Zoeken in deze blog

maandag 26 september 2011

Hoe het verhaal moet eindigen

Ik citeer uit een recensie van Tine Mortier op Verteleens.be:


Toen kwam Sam is niet wat je een groot heldenverhaal zou noemen. Het boek bevat namelijk geen uitzonderlijk dappere personages met superkrachten, geen toeters of bellen, geen magische of fantastische plotwendingen en geen bizarre heldensetting. Toen kwam Sam heeft dat allemaal niet nodig. Toch is het een van de beste heldenboeken geworden in de overvloed aan publicaties die bij het thema van de Nederlandse Kinderboekenweek aansluiten.

(...) In de laatste scène wordt de spanning ten top gevoerd, zonder dat je met zekerheid kunt zeggen hoe het verhaal zal aflopen. Verklappen zou flauw zijn, maar laat het volstaan te zeggen dat het boek eindigt zoals het moet.
(...)

Een mooi voorbeeld van een recensent die een verwachting ziet ingelost.
Wat bedoelt Tine Mortier met dat 'het boek eindigt zoals het moet'? Ze bedoelt ongetwijfeld dat het einde aan haar verwachting voldoet. Bedoelt ze dat het verhaal goed afloopt voor de held? Of juist tragisch? Of, wat ze een beetje suggereert, onbeslist? We zullen het niet weten tenzij Tine bereid is meer over haar verwachtingen te schrijven. Hoe dient volgens haar een verhaal te eindigen?
Ik heb het haar gevraagd, want op Verteleens.be kun je reageren op recensies.
En ze antwoordde, op 28 september:

' Het is niet zozeer dat het einde aan mijn verwachtingen voldoet, maar dat de interne logica van het verhaal echt om dit einde vroeg. Je moet het lezen om het te snappen, denk ik ;-) En ik wil jullie leesplezier echt niet vergallen door het te verklappen.
Er bestaan geen regels voor een ‘goed’ einde, elk boek eist zijn eigen slot. En dat van Sam heeft zijn slot goed gekozen. '
Ik zat er dus naast. Dat van die 'interne logica', dat kan ik volgen. Ja, nu dus lezen, inderdaad.






donderdag 22 september 2011

Alice in Wonderland

Al heel lang een lievelingsverhaal, Alice in Wonderland. (Zie ook mijn artikel 'Achter de spiegel' onder artikelen.)
Dus spijt het me dat ik 'Het huis van Alice' in Trunhout, cultureel centrum De Warande, in 2008 heb gemist. Vanessa Verstappen, begreep ik uit De Leeswelp 2011-5, veranderde het verhaal in een 'herenhuis', met elk hoofdstuk een eigen kamer.


Dit was dus ongetwijfeld de Mad Hatter's Teaparty. Op Vanessa's blog nog enkele andere foto's.
In het project ‘Het huis van Alice’, dat ik voor CC De Warande maakte (2008), is elk hoofdstuk uit het verhaal een kamer in een herenhuis. Ik heb een ruimte gecreëerd waardoor je door het boek kunt wandelen. Bladzijden zijn deuren. Ik wilde een fysieke en psychische confrontatie met deze andere wereld tot stand laten komen.  '
Dat had ik graag willen zien.

Nu heeft dit verhaal natuurlijk velen tot bewerking geïnspireerd. Dit jaar nog bracht de meidengroep K3 een werkelijk vreselijke musical, zie Youtube. In 2010 kwam regisseur Tim Burton met een film, met Mia Wasikowska als hoofdpersoon, en het Noord Nederlands Toneel met een theaterstuk.
T.z.t. maak ik een overzicht, neem ik me voor.
Maar voor ik het vergeet nog even deze 'trivia' van de Nederlandse wikisite:

- 'Off with his head, man!! Off with his head!!' 'komt ook voor in de song Parananoid android van Radiohead'. Maar dat zei de koningin niet, ze zei: 'Off with their heads!'.
- 'Op het album Love and Theft van Bob Dylan staat het nummer Tweedle Dee & Tweedle Dum, ook geïnspireerd door het boek'.
Hij stopte er trouwens terloops nog een verwijzinkje in:
Well, they’re going to the country, they’re gonna retire
They’re taking a street car named Desire ' Meer een grapje, speelt verder geen rol.

woensdag 21 september 2011

Waar is Dribbel?

