Zoeken in deze blog

vrijdag 29 maart 2019

Invloed van het boek in de samenleving

Onder de titel Impact van het boek is in drievoud een rapport samengesteld door KVB Boekwerk verschenen over de positie van het boek in de Nederlandse samenleving. Dat werd op 28 maart 2019 bekendgemaakt. Het hele rapport is hier te downloaden. In drievoud: de drie delen zijn met wat doorklikken hier te downloaden, ze heten Mens en maatschappij, Boekhandels en Economie, hier op te vatten als in financiële termen beschreven bedrijvigheid, niet als wetenschap.

Er hoort een plaatje bij, in modieus New-Nederlandish visual geheten:



Het is een mooi plaatje, want het toont de conclusie.
Die kun je vervolgens gaan bekijken en interpreteren.

Zo blijkt dat er volgens dit onderzoek rond 25.000 mensen bezig zijn met boeken, van auteurs tot boekhandelaars. Een aantal vergelijkbaar met de inwonersaantallen van de gemeenten Baarn, Beuningen en Buren. Daarvan zijn dan ruim 22.000 schrijvers en vertalers, de rest medewerkers van uitgeverijen en boekwinkels. Of die schrijvers en vertalers voltijds aan het werk zijn of er nog een baantje bij hebben, vermeldt het rapport niet, althans niet in de conclusie.
Behalve dan dit:

Slechts 55 auteurs verdienen een modaal inkomen of meer met hun royalty’s. Nog eens zestig auteurs verdienen met hun royalty’s een bedrag tussen het minimuminkomen en modaal. 
Maar zij hebben veel meer soorten inkomsten: inkomsten uit nevenrechten voor gebruik van het boek (leenrecht, reprorecht, vergoeding voor het lenen van e-boeken in bibliotheken, thuiskopieheffing en inkomsten uit abonnementen van e-boeken), subsidies en prijzen van het Letterenfonds, inkomsten uit lezingen, optredens, uitvoeringen en gages en inkomsten uit rechtenverkoop van boeken (zoals voor boekbewerking, vertaling of theaterbewerking). 
Dat maakt dat de totale omzet van de auteurs en vertalers wordt geschat op € 34,3 miljoen. De omzet voor auteurs en vertalers is qua omvang vergelijkbaar met de omzet uit Nederlandse films in Nederlandse bioscopen.  '

Daar worden we natuurlijk even stil van.

Bij een omzet van € 34 miljoen voor de schrijvers en vertalers, € 244 miljoen voor de uitgevers en € 498 miljoen voor de boekverkopers bedraagt de totale toegevoegde waarde van het boekenvak aan de Nederlandse economie (Bruto Binnenlands Product) in 2017 bijna een kwart miljard euro.  '

Juist. Tja. Het bruto nationaal product van Nederland was in 2014 zo'n 700 miljard euro. Die toegevoegde waarde van het boekenvak is daar dus nog geen 1 % van, om preciezer te zijn 0,00035 %.
Geeft niet hoor, maar dat klinkt anders dan een kwart miljard... Hier nog meer cijfers.

De waarde van het boek strekt zich evenwel verder uit dan alleen die cijfers.

Zie de inleiding bij Mens en maatschappij. Die is indrukwekkend. Ik citeer passages:

Lezen is goed voor de mens. Zeker het lezen van boeken. Telkens weer blijkt uit onderzoek dat mensen die boeken lezen in vergelijking met niet-lezers beter geïnformeerd zijn en zich daardoor beter staande kunnen houden in de maatschappij. [...] En ten slotte, niet onbelangrijk: het lezen van boeken is buitengewoon plezierig en draagt daardoor bij aan persoonlijk geluk en welbevinden.

[...]

Er zijn in de loop der jaren talloze onderzoeken gedaan naar de impact van het lezen van boeken, vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, zoals de letterkunde, de (neuro)psychologie en de economie. 
Door een groot aantal van deze onderzoeken te combineren, ontstaat een helder overzicht van het effect van het lezen van boeken. Uit de analyse van de beschikbare data komen vier thema’s steeds weer naar voren: burgerschap, werknemerschap, gezondheid en zingeving. Voor elk van deze thema’s is in beeld gebracht waarom de positieve effecten niet alleen van invloed zijn op het individu, maar ook op de maatschappij.

