Zoeken in deze blog

dinsdag 31 augustus 2010

Dagelijks nieuws

Als Il fatto quotidiano in Italië kan, zou er dan ook zoiets in Nederland kunnen? Of is de behoefte aan onafhankelijke nieuwsgaring hier nog niet zo groot?
Il fatto quotidiano is, als ik de Volkskrant van 31 augustus (p. 43) begrijp, net zo georganiseerd als De Groene Amsterdammer: de krant bezit zichzelf. Geen aandelen in handen van bedrijven die nog andere belangen hebben dan het maken van een goede krant.
Ik wens hen en mij en andere belangstellende lezers en schrijvers toe dat dit zo blijft.

maandag 30 augustus 2010

Het boek van de kinderen 2

Ik heb het uit. Het is indrukwekkend. Of dat ondanks of dankzij de droge stijl, de zeer afstandelijke verteller is, daar moest ik over peinzen. Het moet wel dankzij zijn - anders  was ik uiteindelijk toch niet gegrepen door dit verhaal, of deze uiterst goed samenhangende verzameling van verhalen, want het is werkelijk een caleidoscoop.
Wat een toeval dat ik net de musea in Diksmuide en Ieper had bezocht toen ik aan het laatste deel ('Lood') toekwam.
Hoogtepunt van ontroering, wat mij betreft: p. 740-741. En dat werkt juist door de uitgebeende stijl.

Ik zou er nog meer over willen schrijven, maar moet nu ophouden.

De vrije pers

Groot stuk in de Volkskrant van 4 mei van Ad van Liempt, over de persvrijheid die opnieuw gevaar zou lopen. De pers, 'controleur van de macht en waakhond van de democratie', bedreigd door commercie en breideling.

Grote woorden.
Jammer dat hij het niet heeft over luie journalisten, over journalisten die vrijwillig achter een ideologie aanhollen.
En 'er kon geen enkele Nederlandse journalist doordringen tot de enclave Srebrenica'.
Dat is waar.
Maar waar bleef die soldaat met z'n mobieltje, of z'n notitieboekje of fototoestelletje?
Soms bedrijven niet-journalisten ook heel verdienstelijk journalistiek, zie 'Neda', Iran, en vele andere gevallen. Maar die soldaten - keken ze echt allemaal de andere kant op?

Muziek en de resonans

Vandaag hoorde ik 11:45 of iets later over radio 4 een prachtig koorwerk. Dat raakte me nou helemaal. Bij nazoeken bleek het Triodion van Arvo Pärt of een stuk daaruit. Dat wil ik vaker horen.

Wat is dat toch. Sommige muziek laat me koud, andere raakt me tot in mijn ziel. (Ja, daarover een andere keer, geest en ziel, lichaam en geest, lichaam en ziel.)
Het lijkt op resonans, maar dan niet zoals die ene snaar van mijn piano steeds blijft doorklinken. Hoewel, misschien toch wel. Mijn ziel (whatever) resoneert op sommige muziek. Alleen betreft het niet een demper die niet werkt, maar een patroon dat in beweging wordt gebracht. Die demper is kapot, mijn ziel, of geest, niet. Die lijkt te wachten op bepaalde akkoorden, akkoordenschema's, klanken, ritme's. Zoals een sleutel in een slot past en een deur opent, zo opent die muziek een luik in mijn geest. Of ziel.

Melkheimwee

Melkpak2_5cm100dpi

Merkwaardig pak melk van Super de Boer. Het is van karton, zoals vrijwel alle melk tegenwoordig verpakt is, maar op dat pak is aan twee kanten een fles melk afgebeeld zoals die vroeger in de winkels te vinden was.
Heimwee van de supermarkt? Verwijzing naar vroeger-was-alles-beter-dus-zal-deze-melk-ook-wel-heel-goed-zijn?
Typisch.

