tellement combattu par la Résistance, n'a jamais été aussi grand, insolent, égoïste, avec ses propres serviteurs jusque dans les plus hautes sphères de l'État.
Les banques désormais privatisées se montrent d'abord soucieuses de leurs dividendes, et des très haut salaires de leur dirigeants, pas de l'interêt général. L'écart entre les plus pauvres et les plus riches n'a jamais été aussi important; et la course à l'argent, la compétition, autant encouragée.

(Maar hoe kan nu het geld ontbreken om deze verworvenheden in stand te houden en uit te breiden, terwijl de productie aanzienlijk toegenomen is sinds de Bevrijding, een periode waarin Europa geruïneerd was?
Dat kan alleen doordat de macht van het geld, zo bestreden door het Verzet, nog nooit zo groot, brutaal en egoïstisch is geweest, met eigen dienaren in de hoogste kringen van de staat.
De ooit geprivatiseerde banken zijn nu vooral bezorgd om hun dividend en de hoge salarissen van hun leiders, en niet om het algemeen belang. De kloof tussen de armste en rijkste mensen is nog nooit zo groot geweest, en de wedloop van geld en competitie nog nooit zo aangemoedigd.)

Een echte analyse kun je dit volgens mij nauwelijks noemen. Zo laat hij geheel buiten beschouwing dat die course à l'argent nog een ander kantje heeft: veel van dat geld is virtueel en bestaat uit schulden. Daar worden wij eenvoudige krantenlezers nu bijna dagelijks mee geconfronteerd.
Niettemin heeft hij met die eerste zin wel een punt... en met die kloof ook. Worden wij eenvoudige krantenlezers niet dagelijks geconfronteerd met een dusdanige verdeling van publieke middelen dat vooral de rijkere landgenoten profiteren? Lazen wij onlangs niet over rijke mensen (niet landgenoten) die deze bevoordeling zo gortig vinden dat ze roepen: laat ons maar iets meer belasting betalen? Genieten we dankzij Quote al niet jarenlang mee met onze gefortuneerde landgenoten? Wond Rob Wijnberg zich onlangs (zie hier en mijn blog) voor niets op?

Ook in het klein keert die merkwaardige tendens terug, bijvoorbeeld binnen schoolorganisaties. Deze eenvoudige krantenlezer werd vandaag getroffen door de bijdragen van twee verontwaardigde docenten in de Volkskrant. Anneke Wijma schetst in een wrang stuk de 'slechte positie' van de leraar (en krijgt online naast bijval heel wat sneren naar haar hoofd), Peter Althuizen verzucht 'Bespaar ons weer een proef' met gescheiden jongens- en meisjesklassen en schrijft (niet voor het eerst): doe eens wat aan de kwaliteit van leraren, voorkom dat steeds meer onbevoegden les gaan geven.
En mag ik, met mijn interesse in jeugdliteratuur, nog eens wijzen op die verontwaardigde toespraak van Sjoerd Kuyper in 2009 over de gang van zaken rond uitgeverijen, 'in deze barre tijden waarin alleen nog het gelijk van de vismarkt lijkt te gelden'? (Leesgoed-abonnees, zie ook hier voor een verslag.)

Nou ja, je kan je over van alles en nog wat opwinden. Daarmee wil ik Sjoerd Kuyper en genoemde docenten niet te kort doen, want al strekt hun verontwaardiging strekt zich minder ver uit dan die van Hessel, hij ligt in dezelfde lijn. En ze hebben gemeen dat ze tenminste iets doen met hun verontwaardiging, dat ze die publiekelijk en met argumenten durven uiten en niet beperken tot de kleine kring van vrienden en kennissen op verjaardagspartijtjes en gezellige avonden.
Tegelijk tonen deze en andere uitingen van verontwaardiging dat je vooral heel goed beargumenteerd voor de dag moet komen, anders vervliegt je hartenkreet als een scheet in de wind.

NB. Geen sneer, maar wel een goede repliek op Anneke Wijma kwam in de Volkskrant 31-08-2011 van Aleid Truijens in haar rubriek IJS & Weder: 'Leraren, jammer niet zo, doe iets'. Met als uitsmijter:

'Verbazingwekkend dat zo'n enorme, hoogopgeleide en goedgebekte beroepsgroep niet beter voor zijn vak opkomt. Wie dat wel doet, is Manja Smits, onderwijswoordvoerder van de SP. Onlangs schreef zij een krachtig, glashelder en goed onderbouwd voorstel om dé weeffout in het onderwijs te repareren. Ze stelt voor om het door niemand gekozen machtsblok, de geldverslindende 'raden' van nepwerkgevers, de ondernemers met gemeenschapsgeld, af te schaffen. De bijl in de kleilaag. Het vrijkomende geld kan besteed kan worden aan lerarensalarissen en diplomering van onbevoegde docenten. Leg vast dat geld bestemd voor personeel bij hen terechtkomt, en niet bij interimmanagers en adviesbureaus. Plasterk liet dat na, en Van Bijsterveldt zal nooit haar bestuurlijke CDA-vriendjes uit het zadel lichten. 