1. Burgerschap
Voor de samenleving is het belangrijk dat mensen zich gedragen als goede burgers en hun steentje bijdragen. Mensen die rekening houden met elkaar, begrip tonen voor de ander en ook naar anderen omkijken. Het is aannemelijk dat het lezen van boeken in het algemeen en literatuur in het bijzonder bijdraagt aan de ontwikkeling van de motivatie en de vaardigheden die daarvoor nodig zijn.
[...]
De vaardigheden die mensen ontwikkelen of versterken doordat zij lezen, dragen kortom bij aan de manier waarop zij de wereld om hen heen begrijpen en de wijze waarop zij zelf een bijdrage leveren. In de huidige samenleving is dat belangrijk voor de verbinding tussen mensen. Kennisnemen van andere werelden, anderen willen begrijpen, ontmoeting en contact zijn nodig in het doorbreken van echokamers en filterbubbels. En ook de participatiesamenleving ontstaat niet vanzelf. Inlevingsvermogen, empathie en een positief zelfbeeld verlagen de drempel om zelf in actie te komen.

2. Werknemerschap
[...]
Samengevat: digitalisering op de arbeidsmarkt vraagt om andere vaardigheden. De arbeidsmarkt globaliseert, wordt competitiever en krijgt de vorm van een netwerkomgeving. De nieuwe banen vragen om vaardigheden als empathie, creativiteit, leiderschap en kritisch denken. Vaardigheden die je met lezen verwerft of versterkt. Of die je zelfs meer ontwikkelt met lezen dan met andere activiteiten, zoals het denken in scenario’s.

3. Gezondheid
Het lezen van boeken leidt niet uit zichzelf tot een betere gezondheid, maar uit onderzoek blijkt dat er wel een sterke correlatie bestaat tussen het lezen van boeken en gezondheid. Lezers hebben ruim 25 procent meer kans om gezond te zijn dan niet-lezers, ook als dit gecorrigeerd werd voor zaken als opleiding, inkomen en leeftijd. [...]

4. Zingeving
Laten we het belangrijkste van lezen niet over het hoofd zien: lezen doen we vooral omdat we er plezier aan beleven. De een leest om zich te verliezen in een boeiend verhaal en zich mee te laten slepen naar een andere wereld, de ander leest om zich vrolijk te maken of om troost te vinden, weer iemand anders pakt een boek om er iets van op te steken. Allemaal redenen die maken dat je een boek pakt om je leven op een plezierige en zinvolle manier invulling te geven.

[...] Slechts zes minuten lezen is genoeg om het stressniveau met twee derde te verminderen.

Mensen gebruiken het lezen van boeken ook als afleiding of troost. Wanneer mensen iets moeilijks meemaken, kan het helpen om te lezen over fictieve personages die in een vergelijkbare situatie zitten. [...]

Onderzoek wijst verder uit dat het lezen van boeken een positieve invloed heeft op het voorstellings- en inlevingsvermogen van mensen, dat op zijn beurt weer bijdraagt aan het persoonlijk welbevinden en het ervaren van geluk.

Ten slotte heeft het lezen van boeken effect op het zelfbeeld. Door ons in te leven in de personages, zijn we even niet gebonden aan de restricties van ons ‘zelf’ en kunnen ons inbeelden dat we wie ook maar zijn. Dit helpt de grenzen van wat je denkt over jezelf op te rekken, stellen de onderzoekers.

Lezen leidt kortom op een heel directe manier tot geluk: het biedt positieve ervaringen. Mensen lezen voor hun plezier. Door het specifieke fenomeen van meegesleept te worden, draagt lezen ook bij aan vaardigheden die verband houden met een ‘gelukkiger’ leven. Ontspanning, goed kunnen omgaan met emoties en met druk, een hogere emotionele intelligentie en een positief zelfbeeld zijn zaken die bijdragen aan het persoonlijk welzijn.

De bronverwijzingen zijn indrukwekkend, zij het grotendeels Engelstalig.
Daar worden we óók stil van, toch?

