Zoeken in deze blog

donderdag 23 februari 2017

Jacques Vriens

Het is een goede greep van de redactie van Literatuur zonder leeftijd (zie ook Facebook) om van tijd tot tijd een auteur of illustrator als onderwerp voor een aflevering te kiezen. Recentelijk waren dat Harrie Geelen, Imme Dros, Bart Moeyaert en Ted van Lieshout.

Jacques Vriens

Voor aflevering 101 (winter 2016) werd het Jacques Vriens. Aanleiding was Die rotschool met die fijne klas - want dat verscheen in 1976 en dus is Jacques Vriens veertig jaar schrijver. In die periode zag hij kans om ruim 90 titels te produceren, rond te reizen met eigen theatervoorstellingen en ook nog eens talloze keren als leesbevorderaar op te treden - deels als Kinderboekambassadeur (vanaf 2013; nu: Jan Paul Schutten). En daarnaast schreef hij diverse artikelen over het nut en de vreugde van lezen. Zijn BTW haalde ooit de kolommen van Leesgoed en is nu (terecht) te vinden in LZL 101 en op internet.

Ook anderen ontging dat veertigjarig schrijversschap niet: in februari was Achtstegroepers huilen niet voor € 2,- te koop in de actie Geef mij maar een boek.

BTW staat voor Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Waardering, want daarom gaat het volgens Jacques Vriens bij leesbevordering. Zie LZL 101 p. 19-20, vooral voor de tips. Nog steeds een prachthandleiding voor leesbevordering op school, in twee pagina's. De BTW wordt gevolgd door De Lijst van Vriens, zestig titels jeugdliteratuur die iedere aankomende leraar basisonderwijs zou moeten lezen. Leg die naast die van de huidige Kinderboekambassadeur (zie ook hier) en je hebt helemaal een prachtlijst. Ze overlappen elkaar uiteraard wel.

Verder in dit nummer onder meer een interview met Jacques Vriens door Helma van Lierop, herinneringen aan hem als adviseur voor Van Holkema & Warendorf door Martine Schaap, als schoolmeester door Annemarie Bon en als ambassadeur door Gerlien van Dalen, herinneringen aan hem door illustratrice Annet Schaap en door de auteurs Sjoerd Kuyper en Mirjam Oldenhave, besprekingen van zijn theaterwerk door Selma Niewold en van zijn serieboeken door Susan Venings, en enkele langere studies over het werk van Jacques Vriens door Jacques Dane, Sanne Parlevliet, Helma van Lierop en Ann Uleners.
En last but not least ook nog een heel verhaal ('Tinus-in-de-war') en gedichten van Jacques Vriens, die het als liedteksten voor een schoolmusical goed zouden kunnen doen.

Heel wat te lezen dus, voor de liefhebber.



Literatuur zonder leeftijd 101. ISBN 978 94 6167 294 0, 196 p.



vrijdag 17 februari 2017

Het risico van de politiek in jeugdliteratuur

Het dossier van La revue des livres pur enfants 292 (december 2016) heeft als motto: 'Au risque de la politique'.
La revue des livres pour enfants is een Frans tijdschrift over jeugdliteratuur, uitgegeven door La joie par les livres, dat ressorteert onder de Bibliothèque Nationale de France.
Niet alle afleveringen van La revue des livres pour enfants bespreek ik. Alleen de jaarlijkse selecties, zoals die van 2015, en soms een nummer met een dossier dat me het bespreken waard lijkt, zoals dit, over jeugdliteratuur in Brazilië, of dit, over goden en jeugdliteratuur. 
Onder dossier verstaat het tijdschrift een vijf- tot zevental degelijke artikelen over één onderwerp. Voor het overige bestaat het uit besprekingen, nieuws en een enkel interview of artikel over een ander onderwerp, buiten het dossier.

