Zoeken in deze blog

zondag 16 maart 2025

Citaatje van de week (of de maand): al die campagnes hebben geen sodemieter geholpen

Deze komt van Wijnand Mijnhardt en stond in een interview met hem in de Volkskrant 15 maart 2025. Heerlijk, zo'n uitspraak middenin de Boekenweek. Want die campagnes, daarmee bedoelde hij leesbevorderingscampagnes.
Een wat riskante uitspraak, want we weten niet hoe het met ons gesteld zou zijn zonder die leesbevorderingscampagnes. Oud-directeur Barry Wiebenga van Stichting Lezen zei het al ooit eens: het effect van al die inspanningen is niet te meten bij gebrek aan controlegroep.
 
Wijnand Mijnhardt was tot 2019 hoogleraar vergelijkende wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, waar hij in 2007 het Descartes Centrum voor wetenschapsgeschiedenis en wetenschapsfilosofie oprichtte. Tussen 2001 en 2005 was hij gasthoogleraar vroegmoderne intellectuele geschiedenis aan de University of California in Los Angeles. Hij is gespecialiseerd in de 18e eeuw.
 
Wat maakt de 18de eeuw zo interessant? (Vroeg interviewer Wilma de Rek.)

‘Dat er voor het eerst ruimte werd gecreëerd, niet meteen in de praktijk maar wel in de theorie, voor een vrijheid van denken. Dat is iets wat mij tot de dag van vandaag blijft fascineren. Het klassieke voltairiaanse standpunt: het kan me niet schelen wat je vindt, maar iedereen moet de ruimte hebben zijn onzin te verkopen.'
Daarvan komt naar zijn mening in de wereld van sociale media niets terecht, omdat een belangrijk aspect ontbreekt: het tolereren van andere meningen en daarover in gesprek gaan.

Afijn, het is een zeer interessant interview maar het gaat hier even over die boude uitspraak, die trouwens kan concurreren met dat andere citaat uit dit interview: 'Om de wereld te begrijpen moet je goed kunnen lezen, luidt al jaren de boodschap van boekenbranche en overheid. Maar volgens wetenschapshistoricus Wijnand Mijnhardt is dat een treurig misverstand.'
 
Even terug naar de 18e eeuw.
‘Als je kijkt hoe denkbeelden in die tijd bij de mensen terechtkwamen – dus niet zozeer bij een handjevol intellectuelen in een of andere Parijse salon, maar bij de gewone man – dan is het antwoord: via boeken. En daar komen uitgevers en boekhandelaren als Jean Frédéric Bernard en Marc-Michel Rey in beeld. Het is geen toeval dat zij zich in Amsterdam vestigden. De relatief tolerante Nederlandse Republiek heeft weliswaar zelf niet zo veel iconische wijsgeren voortgebracht, maar de verbeelding had er vrij baan en het werk van verlichte denkers kon er op schrift worden gesteld. Bernard en Rey vonden dat alle boeken en tijdschriften gedrukt en geconsumeerd moesten kunnen worden; ieder mens moest van alle standpunten kennis kunnen nemen. Zíj zorgden ervoor dat de denkbeelden van Rousseau, Diderot en noem ze allemaal maar op verspreid konden worden.’ Plechtig: ‘De Franse Verlichting, of liever gezegd: de Europese Verlichting, is in Nederland geproduceerd.’ 
‘In de loop van de 18de eeuw ontstond hier een wat ik zou willen noemen ontwikkeldencultuur. Die hebben we nog steeds, daar horen jij en ik bij; we vormen niet de toplaag, we zijn gewoon ontwikkelden. Aanvankelijk werd die groep gevormd door slechts een paar procent van de bevolking. 2, misschien 3 procent van de inwoners van de Republiek kocht boeken. Het percentage lezers was wel wat groter, maar niet veel.'
'Onderdeel van die ontwikkeldencultuur was de gedachte dat mensen, om volwaardige burgers te kunnen worden, a) moesten leren lezen en schrijven en b) lid moesten worden van een genootschap of een vereniging. Want dáárin kon je de dingen bespreken die je had gelezen. In clubverband leerden mensen tolerant te zijn, te accepteren dat er andere denkbeelden bestonden dan de hunne: ze leerden er burger te worden. Leesvaardigheid en sociabiliteit – het kunnen leven in groepen – waren de twee fundamentele grondslagen onder de burgersamenleving.’
 