Ik ga meteen weer een boek lezen.
Bovenop mijn stapeltje: Bas Haring, Waarom cola duurder is dan melk. Daaronder: Alex Boogers, De lezer is niet dood. Net gelezen: Bart Moeyaert, Tegenwoordig heet iedereen sorry.












donderdag 28 maart 2019

Sorry

... dat ik besta: een frase die de laatste decennia veel wordt gebruikt en afkomstig is van Annie M.G. Schmidt, in een liedje dat gaat over het ontbreken van liefdesliedjes voor homo's. Mooi vertolkt door o.a. Jeroen Willems, Willem Nijholt en Johan Verminnen.
De frase is overgewaaid naar andere contexten en mogelijk heeft het Bart Moeyaert door het hoofd gespeeld toen hij zijn verhaal Tegenwoordig heet iedereen sorry schreef. Het verscheen op 2 oktober 2018 en trok direct veel aandacht. Het is genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs 2019 en inmiddels al vertaald in het Duits, Frans en Italiaans.

Begrijpelijk. Heel knap hoe Bart Moeyaert in het hoofd kroop van verteller Bianca, een tegen de puberteit aanleunend meisje (vermoedelijk twaalf jaar) dat zich het liefst onzichtbaar maakt en heel weinig zegt. In tijd beslaat het verhaal een zomerdag, van 's morgens tot einde middag, aan het begin van de vakantie. Toch krijgen we in 60 hoofdstukjes, waarvan slechts één terugblikt op vroeger (55), een helder en navrant beeld van waarom en hoe. Het wordt verteld als een live verslag, in de onvoltooid tegenwoordige tijd, en wel zo goed dat de discrepantie tussen de zwijgzaamheid van de jonge verteller en het welsprekende relaas niet stoort. Ze sleurt je het verhaal in.

Ik blijf hier niet. Van dat gegiechel met z'n tweetjes wordt het altijd een beetje zwart voor mijn ogen.
Ik sla op mijn broekzak.
Heb ik mijn sleutel bij me?
Ja.
Ik maak onze huisdeur open. Daarna trek ik de deur achter me dicht.
Ik wil niet dat je denkt dat ik boos ben, maar ik vind het niet erg dat je denkt dat ik boos ben.

Iedere samenvatting doet dit verhaal te kort. Zoals in ieder goed verhaal doen de woorden ertoe en de beste samenvatting is het verhaal zelf. Sommige hoofdstukjes zijn een samenvatting op zich, zoals het ultrakorte 32.

Soms is de prop in mijn keel klein.
Soms is hij er niet.
Heel soms is hij reusachtig.
Nu is het heel soms.

Om toch een idee te geven maak ik enkele observaties en geen sluitend vertoog, om het verhaal zo min mogelijk te kort te doen.
Bianca heeft een nogal druk broertje van negen met een zwak hart - hij heeft er ooit een operatie aan ondergaan en krijgt het vaak benauwd, zijn beademingsapparaat staat klaar achter de sofa. Het helpt niet dat Alan van nature ook nog eens een druktemaker eerste klas is. Kortom, hij vergt en krijgt veel aandacht van hun moeder.
Vader is het huis uit en woont samen met ene Cruz, een jonge Spaanse vrouw, in een woongemeenschap. We krijgen hem het hele verhaal niet in beeld, behalve in voornoemde terugblik.

Ik citeer een stukje uit hoofdstuk 2.

Achter mijn rug doet de magnetron ping, maar toch zet mijn moeder niets op tafel.
Ze gaat zitten en plant haar ellebogen naast haar bord. Ze zegt dat ze iets met ons wil bespreken.
'Rustig', zegt ze tegen Alan, en ze houdt haar hand voor zijn gezicht, alsof hij al te veel heeft gepraat, terwijl Alan heel rustig is en stilzit en ademt.
Ze pakt zijn mes en zijn vork af.
Daarna zet ze haar ellebogen weer op tafel en legt ze haar kin op haar handen. Ze kijkt van mij naar een vlek op het tafelblad, hij heeft de vorm van een vis.
Ze haalt diep adem en zegt dat mijn vader en zijn Cruz het anders willen aanpakken dan vroeger.
Ik zeg: 'Mama, doe eens zonder inleiding.'
Zonder inleiding zegt ze dat papa en zijn Cruz mij onhandelbaar vinden.
Dat is geen nieuws.
Het voorstel dat erop volgt is wel nieuw.
Ze zouden het gemakkelijker vinden als ik niet meer elke week het weekend bij ze zou doorbrengen. Ze denken dat om de twee weken beter zou zijn. Of om de drie. Ze denken dat ik dat zelf ook liever heb.
Wel?
Het klinkt niet als een voorstel. Het klinkt als iets wat we gaan doen.
Toch willen ze weten wat ik ervan denk.
Ik kijk van mijn moeder naar het witte bord voor me.
Er ligt niks op, maar hallo: kijk eens goed. Er ligt ineens een stuk taai vlees waar ik niet om heb gevraagd.
Ik zeg: 'Ik ben niet onhandelbaar. Ik ben alleen een beetje lastig soms.'
'Het zijn niet mijn woorden, Bianca', zegt mijn moeder.
'Nee,' zeg ik. 'Maar je zou ze kunnen tegenspreken.' Mijn stem trilt.