Doeldenken

Over de wespspin, in Wikipedia wespspin:
' Bij deze soort wordt het mannetje na de paring vrijwel altijd ingesponnen en later opgegeten door het vrouwtje. Het mannetje heeft na de paring geen functie meer, zijn sperma is immers opgebruikt. Bovendien dient hij het vrouwtje tot voeding, wat de ontwikkeling van zijn nageslacht ten goede komt. '
Dit is een gaaf voorbeeld van doeldenken. Nee, niet doemdenken, ondanks het lot van de man, maar doeldenken: elke handeling zou een rationeel te beredeneren doel moeten hebben.
De wespspinnenman wordt opgegeten omdat zijn bestaan geen zin meer heeft. ' Zijn sperma is immers opgebruikt. ' En vrouwlief heeft nog een hapje extra ook. Wat handig!
Waarom gebeurt dat bij verreweg de meeste andere beestensoorten eigenlijk niet?
Geplaatst op 7-6-10

Het boek van de kinderen 1

Prikkelende recensies maakten nieuwsgierig. Het dikke boek ligt op mijn nachtkastje. De eerste pagina's heb ik gelezen. Maar het trekt nog niet.

Dat hoeft nog geen afwijzing te worden. Ook met Dans, dans, dans van Haruki Murakami had ik dat, tot ik na ongeveer vijftig bladzijden ineens toch gegrepen werd. Al vind ik het nog steeds moeilijk om onder woorden te brengen waardoor dan wel. Misschien de onpeilbare onbestemdheid van de hoofdpersoon, een soort man zonder eigenschappen? De mistroostigheid? Mist?
Het boek van de kinderen begint als een negentiende-eeuwse roman. Langzaam, uitgebedreid, met een alles regisserende, alleswetende afstandelijke verteller, een geduldige boekstaver.
Het is nu laat. Half twee 's nacht geweest. Ik weet al dat ik er vannacht niet veel verder in kom. En ik weet ook al dat ik het niet mee naar IJsland neem. Veel te zwaar.

Lederen bekleding

Ja, nog zoiets.
Ik heb een leren jas en een leren zadel op mijn fiets, en in de stoelen van mijn auto is leer verwerkt - en kunstleer, en om het stuur zit ook leer.
Maar in de showroom heeft de auto lederen bekleding en het rijwiel een lederen zadel. Van eersteklas leder.
Als ik lederen zie, weet ik dat iemand me iets wil verkopen.

Wie staat er achter?

Vandaag in één ruk De gekwelde man van Henning Mankell uitgelezen. Afgaande op wat ik hoorde dacht ik dat Wallander de gekwelde man zou zijn, maar dat bleek anders. Dat wil niet zeggen dat Kurt Wallander niet als gekwelde man zou kunnen worden gekenschetst. Twee gekwelde mannen dus (minstens). 
Zoals vaker met speurdersverhalen stoorde ik me eerst aan de afstandelijke verteller, maar allengs heb ik me laten inpakken door zowel de plot als de ouderdomsklachten van Wallander. Het wordt een race tegen de klok: speelt Kurt Wallander het nog klaar om te ontdekken wie Louise heeft vermoord en wat er met Hakan is gebeurd, voor hij defintief zijn geheugen kwijtraakt.
Magistrale plot! Er komt steeds iets bij. Er staat altijd iemand achter iemand, zegt een personage halverwege (of zoiets). Dat houdt de spanning er wel in, en heel goed.
Maar Kurt Wallanders angst voor ouderdom en (vooral) geheugenverlies is aangrijpend, zijn perikelen met oude liefdes, zijn dochter, zijn kleindochter evenzo.
Ik las het verhaal uit op het terras van Kraantje Lek, na de Letterenloop. Heerlijk broeierig weer, maar toch niet meer te warm, zo nu en dan viel er al een zomerse motregen.
Een goed moment.

Geest en ziel 1

Zouden we geen ziel hebben?
Wat is een ziel eigenlijk? Van een fles is het duidelijk, maar van mijzelf?
Begrippen kun je soms het best beschrijven door het tegendeel erbij te halen. Geest en lichaam, ziel en...
Als je de ziel van een fles er aftikt, stroomt de inhoud er uit. Over blijft het kadaver van de fles, met lelijk scherpe kartels aan de onderkant. Soms gebruikt als wapen.
Gelovigen denken dat je ziel het lichaam verlaat, na je dood.
Zou ziel een poëtisch woord voor leven zijn? Ziel en zielloos, leven en dood.
'De ziel is er uit.' Dan is het meer het eigene, het wezenlijke van iets, dat het onderscheidt van iets anders. Dan is ziel wezen.
Wie stelt vast wat het eigene is? Stellen andere vast wat mijn ziel is?
Geest is duidelijker, dat zit in mijn hersenen, is wat ik denk, voel, wil. Ga ik dood, dan is het over met mijn geest. Dan laat ik de geest. Die verdwijnt ook niet klapwiekend naar het paradijs.
Een moeilijk stuk is voer voor de geest.
Maar mooie muziek ook? Of raakt die me in mijn ziel?
Waarachtig, de ziel als de kern, het eigene van mijn geest.
Moet ik nog eens over nadenken.