Wilma de Rek voegt hier een behulpzame samenvatting toe: 'Aan het einde van de 18de eeuw, Nederland telde twee miljoen inwoners, kon ongeveer twee derde van de volwassenen lezen en schrijven (in elk geval een beetje). In 2025 zijn er bijna 18 miljoen inwoners en heeft nog altijd een op de vijf volwassenen moeite met lezen en schrijven, en trouwens ook met rekenen. Met de leesvaardigheid van jongeren gaat het bergafwaarts; bij een derde van de 15-jarigen schiet die inmiddels tekort.'
En daarna volgt dan die ontboezeming en ik citeer met opzet een flink deel dialoog:
 
Mijnhardt: ‘Er is de afgelopen twee eeuwen enorm veel geld gestoken in het bevorderen van de leesvaardigheid. En het is verbijsterend hoe weinig resultaat dat heeft gehad. Al die campagnes hebben geen sodemieter geholpen.’

Nou ja, wel iets dus.

‘Maar hoeveel mensen lezen nu echt geregeld een boek, dus niet heel af en toe? Dat zal hooguit de helft van de Nederlanders zijn, waarschijnlijk minder.’

Ongeveer een derde van de Nederlanders zegt zich geen leven zonder boeken te kunnen voorstellen. Eveneens ongeveer een derde leest weinig of helemaal geen boeken.

‘Precies. De conclusie is dat het boek in de verste verte niet is gekomen waar de verlichte burger rond 1800 het had verwacht. Op de vraag naar de oorzaken van het beperkte effect van ruim twee eeuwen offensief volgt steevast het antwoord dat dat offensief kennelijk niet krachtig genoeg is geweest. Daarop is het hele overheidshandelen gebaseerd: we hebben niet genoeg gedaan, we moeten meer doen! Dus gaan we voort op de ingeslagen weg, huren we een pseudoprinses in om kinderen voor te lezen en verzinnen we nog maar eens een campagne. En dat is dus grote flauwekul.
‘Het punt is dat we de oorzaken van het geringe effect van al die lezersoffensieven in een totaal verkeerde richting zoeken. Naar mijn mening moeten we op een heel andere manier naar het probleem kijken, en om te beginnen accepteren dat leesvaardigheid in een samenleving een soort van natuurlijke bovengrens kent. Hooguit 50 procent van de mensen is in staat werkelijk leesvaardig te worden, dus lange en ingewikkelde teksten te begrijpen, en dan kun je twisten over een procentje meer of minder. Maar dat accepteren we niet. Want we vinden lezen zo belangrijk. Maar waarom eigenlijk?’

Nou?

‘Omdat we lezen nog steeds beschouwen als grondslag van de kennisoverdracht. Die misvatting danken we aan de burger van de 18de eeuw. Geen kwaad woord over die burger, maar hij heeft ons wél opgezadeld met een ideologische fixatie op lezen waarop veel is af te dingen. Ik denk dat het hoog tijd is de grondslag van de kennisoverdracht aanzienlijk te verbreden.'
 

Zijn punt is dat we leesvaardigheid als deugd zijn gaan zien en dat kennisoverdracht met meer middelen kan dan alleen boeken.
Niet dat hij een hekel heeft aan boeken, integendeel, zijn huis staat er mudvol mee (zoals ook de foto's bij het interview tonen) en 
 
‘Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet tegen literatuur: lezen maakt de mens vrolijker en wijzer, net als muziek of theater, en er mag best meer geld naartoe. Maar niet op de dwangmatige manier die je nu ziet, waar vanuit de branche trouwens vooral een economische motivering achter zit, en vanuit de overheid de onjuiste aanname dat je via leesbevordering mensen tot politiek rijpe burgers kan maken. Die aanname is gebaseerd op de 18de-eeuwse idee dat als we allemaal maar goed kunnen lezen, we ons als volwaardig burger zullen gedragen. Het is tijd dat we erkennen dat dit een mythe is.’ 

Waarvan akte.
Lezen maakt de mens vrolijker en wijzer, die zit. Volgens mij rechtvaardigt dat heel wat leesbevordering. En is een goede leesvaardigheid niet zozeer een deugd als toch wel een handige vaardigheid in het leven.
 

woensdag 12 maart 2025

Die Gedanken sind frei

 ... maar niet altijd.
 
Want
 
Als hetzelfde woord uit verschillende monden komt, steeds weer opnieuw, wordt het moeilijker te negeren. Het wordt een soort waarheid.
Drup
drup
drup...
Zo groeien stalagmieten in het donker.
Zo groeien gruwelen binnen in ons.
 
