Zoeken in deze blog

zondag 24 juni 2012

Wonderolie

Een citaat uit de inleiding van het Beleidsplan 2013-2016 van Stichting Lezen:
Het lezen van verhalen en gedichten versterkt het cultureel burgerschap en de samenleving als geheel. Zo is een goede leesvaardigheid onontbeerlijk voor een moderne kennissamenleving, een groeiende economie en een bloeiend cultureel-maatschappelijk leven. Er bestaat bijvoorbeeld een positief verband tussen aan de ene kant de geletterdheidsscores van een land en aan de andere kant de langetermijngroei van het bruto nationaal product (Coulombe, Tremblay &Marchand, 2004).
Ook vinden vaardige lezers gemakkelijker een baan, krijgen ze een hoger salaris en hebben ze meer perspectief op een succesvolle loopbaan (National Endowment for the Arts, 2007).

Maar lezen doet meer: het draagt behalve aan de samenleving ook bij aan individueel bewustzijn en genot. Door verhalen en gedichten te lezen kunnen mensen zich ontspannen, genieten van esthetisch taalgebruik, kennis opdoen over de wereld, zich inleven in de personages en een fantasiewereld oproepen (Stalpers, 2012). In de visie van Stichting Lezen is deze persoonlijke positieve leesbeleving een cruciale voorwaarde voor een sterke leescultuur. Lezen voor het plezier in de vrije tijd en geletterdheid versterken elkaar namelijk over en weer. Wie veel voor zijn plezier leest, wordt een steeds vaardiger lezer, en zal als gevolg daarvan nog meer gaan lezen, waardoor hij een nog vaardiger lezer wordt (Mol, 2010). Deze positieve wisselwerking leidt, via de groeiende individuele leesvaardigheid, tot een geletterde samenleving en tot een sterke leescultuur. ' (Links door mij aangebracht.)



Daar staat nogal wat.

Zo lijken de eerste twee zinnen te suggereren dat leesvaardigheid uitsluitend bevorderd wordt door het lezen van verhalen en gedichten. 
Dat lijkt me een misverstand. Ook het lezen van documentaire teksten, van kranten, tijdschriften, handleidingen e.d., zal leesvaardigheid kunnen bevorderen. En bovendien levert dat wellicht 'kennis over de wereld' op en draagt het bij aan 'individueel bewustzijn' (wat dat ook moge zijn), mogelijk zelfs meer dan door het lezen van verhalen en gedichten.
Ik krijg de indruk dat deze tekst plezier in lezen koppelt aan het lezen van 'verhalen en gedichten'.
Dat lijkt me eveneens een misverstand, hoewel de ervaring leert dat inderdaad de meeste mensen(kinderen) het grootste genoegen beleven aan fictie, gedrukt of niet. Met de kanttekening dat velen ook genoegen beleven aan herkenning van eigen zaken en aan een mix van fictie en 'echt gebeurd'. Zie het mooie artikel in Vrij Nederland 21-6-'12 van Els Quaegebeur over 'de verheerlijking van domheid op televisie'.
Niettemin zijn er volgens mij veel mensen die juist fervente lezers zijn van non-fictie: kranten, tijdschriften, documentaire boeken.

Verder staat er dat lezen zo ongeveer een wonderolie is voor de samenleving en het individu. Hoe beter je leest, hoe groter je kansen in de samenleving. Hoe meer vaardige lezers, hoe meer productiviteit. Het lijkt me moeilijk tegen te spreken.
Een paar kanttekeningen passen wel. De leesvaardigheid die je nodig hebt voor een goede loopbaan hoeft niet noodzakelijk te leiden tot het gretig lezen van 'verhalen en gedichten'. Omgekeerd leidt het gretig lezen van verhalen en gedichten niet vanzelf naar een mooie loopbaan en ook niet vanzelf tot grotere kennis en wijsheid. Dat hangt er immers maar net van af wát je leest en of daarin ontwikkeling zit.