Het eerste artikel in dit dossier is meteen ook het meest opzienbarend, zeker met het oog op de Tweede-Kamer-verkiezingen.
Onder de titel '"Je serai vous, je fermerais ma gueule"' (Als ik u was, zou ik m'n muil houden) beschrijft hoofdredacteur Marie Lallouet het wedervaren van een mediatheekdirectrice in een stadje, 'ergens in Frankrijk', waar na de verkiezingen in 2014 bestuurders aan de macht kwamen die gelieerd waren (helaas, zijn!) aan de UMP en het Front National.
Omdat die mediatheek nogal wat activiteiten uitvoerde in arme wijken en met kinderen van migranten, kreeg de leiding het onmiddellijk te verduren. In een periode van 14 maanden die door de betrokken mediatheekmedewerkers als oorlog werden ervaren, grepen de bestuurders hardhandig in, waarbij ze zich van wettelijke beperkingen niets aantrokken.
Activiteiten werden stopgezet, de collectie wantrouwig bekeken. De 'oorlog' eindigde met het vertrek van de directrice en een flink aantal medewerkers,en liet de blijvers lamgeslagen achter, met een gekortwiekt budget en programma en de ervaring dat het aanschafbeleid voortaan gecontroleerd wordt door de gemeente.
Bibliotheekmedewerkers in gemeentes waar de PVV de macht dreigt te krijgen en die in staat zijn om Frans te lezen (ach, zijn die er nog...), zouden dit artikel met aandacht moeten lezen.

Dat de politiek zich vaker met de jeugdliteratuur bemoeide, toont Christian Bruel in 'Quand la politique s'en mêle'. Met in het intro de opmerking dat zulke ingrepen zelfs na wegebben 'een bittere smaak van zelfcensuur achterlaten'.




Zo zijn er meer lezenswaardige artikelen in dit dossier, hoe lastig het ook is dat sommige uitgeverijen, auteurs en boeken in onze streken niet zo bekend zijn, zoals bijvoorbeeld de uitgeverij la ville brûle en de auteur Yves Pommaux, uit wiens Véro en mai bovenstaande afbeelding komt. Hij werd geïnterviewd voor dit dossier.



La revue des livres pour enfants 292, december 2016. Centre national de la littérature pour ja jeunesse, Bibliothècque nationale de France. ISBN 978 2 35494 074 4, ISSN 0398 8384, 204 p. Prijs van dit nummer buiten Frankrijk € 15,-.



donderdag 16 februari 2017

Religie voor kinderen: over engelen, goden en helden

Over religie schrijven voor kinderen is lastig.

Verreweg de meeste documentaire kinderboeken over religies beperken zich tot het beschrijven van vijf veel voorkomende religies: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam.
Waaróm mensen er religies op na houden, die vraag wordt uit de weg gegaan. Anders ligt dat in sommige verhalen voor kinderen: zie bijvoorbeeld het fijnzinnige Robin en God van Sjoerd Kuyper, de manier waarop God langskomt in de kinderboeken van Guus Kuijer, Regentijd van Kolet Janssen, Alle dieren drijven van Annemarie van Haeringen en Gideon Samson, De Scheping, Het Paradijs en De hemel van Bart Moeyaert of In het begin was er… Bob van Meg Rosoff (vertaling van There is no dog, 2011).
(Meer? Zie o.a. Boek en jeugd, trefwoord religie.)

Gezien de lof die er klonk voor Over engelen, goden en helden: verhalen uit de grote wereldreligies van Janny van der Molen, had ik verwacht dat zij er meer van zou bakken. Het boek kreeg in 2008 een Vlag-en-wimpel van de Griffeljury en een eervolle vermelding van de Jenny Smelik-IBBY Prijs. Ik las het echter pas nu, daartoe gebracht door een lezing door Janny van der Molen tijdens een bijeenkomst van IBBY-Nederland (niet over dit boek).

Helaas laat zij deze kans liggen. Ik was licht teleurgesteld, want ik had meer verwacht van iemand die een studie sociaal-culturele theologie heeft gedaan.

Op haar website schrijft ze:
'We wonen in een grote, grote wereld. Een wereld vol ideeën, vol dromen, vol visies en vol religies. De wereld is ons thuis. [...]