Dan ga je denken dat je slecht bent. Want iedereen zegt het.
Toch lukt het hoofdpersoon en verteller Faye in Het eiland aan de rand van de nacht om nog een beetje twijfel te koesteren. Want ze kan zich niet herinneren wát ze dan aan slechts heeft gedaan. Het was buiten, het was nacht, er was storm en onweer, een boom - en haar tante, een bijl en bloed. Haar vader is op dat moment bijna een zombie, haar tante stuurt haar 'voor haar eigen bestwil' naar een kostschool op een verafgelegen Schots eiland voor heel moeilijke, 'slechte' kinderen. Zo moeilijk dat er wel eens een kind verdwijnt.
 
Het is 1932, leren we op p. 37. Faye's vader, Arthur Fitzgerald, is een bekende bioloog, maar is gebroken uit de oorlog gekomen en bovendien wegens een onwaarschijnlijke theorie terzijde geschoven in vakkringen. Een moeder is niet in zicht. (Wordt later verklaard.) Zijn zus Christina bestiert het gezin, maar dat gaat dus niet goed. Lijkt het. Faye is een echt buitenkind, doet het niet goed op de diverse scholen, en er is dus dat drama.
Eenmaal aangekomen op die school van Doctor en Violet Lighter blijken er slechts acht leerlingen te zijn, nee, zeven want een is net overleden. Lijkt het.
 
Dit is het soort verhaal waarvan het zonde is de intrige uit de doeken te doen. Het soort verhaal dat je in een klas kan voorlezen en dat leerlingen dan gaan smeken om het vervolg.
Er zit veel weer en wind en duisternis in, de school is gevestigd in een oude abdij vol geheime gangen en schuilplaatsen, de kamers van de leerlingen zijn de oude cellen van monniken, uiterst sober ingericht en 'zuster Violet' doet die kamers 's avonds op slot om de leerlingen 'tegen elkaar te beschermen'. Een decor om rillend van te genieten, 'aan de rand van de nacht'.
En een intrige die op zich helemaal niet zo vernieuwend en bijzonder is maar wel heel knap en kleurrijk opgebouwd, vol cliffhangers, zijlijntjes en spanning. Waarbij er ook nog plaats is voor vriendschap, solidariteit en zelfs liefde, voor opoffering en heldhaftigheid en een klare keuze tussen goed en kwaad. En een achter een waterval verborgen bos, een grote hertenbok, een slimme en trouwe hond en jawel, een bijl.
 
In ieder van ons zit wel iets slechts, weet een van de kinderen (is het Boudicca of prins Filiberto?) Faye te vertellen, zo ver gaat de nuance zeker in dit verhaal, maar niet zo ver dat aan het eind niet zonneklaar is wie er misdaden hebben begaan. Dat is op zich net zo lekker ouderwets en veilig als dat het de kinderen zijn die in opstand komen en de boel weten te ontmantelen. Wat voor boel, dat vertel ik niet. Wel dat Faye zich uiteindelijk, dankzij die bijl, weet te herinneren wat er voorviel, die ene nacht, en dat is een bevrijding.
 
Even lekker ouderwets is het dat het verhaal een volmaakt happy end heeft. Bij elkaar zoveel knap opgebouwde spanning en emotie dat je de auteur die paar onwaarschijnlijkheden en niet-essentiële losse eindjes ('Prins' Filiberto?) graag vergeeft.
 
 
Strange, Lucy. Het eiland aan de rand van de nacht. Vertaling: Aleid van Eekelen-Benders. Gottmer, 2024. ISBN 978 90 257 8035 7, 118 p. Oorspr.: The Island at the Edge of Night, Chicken House, 2024.
 
NB. Voor de jongere lezers, die zich afvragen waar 'Die Gedanken sind frei' op slaat? Zie Wikipedia. Of Nena of Hannes Weder op Youtube. En de verklaring voor de mooie tekeningen van boomwortels boven ieder nieuw hoofdstuk: p. 132. Ze zijn van Katie Hickley.
Lucy Strange debuteerde in 2016 met The Secret of Nightingale Wood (Het geheim van het nachtegaalbos). Daarna volgden met regelmaat nieuwe titels, waaronder het in dit blog besproken Sisters of the Lost Marsh (2021, De zusjes uit het Verzonken Moeras). 
 

maandag 10 maart 2025

Hoe doen ze het in Ierland?