Stichting Lezen lijkt hier twee sporen te volgen. Het ene is dat van de geletterdheid die nodig is voor je loopbaan, dezelfde geletterdheid die ook bevorderd wordt door Stichting Lezen en Schrijven, het andere is dat van de knetterende letteren, de bellettrie, de literatuur of hoe je dat door smaakmakers met een extra plusje gewaarmerkte corps teksten (als regel fictie) ook wil betitelen - het versterken van de 'literaire competentie'. 
Leesbevordering en literatuureducatie moeten vanzelfsprekende onderdelen zijn van het dagprogramma van alle kinderen ', aldus de inleiding. Ziedaar de twee sporen, waarbij ik dan leesbevordering nog even opvat als bevorderen van leesvaardigheid. Dat zal echter niet zo bedoeld zijn: ' leesbevordering vraagt om professionals die met passie de rijkdom van het lezen kunnen overbrengen en die lezers het juiste boek op het juiste moment aanbieden ', staat in de inleiding. Hier schuiven m.i. de begrippen leesbevordering en literatuureducatie in elkaar en naderen we vermoedelijk wat de stichting een 'sterke leescultuur' noemt, min of meer identiek aan de gelijknamige (later opgerichte) Vlaamse Stichting Lezen, die eveneens streeft naar een 'betere leescultuur'. 
Dat raakt aan kunsteducatie. Literatuur is immers kunst, kunst in woord en beeld. Kunsteducatie heet tegenwoordig in Nederland trouwens cultuureducatie. Daarover valt van alles te melden, maar hier beperk ik me tot de kanttekening dat we dan inmiddels wat verwijderd zijn van de leesvaardigheid die je nodig hebt voor een goede loopbaan en alle andere wonderolie-achtige zaken die zouden leiden tot 'de langetermijngroei van het bruto nationaal product'.


Ze zijn niet gek daar bij Stichting Lezen en die twee sporen, daarvan zijn ze zich waarschijnlijk bewust. Ze proberen die aldus te verenigen:
Stichting Lezen zet zich in om kinderen en jongeren te motiveren om verhalen en gedichten te lezen voor hun plezier. Het lezen van verhalen en gedichten verhoogt niet alleen de leesvaardigheid en de literaire competentie, maar ook het inlevingsvermogen, het esthetisch bewustzijn en het empathisch vermogen. Niet-verhalende en niet-poëtische teksten kunnen een interessante opstap zijn naar het lezen van verhalende en poëtische teksten. Het medium waarvoor de lezer kiest – digitaal of papier – is daarbij in principe van minder belang.
Voor Stichting Lezen gaan leesplezier, leesgedrag en leesvaardigheid hand in hand. Deze inhoudelijke grondslag wordt door wetenschappelijk bewijs ondersteund: wie plezier heeft in lezen, leest vaker (Stalpers, 2007), en wie vaak leest, wordt leesvaardiger. En dit werkt ook omgekeerd: wie leesvaardig is, gaat vaker lezen (Mol, 2010). Er is dus sprake van een positieve spiraal, waarin leesplezier, leesgedrag en leesvaardigheid elkaar over en weer stimuleren.
Eenzelfde positieve wisselwerking geldt voor literaire competentie: wie plezier heeft in het lezen van verhalen en gedichten, zal vaker verhalen en gedichten lezen, en wie vaak verhalen en gedichten leest, wordt daar steeds competenter in. Deze groeiende literaire competentie zorgt er vervolgens weer voor dat er vaker verhalen en gedichten gelezen worden. '
Cultuureducatie of literatuureducatie als wegwijzer naar cultureel waardevol geachte teksten (cultureel erfgoed, de term komt niet voor in het Beleidsplan) gaan hier m.i. een beetje verloren, want die 'literaire competentie' wordt nauwelijks toegelicht, op pogingen na op p. 11 (' oordeel geven over een werk, inleven in personages, relatie fictie-werkelijkheid aangeven ') en 27 (verwijzing naar het literaire competentiemodel van Theo Witte).
Verderop nog eens:
De kernboodschap die Stichting Lezen uitdraagt is dat lezen plezierig is, dat kinderen en jongeren de kans verdienen om dat plezier te ervaren, en dat lezen bijdraagt aan kennis en kunde. '


Honi soit qui mal y pense. Wat je ook van die twee sporen mag denken, het motiveren van kinderen en jongeren om voor hun plezier verhalen en gedichten te lezen lijkt me een prijzenswaardig doel, waaraan best een deel (per jaar nog geen 3 miljoen euro, zo'n 5 euro per inwoner) van ons nationaal budget mag worden besteed.
Desnoods maar geen JSF.