Kijk, dat vond ik een soort eerbetoon aan Eric Hill, deze spotprent van Jos Collignon, afgelopen week:

zondag 18 september 2011

3e Middag van het Kinderboek

Op zaterdag 17 september vond in Amsterdam de 3e Middag van het Kinderboek plaats.
Het was een ruime middag, want om 12 uur startten al vier workshops voor illustratoren. Zie hier voor een verslagje van Claudia Jong van de workshop die Klaas Verplancke gaf en van de overige middag.

Ik begin aan het eind. Om half 5 maakte de CPNB namelijk bij monde van directeur Eppo van Nispen tot Sevenaer bekend dat de verdwenen Gouden Zoen weer wordt ingesteld en nu als Gouden Lijst. Twee Gouden Lijsten om precies te zijn: een voor het beste oorspronkelijk Nederlandse boek voor 12-15 jaar en een voor het beste vertaalde, plus nog drie eervolle vermeldingen maar die worden niet ingelijst. Zie ook hier.
Winnaar Rindert Kromhout was er beduusd van: die morgen had hij namelijk nóg een prijs voor Soldaten huilen niet in ontvangst genomen: de Thea Beckmanprijs. Tevreden klemde hij de Lijst tegen zijn borst en zo nu en dan hield hij hem triomfantelijk omhoog.
Ook Mal Peet was aanwezig en blij. Hij won de Lijst voor het beste vertaalde boek voor 12-15 met Tamar, dat je op z'n Engels als Teimer blijkt uit te moeten spreken, hetgeen juryvoorziter Gerlien van Dalen vervolgens helaas braaf overnam. Juryvoorzitter: ja, want de CPNB bleek de Griffeljury (die op 26 september met zijn lijstje komt) te hebben opgedragen ook maar de categorie 12-15 erbij te doen. En zoals ik het persbericht van de CPNB uitleg, blijft dat zo.
Mooi vond ik dat Eppo van Nispen tot Sevenaer de meest zichtbare organisator en tevens (onnavolgbare) presentator van de drie Middagen van het Kinderboek, Ted van Lieshout, in het zonnetje zette met ereteken en staf. Al vond ik het natuurlijk jammer dat hij vergat te vermelden dat Ted het jaar daarvoor al de Leesgoedprijs had ontvangen. (Geen idee overigens of er nog een Leesgoedprijs 2011 komt...)
Jammer vond ik ook dat (op instigatie van de CPNB) zo'n beroepspresentator was ingeschakeld voor de uitreiking van de Lijsten. Sipke Jan Bousema voegde werkelijk niets toe. (Ik had nog nooit van hem gehoord, maar ik kijk veel te weinig tv.) Wel was het komisch om waar te nemen hoe presentator Ted zich maar moeizaam schikte in het afstaan van de rol.

Daarvóór was inmiddels het schilderij af waaraan Philip Hopman de hele middag had gewerkt. Ja,  tenslotte was het in de eerste plaats een middag over en voor illustratoren.
Het schilderij (waarvan t.z.t. hopelijk een betere afbeelding) werd geschonken aan een van de sponsors van de Middag van het Kinderboek, de Openbare Bibliotheek Amsterdam, die diverse zalen en ook het (vrijwel volle) Theater van het Woord beschikbaar stelde. Directeur Hans van Velzen nam het zelf in ontvangst. Mooi gebaar en het was ook onderhoudend om tijdens de lezingen te kijken naar de voortgang.
'Hoe speel je het klaar om het precies op tijd af te hebben?', was na afloop een vraag uit de zaal. Philip Hopman maakte een gebaar van zweet van zijn voorhoofd vegen en zei, 'Het is een gave...' Het gelach voldeed, Ted vroeg hem niet hoezo dan.