Nou, wat betreft leesonderwijs een stuk beter dan in Nederland, schijnt het. Zoiets was al op te pikken uit diverse artikelen, wat columniste en onderwijsjournalist Aleid Truijens al op 11 december 2023 tot een fel stukje verleidde in de Volkskrant. En dit viel deze week te lezen op LinkedIn, een bericht van Inouk Boerma, medewerker IPABO:
 
Wat maakt het Ierse leesonderwijs zo succesvol? En wat kunnen wij in Nederland hiervan leren?
 
Afgelopen week reisden José Smeets en ik met een groep van zeventien vierdejaarsstudenten van de afstudeerrichting Lezen van Hogeschool IPABO naar Dublin om te ontdekken waarom het Ierland wél lukt om de leesprestaties te verbeteren.
 
Op het Marino Institute of Education gingen onze studenten onder leiding van docent Geletterdheid Jen O’Sullivan, PhD in gesprek met Ierse pabostudenten over de Irish Literacy Approach. Zij deelden met ons de vijf succesfactoren van het Ierse leesonderwijs:
 
✅ Sterke lerarenopleiding: leraar is een prestigieus beroep en een populaire studiekeuze
✅ Behoud van leraren: Ierse leraren zijn over het algemeen tevreden en uitval is laag
✅ Duidelijk beleid & curriculum: de overheid heeft na tegenvallende resultaten een grootschalige en landelijke aanpak ingevoerd om het leesonderwijs te verbeteren
✅ Leesinstructie in het gehele curriculum: lezen wordt vakoverstijgend geïntegreerd in het Ierse onderwijs
✅ Cultuur van lezen: Ieren hebben een sterke liefde voor taal en literatuur

 
Niet mis te verstaan. De liefde voor taal en literatuur is hier te lande wellicht minder sterk, maar aan de andere vier vinkjes valt zó iets te doen. Als onze regering zou willen.
 
Hier nog eens dat stukje van Aleid Truijens uit december 2023:
 
Wat we kunnen opsteken van Ierland, dat wél in staat is kinderen te leren lezen

Hoe ligt onderwijsland erbij, een week na de ontploffing van de Pisa-bom? We dalen internationaal gestaag met prestaties in wiskunde en natuurwetenschappen, maar bij leesvaardigheid hebben we de bodem bereikt. Eenderde van onze 15-jarigen is praktisch laaggeletterd en leest niet goed genoeg om te functioneren in de maatschappij. Eenderde!

 Iets om je ogen uit je kop te schamen. Een collectief falen, van de overheid, de inspectie, schoolbesturen, schoolleiders en leraren. In 2003 haalde 10 procent van de 15-jarigen de ondergrens niet, in 2018 24 procent en nu 33 procent. Wat nu? Op naar de 50?

Wij verwaarlozen kinderen. De belangrijkste taak van scholen is álle kinderen te leren lezen en schrijven. We verzuimen om iedereen de belangrijkste instrumenten in een mensenleven mee te geven. Een jongere die niet kan lezen is verloren, ook al kan hij reuzegoed samenwerken in groepjes of zelfsturend filmpjes aanklikken. Wie niet goed leest, struikelt overal: in het vervolgonderwijs, in de samenleving, op het werk en als opvoeder. Het besef dat dit bedroevende leesniveau een bedreiging is voor de samenleving en voor de economie, daalt hier nauwelijks in.

Ik zag weinig verantwoordelijken met het boetekleed om. Na het ‘zorgelijk…’ van demissionair minister Mariëlle Paul bleef het stil. Van de Onderwijsinspectie geen commentaar, noch van de lerarenopleidingen. De leden van de VO-Raad, de werkgeversclub van schoolbestuurders die de baas meent te zijn over het onderwijs, zaten zich niet snikkend te schamen in een hoekje. De raad schoof de schuld vakkundig af: het lag aan het lerarentekort en aan corona. Dat corona volgens de Pisa-onderzoekers een kleine rol speelt, dat de daling al twintig jaar gaande is en dat de prestaties ook bij voldoende leraren dalen, werd genegeerd.

 Andreas Schleicher, hoofd van het Pisa-onderzoek, deelde enkele corrigerende tikjes uit in Trouw. Hij merkte dat in Nederland excellentie en ambitie weinig worden beloond; de nadruk ligt op welzijn en kansengelijkheid. Niet dat dat hielp: de verschillen tussen leerlingen groeiden hier juist; elders doen kinderen met een migratieachtergrond het beter dan bij ons. Kennis biedt kansen. Ook ontkracht Schleicher de valse tegenstelling tussen welzijn van scholieren en goede resultaten; die twee gaan best samen.