Big Brother


O wonder!
How many goodly creatures are there here!
How beauteous mankind is! O brave new world,
That has such people in't.
William Shakespeare, The Tempest, Act V, Scene I, ll. 203—6[3]


Dezer dagen werd herdacht dat Ray Bradbury op 5 juni jl. overleed. Hij was de auteur van Fahrenheit 451. Dat boek verscheen in 1953, vier jaar na 1984 van George Orwell, die dan meestal ook meteen wordt genoemd. Er zijn er natuurlijk meer: Wij, van Yevgeni Zamyatin, Brave New World van Aldous Huxley, Darkness at Noon van Arthur Koestler, Bend Sinister van Vladimir Nabokov, Lord of the Flies van William Golding, Chocolate War van Robert Cormier, Gewist van Marco Kunst, om enkele voorbeelden te noemen van verhalen waarin macht een motief is. Macht verzameld door een (Big Brother) of meerdere mensen, tot het uiterste uitgeoefend op anderen.
Ik moest eraan denken toen ik berichten las over de anti-demonstratiewetten die de Doema van Rusland aannam, waarbij iedere 'beweging van mensen in een openbare ruimte' kan leiden tot hun arrestatie, en over de moorden in Burundi, georganiseerd (naar alle waarschijnlijkheid) door de regering van president Pierre Nkurunziza, en ach, is er niet een waslijst te maken van dit soort zaken.

Nog een bericht, op IP Online, 21-6-2012:
Ook Europese democratieën als Spanje en Polen willen kritiek op politici laten verwijderen.
Google zegt jaarlijks meer dan 1.000 verzoeken van overheden te krijgen om politiek onwelgevallige content te verwijderen. Afgelopen maandag heeft het zoekbedrijf zijn nieuweTransparancy Report gepubliceerd dat laat zien wie welke verwijderingsverzoeken doet.
Google zegt op zijn weblog geschokt te zijn over de verzoeken omdat de vrijheid van meningsuiting onder druk staat en omdat sommige verzoeken afkomstig zijn van westerse, democratische landen waarvan je niet zou verwachten dat ze burgers censureren. Het gaat onder meer om verzoeken van Spanje en Polen.
Spanje vroeg Google om 270 links naar weblogs en nieuwsberichten over politici te verwijderen uit de index. In deze artikelen werden de politici bekritiseerd. Uit Polen kwam een verzoek van een overheidsorganisatie om een link te verwijderen naar een site die kritiek had op de organisatie. Google zegt geen gehoor te hebben gegeven aan de wensen van de Spaanse en Poolse overheden en organisaties. '
Nog een meevaller dat Google hierover bericht. '  We noticed that government agencies from different countries would sometimes ask us to remove political content that our users had posted on our services. We hoped this was an aberration. But now we know it’s not. '





vrijdag 22 juni 2012

Oerol 2012




Veel te lang niet op Oerol geweest!

De 31e editie is nog gaande (15-24 juni 2012), maar ik ben al terug. Een bescheiden selectie gezien uit het enorme aanbod: 
- Aardlek (straattheater)
- Berg&Bos in coproductie met Oerol, Het jaar van de schlager
- Circus TreurdierHet eeuwige nachtcafé IV
- Convoi exceptional (muziek)
- Cowboy bij nacht (voorstelling), De meeuwen van Tinbergen
- Fabien Gruau, Les aires
- Firma Rieks Swarte, Steven de Jong met Groots en meeslepend wil ik leven
- Kapok (muziek)
- KumulusSilence encombrant
- L'Chaim (muziek)
- Linda VerkaaikDe verwondering, tentoonstelling.
- Maartje TeussinkBallyvaughan
- De mobiele liedkraam van Marijke Boon
- Theater Artemis en Veenfabriek, Drie monniken
- Thijs van VuureWhat is it like to be a bird? (Ik bleek een verdienstelelijke vink.)
- Tilted productionsSeasaw
- Veenfabriek ism ASKO/Schönberg, Ik wil mijn geld terug
- Yaso Romero Fernandes & Bastiaan Woltjer, Kind van de wind.
En daarnaast natuurlijk lekker heen en weer gefietst, want dat hoort bij Oerol, waar de voorstellingen verspreid zijn over heel Terschelling. Beetje regen, veel zon en vooral in het begin veel wind. Dat spoorde wonderwel met het motto van deze editie: 'De wind voert het woord'.
Hoogtepunten wat mij betreft: Steven de Jong met Groots en meeslepend wil ik leven, zie ook hier, en Theater Artemis en Veenfabriek, Drie monniken, zie ook hier. Twee vaardig gebrachte prachtige voorstellingen, met de juiste mix van muziek, vrolijkheid, tragedie, ontroering en stof tot nadenken. 
Top vond ik ook Silence encombrant (deafening silence) van Kumulus, hoewel die ietsje korter had gekund.  Maar wat een mime, en wat een vondsten. Prachtige dans leverde Tilted productions met Seasaw.
Belofte: Yaso Romero Fernandes & Bastiaan WoltjerKind van de wind. Mooie, kleine voorstelling.
Jammer, gemist: heel veel natuurlijk, bijvoorbeeld Groupe Zur.