Wij wilden onze kinderen al op jonge leeftijd bekend maken met verschillende denkwijzen, te beginnen met verschillende religies. Juist op jonge leeftijd staan kinderen daar zo open voor. We wilden dat ze de naam Mohammed vast zouden horen. En Krishna en Boeddha. Zodat ze op dat schoolplein en op die voetbalclub kinderen met een andere achtergrond onbevangen tegemoet kunnen treden. Elkaar leren kennen door naar elkaars verhalen te luisteren, dus. Want begrip voor elkaar, begint met kennis van elkaar. 
Dat was mijn drijfveer om Over engelen, goden en helden te maken. Ik noem het wel eens ‘de verzameling greatest hits’ van de grote wereldreligies. Het boek lijkt op het eerste oog op een kinderbijbel: dik, rijk geïllustreerd in kleur, leeslint. Maar nu komt de (voor)lezer verhalen uit vijf religies tegen. Kinderen kunnen dit boek zelf lezen vanaf een jaar of acht, voorlezen kan vanaf een jaar of zes. Voorlezen, ook voor oudere kinderen, heeft als voordeel dat je met het kind kunt spreken over de diepere betekenis van de teksten. Liefde, dood, vriendschap, een nieuw begin, trouw, conflict: al die belangrijke thema’s kom je tegen. En meer. '

Een mooi uitgangspunt, en origineel om verhalen te gebruiken. Gesteld in andere, eenvoudiger woorden herhaalt ze het in het voorwoord van het boek. Heel anders dan al die platenboeken met beschrijvingen.
Lukt het ook? Volgens volwassen kopers kennelijk wel, want het boek is inmiddels aan zijn 7e druk toe.

Merkwaardig genoeg begint het boek met het boeddhisme. Die keuze ligt ze niet toe. Het boeddhisme is voortgekomen uit de oudste van de vijf behandelde religies, het hindoeïsme. Het zou volgens mij voor de hand liggen met het hindoeïsme te beginnen, als je je tot de 'grote wereldreligies' zou willen beperken.
Net als vele andere kinderboeken over religie slaat ze bovendien de alleroudste religie over: het animisme. Die religie (of verzameling religies) is vermoedelijk de oudste en komt nog altijd voor. Veel elementen zijn in andere religies overgenomen. Er zou volgens mij een schat aan verhalen te vinden zijn... waarbij bovendien verband gelegd kan worden met onze sprookjes en sagen, en in het algemeen met onze hang naar religie en naar verklaringen van onbegrepen verschijnselen en gebeurtenissen - waaronder de dood.
Nog een gemiste kans, dus.

Na het boeddhisme volgt het jodendom, zoals zij het noemt. Vervolgens komt pas het hindoeïsme aan de beurt. De Joden met hun God zitten dus ingeklemd tussen de verhalen uit het boeddhisme en het hindoeïsme. Curieus. Klem zitten is wel een beetje Joods. Maar daarom zal ze het niet zo gedaan hebben.
Na het hindoeïsme komen achtereenvolgens het christendom en de islam langs. Dat vind ik wel een begrijpelijke volgorde. Jodendom, christendom en islam hangen immers samen en volgen elkaar op - zoals ze in haar inleidingen ook goed toont.

Van elke religie geeft ze eerst wat uitleg, opgehangen aan vragen. Met die uitleg is feitelijk niets mis, voor zover ik dat kan nagaan en gezien de lijst geraadpleegde experts. De uitleg geeft me evenwel gelegenheid een derde gemiste kans te noemen.
Want op p. 15 staat er:

'Er is veel te vertellen over het boeddhisme. Bijvoorbeeld over de manier waarop boeddhisten leven, hun feesten en ga zo maar door. Er zijn prachtige boeken voor kinderen die hierover vertellen. Je hebt ze niet nodig om de verhalen in dit boek te begrijpen. Ze zijn wel heel leuk als je wat meer wilt weten!'

Een soortgelijke frase is te vinden op p. 143. 'Er zijn mooie kinderboeken over het hindoeïsme.'
Noem die boeken dan, dacht ik, of vermeld minstens bronnen waar de kinderen tot wie ze zich (te) overduidelijk richt zulke boeken kunnen vinden. Wijs ze desnoods even de weg naar een (kinder)boekwinkel of (jeugd)bibliotheek.
Helaas...