Bij onze zuiderburen is het gevoel van urgentie groter. In de Vlaamse pers overheerste ontzetting over hun slechtste Pisa-resultaat ooit, ook al scoort Vlaanderen met leesvaardigheid twintig punten hoger dan Nederland. Terecht werd de vraag gesteld: wat kunnen we leren van Ierland, het met lezen best presterende Europese land?

Ierland kreeg dit succes niet cadeau. De Morgen interviewde Harold Hislop, hoofd van de Ierse onderwijsinspectie. Nadat Ierland in 2009 bij Pisa dramatisch was gezakt met leesvaardigheid, besloot Hislop dat hard overheidsingrijpen nodig was. Hij startte in 2011 Literacy Strategy, landelijk beleid dat vruchten afwerpt: ‘Politiek leiderschap is cruciaal’.

Kern van het Ierse wonder: betere lerarenopleidingen, ondersteuning van starters en regelmatige bijscholing van leraren, die je vervolgens veel vrijheid biedt. De leraren zijn enthousiast; er zijn weinig afhakers. Verder: besteed meer uren aan lezen, zet lezen centraal bij alle schoolvakken, maak alle spelers – schoolleiders, ouders, schoolboekenuitgevers, bibliotheken – medeverantwoordelijk; wijs niet beschuldigend naar elkaar. Kijk of lesmethodes werken en meet de vooruitgang van leerlingen. En: houd dit lang vol.

Het zijn geen opzienbarende adviezen – ook hier weten we dat een dergelijke aanpak werkt – maar zie ze maar eens landelijk uit te voeren. Dat lukt alleen als de overheid de eindverantwoordelijkheid bij de besturen weghaalt en de regie in eigen hand neemt. Doe het, er is geen tijd te verliezen.

 
En er is alweer een ruim jaar voorbij.

vrijdag 7 maart 2025

Leesbevorderd

Nieuw: leesbevorderen als werkwoord. Ik leesbevorder, jij leesbevordert, wij leesbevorderen en 'ook volwassenen verdienen het om leesbevorderd te worden'.
 
Hoe zou dat zijn, om leesbevorderd te worden? Hoe verdien je dat? En waarom is het niet geleesbevorderd?
 
Als iemand het weet, dan Romkje de Bildt, directeur-bestuurder van het Nederlands Letterenfonds, 'één van de zes rijkscultuurfondsen die namens de samenleving in culturele makers, instellingen en projecten investeren'. Want de uitspraak is van haar, in een interview door Maarten Dessing in Lezen 2025-1.
 
Lezen is, ter herinnering, het kwartaaltijdschrift van Stichting Lezen, niet een van die rijkscultuurfondsen maar wel door de regering ingesteld. Om het lezen te bevorderen, inderdaad.
Maar nu heeft het Nederlands Letterenfonds ook geld vrijgemaakt om eh, te leesbevorderen.
 
Met de pilotregeling Leesbevordering stimuleert en ondersteunt het Letterenfonds projecten op het gebied van leesbevordering, die vanwege hun vernieuwend karakter een aanvulling vormen op het bestaande aanbod. Organisaties kunnen subsidie aanvragen voor uiteenlopende activiteiten voor jong en oud: van leesclubs tot digitale projecten, en van workshops creatief schrijven of performen tot activiteiten gericht op intermediairs. Of voor projecten die nu nog niet bestaan, maar waarvan het belangrijk is dat ze in het leven worden geroepen om lezen te stimuleren.
 
De regeling is inmiddels wel 'gesloten'. Projectplannen zijn ter toetsing voorgelegd aan Stichting Lezen.
In het interview meer over de 'uiteenlopende' projecten die voor ondersteuning in aanmerking kwamen.
 
In hetzelfde nummer ook een interview met Marco Kunst, auteur van Vuile handen, dat speciaal voor de Maand van de filosofie (april) werd geschreven. Een 'filosofisch verhaal', over een jongen die radicaliseert. Uitspraak van de maand: 'Door te lezen, leer je denken.'
Past wel bij zo'n maand en vast ook wel bij Vuile handen en ander werk van Marco Kunst, maar in zijn algemeenheid is het niet waar. Veel teksten zijn puur vermaak.
 
Er staat meer lezenswaardigs in Lezen 2025-1. Lezen is gratis, maar natuurlijk kost het de stichting geld. Die vraagt daarom een 'vrijwillige bijdrage', zie hier.