Dit maakt voor de oplettende lezer meteen veel duidelijk. Net als hoofdstukje 42, maar daaruit ga ik niet citeren, lees zelf maar. Net als zo'n mooi stukje op p. 54, in hoofdstukje 24:

Ik doe mijn armen over elkaar, en ik breng mijn linkerhand naar mijn wang. Wat is mijn hoofd zwaar.
Ik kijk om me heen zoals Ilona naar het café kijkt als ze er niet helemaal bij hoort. Haar blik is dan altijd een beetje geschokt, alsof ze denkt: wat doe ik híér?

Halverwege de dag (begint in hoofdstukje 9) komt actrice Billie King, de Ilona uit de serie Hier bij ons, op bezoek, met haar zoon Jazz. Zowel Bianca als haar moeder zijn bewonderaars. De visite verloopt met enige strubbelingen. Alan en Jazz zijn heel erg druk, bijvoorbeeld met (droog)zwemmen in de tuin. En als moeder ze nat wil spuiten, blijkt de slang lek en wordt ze vooral zelf nat. Heisa.
Tussendoor maakt Billie, die Bianca met aandacht bekijkt, een opmerking die Bianca hartverwarmend vindt: ze is een 'merkwaardig meisje' (p. 81), en dat bedoelt ze positief en staat in een hartverscheurende kleine scène. Bianca krijgt van Billie de aandacht die ze mist bij haar moeder (zie ook hoofdstukje 34).
Later komt ook nog Billie's vriendin Malika langs, die in Hier bij ons de snel uit de serie geschreven halfzus van Ilona speelt, Dagmar.
Bianca heeft een doos met foto's gevonden onder moeders bed. Ze knipt daar alle afbeeldingen van zichzelf uit. Daar krijgt ze echter spijt van als moeder na alle gedoe rond Alan haar liefdevol behandelt. Ze plakt zichzelf er weer in en schrijft er een briefje met een tekening bij: sorry. Sowieso tekent ze graag. ('Ik ben heel goed in het tekenen van bloemen en planten die niet bestaan.')
Om zich onzichtbaar te maken heeft ze een schuilplaats, een rommelig stukje tuin achter het kippenhok van de buren, toegankelijk via een smalle spleet bij hun tuinpoortje. Met een verborgen 'oud koekblik' waarin fotoboekjes, potloden, een schaar en een schriftje. In hoofdstuk 51 trekt ze zich daarin weer eens terug.
O wacht, eerst heeft ze prachtig versierde glazen met cocktails gemaakt, maar het uitserveren loopt in het honderd door het gedoe met de jongens. Ze wordt er zo boos om dat ze bijna de pan met krieken door de keuken gooit. Ze staat op een stoel met de pan in haar handen als Jazz binnenloopt en haar ziet. Dat houdt haar tegen. Ze zet de pan weer op het fornuis en trekt zich terug.