Dan de lezingen. Allereerst: een officieel verslag volgt nog, niet op mijn blog maar via dat van Ted, als Weblog zijn zaakjes weer op orde heeft, en de website van BNO, een andere sponsor. Ik kan het dus kort houden.
Hans Hagen memoreerde het ontstaan van het modelcontract (voor auteurs en uitgevers van kinderboeken), maar ook het verzoek van BNO om daar toch weer veranderingen in aan te brengen en het totaal negeren van dat contract door de educatieve uitgeverijen. Verder wees hij op de zorgelijke daling van omzetcijfers en de even zorgelijke concentratie op bestsellers, met berekenbare gevolgen voor royalties.
Er verscheen een sommetje op het scherm:

Bronnen en zo zijn mij ontgaan, maar die verschijnen ongetwijfeld in het officiële verslag. De teneur is duidelijk: veel voor weinigen, weinig voor velen.
En dan liet hij de verdeling van inkomsten tussen auteur en illustrator goeddeels buiten beschouwing.
Dat deed Sjoerd Kuyper niet, integendeel. Hij rekende de zaal voor dat auteurs er door de invoer van het modelcontract alleen maar op achteruit zijn gegaan. Steen des aanstoots is wat hem betreft het delen van de royalties met de illustrator. Vroeger kreeg je als auteur 10 % van de opbrengst, en de illustrator werd daarnaast betaald door de uitgever. Nu moeten auteur en illustrator de royalties delen: 7,5 % voor de auteur, 2,5 % voor de illustrator, door de bank genomen. De uitgever is er dus op vooruit gegaan, de illustrator alleen voorzover het werk ook wordt verkocht en de auteur helemaal niet. Hij voorspelde kinderboeken met weinig illustraties, en moeizame verhoudingen tussen auteurs en illustratoren.
Hij kwam met een voorstel, 'kille blikken uit de zaal' trotserend:
Over de eerste 4000 exemplaren van een gemiddeld kinderboek van 180 p., met 11 pagina's illustraties. wordt 11 % royalty gegeven: 9 % voor de auteur, 2 % voor de illustrator. Die ontvangt daarnaast meteen, en onherroepelijk, € 2000,-. (Dan verdient de illustrator tenminste ook nog aan een zo goed als niet verkochte dichtbundel.)
Over de volgende 6000 wordt 13 % royalty gegeven: 11 % auteur, 2 % illustrator.
Over de daaropvolgende 10000 15 % royalty: 13 % auteur, 2 % illustrator.
En daarna, nadat deze 20000 eerste exemplaren zijn verkocht: 15 % royalty voor de auteur, niets voor de illustrator.
Leuk, zo'n voorstel, maar het houdt geen rekening met prentenboeken en zulke nuances had hij er nog aan kunnen toevoegen.
Die 'kille blikken' van illustratoren had Kuyper overigens goed ondervangen door mooi te beschrijven hoe hij de illustraties bij zijn werk had ervaren als een 'geschenk', vergelijkbaar met de muziek die een componist bij je werk maakt. Waarbij hij die ontbrekende nuance terloops had ingevuld door te vertellen hoe hij illustratrice Annemarie van Haeringen er toe had overgehaald méér te ontvangen dan de 50 % die zij had voorgesteld.
En aan kille blikken van uitgevers is-ie gewend, neem ik aan, na die 'vermaledijde' Annie M.G. Schmidtlezing die hij in 2009 had gehouden, zie ook hier.

Anne Hoogewoning, van het Fonds BKVB, legde vervolgens uit hoe je als illustrator een werkbeurs kon aanvragen. 'Het kan nog tot en met 2012...' In 2013 gaat het Fonds BKVB samen met de Mondriaan Stichting, onbekend of en hoe dan nog beurzen voor illustratoren beschikbaar zullen zijn. Gert Gerrits, van de BNO, had een soortgelijk praktisch vertoog.