Na elke uitleg volgen verhalen. Hiermee is iets vreemds.
Ten eerste vormen ze in mijn ogen een wat rommelig mengsel van levensbeschrijving en exempelen. Om bij het boeddhisme te blijven: eerst vertelt ze in een flink aantal hoofdstukjes het leven van Siddhartha annex Boeddha. Daarna volgen wat jataka's. Stap ik meteen over naar het hindoeïsme, dan zie ik een gelijksoortige opbouw: eerst veel verhalen over het leven van Krishna, daarna nog enkele andere verhalen.
Voor het jodendom put ze uit de Tanach en de Tora en bij elkaar vormen ze een geschiedenis van de Joden. Voor het christendom put ze uit de Bijbel en omdat er bij het jodendom al aardig wat Oude Testament voorbij kwam, gaat ze bij het christendom op Jesaja na in het Nieuwe Testament grasduinen, verdeeld in 'Het verhaal van Jezus' en 'Gelijkenissen'. Bij elkaar schrijft ze zo eigenlijk een soort verborgen Kinderbijbel in dit boek - wat ze zelf ook opgemerkt heeft, zie boven. Eén verhaal spaart ze op voor de islam, maar dan opnieuw ná een reeks verhalen over het leven van Mohammed: Joenoes in de walvis. En ook het vervolg op het heengaan van Hagar (Hadjar) en Jisjmaëel (Isma'iel). Omdat de Koran niet veel verhalen bevat, put ze voornamelijk uit de Hadith voor een reeks nobele daden van Mohammed.

Ten tweede worden al deze verhalen in dezelfde stijl verteld, waar ze ook vandaan komen en waarover ze ook gaan.
Het is een gezellig soort doorsnee-kinderboekenstijl, met veel dialogen en aandacht voor emoties van handelende personen. Het is de stijl die je aantreft in verhalen voor kinderen die in het hier en nu zouden hebben kunnen plaatsgevonden, geschreven door auteurs die hun anonieme verteller geen eigen persoonlijkheid wilden meegeven - maar wel zo levendig mogelijk wilden laten vertellen, met stijlbloempjes als 'Maar wat was dat?' e.d.

Dat levert wonderlijke effecten op.
Zie bijvoorbeeld p. 253 en 254, waarop de twee Maria's Jezus' graf bezochten en ontdekten dat de sluitsteen weg was.

'"Wat?! Hoe kan dat nou?' riepen ze onthutst uit.
"Maria, kijk!' riep Maria Magdalena. "Kijk dan, het graf is leeg!'
De vrouwen hapten naar adem. 'Dit  - dit kan toch niet?' zeiden ze. "Waar is Jezus?!"
De vrouwen raakten in paniek. En terwijl ze druk overlegden wat ze moesten doen, zagen ze opeens twee mannen. Er straalde een enorm licht van beide mannen af. Het waren engelen.'

Hopsa. Engelen zijn lichtgevende mannen - of mannen met een sterke lamp op hun hoofd. Twee alinea's verder is Jezus er alweer.

'Niet lang daarna waren Jezus en de leerlingen weer samen. De leerlingen konden het bijna niet geloven. Jezus was opgestaan uit de dood! Het was het grootste wonder dat hij had verricht. Ze praatten, ze lachten, ze haalden herinneringen op. Het was een prachtige tijd!'

Na veertig dagen ging Jezus 'naar zijn vader'.

'"Ja, maar ik bén erbij!" zei Jezus. "Ik zal bij iedere stap zijn die jullie zetten. En God zal jullie helpen door jullie wijsheid en kracht te geven."
Toen hij dit had gezegd, kwam er een grote wolk waardoor de leerlingen hem niet meer konden zien. Toen de wolk even later weg was, was ook Jezus weg.
De mannen keken elkaar veelbetekenend aan. Nu moesten ze het echt zonder hem doen.'

Ja, dat is wel een surrealistisch effect, dat met een wolk verdwijnen, middenin zo'n gezellig realistisch klinkend verhaal.