In het algemeen: wat werd ik blij van zoveel talent en moois in enkele dagen, en dat in het landschap van Terschelling. En Oerol: ook nog een voorbeeld van een festival dat zijn publiek heeft ingeschakeld om te blijven voortbestaan: Vrienden van Oerol.


En de naam:

Oerol is de naam van een oude Terschellinger gewoonte. Als in het voorjaar het weer goed genoeg was om het vee dat 's winters op stal stond, te laten grazen op de weiden buiten de dorpen, gaf dat het vrolijke aanblik van loslopende beesten 'oerol', wat overal betekend in het dialect van Terschelling. '





donderdag 21 juni 2012

Allemansendes en influentials

Kwam ik me deze week toch minstens twee prachtige woorden tegen die ik nog niet kende. Op 21 juni kwam influentials langs, in een bericht van ene Isabelle Egerer, die me uitnodigde mee te doen aan een enquête in verband met een ' onderzoek naar het communicatieproces tussen PR-professionals en influentials (o.a. journalisten en bloggers) '. Meteen gegoogled op dat woord. Bovenaan stonden Klout en een blog Infuentials. Op dat laatste blog een definitie zonder bronvermelding: ' those that are of considerable online importance or influence '. Ene Rocco plaatste daar op 15 juni een bericht dat aldus begint: ' PR Newswire heeft onlangs een interessante infographic gedeeld, die ingaat op de 1-9-90 regel voor influential marketing. Ze laten zien dat influentials grofweg in te delen zijn in drie groepen. Elk met zijn voor’s en tegen’s '.
Die link naar PR Newswire plaatste ik.


A ha, marketing. Hoe zet je mensen aan tot kopen. Ik had al zo'n vermoeden...


Hit 3 en 4 brachten me naar Marketingfacts, 'platform voor interactieve marketing'.
Onder het kopje 'Influentials en Word of Mouth anno 2008' (29-8, Robert Witteman, Sanoma Media): ' De invloedrijke consument, beter bekend misschien als influential of opinion leader, laat van zich horen. Hij geeft vaker zijn mening en wordt vaker om advies gevraagd dan de volgers, zeg maar de overige 90 procent van de consumenten. Beïnvloeding vindt plaats door persoonlijk contact via Word of Mouth (WoM) communicatie en electronic Word of Mouth (eWoM). '
Onder het kopje 'De nieuwe online influentials' (Omar Kbiri, 25-5-2011): ' Lange tijd wordt er al gesproken over online influentials en dat dit een belangrijke groep is. Een groep die een grote invloed zou kunnen hebben op mensen. Maar veelal was het zo in Nederland dat er niet echt online influentials bestonden, in mijn ogen tenminste. Degene die wel invloed hadden waren meestal mensen die al in de offline wereld een waarde hadden (denk BN’ers). Maar in het afgelopen jaar is er veel veranderd en zie je ze als mooie paddenstoelen de grond uitkomen. ' En zo verder, het gaat over ene Nalden, van wie ik net als Matthijs van Nieuwkerk (DWDD, 2009) nooit had gehoord. Een mooie paddenstoel. Nalden 'is een merk', geen naam. Wel een merk met een gezicht. 
Dat fragment van DWDD was overigens door 'Nalden' zelf op Youtube gezet, met als commentaar ' I was invited in one of the biggest (live) talkshows on the Dutch TV. Do not underestimate the power of 'old media' hahaha '. Waar hij zich overigens geen trendwatcher wil noemen, maar 'gewoon een oplettende jongeman'.
De wondere wereld van marketing, merken, en mensen die zich definiëren in een wereld waarin alles om kopen en verkopen, om sales, retail en consumers draait. Money makes the world go round, zeg dat wel. Geef mij maar een halfje bruin.