Wat heet poëzie 2

Hier ligt in het gras wat achterbleef: een onopgemerkte glimlach, wat vergeten regendruppels van een lentebui, een nooit uitgesproken zin.
Naast een scherfje neerslachtigheid rust een dans die ooit werd gedanst, zorgvuldig verpakt in weemoed, kwetsbare herinneringen aan lang geleden.
Hier ligt in het gras wat achterbleef: iets dat ik ooit wilde worden, maar vergat, de geur van een koude winterochtend, vederlichtheid die nooit voor het grijpen ligt.
Eén voor één raak ik alles voorzichtig aan, mompel zacht wat woorden, dek toe, neurie een liedje voor het slapengaan, laat ik achter in het gras wat achterbleef - en leef.

hier ligt in het gras wat achterbleef:
een onopgemerkte glimlach, wat
vergeten regendruppels van een
lentebui, een nooit uitgesproken zin
naast een scherfje neerslachtigheid,
rust een dans die ooit werd gedanst,
zorgvuldig verpakt in weemoed,
kwetsbare herinneringen aan langgeleden
hier ligt in het gras wat achterbleef:
iets dat ik ooit wilde worden, maar vergat,
de geur van een koude winterochtend,
vederlichtheid die nooit voor het grijpen ligt
één voor één, raak ik alles voorzichtig aan,
mompel zacht wat woorden, dek toe,
neurie een liedje voor het slapengaan,
laat ik achter in het gras wat achterbleef
en leef
Tweemaal 'Liedje voor het slapengaan' van Mattanja Nieuwbrug.
Tweemaal poëzie. Dat is knap.