Ik houd het bij dit ene voorbeeld.
Alle verhalen in dit boek zijn heel oude verhalen, uit tijden dat de wereld nog niet zo keurig rond en in kaart gebracht was als nu en er overal wonderlijke verschijnselen waren die men trachtte te verklaren. Een wereld met elven, trollen en geesten, een wereld waarin een man gewoon per wolk kon verdwijnen en sprekende dieren niet heel raar waren.
Naar mijn idee gaat het knarsen en wringen als je die vertelt in een stijl die ontleend lijkt aan pakweg (op zijn best!) de schoolverhalen van Jacques Vriens of Mirjam Oldehave over Meester Jaap en Mees Kees. De formules ontbreken waardoor luisteraars op het spoor van die andere, oude wereld worden gezet.

Schrijvend aan deze alinea moest ik denken aan de verteller Indra Kamadjojo. Wat zou hij van deze oude verhalen mooie versies hebben kunnen maken...


Janny van der MolenOver engelen, goden en helden - verhalen uit de grote wereldreligies. Ploegsma, 2007, 336 p. ISBN 978 90 216 6526 9 (gebonden boek) / 978 90 216 6698 3 (e-book).


vrijdag 10 februari 2017

Een waterdicht plan

Het verhaal over Noach die alle dieren redde, is een heel oud verhaal uit het Midden-Oosten, en ook verhalen over grote overstromingen zijn talrijk.
Het zou kunnen zijn dat er enkele duizenden jaren geleden een meteoriet in de Indische Oceaan terecht kwam (zie de Burckle-krater)  die een enorme vloedgolf veroorzaakte. Geleerden die samenwerken in de Holocene Impact Working Group veronderstellen dit op grond van geografisch en geologisch onderzoek. Zij
'hebben de hypothese naar voren gebracht dat alle vloedlegenden als gevolg van deze inslag zijn ontstaan. Door alle oude vloedlegenden met elkaar te vergelijken kan opgemaakt worden dat de grote vloed begon op de morgen van 10 mei 2807 v. Chr.. Dat was in de periode van de inslag.

In deze periode vonden een aantal belangrijke gebeurtenissen plaats:

De Vroeg-Harappa-Ravi-fase van de Indusbeschaving eindigde;
In Sumer eindigde de regeerperiode van antediluviaanse koningen en begon de dynastie van Kish I;
De pre-Xia-dynastie van de Drie Soevereinen en de Vijf Oerkeizers begon rond 2850 v.Chr. (waarvan de eerste twee figuren Fuxi en Nüwa beschreven zijn als de overlevenden van de grote vloed en zo de voorouders van de mensheid);
Tijdens de regering van farao Semerchet (ca. 2900-2800 v.Chr.) vond volgens de geschiedschrijver Manetho een 'vreselijke ramp' plaats (maar zegt niet wat het was);
Volgens de Septuagint versie van Genesis vond de Zondvloed rond het jaar 3.000 v.Chr. plaats.'
(Zie ook: Recent Cosmic Impacts on Earth: Do Global Myths Reflect an Ancient Disaster? door Thomas F. King.)

Er was heel lang geleden al ene Atrahasis (Akkadisch: de wijze) die een rieten boot bouwde om te overleven. Warempel, ook in dit verhaal is er een boze god:

'Op een gegeven ogenblik zijn er zoveel mensen dat ze met hun lawaai de god Enlil uit zijn slaap houden. Deze besluit via de god Namtar de mensen een plaag te sturen. Dankzij de vrome Atrahasis houdt deze op. Na een tijdje maken de mensen echter weer te veel herrie naar de zin van Enlil. Ditmaal straft hij ze met een hongersnood. Deze wordt door de mensheid overleefd. Dan besluit Enlil drastischer maatregelen te nemen. Hij stuurt een zondvloed op de mensen af.'

Dat lijkt sterk op het overstromingsverhaal dat in het Gilgamesj-epos te vinden is. Op dit kleitablet:



Te vinden in het British Museum.
Ook in Afrika en India zijn overstromingsverhalen te vinden. De Masaï schijnen een verhaal te hebben over ene Tumbainot, die met vrouw, zonen en beesten ontsnapte aan een overstroming, veroorzaakt door, alweer, boze goden.