Jen de Groeve belichtte de verschillen tussen Vlaamse en Nederlandse illustratoren. Interessante lezing, hopelijk verschijnt die ook nog in De Leeswelp, waarvan ze hoofdredacteur is. Ze wees onder meer op de relatief jonge traditie in Vlaanderen, vergeleken met Nederland. En volgens haar beschouwen veel Vlaamse illustratoren zich niet als verluchtigers van een dominante tekst, maar als (mede)scheppers van een boek. Heel anders dus dan iemand als Fiel van der Veen, die in zijn toespraak, waarschijnlijk ongewild, dit beeld bevestigde: je probeert de bedoeling van een auteur te begrijpen en passend beeld te leveren. Hij illustreerde dit door drie zeer verschillende plaatjes te tonen bij het gegeven: jongen komt van school thuis bij vader, die aan het stofzuigen is.
Overigens toonde Jen, ondanks haar eigen motto 'bij gebrek aan traditie', dat er wel degelijk een illustratietraditie in Vlaanderen bestond: maar dat was er een van flauwe, zoetelijke plaatjes. Als reactie daarop kwam er een golf aan vernieuwing. Ze tekende daarbij aan dat die ook een gevaarlijk kantje heeft: vernieuwing wordt bijkans een norm, die tot experimenten kan leiden die ver over de hoofden van de veronderstelde jonge lezers en kijkers heengaan.
Het beeld werd iets genuanceerd door Lars Deltrop en Helen van Vliet, die heel wat voorbeelden toonden van Nederlandse illustratoren die eveneens vernieuwend zijn, en tot de slotsom kwamen dat vernieuwing en communicatie (met die veronderstelde lezer/kijker) tot vruchtbare resultaten leidt.

Komt er in 2012 weer een Middag van het Kinderboek? Ted van Lieshout zinspeelde er wel op, vooral in combinatie met de Doos bij de ingang, bedoeld voor giften. Al zou die ook bestemd kunnen zijn voor zijn honorarium, zoals hij tijdens de borrel (mogelijk gemaakt door de BNO) ironisch opmerkte. Het zij hem gegund. De organisatie kost hem ongetwijfeld veel tijd, ook al wordt hij gesteund door anderen, zoals Hans Hagen, Marijke Troelstra (van de OBA, en dank voor je snelle reactie) en Toin Duijx (IBBY Nederland). En dat is zijn eigen, onbetaalde tijd.



donderdag 8 september 2011

In memoriam Peter van den Hoven

Droevig bericht: Peter van den Hoven tijdens vakantie aan hartinfarct overleden. Ook even schrikken: hij was slechts twee jaar ouder dan ik.

Na Achter de keukendeur (Bzztôh, 1980) kwamen Grensverkeer (1994) en Het goede en het mooie, de geschiedenis van Kris-Kras (2004): twee boeken die onder mijn beheer werden uitgegeven, het eerste bij het NBLC, het tweede bij Biblion Uitgeverij. Twee keer overleg over tekst en verkoopkansen.
Een vierde boek van Peter is op komst, ook bij Biblion Uitgeverij (en Lannoo), Jeugdliteratuur bestaat niet, en wat vind ik het treurig dat-ie de verschijning niet kan meemaken. Een interview in Leesgoed was op komst, begreep ik door het In Memoriam op Vertel eens van Karin Kustermans.
Peter was ook jarenlang lid van de redactie van Literatuur zonder leeftijd, dat tijdschrift-in-boekvorm met academische ambities dat ik ook jarenlang als uitgever mocht helpen verschijnen.
Een aimabele, bescheiden en toch vasthoudende man met uitgesproken meningen, die hij uitvoerig uit de doeken kon doen. Soms te uitvoerig, vond ik als uitgever of hoofdredacteur en daarover hadden we dan vaak lange gesprekken - die echter nooit bitter werden, want met Peter viel goed te praten.