Mama zegt graag dat ik op haar lijk, toen zij zo oud was als ik. Ze noemt me graag woest. Maar hallo / hoe zit dat? Ze zegt ook graag dat Alan op haar lijkt, toen ze negen was.
Zij smeet vroeger met de deuren. Zij trok stoelen omver.
Ze vertelt trots dat ze met haar laars een keer een gat in de muur heeft geschopt. Toen zij negen of twaalf was, vloog er wel eens een bord door de kamer.
Maar luistert ze ooit naar mij?
Is het ooit bij haar opgekomen dat ik niet stil ben, maar wel stil dóé?
Er is geen plaats voor mijn lawaai.
Ik loop het zwembadje van Alan voorbij.
In de schaduw van de struiken en de bomen laat ik me met mijn rug tegen de muur naast ons tuinpoortje vallen.
Ik wacht niet tot ik rustiger word.Daar ga je, Bianca, zeg ik tegen mezelf, en ik duw mijn lichaam tussen de heg en de muur.

Ja, alleen wordt juist dan, op dat moment, het kippenhok afgebroken. (Al aangekondigd door buurvrouw in hoofdstukje 18.) Weg geheime plek. Het lijkt wel of dat een kantelmoment is. Vooral als haar moeder zegt dat ze zo graag zou willen dat ze erbij bleef als er van die moeilijke ogenblikken met Alan zijn.

Nou ja, dit zijn maar enkele observaties, er vallen er veel meer te maken over dit buitengewoon rijke verhaal. Zoals die mooie vondst om Bianca nog een zelfverzonnen naam mee te geven: Perdón. Zo stelt ze zich voor aan Billie. Het is Spaans voor: pardon, sorry.
Lezen, dit schitterende verhaal!



Moeyaert, Bart. Tegenwoordig heet iedereen sorry. Querido, 2018. ISBN 978 90 214 1515 4, 134 p. E-boek: ISBN 978 90 214 1514 7.

PS. Op 2 april werd bekend dat Bart Moeyaert de Astrid Lindgren Memorial Award is toegekend.
PS2. Wat betreft de Woutertje Pieterse Prijs bleef het bij de nominatie, bleek in mei.
PS3. Zomer 2019 werd bekend dat een Zilveren Griffel is toegekend.













dinsdag 19 maart 2019

Te mooi om waar te zijn

Onder deze fraaie titel organiseert Stichting Lezen een symposium in de reeks Lezen Centraal, op 10 april in Utrecht, TivoliVredenburg.

De mensen van SL zijn erin geslaagd een aantrekkelijk programma te maken en zowaar (dat is de stichting wel toevertrouwd) met veel aandacht voor jeugdliteratuur.
Sterker nog, jeugdliteratuur speelt de hoofdrol. Toonzettende lezingen door Joke Hermsen en Bas Maliepaard, illustrator Kris Nauwelaerts, de kinderboekambassadeux (geen tikfout) Hans en Monique Hagen, en ook de deelsessies zijn gericht op mensen uit primair en secundair onderwijs.

De prijs vind ik aan de hoge kant: € 190,-. Voor deelnemers die soms niet kunnen declareren, zoals 'medewerkers in de kinderopvang, leraren (po t/m hbo)' (deel van de beoogde doelgroep) is dat mogelijk een beletsel.
Maar studenten kunnen op vermelding van het nummer van hun collegekaart, een kaartje voor € 40,- bemachtigen. Da's dan weer mooi.



woensdag 13 maart 2019

Kinderboekfestival

Nee, ik ben er niet geweest, maar afgaand op het filmpje dat op de website van het Mooie Kinderboekenfestival staat, is dat een heel spektakel. Jammer alleen dat het filmpje wordt begeleid door stampende muziek, slechts onderbroken door korte interviewtjes. Ik had graag ook het geluid van het festival gehoord in plaats van een hey hey roepende groep zangers.

Het is een bijzondere en heel moderne vorm van leesbevordering, ver uitstijgend boven het concept van een tuperwareparty. Vermaak en nog eens vermaak, zelf dingen kunnen doen, dat is de lokker. Tussendoor voorleessessies, en kennismaking met een selectie kinderboeken.
Kennelijk waren de eerste (21 mei 2017) en de tweede editie (27 mei 2018, het filmpje geeft een indruk) een groot succes, want voor 2019 worden er drie festivals aangekondigd: 26 mei in Amsterdam (Tolhuistuin), 16 juni in Den Bosch (Verkadefabriek) en 23 juni in Hoogeveen (Tamboer).