Leraren, steun dat plan van Manja Smits luid en publiekelijk, ook op school. Meld je aan bij de BON, of bij de nieuwe vakbond LIA, die beide het belang van goed onderwijs verdedigen. Dóe iets, behalve jammeren als een geslagen hond.'







woensdag 17 augustus 2011

Paulson, Geithner en...

Wat een raak stukje van Rob Weinberg in NRC Next 16-8-2011, zie hier.

En omdat het misschien even zoeken wordt als daar nieuwe stukjes verschijnen, zie onder:



Als uw huis in de fik staat, zou u dan een pyromaan bellen om te komen blussen?

Nou?

Wáárom, is dan de vraag, laten we de financiële crisis oplossen door de directe aanstichters ervan? Te beginnen bij Henry Paulson: lobbyde twintig jaar voor de totale deregulering van de financiële markten, vergaarde als topman van zakenbank Goldman Sachs een kapitaal van 700 miljoen dollar met de verkoop van risicovolle leningen, speculeerde met dat geld op de wanbetaling van diezelfde leningen, werd vervolgens aangesteld als de Amerikaanse minister van Financiën, liet eerst Goldman Sachs’ grootste concurrent Lehman Brothers opzettelijk failliet gaan en deelde tot slot gratis en voor niks 700 miljard dollar aan belastinggeld uit aan de sector die hij zelf om zeep hielp. Hij geeft nu les in bestuurskunde.

Paulson werd opgevolgd door Timothy Geithner: de man die in 2004 als toezichthouder talloze waarschuwingen over de crisis in de Amerikaanse huizenmarkt afwimpelde als „ongeloofwaardig”, die in 2007 als president van de Federal Reserve Bank New York lobbyde voor de verlaging van het vereiste reservekapitaal van banken, die ruim 35.000 dollar aan inkomstenbelasting ontdook en die in 2009 als minister van Financiën nog eens 350 miljard aan andermans belastingcenten uitdeelde aan bankiers, met wie hij volgens The New York Times zo innig bevriend was dat hij er „geregeld thuis kwam eten”.

Hij zit nog steeds op zijn post.




En wie werd in 2010 in Nederland uitverkoren om „orde op zaken” te stellen? Juist: de partij van liberalisering, deregulering en de minimale staat, die miljoenenbonussen ‘marktconforme salarissen’ noemt, die vergeten is het woord ‘banken’ op te nemen in zijn laatste verkiezingsprogramma en die zo heilig gelooft in de vrije markt dat ze nog geen jaar geleden een verbod op investeringen in clusterbommen wegstemde omdat „het niet aan de overheid is om beleggingsadvies te geven”.

Als ik dan zo vrij mag zijn een beleggingstip te geven: verkoop onmiddellijk uw goud en steek alles in pure hypocrisie. De prijs is laag, het aanbod hoog en de vraag kennelijk onverzadigbaar.



Beter had ik het niet kunnen schrijven.

En dat naast een lezenswaardig stuk van Femke van Zeijl, die een verband trekt tussen Britse en Kenyaanse plunderaars. Zie ook hier. En zet de strapatsen van Sally Bercow, echtgenote van speaker John Bercow en zie ook hier, naast die van Chelsea Ives, ex-amassadrice Olympische Spelen 2012.
Moest ook denken aan het memorabele verhaal Memoirs of a Survivor van Doris Lessing, zie http://www.nytimes.com/books/97/09/14/reviews/lessing-survivor.html voor een oude recensie in The New York Times.

En Pratibha Devisingh Patil, laat Anna Hazare vrij. We hebben mensen als Hazare nodig. (Dat is inmiddels gebeurd.)

Wat een contrast, overigens, met de verontwaardigde kampeerders in Barcelona, Madrid en Valencia, de kern van de Movimiento 15-m. Zíj plunderen niet, maar protesteren tegen de plunderaars onder de bestuurders van land en bedrijven.

maandag 15 augustus 2011

Julia Donaldson Children’s Laureate

Julia Donaldson is sinds juni de Children’s Laureate voor 2011 en 2012.