Noach (de naam schijnt rust te betekenen) komt voor in de Tenach, de Bijbel en de Koran. Met hetzelfde motief: een boze god, een overstroming, en een man die een schip bouwt met overlevende mensen en dieren.


Deze afbeelding komt uit de Jami' al-tawarikh (Het album van kronieken) van Rashid al-Din.

Volgens sommige soera's in de Koran en volgens de Thora zou Noachs bootje gestrand zijn op de Ararat, de berg die vroeger in Armenië lag en nu in Turkije ligt, waar hij Ağrı Dağı (spreek uit: Are Daj) wordt genoemd. Sommige diepgelovige christenen hebben dit verhaal overgenomen (zie o.a. hier), en hun wacht ter plekke desgewenst een mooi bouwsel, dat waarachtig door de oogharen bekeken iets van een boot heeft. Gidsen zijn zeer bereid om je tegen een bescheiden vergoeding erheen te loodsen. Zelf geloven ze er geen spat van.

Het is in ieder geval een typisch Middenoostenverhaal omdat mannen er de hoofdrol in spelen. Noach had een vrouw en drie zonen. Samen overleefden ze met al die beesten de zondvloed, en wij stammen dus allemaal van hen af. Hoe die zonen dat klaarspeelden, vermelden veel bewerkingen niet, maar de Bijbel wel: die zonen hadden wel degelijk hun (naamloze) vrouwen mee.

Er zijn onnoemelijk veel bewerkingen  van dit verhaal verschenen.

Onlangs hebben Annemarie van Haeringen en Gideon Samson daaraan een nieuwe toegevoegd: Alle dieren drijven.
Een groot prentenboek, waarvan de tekst aldus begint:

'Op een dag deed ik mijn ogen eens goed open.
Ik keek.
Ik schrok.
En ik begon te roepen.
Rommelmakers! Ruziezoekers! Rotzooitrappers!
Fluitende speren vlogen in het rond.
Kerels als beren rolden over de grond.

Hé! Hallo... HALLO!!!

Maar niemand wilde naar me luisteren.'

Een prachtig begin, want de verteller maakt zich niet bekend en dat blijft zo. Het blijft dus raden naar de aard van deze verteller. Het kan een regenboog zijn: hij of zij begint op de laatste pagina van het verhaal te stralen en we zien een regenboog. Of een van de twee namen op de voorkant...
Enfin, iedere lezer met iets minder argeloosheid vermoedt wie hier aan het woord is: God.

Hoe komt het verhaal op gang? Er is natuurlijk wél iemand die wil luisteren. Die krijgt evenmin een naam.




Aan zijn kleding kun je zien dat-ie niet van hier is, en verder zien we dat hij op een hoog punt staat en omhoog kijkt. Dat laatste zegt iets: die stem waarnaar hij luistert komt kennelijk van boven. Hij heeft zelfs een ladder bij zich, dus hij is naar boven geklommen en wie weet hoe ver hij wou reiken.

'We bouwden een plan.
Samen.
Ik was van het plan.
Hij was van het bouwen.'

We zien de man kijken naar een bos, bijl over de schouder.

'Het is een mooi plan, zei ik.
"Een waterdicht plan," zei de man.'



Fijn woordgrapje. We zien de man bezig de naden te dichten van wat heel waarschijnlijk een groot schip moet worden.
Zijn familie mag mee, en van alle dieren twee. Toen was het vol op 'onze boot' en begon het te regenen en bijna de hele wereld ging kopje-onder.
Op een gegeven moment vraagt de man aan een duif om te kijken of 'de bomen alweer boven water zijn'.

Ook een mooi grapje:

'Ik vond het sim bedacht van hem.
Ik was trots op mijn vriend.
Maar hij had het natuurlijk ook gewoon aan mij kunnen vragen.'

Voer voor theologen. Want ja, in veel bewerkingen, inclusief de Bijbel, slingert een god de ene na de andere opdracht naar de mensen, ook naar Noach, en nou zou hij zelf moeten uitvinden of er al ergens land in zicht was?
Dat theologisch grapje gaat nog door op de volgende pagina. Om de pret niet te bederven ga ik dat niet citeren.
Dit is een hele fijne bewerking van een bekend verhaal, met prachtige platen, en om die ten volle te genieten, zit er niets anders op dan het boek te kopen. Of desnoods lenen.