Het Mooie Kinderboekenfestival is bedoeld voor 'kinderen van 4 tot en met 10 jaar, en hun ouders, verzorgers, opa’s, oma’s, ooms en tantes'. En ik citeer verder:

Ieder jaar verschijnen er veel nieuwe kinderboeken, die zich afspelen in spannende, grappige, interessante of geheimzinnige werelden. Achttien van deze mooie kinderboeken komen tot leven tijdens de derde editie van Het Mooie Kinderboekenfestival. Na twee uitverkochte edities in Amsterdam, breidt het Mooie Kinderboeken-festival zich in 2019 uit naar Den Bosch en Hoogeveen.

De ontdekkingsreis langs achttien kinderboeken voert bezoekers door alle hoeken, zalen en gangen van de festivallocatie, zowel binnen als buiten. 

Zo kunnen de kleinste bezoekers in een reusachtig doolhof op zoek gaan naar de verstopte olifant uit Heb jij misschien olifant gezien? of de Konijnentango leren dansen op een spiegelvloer. Oudere kinderen mogen stop motion filmpjes maken in het sprookjesachtige decor van Vosje, of opstijgen in een heuse raket en leren over het ontstaan van de aarde in Het hele soepzootje. Kinderen vanaf acht jaar worden rechter voor een dag in de rechtbank van De Zweetvoetenman of volgen een workshop graffiti spuiten rondom het bizarre boek ZEB.

Aanwezige schrijvers en illustratoren zijn onder anderen Marije Tolman, Janneke Schotveld, Koos Meinderts en Hans & Monique Hagen. Het volledige programma is medio april op deze website te vinden.

De selectie van achttien festivaltitels is dit jaar gemaakt door Mylo Freeman (schrijfster), Bas Maliepaard (recensent) en Merel de Vink (Leesvink).

Door wie:

Het Mooie Kinderboekenfestival wordt georganiseerd door Stichting Kleine Lettertjes in coproductie met Paradiso, De Verkadefabriek en de Bibliotheek Hoogeveen en mede mogelijk gemaakt door het Nederlands Letterenfonds, het VSBfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Fonds 21, het Amsterdams Fonds voor de Kunst, Stadsdeel Noord, Gemeente Den Bosch en Gemeente Hoogeveen. Het festivalbeeld werd ontworpen door illustrator Noëlle Smit.

Een bijzonder initiatief van Stichting Kleine Lettertjes, die ten doel heeft: 'De Nederlandstalige jeugdliteratuur en haar rijkdom onder de aandacht brengen'.
Lijkt me een mooi doel.


maandag 11 maart 2019

Eindstrijd voor de burger

Ik kan het niet laten. Heb, geloof ik, al meerdere keren gemeld dat ik ophoud over de burger.

Maar toch...


Burgers, mensen, vrouwen, kinderen, terroristen: zie is wie?

De 'Syrische democratische strijdkrachten' onderscheiden vermoedelijk alleen terroristen, vrouwen en kinderen en de journalist van dienst heeft dat overgenomen, maar er mensen aan toegevoegd.

Vrouwen en kinderen zijn mensen, zoveel is duidelijk, want van de 'geëvacueerden' (is dat een nieuw net woord voor vluchtelingen?) zijn de 'meesten vrouwen en kinderen'. De overigen zeer waarschijnlijk dus mannen (sorry transgenders).
'Wat nu nog overblijft zijn alleen terroristen': let op wat (niet wie), en zijn vrouwen per definitie geen terroristen? Ja, het stukje wekt zelfs de indruk dat er mensen en terroristen zijn, dat terroristen dus geen mensen zijn.
Die 50.000 mensen zijn dus kennelijk ook burgers. Terroristen niet? Dat past wel bij eerder vastgestelde tegenstellingen tussen burgers en militairen: ook de leden van de 'Syrische democratische strijdkrachten' beschouwen zich wellicht niet als burger. Wel als mens, mag ik hopen.

Het stukje tekst stond in een bericht in NRC 4-3-2019.




woensdag 6 maart 2019

De dag van Eden

Tja, ik hád het boek aangevraagd, dus ik moest er iets mee. Lang lag het op mijn werktafel, de laatste tijd bedolven onder andere boeken.
Het leek me een soort doorsnee meidenboek, de auteur zei me niets, de flaptekst sprak me niet bijzonder aan, ik had er geen zin in en wist niet meer waarom ik het had aangevraagd.