Tijd voor het allemansend. Volgens Wiki is dat het touw waarmee vroeger de scheepsklok werd geluid. Volgens de scheurkalender 2012 van het Historisch Nieuwsblad, 14 juni, en ook genoemd als tweede, 'omstreden' betekenis op Wiki, is het een touw met als kwast uitgeplozen einde waarmee zeelieden hun achterwerk schoonveegden na gedane behoefte. Het hing over de reling, het einde slingerde in het zoute water en zo bleef het mooi schoon. Een eindje touw voor iedereen. Voorbeelden zouden te zien zijn op de Batavia.
Kan trouwens ook een knoop zijn.
Over dat omstredene op Kombuispraat een lange discussie van scheepvaart-enthousiastelingen.

dinsdag 12 juni 2012

Van Charles Dickens tot Babar

Twee nummers van het gratis blad Lezen liggen op mijn bureau: de nummers 1 en 2 van 2012.




Gratis, schreef ik?
Ja, de notie dat ze uiteindelijk niet gratis zijn want betaald uit de staatskas is veel te abstract. Je meldt je aan en krijgt Lezen, voor niks, da's de ervaring. Stichting Lezen betaalt het uit haar budget, da's mooi. Zal ongeveer tussen een halve en hele ton kosten, schat ik.
Overigens moet je wel een 'professional' zijn op het gebied van de leesbevordering: ' Professionals op het gebied van leesbevordering en literatuureducatie ontvangen Lezen gratis door zich hier aan te melden.  '

Waarom?
Dat is een heel andere vraag. Stichting Lezen ziet het zo: ' Lezen bevat informatie over specifieke doelgroepen van baby's tot adolescenten, maar ook algemene informatie. Professionals blijven zo niet alleen op de hoogte van zaken die hen direct raken maar houden ook zicht op wat anderen doen.  ' Past keurig bij het principe van de 'doorgaande lijn' van Stichting Lezen. Ik heb mij wel afgevraagd of het wijs is om openbare middelen (uit het budget van Stichting Lezen, pakweg 2 à 2,5 miljoen per jaar) te besteden aan een periodiek dat concurreert met vergelijkbare periodieken die het zonder zo'n gulle subsidiëring moeten stellen.
Maar eenmaal ontvangen ga ik het natuurlijk lezen.
Wat me opvalt is dat er weinig over de praktijk van leesbevordering is te vinden. Hooguit 1 of 2 pagina's per nummer. Merkwaardig, voor een blad van een leesbevorderingsinstelling.
Wat overblijft is een zeer gevarieerde verzameling vlot geschreven artikelen en interviews over onderwerpen als het digitale kinderboek (op het tablet), kinderboekenschrijvers met werk voor volwassenen en vice versa, blikken in de ateliers van illustratoren (Alex de Wolf en Loes Riphagen), Meg Rosoff, Tom Lanoye, Joost Swarte ('Ik ben een groot fan van Jean de Brunhoff'), Scholieren.com, media-opvoeding, John Green, Guus Kuijer (hommage wegens ALMA, heel alert van de redactie), Charles Dickens, huisdieren in kinderboeken, de film Boven is het stil, kortom een wijd palet aan auteurs en literaire onderwerpen, aangenaam gepresenteerd, met tussendoor de nodige weetjes en berichten. Ook de discussie wordt niet geschuwd: reacties van drie auteurs op de Woutertje Pieterse-lezing van Edward van de Vendel.

Prettig blad wel, Lezen. Maar of ik er als professional veel mee zou opschieten voor de leesbevorderingspraktijk? Ik denk van niet. Geef me dan Leesplan maar, van diezelfde Stichting Lezen.

dinsdag 5 juni 2012

Leesgoed 2012-1

Ik liep in Nepal rond toen Leesgoed 2012-1 werd bezorgd. Dus ervoer ik een beetje wat, begreep ik, sommige Vlaamse abonnees ervoeren toen zij dit aan het thema van Jeugdboekenweek 2012 gewijde nummer na de Jeugdboekenweek ontvingen - of niet, maar wel een telefoontje of zij abonnee wensten te blijven.
Blijft er dan nog iets over?