Annemarie van Haeringen & Gideon Samson. Alle dieren drijven. Leopold, 2017. ISBN 978 90 258 7217 5. 







maandag 6 februari 2017

De honderd beste...

Hoera, weer een lijst Beste Kinderboeken. Deze keer (d.d. 24-1-2017) van niemand minder dan de huidige Ambassadeur van het Kinderboek (in Nederland), Jan Paul Schutten. 'De Kinderboekenambassadeur is een initiatief van Stichting Lezen en het Nederlands Letterenfonds in samenwerking met Stichting SSS en Stichting CPNB.'
'De functie is geïnspireerd op het Britse Children’s Laureate. De Kinderboekenambassadeur geeft de promotie van kinder- en jeugdboeken een herkenbaar gezicht en draagt de boodschap uit dat (voor)lezen een verschil kan maken in het leven van jonge mensen. De Kinderboekenambassadeur bereikt een breed publiek door publicaties, workshops, lezingen en andere activiteiten een breed publiek waaronder leerkrachten, ouders en kinderen, maar ook politici en aankomend auteurs.'

Een lijst, dus, gepubliceerd op het blog van de Kinderboekenambassadeur, aldus ingeleid:
'Elk jaar verschijnen er een dikke tweeduizend kinderboeken. Laten we eens aannemen dat vijftig boeken daarvan echte parels zijn. Dan verschijnen er dus in tien jaar tijd 500 prachtige boeken. Vul dat eens aan met de klassiekers die er al waren. Dan kom je op hónderden geweldige kinderboeken. Voor ieder kind moet er dus een geschikt boek te vinden zijn. Maar smaken verschillen en niet ieder kind is hetzelfde. Dus hoe vind je tussen dat enorme aanbod het juiste boek voor elk kind? Moet het spannend zijn of grappig? Of beide? Informatief? Poëtisch? Veel plaatjes of weinig? Uitdagend of juist wat eenvoudiger? 

Als hulpmiddel bij die zoektocht heb ik twee lijsten laten samenstellen door zo'n vijftien kinderboekenexperts. Een lijst voor de onderbouw en een voor de bovenbouw met vijftig van de meest uiteenlopende titels die nog steeds verkrijgbaar zijn. Klassiekers, bestsellers, bijzondere boeken, extreem toegankelijke boeken, encyclopedieën, moppenboeken: echt van alles wat, in elk genre. Deze lijst kan helpen bij het zoeken van de juiste genres, onderwerpen en soorten boeken voor ieder kind. En mocht je hiermee dat juiste boek gevonden hebben, dan kan dat weer als startpunt dienen voor vele geweldige nieuwe titels.'

Wie die vijftien experts waren, vermeld hij helaas niet.
De lijst is even aanvechtbaar als iedere andere Top Honderd en is zo te zien een mengsel van door recensenten en door kinderen hooggewaardeerde titels, zodat bijvoorbeeld Iep van Joke van Leeuwen vrolijk figureert naast Dolfje Weerwolfje van Paul van Loon (onderbouw) en Suikerspin van Derk Visser naast Dummie de mummie van Tosca Menten.
Er staan ook geheide klassiekers op als Brief voor de koning van Tonke Dragt en De GVR van Roald Dahl.

Ach, zo'n lijst aanvechten is altijd weer leuk recensentenwerk en dat blijkt ook wel uit de reacties. 'Ik mis die'; 'ik mis deze'... (Opgewekt antwoord van de ambassadeur: 'We gaan de lijst gewoon uitbreiden. Kom maar op met goede titels, wel graag met motivatie.')
Mooie reactie van Nanda Roep: 'Misschien is een manier om te zoeken suggereren, beter dan een (beperkende) lijst opperen?'
Het doet er niet zo erg toe, smaken verschillen (inderdaad).
Wat er toe doet is dat zo'n lijst wellicht een middeltje is om lezen te bevorderen.
Dat moet nog blijken.