De auteur en de recensent, of, de gebroken rietstengel

De auteur schrijft, de recensent doet er een uitspraak over.
De auteur kan zich zeer verwonderen over die uitspraak, of er zich aan ergeren, of blij zijn met lof of nieuw inzicht.
De auteur kan ook, zo bleek onlangs, de recensent het recht op interpretatie ontzeggen. Of, nog verwarrender, vinden dat verwijzingen niet genoemd zouden moeten worden, omdat ze het verhaal impliciet wil houden.
Dat laatste deed zich voor met het hoofdstukje 'Boek' van de door Lieke van Duin en Jos van Hest geschreven lessuggesties bij Juwelen van stras van auteur Carli Biessels.
Zie ook Leesgoed uit binnenlandse tijdschriften d.d. 22-04-2010 - of t.z.t. het archief van die rubriek.
Ik citeer het, voor het gemak:
Carli Biessels, winnaar van de Woutertje Pieterse Prijs 2010, plaatst enkele kanttekeningen bij de lessuggesties bij haar bekroonde boek Juwelen van stras. Ze schreef dit in een ingezonden brief in de VPRO-Gids van 17-23 april.
Ze schrijft dat in de lessuggesties ´tot mijn ontsteltenis een complete extra laag van bijbelcitaten en -verwijzingen [werd] aangebracht, een laag die er volgens de maker in thuis hoorde en die ik er als schrijver alleen zelf nog niet in gezien had. Terwijl ik op dit punt bewust impliciet was gebleven in mijn tekst omdat dit boek voor alle kinderen was bedoeld en niet alleen voor lezers die de bijbel positief benaderen.´
Dit commentaar betreft de volgende passage in het hoofdstukje 'Boek' bij de lessuggesties:
De auteur schrijft niet modieus, doet geen knieval naar kinderen toe. Ze gebruikt veel symboliek: het verhaal over de gebroken rietstengel verwijst naar Jesaja 42:3 uit het Oude Testament. Als Leendert in zijn verhaal zegt Het is wintertijd slaat dat ook op de oorlogstijd, evenals bij Winterijs van Peter van Gestel (Woutertje Pieterse Prijs 2002). De klaagvogel verwijst naar de profeet Jona: Jona, letterlijk duif in het Hebreeuws, betekent klaagvogel. En de vogel die Elske tekent op de puinhopen van Het Silveren Seepaerd, lijkt op de vogel van stras die ze van oom Jo-tje heeft gekregen, maar je kunt er ook de vogel Phoenix in zien die uit zijn as herrijst: een krachtig hoopvol teken aan het eind van dit mooie, gevoelige verhaal.
Ook in het hoofdstukje 'Praten' wordt de Bijbel betrokken bij de rietstengel:
In de bijbel staat ook een verhaal over een gebroken rietstengel. De profeet Jesaja (Jesaja 42:3) zegt:
Het geknakte riet breekt hij niet af,
de kwijnende vlam zal hij niet doven.
Het recht zal hij zuiver doen kennen.
Wat zouden die regels kunnen betekenen? Denk je dat Leendert het verhaal van Jesaja kent? Vertellen Leendert en de profeet Jesaja over dezelfde rietstengel?
Op 24-04-10 liet Carli Biessels ons weten de publicatie van haar brief te betreuren. Ze was inmiddels in gesprek met het bestuur van de Stichting Woutertje Pieterse Prijs.
Einde bericht.
Maar die 'laag' werd er natuurlijk niet 'in aangebracht', Lieke van Duin (want dit is vooral haar aandeel) brengt enkele motieven in verband met bronnen buiten het verhaal en dan met name een van de oudste verhalen die er zijn, de Bijbel. Ze beweert niet dat die 'thuishoort' in het verhaal, evenmin dat de 'schrijver die zelf nog niet gezien had'.
Fascinerend dat een auteur dit zo kan opvatten.
Komt dat misschien doordat Lieke schrijft dat de gebroken rietstengel 'verwijst' naar Jesaja 42:3?
Dat doet die rietstengel natuurlijk niet, maar zo'n alledaags motief is een gebroken rietstengel nu ook weer niet dat je als lezer niet zou denken dat dat vast uit iets anders, een ander verhaal komt. In het verhaal is het sowieso al een motief in een verhaal, een verhaal in een verhaal dus, dat de hoofdpersoon verteld krijgt door een ander personage.
Zelfs bij mij, heiden, ging een Bijbels belletje rinkelen. Ik ben dan niet zo goed als Lieke thuis in de Bijbel om het meteen tot de juiste passage te herleiden, maar ik kan Lieke wel volgen.
Carli was verontwaardigd, vertelde Lieke me, omdat zij dat verhaal ook van een ander had gehoord, en niet in de Bijbel had gevonden. Ze had op hoge toon geëist dat Lieke dit zou weghalen.
Dat is nog fascinerender.
De auteur zegt: dít was mijn bron en waag het niet om andere bronnen te noemen...
Inmiddels hebben Lieke en Jos aan Literatuur zonder leeftijd toegezegd om een artikel te schrijven over de verhouding auteur-recensent.

Happy Street

Inspirerend stuk in de krant over een inspirend gebouw, de Nederlandse keet op de wereldtentoonstelling in Shanghai. Het heet Happy Street en bestaat uit een als een spiraal omhoog draaiende straat met allerlei bouwsels eraan: huisjes uit diverse stijlen, geplukt uit het Nederlands landschap. Ontworpen door John Körmeling.
In die huizen de meest uiteenlopende voorbeelden van Nederlandse producten en onderzoek.

John Körmeling lijkt me een bijzonder type, met ideeën waar je vrolijk van wordt.
Hier een van zijn site geplukte schets van Happy Street:Happystreet_oct08asmall
Lijkt me erg leuk. Maar een reis naar Sjanghai zit er niet in.
Hoewel.
Eerst maar eens naar IJsland, in juni.
Ik denk dat ik mijn blog ook maar inricht als een soort happy street. Niks opdelen, lekker alles bij elkaar. Met wat categorieën en pagina's, dat zijn dan de huisjes aan de straat.