Als je het nummer eenmaal ziet, zou ik zeggen: ja. Maar ik houd mijn hart vast als ik denk aan wat die Vlaamse abonnees (of niet-abonnees?) geantwoord kunnen hebben.
Een mooie bespreking van wat Toon Tellegen typeert, door oud-collega Elselien Dijkstra. Een intrigerende voorpublicatie uit Spinder van Simon van der Geest. Een interview door Annemie Leysen met Martha Heesen. Aandacht voor non-fictie: een interview door Wendy de Graaff met Ditte Merle ('zo'n meisje met kleine beestjes in potten' - zie de voorpublicatie uit Spinder!), een interview door Jantien Dhont met Martijn van der Linden ('hoe aaibaarder het dier, hoe minder interessant') met een prachtige paginagrote illustratie uit Alle vissen vonden olifant, en Annelies De Waele zocht titels bijeen van verhalen waarbij de verteller een dier is: bijvoorbeeld de Cheffie-verhalen van Kaat Vrancken.
Uiteraard, zoals in ieder nummer van Leesgoed: recensies en Boekidee, praktische suggesties.

Droom van Italianen

Van die krantenberichten die ik wil onthouden. Antonio Garullo en Mario Ottocento maakten een wassen beeld van Silvio Berlusconi, opgebaard in een glazen kist (als een Etruskische koning, zou Andrea Vreede waarschijnlijk denken, zie hier; als Doornroosje, dacht ik), en plaatsten hem eind mei 2012 in het Palazzo Ferrajoli in Rome, onder de titel 'Il sogno degli italiani' (de droom van de Italianen).
Een rel. Het palazzo dacht 'moderne kunst' in huis te halen en voelde zich 'misleid en misbruikt'. Raar, want het beeld past in een lange reeks soortgelijke beelden en mag best moderne kunst worden genoemd. Ze zouden een 'goede vriend en klant' (Berlusconi!) hebben beledigd. Da's beslist ook waar, al kun je erover twisten of dit nu belediging of spot is, of dat iedere spot belediging is.
Zie hoe hij er bij ligt:


Niet duidelijk? Nog eens van boven:



De helft van de Italianen wordt hier waarschijnlijk vrolijk van (en deelt dat met mij). De andere helft niet.
Mijn associatie met Doornroosje (ofwel Sleeping Beauuty) vond ik nog niet terug.

zondag 3 juni 2012

Call for papers

Omdat anderen in het Nederlandstalig kinderboekengebied dit soort oproepen niet plaatsen, doe ik het bijgaand, is per slot een kansje voor jeugdliteratuuronderzoekers uit ons taalgebied:

'Call for Papers

Approaching War: Childhood, Culture and the First World War, 1880-1919
An International Leverhulme Trust Project

International Conference 3
Approaching War: Europe
Newcastle University, UK, 15-17 March, 2013

This is the third of three conferences aimed at producing a website and books to provide teachers, academics, and the interested public with a rich and diverse resource of materials on childhood, children’s culture and children’s literature in the period 1890-1919.  The searchable website will consist of video recordings of the conference papers, backed up by summaries, images, links and bibliographies; the published volumes will contain expanded versions of the conference papers.

We are inviting proposals for papers on any aspect of childhood, children’s culture and children’s literature in this period, relating to the approach of war.  Topics might include

Toys, Games and Ephemera
Children’s Literature before 1914 (especially poetry)
Children’s Poetry of the War
The Approach to War in Continental Europe
Materials Written by Children
The Treatment of Children and War in 20th and 21st Century Children’s Books

The proposals should be in the form of a detailed summary (about 500 words), including an indication of the (non-copyright) visual materials that you could provide for the website. In order to obtain maximum benefit from the conference, participants would be asked to produce, by 1 February, 2013 an advanced draft paper, which would then be put on the website, with access limited to those registered for the conference. At the conference, participants would be asked to give a 20-30 minute presentation, which would be digitally recorded for the website; after the conference, the deadline for the completed papers is 30 April, 2013. The papers will then be peer-reviewed for inclusion in the published volumes or on the website.

The deadline for proposals is 1 September, 2012, and we would aim to let you know by early October whether the proposal has been accepted.

Some bursaries for travel and accommodation will be available.

Please send proposals to Professor PeterHunt'

Waarvan acte.