Michael Morpurgo en Ted Hughes riepen in 1999 de onderscheiding Children´s Laureate in het leven en reiken hem sindsdien om de twee jaar uit aan een auteur- of illustrator die een uitzonderlijke prestatie op het gebied van de jeugdliteratuur heeft geleverd. Een tweejaarlijks wisselende jury boekverkopers, bibliothecarissen, recensenten en schrijvers kiest een kandidaat. Ook kinderen kunnen schrijvers en illustratoren nomineren voor deze erefunctie. De winnaar krijgt een medaille en £15.000 en is ambassadeur van de jeugdliteratuur in Groot-Brittannië.
Na illustrator Quentin Blake, de auteurs Anne Fine, Michael Morpurgo, Jacqueline Wilson en Michael Rosen, was Anthony Browne de afgelopen twee jaar ´Children´s Laureate´. Zie bijvoorbeeld hier hoe hij in een interview uitlegt waarom prentenboeken belangrijk zijn.


Julia Donaldson volgt hem nu op.

Julia Donaldson (Londen, 1948) studeerde drama en Frans aan de universiteit van Bristol. Daarna schreef ze enkele jaren kinderliedjes voor de Engelse televisiezender BBC en kinderboeken die meestal geïllustreerd zijn door Axel Scheffler. Onlangs kwam ze in het nieuws omdat ze haar veto uitsprak over het maken van een e-book van haar bestseller De Gruffalo, zie ook hier. Ze was ook woordvoerder van het protest tegen de besparingsplannen voor de Britse bibliotheken (zie bericht 14/02/11). Momenteel woont Donaldson met haar man en drie zonen in Glasgow.

Zo'n Children´s Laureate, het zou waarachtig iets zijn voor de Lage Landen: een gezamenlijk project van de Vlaamse en Nederlandse Stichtingen Lezen (zie hier en daar) en van de twee IBBY-secties (waarvan de Vlaamse identiek is aan de Vlaamse Stichting Lezen): de Ambassadeur van het Nederlandstalige Kinderboek Jacques Vriens zou een hele goede eerste zijn, zie bijvoorbeeld hoe hij deze maand op Leesplein uitlegt hoe je 'leerlingen zonder stress boekbesprekingen kunt laten houden', en zie zijn vele artikelen terzake, zoals ' ‘Dus jij wil mij dwíngen om te lezen!' Of: we moeten al zoveel! ' in Leesgoed 2010-2. (Abonnees: zie hier.)
Ook Ted van Lieshout zou een goede zijn, zie de tomeloze energie waarmee hij de Middagen van het Kinderboek heeft georganiseerd. Hij heeft niet voor niets de meest recente Leesgoedprijs gekregen.



donderdag 11 augustus 2011

Mediasnoepjes


Dit jaar krijgt de Kinderboekenweek concurrentie van de Kindermediaweek: 3-9 september. Vroeger dacht ik nog wel eens dat boeken en andere gedrukte leesbare zaken (kranten!) ook media waren, maar ik zit er naast. Media zijn 'programma’s, websites, en games'.
Lees maar: 'Op 4 september 2011 zal in het Raadhuis van Hilversum de eerste officiële Mediasmarties Kindertop plaatsvinden. Tijdens deze besloten Kindertop gaan experts op het gebied van kindermedia in debat gaan met de kinderen die aangeven wat zij belangrijk vinden bij programma’s, websites, en games. Tijdens dit exclusieve programma reiken de kinderen op zondag 4 september tussen 14.00-17.00 uur de Mediasmarties Awards uit.' Apps horen er ook bij, zie Mediasmarties, de uit de publieke omroep voortgekomen projectorganisatie die nauw betrokken is bij de Kindermediaweek. Cathy Spierenburg is er programmamanager en haar kennen we nog van Z@ppelin en Teleac.
Smarties zijn snoepjes, dat is bekend. En smart betekent slim, dat weten we ook. De slimme mediasnoepjes worden geselecteerd en gepresenteerd aan kinderen tot en met 11 jaar en hun ouders. En er is in principe niets commercieels aan, dat is prettig.

Uit het persbericht nog de volgende uitspraak van Cathy Spierenburg over de relatie tot de Kinderboekenweek:
'De Kinderboekenweek is al meer dan 55 jaar bijzonder succesvol. Maar kinderen houden ook van audiovisuele media, ze genieten ervan. Volwassenen nemen dit waar, maar realiseren zich nauwelijks de impact. Een week lang bijzondere aandacht voor de impact van kindermedia en attentie voor de aantrekkelijke en goede kanten is dan ook noodzakelijk. We kiezen voor begin september omdat kinderen wekenlang vrij zijn geweest en media een belangrijk tijdverdrijf zijn.'