Herinneringen van een overlever

Een van de beklemmendste verhalen die ik afgelopen twee maanden las, kwam uit mijn boekenkast, waar het al heel lang stond.
Ik was er al eens in begonnen, maar het werd verdrongen door iets anders.
Nu heb ik het helemaal gelezen. Zelden zo'n beklemmend, onveilig en melancholiek verhaal gelezen. En wat wordt het meesterlijk opgebouwd!
Het speelt in een niet nader genoemde tijd, in een niet nader genoemd land dat echter wel als Engeland te herkennen valt, zelfs wordt halverwege het verhaal Londen genoemd, geloof ik.
Niets maatschappelijks functioneert meer, of het functioneert niet goed. De vertelster is een oude dame. Ze krijgt op een dag een meisje bijna letterlijk over de drempel geduwd. Pas goed op haar. Het meisje, Emily, is bijna puber, wordt puber, zoekt contact met de groepen mensen, veelal jongeren, die soms ineens de straat bewonen en dan weer wegtrekken. Het meisje vertelt niets over haar verleden. De vertelster trouwens ook nauwelijks.
Het wordt echt onveilig als nieuwe groepen de buurt intrekken: deze groepen zijn jonge kinderen, wezen die elkaar gevonden hebben in de buizen van de metro, die niet meer rijdt, en die als wolvenroedels op zoek zijn naar voedsel.
Het is angstaanjagend gewoon, geen science fiction. Iets is hier gebeurd waardoor het broze bouwsel dat wij natie, of samenleving noemen, uit elkaar is gevallen, is ingestort.
Het loopt niet af. Tenminste, het eindigt in een tafereeel als een droom - of een nachtmerrie.
Het is, zoals met alle goede verhalen, verleidelijk om veel te citeren.
Doe ik net, geen zin om mijn vingers blauw te tikken.
Het verhaal dateert uit 1974. Eén ding is dus totaal afwezig - ook al zou het in die context ook al niet meer functioneren: computers, internet.
Memoirs of a survivorDoris Lessing, editie 1976, Picador. Het is, voorzover ik kan nagaan (bv. Bol.com) nog steeds te koop. Terecht. Klein meesterwerk.
Overigens grappig dat er nóg een verhaal is met deze titel, van Sergei Golytsyn. Vertaald uit het Russisch. Met de ondertitel: The Golitsyn Family In Stalin's Russia.

Wat heet poëzie 1

Erwtensoep
Mijn moeder, die je verder met geen stok het ijs op kreeg, kookte in het schaatsseizoen enorme pannen erwtensoep en deelde deze uit vanaf de steiger voor ons zomerhuisje.
De soep genoot een faam tot ver achter de dijken. Men reed er graag een plas voor om of kluunde zich de bramen een enkeling trotseerde een nat pak onder de brug.
Slechts één maal is zij ingegaan op een verzoek om het recept: een vage kennis wou het sturen naar zijn zuster in Amerika.
In de lente kregen we een kaart: we really enjoy your erwtensoep, we nemen elke dag een stukje bij de koffie.
Erwtensoep
Mijn moeder die je verder met geen stok het ijs op kreeg
kookte in het schaatsseizoen enorme pannen erwtensoep
en deelde deze uit vanaf de steiger voor ons zomerhuisje
de soep genoot een faam tot ver achter de dijken
men reed er graag een plas voor om of kluunde zich de bramen
een enkeling trotseerde een nat pak onder de brug
slechts één maal is zij ingegaan op een verzoek om het recept
een vage kennis wou het sturen naar zijn zuster in Amerika
in de lente kregen we een kaart: we really enjoy your erwtensoep,
we nemen elke dag een stukje bij de koffie
Dit is tweemaal een tekst van Ingmar Heytze, uit Het ging over rozen (Podium, 2002).
Is de eerste versie nu proza en de tweede poëzie?

Dans dans dans

Voor het eerst gepakt door Dans dans dans van Haruki Murakami, nadat het boek al enkele weken op mijn nachtkastje ligt. Ik kan nog niet goed aangeven hoe precies. De hoofdpersoon liet me lang onberoerd, maar nu begint zijn toestand van volstrekte doelloosheid me toch nieuwsgierig te maken.
Trouwens, er is toch nog een doel: Kiki.
(Oorspr.  geplaatst:  4-4-10.)