Uiteindelijk ben ik toch gaan lezen.
Gelukkig bleek dat de moeite waard. Ja, het ís een meidenboek, maar stijgt boven de middelmaat uit.

De dag van Eden van Liz Flanagan is ook nog eens een debuut en achterin bevindt zich een uitbundig dankwoord. Het origineel, Eden Summer, verscheen in 2016 en is inmiddels gevolgd door Dragon Daughter, bedoeld voor een iets jongere lezersgroep, 9+.
Er is op internet nog heel weinig informatie over de auteur te vinden (die vorige link gaat alleen over haar twee boeken), maar ze heeft wel een Facebook-pagina. Ontroerend, de vreugde over erkenning als schrijver spat ervan af.

Het verhaal speelt zich af in één dag en wordt verteld door Jess. Dat komt vaak voor in dit genre, een jonge verteller die een hoofdrol speelt, en soms ontaardt dat in een dagboek-achtig relaas met uitweidingen die zouden ontbreken bij een verteller met iets meer afstand.
In dit geval ontkomen we eveneens aan typisch meidenboek-achtige uitweidingen, maar omdat het een achteraf verteld verhaal is, met een ordelijke structuur, zijn die overkomelijk en jawel, de verteller ís nu eenmaal een tienermeisje, dus dat vaak kleding en andere uiterlijkheden worden beschreven is redelijk geloofwaardig. Daar letten die meiden nu eenmaal op, uiterlijk is belangrijk, net als je positie in de groep. En gebeurtenissen waarbij je als oude volwassene hooguit een wenkbrauw zou optrekken, krijgen bij haar een enorme impact. Ook dat hoort bij de leeftijd. Opmerkelijk dat ze over die ene echt ingrijpende gebeurtenis in haar leven (vóór Eden) heel terughoudend is. We moeten als lezers veel toespelingen onthouden en lang wachten voor het verhaal er eindelijk een keer uitkomt.

Grappig: Jess heeft talent voor tekenen. Ze oefent met striptekenen. Maar haar relaas is er een in woorden. Zoals gewoonlijk wordt van de lezer een soort uitstel van ongeloof verwacht. We worden daarbij geholpen doordat blijkt dat Jess ook talent voor verhalen vertellen heeft. Toch jammer dat het verhaal niet ook in woord en beeld wordt verteld, dat zou in lijn zijn geweest met haar aanleg. Het talent dat Liz Flanagan haar verteller toebedeelt, heeft ze zelf kennelijk niet.

Eden, Jess' beste vriendin, is de avond tevoren niet thuis gekomen. Ze wordt officieel vermist en de politie is ingeschakeld. Ze wordt door school naar huis gestuurd omdat de politie haar daar wil spreken. Als dat is gebeurd, wil Jess haar vriendin gaan zoeken, en ze laat zich niet tegenhouden door haar moeder, die haar thuis wil houden. Ze struint een hele dag door het woeste landschap van West Yorkshire.
Ze vindt haar ook, 's avonds. Levend.

Voordat het zo ver is, weten we als lezer inmiddels veel over zowel Eden als Jess. Want de meeste hoofdstukken mogen dan wel voorzien zijn van een tijdstip, er zitten ook de nodige terugblikken tussen die ons langzaam duidelijkheid geven over in het begin wat raadselachtige toespelingen. We hebben een kennisachterstand in vergelijking tot Jess.
Maar zij zelf komt ook het nodige te weten over haar vriendin. We lopen gaandeweg gelijk op en aan het eind begrijpen we, net als Jess, wat Eden dreef. En we begrijpen waarom Jess' moeder zo bang is dat haar dochter iets overkomt.
En dat is allemaal mooi gedoseerd, de spanning wordt goed opgebouwd, en tegelijk krijgen de voornaamste personages wat diepte.
Drama volop - maar ik ga dat niet verder uit de doeken doen om de leeslol niet te bederven. Het is op zijn plaats en maakt De dag van Eden een lekker heftig verhaal.



Flanagan, Liz. De dag van Eden. Gottmer, 2019. ISBN 978 90 257 7027 3. Oorspr: Eden Summer, 2016.