Redelijke redenering, maar intussen neemt de overlapping heel langzaam toe. Al gehoord van Mr. Morris Lessmore van de Moonbot Studio's? Fantastic flying books, eh, e-boek/app, film..., exclusief voor iPad en van iTunes, dat wel. Hier een voorproefje. Boeken, je weet wel, van die stapeltjes bedrukt papier, spelen er een belangrijke rol in. Journalist Wieteke van Zijl was er in de Volkskrant 8-8-2011 enthousiast over. Of zie de Fierce Grey Mouse van Chantal Bourgonje (Tizio).
Nee, het zijn niet de eerste kinderboek-achtige apps. Zie bijvoorbeeld hier of klik het label e-jeugdliteratuur aan. Ze komen er en er zullen er steeds meer komen. Verzin een nieuwe naam voor deze bewegende prentenboekachtigen met spel-element. Hoort aandacht voor deze nieuwkomers nu in de Kinderboekenweek of de Kindermediaweek? Beide? Hoe lang nog apart?

woensdag 10 augustus 2011

Middag van het Kinderboek

Omdat het op Leesplein niet meer bovenaan staat (wel hier en zie ook Leesgoed), en ik voorlopig even niet aan lange berichten toe kom, vermeld ik het ook even: 17 september, Amsterdam, OBA, Middag van het Kinderboek. Kaartjes hier, gratis, met dank aan Koninklijke Boekverkopersbond/Boekenbon, BNO, Gregor’s Lijsten, Lira Fonds, VvL en OBA. En ook met dank aan organisator Ted van Lieshout.

Thema: 'Ons boek, schrijver & illustrator'. IJs en weder dienende ben ik er en geef ik hier verslag.

O ja, en in het voorbijgaan wijs ik even op Write4Children Vol. 2, Issue 2. Met o.a. een artikel over 'How do you edit a book?'.

NB. d.d. 19-9: ik was er. Zie hier.

zaterdag 6 augustus 2011

Leesgoed 2011-3


Een kalm zomernummer van Leesgoed, waarvan me vooral achter- en voorkant opvielen. Voorkant vanwege de fraaie illustratie, achterkant vanwege de advertentie van NBD/Biblion: ook die firma gaat aan young adults doen.
Tussen die twee pagina's kabbelt een zomernummer. Veel lees- en luistertips, informatieve interviews met Sjoerd Kuyper (gekoppeld aan voorpublicatie uit O rode papaver, boem pats knal!) en Rotraut Susanne Berner, beide door hoofdredactrice Karin Kustermans, en met David Almond, door Kathy Mathys, en een artikel over de samenwerking met scholen door de bibliotheek van Ham.
De rubriek 'In beeld' voegt iets toe aan godsbesef: afgebeeld is een scène uit Kleine man en God van Kitty Crowther, waarin een jongen (denk ik, z'n wat ouwelijke hoofd steekt uit boven het water van een vijver waarin ook nog een stel eendachtigen enthousiast meekijkt) begroetend kijkt naar een soort weldoorvoed spook met oranje aura en vriendelijke oogopslag. God als spookverschijning? De kerstman in vermomming?
Kleine man en God is een vertaling van Le petit homme et Dieu (L'École des loisirs, 2010).
In het interview met Rotraut Susanne Berner geeft deze nog eens commentaar op het 'gedoe rond coproducties': de ene (Britse) uitgever wou meer zwarte kindertjes, de andere (Amerikaanse) wou een piemeltje verwijderd zien. Dan maar niet op de Britse markt, en in de VS een andere uitgever: de illustratrice paste zich niet aan en dat vind ik te prijzen.
Nog een mooie uitspraak van Berner: 'In de eerste plaats ben ik een tekenaar, iemand die tekent. Er zijn tekenaars en er zijn schilders. De Vlaamse illustratoren bijvoorbeeld, dat zijn schilders. Ik ben een tekenaar.'

Ja, die zomer. Op het moment dat ik dit schrijf gutst de regen op het dak. Maar in Italië, waar ik de afgelopen tijd verbleef, was het meestal mooi weer. In Genua bezocht ik de Biblioteca De Amicis, een jeugdbibliotheek die zich op de internationale kinderboekenbeurs van Bologna nog wel eens presenteerde als  internationaal. Daarover later misschien meer.