Zie voor een overzicht van artikelen en boeken van Peter van den Hoven DBNL.

woensdag 7 september 2011

Meer dan vaardigheden

Even onthouden:
' Leren lezen gaat niet alleen over vaardigheden, maar biedt ook toegang tot andere, nieuwe werelden. '
Marja van Bijsterveldt, in de Nederlandse regering minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, in de Volkskrant 07-09-2011.
Wellicht later bruikbaar, zo'n citaatje.
Ik kan het niet laten. 'We hebben excellent onderwijs nodig dat kennis aanleert, maar ook vol inzet op vorming en dat leerlingen uitdaagt het beste uit zichzelf te halen.'
Yes, minister.

dinsdag 6 september 2011

Manuscripta 2011

Al hoef ik er beroepshalve niet meer heen, toch gegaan: Manuscripta 2011.
Om bekenden te ontmoeten, ja, maar toch ook om nieuwe boeken te zien, en dan vooral nieuwe kinderboeken.
Onder die bekenden ook oud-collega's van NBD/Biblion, in de stand van (imprint) Biblion Uitgeverij. Ja, want die gaat voorlopig gewoon door, ondanks vertrek van uitgevers André en ondergetekende. Elselien en Patricia hadden Bologna bezocht, hadden voorstellen gedaan en de nieuwe coördinator Anne Marie (onder manager Mireille) had er een poot onder gezet.  Doet me veel deugd dat te horen. Maar als ze dat een tijdje met succes blijven doen, zouden ze van mij 'uitgever' mogen heten - en hopelijk navenant betaald worden. Enfin, Elselien verlaat de firma, want die gaat voor zichzelf beginnen: Elselien Dijkstra tekst & redactie. Gezellig, stelden we vast in de warme Mercis- (Dick Bruna-)stand, waar Holland ook nog een kast had: er zijn al heel veel van die zzp-ers - waaronder ondergetekende (Heldere woorden), die het gelukkig (en zichtbaar) voor zijn inkomen niet heel dringend nodig heeft. Elselien heeft in ieder geval de nodige ervaring.

Ik ga niet alle nieuwe titels noemen, voor wie dat bij wil houden zijn er immers andere bronnen, zoals de uitgeverijwebsites (Leesgoed-abonnees, zie ook hier) en de weeklijst van de KB. En voor wat betreft de kinderboeken ook collega-blogger Richard Thiel, hoewel zijn blog Jipjip er vandaag even uit ligt.
Blij was ik bij m'n ouwe stek Boordschutter Charlie van Brita Granström en Mick Manning aan te treffen, het Engelse origineel (Tail-End Charlie) had ik zelf nog aangevraagd en met veel genoegen gelezen. Een mooie weergave van wat papa (Charlie) Manning vertelde over zijn baan als boordschutter in de Tweede Wereldoorlog. De eerste 12 pagina's zijn bladerbaar op Bol.com. Non-fictie op zijn best.
Gedurfd vind ik het besluit van mijn oud-collega's om dan ook maar hun boek Charles Dickens, taferelen uit een bijzonder leven uit te brengen. Hoeveel kinderen zitten te wachten op een boek over Charles Dickens? Maar natuurlijk is deze uitgave ook voor volwassenen heel informatief, besloot ik al bladerend.
Even gedurfd vind ik de voortzetting van de oorspronkelijke Franse reeks filosofieboekjes voor kinderen en andere volwassenen van Oscar Brenifier. Laatste titel: Iedereen is anders, het boek van de grote psychologische tegenstellingen. Ook doorbladerbaar (12 pagina's) op Bol.com.
Dit soort boekjes vergt lezen-met-begeleiding, maar je kunt er heel goed filosofie met kinderen mee bedrijven.

Bij De Eenhoorn kon ik Kleine Man en God van ALMA-winnaar (2010) Kitty Crowther bekijken. Ik schreef er eerder over in mijn bespreking van Leesgoed 2011-3:
De rubriek 'In beeld' voegt iets toe aan godsbesef: afgebeeld is een scène uit Kleine man en God van Kitty Crowther, waarin een jongen (denk ik, z'n wat ouwelijke hoofd steekt uit boven het water van een vijver waarin ook nog een stel eendachtigen enthousiast meekijkt) begroetend kijkt naar een soort weldoorvoed spook met oranje aura en vriendelijke oogopslag. God als spookverschijning? De kerstman in vermomming? '
Nee en ja. Want God blijkt er een van tallozen te zijn (daar gáát de omzet in de Bijbelgordel) en kan elke verschijning aannemen, dus ook die van de Kerstman - al doet hij dat niet. (Wel o.a. als Kleine Mans vader, en als gorilla.) En spookachtig blijft-ie het hele verhaal. Vliegen kan hij ook, maar niet in bomen klimmen. Verrassend verhaal, ook vanwege de hoofdpersoon, want Kleine Man blijkt inderdaad een kleine man.
De uitgever was er heel blij mee - en ook met de overstap (althans voor deze en een andere titel, en?) van Kitty Crowther van Querido naar De Eenhoorn.

Querido houdt gelukkig nog zat goede auteurs en illustratoren over. Zoals Marit Törnqvist, die op 2 september jl. tijdens de Biennale van Illustraties in Bratislava een Gouden Plaquette kreeg voor Wat niemand had verwacht.
Zoals Joke van Leeuwen, die met een mooi slaapkamervoorleesleporelloboek kwam: Waarom lig jij in mijn bedje? En zoals Marjolein Hof en Ceseli Josephus Jitta, met hun Zwaan laat het waaien: hoe krijg je vader van zee sneller thuis als daar een baby bijna geboren wordt.
Bij Lemniscaat lag een grote stapel van Erebos van U. Poznanski. En ' de eerste honderd bezoekers die op Manuscripta bij onze stand iets twitteren over #Erebos, krijgen een exemplaar van het boek Erebos cadeau  '. Heb het niet gelezen of doorgebladerd, moet een verhaal zijn over een verslavend game.
Er ligt een iPad klaar voor iedereen zonder smartphone en wie geen Twitteraccount heeft, mag inloggen op Facebook of Hyves.' Ik vond achteraf Duitse videorecensies, zoals deze.

Er was meer van dat spul tussen de boeken. Bij Leopold (net als Querido onderdeel van WPG Uitgevers) mocht ik op de tafel met i-pads de nieuwste e-boeken voor kinderen proberen, waaronder aan uitgaven van (ook WPG-) Zwijsen gelieerde educatieve spelletjes maar ook bijvoorbeeld Black Box van Anna Woltz.

Aart Staartjes: weet je nog wie dat is? Juist, meneer Aart van Sesamstraat, maar ook de bedenker van De Stratemakeropzeeshow, De Film van Ome Willem en andere programma's voor kinderen en acteur, zoals in J.J. De Bom voorheen De Kindervriend (Hein Gatje). Dat waren nog eens programma's. Of Aart Staartjes als kinderboekauteur ook een goede toon weet te pakken, zal blijken uit de respons op De drie helden van Uitdam, dat ik bij Hoogland & Van Klaveren zag. De synopsis leest als een ouderwets verhaal rond kinderen die met 'boeven' en politie te maken krijgen als ze een gevonden tas met geld verstoppen.

Ja, zo was er meer te zien en te horen. John Schrijnemakers was helemaal enthousiast over de respons op De Leesfabriek, begonnen als Facebook-pagina. De Marloes Waanders van Uitgeverij de Kunst bleek inderdaad familie van Uitgeverij Waanders, 'opgericht in 1836'.
Leek het nu ietsje minder vol? Ik heb niet geturfd. Wel kon ik vaststellen dat het programma nogal wat bijeenkomsten telde die over de wat minder rooskleurige toestand van de boekenbranche gingen. Zou Manuscripta 2015 halen? Ik vraag het me af.

Tenslotte waren er nog opmerkelijke zaken die ik achteraf pas ontdekte en niet ter plekke heb gezien. Zoals bij uitgeverij Cossee Paulus de Boskabouter of Het dubbelleven van Jean Dulieu door zijn dochter Dorinde van Oort, die voor deze biografie gebruik kon maken van brieven, dagboeken en ander onbekend materiaal.